knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

Archief

Lieven Tavernier, wind & rook

26 december 2007

Lieven Tavernier, wind & rook

DE VIERDE CD VAN LIEVEN TAVERNIER IS ER
Wind & rook (de maison bleue sessies) werd de eerste drie dagen van augustus 2007 live opgenomen zonder overdubs in de woonkamer van producer Nils De Caster: What you hear is what you get.

Lieven Tavernier & '?De zondaars'?

Muzikanten
Lieven Tavernier : zang & gitaar
Nils De Caster: dobro, gitaar & mandoline
Yves Meersschaert : piano & accordeon
Bruno Deneckere : gitaar, banjo & mondharmonica
Mario Vermandel: Vaste bassist bij Tavernier & groep. Helaas & diep betreurd, kon Mario niet opnemen wegens tendinitis. Uit totale eerbied voor onze geliefde vriend werd besloten de c.d. dan op te nemen zonder bassist.

Gasten
Sarah D’hondt: zang
Frank Vantroyen: bastuba

Lieven Tavernier is één van de literaire schaduwen uit het noorden.
Ze schuilen onuitwisbaar in het wateroppervlak van onze taal
omdat na ieder woelig worstelen die schaduwen weerkeren
opdat de luisteraar erin zou kunnen verzinken.
Lieven Tavernier maakt met zijn woorden
van het Nederlands een taal vol mededogen.

Uit het noorden

De wind uit het noorden
Voorspelt niet vele goed
Het is de kou die niet meer weggaat
Uit mijn ziel en mijn bloed
En de nachten van augustus
Ze zijn voorbij voorgoed
En ik zal ze niet missen
En dat is goed

Er is de liefste die wegging
Die je nooit meer hebt ontmoet
En je weet dat je liegt als je zegt
Dat het jou niets doet
Want waarom dromen
Dat ze jou nog zoekt
En als je niet wordt gevonden
Ook dat is goed

En tijd is niemands vijand
En tijd is niemands vriend
En tijd kijkt niet om
Of hij jou nog vindt

Er is de dood die staat te wachten
Hij wacht op elke hoek
Hij kent de namen van mijn vrienden
Ze staan in zijn boek
En hij zegt aan mijn liefste
Dat hij mij halen moet
En ik weet dat ze niet luistert
En dat is goed.

Wind en rook

Regen in de morgen
De zon blijft verborgen
De wind waait al mijn dromen
Op een hoop
Het is halfweg oktober
De zomer is over
Ik wacht op de winter en ben rusteloos
Als wind en rook

Er valt licht door de ramen
Van de ziekenhuiskamer
Ik kijk naar mijn vader
Mijn vader gaat dood
En ik weet als ik wegga
Dat ik zonder hem wegga
Dat zijn leven verdwijnt
Als wind en rook.

In mijn donkere dagen

Klokken luiden in de nacht
Donkere doffe slagen
En ik ben zo ver van huis
In de donkere dagen
Regenmantel, hou me warm
In sneeuw en regenvlagen
Laat me nu het licht maar zien
In mijn donkere dagen

En ik loop de straten door
In de stilte van de avond
En ik zie de mensen die
Zitten in hun kamer
Televisielicht dat schijnt
Voor doven en voor dwazen
Misschien is dat wel het licht
In hun donkere dagen

Oude mensen zeggen mij
Jij hebt niet te klagen,
Jij hebt nooit de kou gekend
Van de oorlogsjaren
Nee jij kent niet het verdriet
Van zovele graven
Weet dat het zo erg niet is
Al jouw donkere dagen

Voor de schipper ver van huis
Ver weg van de haven
Voor de vrouw die slapen wil
En niet meer zal slapen
Voor de vreemdeling die wacht
Tot iemand hem komt halen
Hoop ik dat het licht zal zijn
In hun donkere dagen.

Jaren geleden en jaren lang schreef hij met 'Over Water' 1986
een ode aan Gent en haar verborgen water.
In 1991 haalden zijn onvergetelijke parels
van de Nederlandse poëzie (1974-1975) met Jan de Wildes 'HéHé'
de radio waardoor ze het Vlaamse collectieve onbewuste binnendrongen.

De fanfare van honger en dorst

We liepen in Gent rond,
we waren met zessen,
we kwamen van nergens
gingen nergens naar toe,
vanaf de terrassen,
in de koffiehuizen
bekeken we de mensen
en hun drukke gedoe.

We liepen met ons hoofd in de wolken
en werden dan wakker van honger en dorst
en iedereen riep: kijk daar loopt de fanfare,
de fanfare van honger en dorst.

We hadden geen geld om eten te kopen,
maar we wisten voor alles het beste adres,
mosselen bij Leentje
en frieten bij Helga
en Annie bewaarde voor ons wel een fles.

En iedere nacht, nog net voor het slapen
de laatste vijf frank in Eddies joeboks.
'?A hard rain's gonna fall'?,
we zongen 't allemaal samen,
de fanfare van honger en dorst.

En kwam er een vrouw
die een van ons meenam,
dan namen we afscheid en zegden vaarwel,
de fanfare trok verder
met minder leden,
de toon in mineur,
we begrepen dat wel.

Maar er was nooit een vrouw
die mooier kon zingen
dan onze fanfare van honger en dorst
en het duurde nooit lang
of we waren weer samen
met de fanfare van honger en dorst.

Wie van ons had ooit durven denken
dat iedereen van ons voorgoed weg zou gaan,
we hebben toen zelf de fanfare ontbonden,
we hebben als iedereen de prijs zwaar betaald.
De prijs van de vrijheid: in ruil voor wat centen,
een baan bij de bank, een auto, een kind,
maar ergens in de stad zingt
een nieuwe fanfare,
een nieuwe fanfare van honger en dorst
een nieuwe fanfare van honger en dorst.

Eerste sneeuw

Ik werd heel langzaam wakker, ik wreef m’n ogen uit,
ik werd heel langzaam wakker, ik wreef m’n ogen uit,
ik kon het niet geloven, maar voor de vensterruit,
viel zacht naar beneden, de eerste sneeuw.

Mijn mama kwam naar boven, ‘t Is tijd om op te staan,
mijm mama kwam naar boven, kom trek je kleren aan,
mama, lieve mama, kijk eens naar beneden,
ga je met mij mee, in de eerste sneeuw.

Kijk eens naar omhoog en kijk
de lucht is grijs en zit vol vlokken
‘k wou dat dit kon blijven duren
dat het nooit meer zou stoppen.
‘k Voel me zo gelukkig in de eerste sneeuw,
‘k Voel me zo gelukkig in de eerste sneeuw.

Waar is mijn wollen muts nu, waar is mijn dikke sjaal,
waar is mijn wollen muts nu, waar is mijn dikke sjaal,
en ergens in de kelder ligt toch nog die slee,
papa moet me duwen door de eerste sneeuw.

Kijk eens naar omhoog en kijk
de lucht is grijs en zit vol vlokken
‘k wou dat dit kon blijven duren
dat het nooit meer zou stoppen.
‘k Voel me zo gelukkig in de eerste sneeuw,
‘k Voel me zo gelukkig in de eerste sneeuw.

Nu twintig jaren later, heb ik geen zin om op te staan,
nu twintig jaren later, kijk ik weer uit het raam,
mijn mama zal niet komen, mijn mama is lang dood,
ze ligt al lang beneden, in de eerste sneeuw.

Kijk eens omhoog en kijk de lucht is grijs en zit vol vlokken.
‘k Wou dat dit kon blijven duren,
dat het nooit meer zou stoppen.
‘k Voel me zo alleen in de eerste sneeuw,
‘k Voel me zo alleen in de eerste sneeuw,
in de eerste sneeuw

De verdwenen karavaan

Ik sliep in 't diepe duister,
in 't midden van de nacht,
stond iemand in mijn kamer
en zei, je wordt verwacht,
de karavaan staat klaar,
kom op en kleed je gauw
we staan op jou te wachten,
ja, d'r is nog plaats voor jou.

En toen ik uit mijn huis ging
zag ik een groepje staan
herkende hun gezichten
en wist nog ieders naam,
het waren oude vrienden
die ik nooit meer had ontmoet
en ook mijn jeugdvriendinnen
stonden wachtend op de stoep.

Iemand gaf een teken
en wij vertrokken toen,
de vrieslucht sneed bijtend
door mijn jas van licht katoen,
geen mens was in de straten,
er klonk nergens geluid
witte vlokken vielen,
veegden onze sporen uit

En weldra lag de stad
al heel ver achter ons
we liepen zwijgend verder
langs stilstaande wagons
en verder langs de velden
trok de karavaan
de wijzers op de toren
bleven onveranderd staan.

Een kind dat niet kon slapen
heeft ons die nacht gezien
en hoe op onze schouders
de sneeuw zacht nederviel
en hoe mijn jeugdvriendinnen
als zusters dicht bijeen
mijn liefdesbrieven lazen,
lieten vallen in de sneeuw.

Ik keek naar hun gezichten,
bekeek ze van dichtbij,
ze leken zacht en rustig
glimlachten tegen mij,
geen droefheid, geen vermoeidheid
de kou deerde hen niet,
ze liepen zonder aarzelen
naar een onbekend gebied.

En plotseling werd ik angstig
als wist ik niet waarom,
en niet toen ik wou vragen
of ik bij hen blijven kon,
lieten ze me achter
verdwenen een na een,
er werd geen woord gesproken
maar iemand knikte zacht van neen.

Mijn liefste kwam mij wekken,
ze zei, je sliep zo diep
ik wou mijn droom vertellen
ik vond de woorden niet
ik vouwde mijn handen
voor mijn gelaat
en weende zacht en bitter
om de verdwenen karavaan.

Naar aanleiding van de ‘vernieuwing’ van Radio 1 schreef Lieven Tavernier op 6 december 2007 een lezersbrief in De Morgen, die de essentie van een gecommercialiseerd cultuurleven ontbloot.

Nog even een reactie op ‘Radio 1-heidsworst’ (DM 3/12). Daarin deelt muziekcoà?rdinator Radio 1 Evert Venema mee dat er overdag geen muziek meer zal worden gedraaid van Vanuytsel of mij, “alleen nog in de late uurtjes”. We lijken warempel een ietwat hardere pornofilm, alleen geschikt voor ‘de late uurtjes’. Onze songs passen niet in de programmering overdag, “als we daarin een logische lijn willen aanhouden”, dixit Venema.
Ik kan me voorstellen dat Venema’s Berufsverbot niet alleen Vanuytsel en mij betreft, maar nog andere muzikanten. Omdat muzikanten niet altijd weten hoe ze ‘de logische lijn’ moeten aanhouden, stel ik graag het volgende voor. Venema stuurt ons een formulier toe waarin in eenvoudige bewoordingen uitgelegd wordt welke songs we (nog) mogen schrijven, welk tempo het correcte Radio 1-tempo is, welke sessiemuzikanten goede Radio 1-muzikanten zijn, of Radio 1 zelf de mix doet, en of we van elke song twee versies moeten aanmaken: een versie voor overdag en een versie voor ‘de late uurtjes’.
Zou zo een formulier niet dé oplossing zijn voor elke onzekere muzikant, en vooral hoe dankbaar controleerbaar voor regelneef Venema?
Lieven Tavernier, componist

Archief

Stu Bru Music for Life: 'waterSTOF = duurzaam water' – protosh20

24 december 2007

Stu Bru Music for Life: 'waterSTOF = duurzaam water' – protosh20

Zonder water kunnen we
onze dorst niet lessen
naar gerechtigheid.
Zonder water kunnen we
onze handen niet wassen
in onschuld.
Zonder water kunnen we
onze werktuigen niet
verschonen.
Zonder water kunnen we
ons honger niet stillen
naar menselijke waardigheid.
Zonder water kunnen we
ons leven niet beginnen
noch in schoonheid eindigen.
Water maakt vrij.

Protos helpt daarbij, hier en ginder.


De PROTOS Missie

PROTOS wil rechtvaardige en wederzijds verrijkende relaties tussen Noord en Zuid bevorderen.
PROTOS wil helpen bij duurzame en bevrijdende processen die geà?ntegreerd zijn in de plaatselijke cultuur en sociale omstandigheden, en die moeten zorgen voor een beter welzijn van de kansarme bevolkingsgroepen in het Zuiden. Daarbij is water essentieel. Gezien haar expertise op het terrein van water, komt PROTOS speciaal op voor een rechtvaardig, duurzaam en participatief waterbeheer in Noord en Zuid.
Een rechtvaardig waterbeheer veronderstelt solidariteit onder alle gebruikers, waarbij elkeen recht heeft op voldoende water voor een gezonde menselijke ontplooiing.
Een duurzaam waterbeheer streeft ernaar het beschikbare water zo goed mogelijk te gebruiken, zonder een gevaar te zijn voor de andere gebruikers, voor het leefmilieu of voor de toekomst.
Een participatief waterbeheer vereist de betrokkenheid van elk individu en elke gemeenschap, ook van de kansarmen die hun eigen lot in handen moeten kunnen nemen. Dit met respect voor de gelijkwaardigheid tussen man en vrouw.
PROTOS wil dat bereiken door:
'?Participatieve ontwikkelingsprogramma’s in het Zuiden te steunen: door een verbeterde toegang, verdeling en/of valorisatie van water wil PROTOS de socio-economische situatie van de lokale bevolking verbeteren.
'?Een hefboom te zijn: door het verstevigen van de capaciteiten, inzichten en positie van organisaties die uit deze programma’s kennis kunnen kapitaliseren en die verder valoriseren.
'?De samenwerking te bevorderen tussen alle bij een planmatige lokale ontwikkeling betrokken partijen, met inbegrip van de organisaties uit de civiele maatschappij en de plaatselijke besturen.
'?Het debat over rechtvaardig, duurzaam en participatief waterbeheer te stimuleren, in het Noorden en in het Zuiden. De ervaringen van PROTOS en haar partnerorganisaties kunnen dit debat voeden.
Talloze samenlevingen worden momenteel bedreigd door een tekort aan water, wat een probleem vormt voor het in stand houden en verder ontwikkelen van hun welvaart en welzijn en van de internationale stabiliteit.
Er zijn vandaag naar schatting 25 miljoen “watervluchtelingen” op de wereld. Ze zijn op de vlucht voor droogte of overstromingen, die veelal door menselijk ingrijpen werden veroorzaakt of verergerd. Ook de groeiende ongelijkheid in de verdeling van water leidt tot interne spanningen en internationale conflicten.
Wereldwijd zijn er 263 stroomgebieden die door meerdere landen worden gedeeld. 60 % van de wereldbevolking leeft in stroomgebieden die door verschillende landen lopen. Dit draagt vandaag al bij tot spanningen tussen Israël en Palestina, tussen Irak en Syrië, tussen India en Pakistan '?.
Rivieren die door verschillende landen stromen, zoals de Mekong, de Ganges, de Jordaan, Tigris en Eufraat, de Nijl … maar ook de Rijn, Maas en Schelde dreigen een bron van economische, en in minder stabiele regio's eventueel gewapende conflicten te worden. Zo is het schaarse water van de gemeenschappelijke Jordaan nu eens een bron van conflict, dan weer chantagemiddel tussen Israël en zijn buurlanden. Geen wonder als men weet dat Jordanië zo goed als door zijn grondwatervoorraden heen is, en dat 90% van het in de Westelijke Jordaanoever opgepompte water gebruikt wordt door Israël.
Conflictbeheersing, ontwikkeling en milieubescherming gaan hand in hand. Een grondige mentaliteitswijziging, gesteund op ethische gronden, dringt zich op om een duurzaam en solidair beleid mogelijk te maken.
De waterproblemen in het Zuiden zijn dus ook onze problemen. Ze kunnen niet worden opgelost als ook de machts- en economische verhoudingen tussen Noord en Zuid niet worden hertekend. De waterproblemen in het Zuiden zijn daarenboven niet alleen een onrecht, maar ze vormen ook een bedreiging voor onze éne wereld.
Tenslotte ziet men steeds meer in dat de belangenstrijd tussen watergebruikers niet alleen in het Zuiden, maar ook in het Noorden voor snel stijgende spanningen zorgt: tussen leefmilieu en landbouw, tussen huidige en toekomstige generaties, en tussen stroomafwaartse en stroomopwaartse gebruikers. Waar men in het Zuiden, soms uit noodzaak, soms vanuit een eigen cultureel of sociaal waardepatroon, experimenteert met nieuwe vormen van waterbeheer kan ook het Noorden hieruit lessen trekken om met deze vitale materie anders om te gaan. Daarom willen PROTOS en haar partners deze bruggen slaan. PROTOS schreef hierover een brochure '?Water en conflicten'? (1,5 MB).

Archief

Radio 1 De Ochtend: ‘de paplepel als maatbeker’. Op naar een echte NieuwsRadio: NIRA!

9 september 2007

Naar aanleiding van de vernieuwing van Radio 1 ben ik de eerste week van september redelijk wezenloos op mijn honger gebleven, wegens dagelijks ochtendluisteraar en dus verweesd op zoek naar nieuws uit de wereld, de stad en het land.
Dat er vernieuwd wordt, dat er van alles moet veranderd, lijkt een idee-fixe waaruit steeds meer zelfbenoemde creatievelingen financieel een fors slaatje weten te slaan.
De managers, de directeuren en de raden van bestuur of commissarissen weten blijkbaar van geen hout meer pijlen te maken en laten maar wat graag de verfrissende vernieuwing over aan jonge mensen die zelfverklaard bruisen van creativiteit en vooral hun netwerk goed onderhouden om de daaraan gekoppelde onkostennota's te cashen.
Van verweesdheid kwam wrevel. Radio 1 lokt 'bug'-ontwijkend gedrag uit. De meeste medische '? en waarschijnlijk ook vergelijkbare andere – informaticaprogramma's vertonen nogal wat technische 'bugs' die je als intense gebruiker vaardig moet leren ontwijken. Zo ook met Radio 1 waar 'De Ochtend' in de onzalige eerste week het karakter had aangenomen van een verzameling 'bugs': door jingles opgejaagde woordenkramerij, domme vragen van kakelende of kirrende presentatrice Imbo.
Beck brengt wellicht meer rust in de tent…
En dat allemaal om een nieuw en jong publiek te kunnen boeien ?
De intellectuele en sociale emancipatie, toch bij uitstek een hoofdopdracht van de VRT die voornamelijk met gemeenschapsgeld van de belastingbetaler wordt onderhouden, blijkt verworden tot een schrijnende denivellering. De norm wordt getoetst aan mensen die nog steeds geloven dat het leven in deze wereld om hun eigenste zelf en hun onmiddellijke behoeftenbevrediging draait, dan wel zou moeten draaien. Nog steeds lopen er creatieve managers rond die zich graag verliezen in de cultuur van het vleien: het naar de mond praten van de grootste gemene deler van de potentiële luisteraars.
JA!, wij zeggen, wij spelen, wij zenden uit wat u denkt!
Populisme als hoogste cultuuruiting.

En dan kwam er vrede over mij, de vrede van koning Knut waarover John Maxwell Coetzee in zijn 'Dagboek van een slecht jaar' schrijft:

128. Over Engelse uitdrukkingen.
De nieuwe overeenstemmingsregel die opgeld doet, lijkt te zijn dat het getal van het werkwoord niet door het onderwerp wordt bepaald maar door het getal van het zelfstandig naamwoord dat er het dichtst aan voorafgaat. Misschien zijn we op weg naar een grammatica (een zich eigen gemaakte grammatica) waarin het begrip grammaticaal onderwerp niet aanwezig is.
('?)
Als ik naar mijn oudere tijdgenoten kijk, zie ik maar al te velen die verteerd worden door knorrigheid, maar al te velen die hun hulpeloze verbijstering over de gang van zaken het hoofdthema van hun laatste jaren laten worden. Zo zullen wij niet worden, beloven we, wij allemaal: wij zullen de les van de oude koning Knut in acht nemen, we zullen genadiglijk wijken voor het tij van de tijden. Maar heus, het valt niet altijd mee.

Misschien zie ik het fout, misschien merk ik het prachtige manoeuvre niet waarmee geprobeerd wordt om naast ‘Klara’ eindelijk ‘Nira’ op te zetten, een kwaliteitszender voor nieuws en achtergrondinformatie. Een ochtendlijke NieuwsRadio die niet alleen de naam van het Nederlandse Radio 1-programma 'De Ochtenden' heeft overgenomen, maar die ook de rest van die programmering wil volgen: stand.nl; Dingen die gebeuren; kritische indringende en boeiende interviews met gasten over binnen- en buitenlandse thema's.

Je mag als VRT natuurlijk niet té lang wachten om zo'n Nira op te zetten, want anders ben je je luisteraars kwijt aan wie wel veel aandacht besteedt aan nieuws, pers, binnen- en buitenland.
Hier ligt met de vernieuwde Radio 1 een gapend gat in de markt, nog steeds zonder putdeksel!
In De Standaard heeft Marcel Van Nieuwenborgh met zijn column 'Alles welbeschouwd' reeds een paar keer behoedzaam en bezorgd 'De ochtenden van Radio 1' gefileerd:

Epo bij de Radio:
Het jinglepakket dat ze in de studio hebben afgezet, is zo’n beetje het equivalent van flipperkastgeluiden. Ze moeten bij de luisteraar het gevoel van raakheid, trefzekerheid en triomf onderstrepen van alles wat op de zender ten gehore wordt gebracht. De Amerikaanse, met de Pulitzerprijs bekroonde columnist George Will was ad rem toen hij het had over een geà?nfantiliseerde samenleving. Ook bij Radio 1 wordt nu de paplepel als maatbeker gehanteerd. Een schepje voor de contentmanager, een hapje voor de aanbodmanager… Elsschot had die titels niet kunnen bedenken, maar op de VRT bestaan ze echt.

George Will noemt de dubieuze vernieuwingen in de media ‘niet meer dan een verfijndere presentatie van de domheid’. En de ethiek laat zich in deze verkleuterde samenleving volgens de Amerikaanse Newsweek-columnist terugbrengen tot een bejubelen van de eigen keuze. Dat is ook het geval van Radio 1. Binnenkamers blijft men wild enthousiast over de restyling. De voorbereidingen van de vernieuwing hebben langer geduurd dan de vorming van een regering in dit land zou kunnen duren. Ten slotte nam men zijn toevlucht tot wat met een lichtvoetige benaming werd aangeduid als ‘stijlfascisme’. Men zou er de nieuwe verfrissende, snedige stijl desnoods in rammen. Uit voorzorg werd op de zender iedereen boven de vijftig die er bovendien ook nog van verdacht werd te kunnen spellen, naar Klara verbannen. Op Radio 1 zou men voortaan ‘flirten met de actualiteit’, aanraken en uitdagen, proeven en smaken.

Het is gewoon crimineel dat een steengoede nieuwsdienst zoals die van de VRT zich in dat soort formats moet laten dwingen, waarin journalisten nauwelijks ademruimte krijgen om iets uit te leggen, laat staan te nuanceren. Ik geloof niet dat je op zo’n zender nog veel ongemakkelijke waarheden kunt laten horen, laat staan een redenering volledig weergeven.

Men moet niet te beroerd zijn om het roer nog om te gooien. Oudere lezers herinneren zich nog die ochtend in de krantenwinkel toen de kopers van een vertrouwd tv-weekblad zich een hoedje schrokken van de nieuwe, heldere, progressieve restyling die hun blad had ondergaan. Dat magazine heeft, onder protest van zijn klanten, de gedaanteverandering compleet ongedaan gemaakt. Met excuses. Maar misschien zijn de bazen van Radio 1 ondertussen wel Oost-Indisch doof geworden.

Golven bij de Radio:

Lees verder »

Archief

Berlijn, Mijn Duitsland, Good Bye Lenin, Polen en nog zijn we niet verloren…

26 juni 2007

Mazurek D?browskiego is het nationale volkslied van Polen
van de hand van Jà?zef Wybicki uit 1797.

Het gaat mij vooral om die eerste regel.
'?Jeszcze Polska nie zgin??a: Nog is Polen niet verloren!'?
Dat heeft iets van dat andere volkslied:
'?Zij zullen hem niet temmen, de fiere Vlaamse Leeuw,'?'?

Mensen die dit soort volksliederen koesteren, mankeren iets. Zij lijden aan een onduidelijk maar schrijnend, rancuneus en eeuwigdurend gevoel van woede en verongelijktheid wat ze zichzelf hebben aangepraat. Het gaat steevast om een mythisch verleden waarmee ze zich gaarne laten opzwepen tot grootse heldendaden, voor eigen gebruik, in de keuken, bij de haard of voor tv bij voetbalwedstrijden of andere oorlogsspelletjes.
Dit soort volkscultuur is pijnlijk provinciaal, in zichzelf gekeerd en wezenlijk angstig voor wat onweerstaanbaar komen zal.
Dit soort liederen is als roepen in het donker, 's nachts kouder dan buiten, eigen aan mensen die zichzelf zien als een eeuwige underdog, de keffende kuitenbijters die als alternatief ook wel eens de eigen staart beproeven.
Blaffen tegen de maan terwijl de karavaan onverstoorbaar verder trekt.

Lees verder »

Archief

De processierupsen van cd&v-N.VA:’Nederland is een gidsland’.

9 juni 2007

Bekentenissen aan de overwonnenen.

Op het congres te Genk van kartel cd&v-N.VA op 7 juni 2007 verbijsterde N.VA voorzitter Bart De Wever de aanwezigen en Vlaanderen met de bekentenis:

“De processierups doet hetzelfde als ons kartel. Ze rukt op door heel Vlaanderen en er zijn mensen die er jeuk van krijgen”.

De Nederlandse minister-president Jan Peter Balkenende was present om zijn Vlaamse tegenvoeter een steuntje toe te wensen : “Jij bent een politiek leider, die heeft getoond wat het is karakter te hebben. Jij bent iemand zonder opsmuk, recht door zee, die eerlijk politiek wil bedrijven met een geweldig gevoel van dienstbaarheid wat is nodig om je land sterker te maken”.

Yves Leterme tot zijn Nederlandse steunverlener:

Vandaag is Nederland een gidsland, U bent een voorbeeld voor Vlaanderen.”

Intussen mijmerde de Limburgse gouverneur tussen het bronsgroene eikenhout over de tijd dat hij de Nederlandse PvdA-voorzitter Wouter Bos steun vanuit Limburg verleende in de campagne tegen Jan Peter Balkenende.

Archief

Dirk Van Esbroeck – Fernando Pessoa – Pablo Neruda

28 mei 2007

Kom niet tegenover me zitten, niet naast me, kom niet naar me toe;
Kom niet met me lachen of praten.
Ik ben alles moe, ik ben moe
En wil alleen slapen.

Fernando Pessoa. Dirk Van Esbroeck 1946 '? 2007

Cuando yo muera quiero tus manos en mis ojos:
quiero la luz y el trigo de tus manos amadas
pasar una vez más sobre mì su frescura:
sentir la suavidad que cambià? mi destino.

Pablo Neruda

Pablo Neruda, ‘Cien Sonetos de Amor’ , 1959

SONETO LXXXIX

Cuando yo muera quiero tus manos en mis ojos:
quiero la luz y el trigo de tus manos amadas
pasar una vez más sobre mì su frescura:
sentir la suavidad que cambià? mi destino.

Quiero que vivas mientras yo, dormido, te espero,
quiero que tus oìdos sigan oyendo el viento,
que huelas el aroma del mar que amamos juntos
y que sigas pisando la arena que pisamos.

Quiero que lo que amo siga vivo
y a ti te amé y canté sobre todas las cosas,
por eso sigue tú floreciendo, florida,

para que alcances todo lo que mi amor te ordena,
para que se pasee mi sombra por tu pelo,
para que asì conozcan la razà?n de mi canto.

LXXXIX

‘k Wil als ik sterf jouw handen op mijn ogen:
het licht en ‘t graan van jouw geliefde handen,
hun frisheid nog eens langs mij voelen strijken:
de zachtheid voelen die mijn leven wendde.

‘k Wil dat jij leeft terwijl ik, slapend, wacht,
dat je de wind blijft horen in je oren,
de zee blijft ruiken die ons beiden lief is,
het zand dat wij betraden blijft betreden.

‘k Wil dat al wat ik liefheb voort blijft leven,
jou had ik lief, bezong ik boven alles,
blijf jij daarom in bloei, mijn bloeiende,

opdat je wat mijn liefde wil, bereikt,
opdat mijn schaduw door je haren wandelt,
opdat men zo de grond kent van mijn zang.

Vert. Catharina Blaauwendraad, uitg. Prometheus

Archief

Don Quijote de la Mancha, muziek van Jordi Savall, Don Quichot van La Mancha vertaald door Barber van de Pol

2 september 2006

El Greco, El caballero de la mano en el pecho. Museo del Prado, Madrid.

In een beroemd sonnet schrijft de Spaanse dichter Manuel Machado over het personage op dit schilderij van El Greco: “Este desconocido es un cristiano/de serio porte y negra vestidura,/donde brilla no más la empuà?adura/de su admirable estoque toledano…”.

Vermoedelijk gaat het om Juan de Silva, notario mayor de Toledo, die zich liet afbeelden als de typische Hidalgo Espaà?ol, sober, spiritueel en behept met een diep gevoel van ernst. De rechter hand op de borst, de houding van trouw’?
Het was de affiche voor het Festival van Vlaanderen, dit jaar gewijd aan de Laus Polyphoniae (19 tot 27 augustus 2006) rond het thema ‘Conquista y reconquista’.
Het is ook de kaft van de boek-cd uitgave ’ Miguel de Cervantes, Don Quijote de la Mancha, Romances y Músicas ‘ met een knappe compilatie door Manuel Forcano uit de orignele tekst van Cervantes ‘? schitterend gereciteerd in aangrijpend Spaans waaraan Jordi Savall met La Capella Reial de Catalunya en Monserrat Figueras toepasselijke muziek- en zangstukken heeft toegevoegd.
De 2 cd’s vormen een meesterstuk met in het begeleidend boek de vertalingen in het Frans, Engels, Catalaans, Duits, Italiaans en Japans.

Het is geleden van Jacques Brels ’ L’Homme de la Mancha begin 1969 in de Brusselse Munt dat er nog zo’n fascinerende en ontroerende versie te horen was van Cervantes’ meesterwerk. Brel herkende zich in de vernuftige edelman en wist te ontroeren door zijn spel, waarna ook voor hem het doek viel.
Jordi Savall heeft ‘Romances y Músicas’geselecteerd in deze Hespèrion XXI editie bij de teksten uit Cervantes’ meesterwerk die zeer populair waren op het einde van de XVI de eeuw. Ook zij weten luisteraars te ontroeren, zelfs hen die niet weten en alleen maar vermoeden.

Miguel de Cervantes Saavedra had joodse voorouders en was daarom tijdens de strenge Contrareformatie als verarmde edelman vooral op eigen creativiteit aangewezen als vrije ondernemer. Hij trok met zijn vader, die chirurgijn was, Spanje door. Hij vertrok nadien naar Italië naar verluidt omwille van een slecht afgelopen duel. Hij hoopte daar fortuin te maken maar verloor zijn linker arm in de Zeeslag bij Lepanto in 1571 tussen de Ottomanen en de Venetiaanse en Pauselijke vloot. In het huidige Griekse Nafpakos staat een standbeeld ter ere van Cervantes, el Manco de Lepanto, met de lamme hand, goed verborgen in een nis achter de kantelen van de oude havenomwalling.

Cervantes vocht nadien nog als soldaat in de Spaanse Nederlanden en werd tijdens zijn terugtocht gevangen genomen door Albanese piraten die hem in Algerije opsloten met duizenden andere christenen waarvoor fors losgeld werd gevraagd. Hij werd pas na vijf jaar opsluiting vrijgekocht. Nadien probeerde hij thuis van zijn pen te leven, met wisselend succes. In 1597 begon hij aan ‘El Ingenioso Hidalgo Don Quijote de la Mancha’ toen hij gevangen zat in Sevilla wegens schulden. Cervantes kon zijn interesse in menselijk gedrag niet combineren met voldoende aandacht voor de eigen boekhouding.
Het eerste deel verscheen in 1605. Deel twee volgde in 1615, maar nog hield hij onvoldoende leefgeld over, ondanks het enorme succes in Spanje en heel Europa wegens toen nog bijzonder weinig ontzag voor copyright .
Miguel de Cervantes stierf berooid, maar zijn werk was het begin van de psychologische roman, het eerste boek in de moderne wereldliteratuur dat het veinzen van mensen, het doen alsof, het liegen en bedriegen, de kracht van illusie en de daaraan gekoppelde emotie in de menselijke geest als centrale thema ontwikkelde.
Een waardige opvolger van Homeros’Odysseia.
In de Romances y Músicas die Savall heeft uitgekozen als muzikale en vocale dragers van zijn Don Quijote ‘? vaak liederen uit het volkse leven, of erop geà?nspireerd – merk je naar tekst en inhoud parallelle thema’s.
Al presenteerden de Heren zich sober in het zwart, stijf van de ernst, vervuld van het spirituele en de waardigheid in de houding van trouw, de volkse dienaren en onderdanen waren zich zeer bewust van het leven achter de schermen, de schurkenstreken achter de waardigheid, de invloed van de spiritualiën en de trouw aan het vluchtige geld en de wisselende macht door diezelfde ridderlijke Heren.
Cervantes durfde het aan om die volkse wijsheid tot literatuur te maken. Hij stak de draak met de ridderverhaaltjes over een tijd en een cultuur die nooit bestaan had, behalve in het hoofd van de propagandisten van de machthebbers van alle tijden. De eerste integrale Nederlandse vertaling als ‘Den verstandigen vroomen ridder, Don Quichot de la Mancha’ door Lambert van den Bos verscheen in 1657.
De recentste Nederlandse vertaling van ‘De vernuftige edelman Don Quichot van La Mancha’ door Barber van de Pol bij Athenaeum – Polak & Van Gennep is heerlijk geschreven en een meesterlijk handboek bij de Romances y Músicas van Jordi Savall.

Archief

37ste Poetry International Rotterdam – Le Poseur de la Parole

21 juni 2006

http://www.flickr.com/photos/59276281@N00/257289748/

37ste Poetry International Rotterdam

http://www.poetry.nl/

Was het niet ooit passend en recht
Jongeren telkenmale de mond te snoeren
Met 'spreken is zilver en zwijgen is goud'?
En nu beloofde de affiche van het 37ste
Poetry International 2006 een open mond
Goud op de tong en aan de tand,
En twijfel over de aard van de lippen.
Terecht want zonder taal kunnen wij niet spreken
Alleen maar voelen en lezen in de ogen van de ander.
En naar die ogen had je het raden, op de affiche
Die wellust wilde wekken bij de toeschouwer.

Wellustig verlangen naar het woord van de ander
Die soms van heel ver was gekomen, voor zichzelf en
Voor al die anderen aan de Dam langs de Rotte
Een stad van zoveel talen, van woorden en gebaren,
Waarom dan nog het zwijgen vergulden
En het spreken verzilveren? Beklijft
De behoedzame klank van gouden tongen niet
Mooier dan het rinkelend zwijgen van zilverlingen.

Karine Martel was frêle en krachtig in haar tweespraak met Arjen Duinker die haar met zwier tot een tweepersoonsgedicht wist te verleiden en te vertalen: 'En dat? Ondeindig' bij Querido uitgegeven.
Han Dong had als kind met zijn ouders moeten 'leren van het veld' zoals de Grote Proletarische Culturele Revolutie hen had opgedragen. Hij gaf zijn baan als filosofie docent op en schrijft sindsdien onderkoelde poëzie met onverwachte wendingen die de lezer uit evenwicht halen, zoals heel zijn land uit evenwicht wordt gehaald. Ingehouden pijn met soms harde humor gedragen.
De opvoering van twee delen van Tang Zhimins 'Ik ben schoon water uit de bergen, ik heb geen vorm' was een indringende ervaring. De Tilburgse muzikant Tom America componeerde met stemcollages, muziek en beeld het levensverhaal van de Chinese vluchtelinge Tang Zhimin die zelf hongerstaker was op Tian-An-Men. Centraal staan haar stem en herinneringen aan China, van haar barre reis naar Peking tot haar schrijnende ervaringen tijdens de opstand.  America vertolkt haar verhaal door op zoek te gaan naar klank en melodie in het gesproken woord. Op die muziek bespeelt Tang Zhimin met haar stem de klankvormen van Chinese woorden en hun verschillende betekenis.

En dan was er de film 'Le Maà?tre de la Parole' van Laurence Gavron en Hamidou Dix , die werd aangekondigd door Samba Ngoya Thiam, een aankomende griot van aan de Rotte.
De film geeft een onthullend beeld van de Hadj Ndjaga Mbaay die in Senegal de status had van een vedette. De zanger toonde zijn omgeving thuis en op verplaatsing in Dakar waar hij er een derde vrouw op nahield en vermits hij die naar eigen aanvoelen en inzicht allemaal gaf wat hen toekwam, had hij geen gezeur aan zijn kop en kon hij overal terecht voor zijn mannelijke behoeften. Zijn vrouwen zetten hun paasbeste glimlach op, blij dat ze bij tijd en wijle van de Hadj en zijn behoeften verlost waren. De meester en zijn hofhouding showden de hele film lang hun complete kleurrijke garderobe. De griot zelf leek eerder 'le farceur de la parole' of beter nog 'le poseur de la parole'. Hij deed volmondig uit de doeken dat er tegenwoordig zoveel jongeren griot willen worden, want dat verdient immers veel beter dan schrijnwerker of metselaar. Griots heb je in soorten: de zangers van de burgerlijke stand die de stamboom onderhouden en dus de naam van de eigen clan flink in de verf moeten zetten en anderzijds de hofzangers van de edelen, de horon. Een soort spindoctors die reclame maken voor de betalende edellieden en overal gaan verkondigen hoe goed, groot en sterk hun heer wel niet is.
Ndjaga Mbaay was dat stadium ontstegen, hij zong over het leven en de grote thema's van de samenleving. Bijaldien leek hij als twee druppels op de clerus van de Roomse Kerk die door de Congregatie voor de Clerus ook omschreven worden als 'le prêtre, maà?tre de la parole, ministre des sacrements et guide de la communauté en vue du troisième millénaire Chrétien'.
Ndjaga Mbaay bleek in de film een geroutineerde zedenpreker, een vredespreker voor een eenheid, een gedrag en een samenleving die er niet is. Hij preekt de taal van de heren, de praatjes van de machthebbers en een eenheidsideologie die in de schoot van de rivaliserende islamitische fracties in Senegal en zeker binnen de ‘Organisation de l’Unité Africaine’ ver zoek is. Hij wist zelfs te vertellen dat de Arabieren en de Zwarten in Afrika aan een nieuwe grote eenheid werken. In die zin is hij niet vergelijkbaar met de troubadours of met de Europese '? maar ook Afrikaanse – tradities van volkszangers die kritische liederen zingen over de machthebbers en hun gedrag. Zij zijn de narren van de koning, zij geven een stem aan ontevreden onderdanen.
Ndjage Mbaay is een fel tegenstander van hen die zingen over negatieve dingen en die altijd kritiek hebben op problemen in de samenleving. Hij is de waterdrager van de macht, his masters voice, het wandelende reclamebord van de wereldse en religieuze machten in zijn land: de moslim moet geduld oefenen en zijn lot te aanvaarden, de sociale vrede heeft voor hem de toekomst en met gretige gulheid krijgt eenieder de les gespeld.
Hij heeft ongetwijfeld een hele generatie jonge zangers geà?nspireerd die liever griot dan smid werden. Zij hangen hun karretje aan hem en hij geniet van het aanzien bij hen. Youssou N'dour zingt hem in een duetje op een groot concert publiek eindeloos veel lof toe en met Didier Awadi, een rapper van Positive Black Soul doet hij een ééntweetje.
Een mooie omschrijving kwam van een van zijn bandleden: '?Ndjage Mbaay is een jazzman die ter plekke improviseert'?. Dat kan muzikaal zo zijn, maar naar de woorden klopt dit voor geen meter, althans in de film.
Een 'echte meester van het woord' kent de kracht van het veinzen, weet het verhaal te vertellen in al zijn verzinsels en leugens, en kan daarmee de toeschouwers en luisteraars een spiegel voorhouden.
In de spiegel die Ndjaga Mbaay voorhield, liet hij zijn publiek geen ruimte voor het veinzen.
Hier stond de veinzer achter de spiegel en aan de microfoon: 'Le poseur de la parole'.
Bitter in de mond, houdt het hart gezond.
De pose van de griot heeft het goud niet in de mond, maar in zijn zakken.

Archief

Zwerversliefde

8 mei 2006

Laten wij zacht zijn voor elkander, kind -
want, o de maatlooze verlatenheden,
die over onze moegezworven leden
onder de sterren waaie’ in de oude wind.

O, laten wij maar zacht zijn, en maar niet
het trotsche hooge woord van liefde spreken,
want hoeveel harten moesten daarom breken
onder den wind in hulpeloos verdriet.

Wij zijn maar als de blaren in den wind
ritselend langs de zoom van oude wouden,
en alles is onzeker, en hoe zouden
wij weten wat alleen de wind weet, kind –

En laten wij omdat wij eenzaam zijn
nu onze hoofden bij elkander neigen,
en wijl wij same’ in ‘t oude waaien zwijgen
binnen een laatste droom gemeenzaam zijn.

Veel liefde ging verloren in den wind,
en wat de wind wil zullen wij nooit weten;
en daarom – voor we elkander weer vergeten -
laten wij zacht zijn voor elkander, kind.

A. Roland Holst

gehoord op het schoolfeest Kon.Atheneum Turnhout