knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

Archief

Open Doek Turnhout: Zhang Yimou, The Curse of the Golden Flower

27 april 2007

Open Doek Turnhout: Zhang Yimou, The Curse of the Golden Flower – Man cheng jin dai huang jin jia – met Gong Li en Chow Yun-Fat.

'De vloek van de gouden bloem' is de duurste Chinese film aller tijden, van de hand van Zhang Yimou die in twintig jaar een schitterende palmares als regisseur bijeendraaide: Van Red Sorghum (1987) over Raise the Red Lantern (1991) en Hero (2002) tot het fenomenale House of Flying Daggers (2004).

House of Flying Daggers is tot op heden zijn onvergetelijk meesterwerk.
Niet omwille van de fantastische beelden, niet omwille van de schitterende kleuren, het ballet van het leven, de strijd en de dood, niet omwille van de indringende muziek maar vooral om de ongelooflijke politieke betekenis van deze gestileerde film over passie en opstand.
Zhang Yimou in een interview met Steven De Foer in De Standaard van 24/11 2005:
,, Ik wilde nog zo'n wuxia (martiale) film, maar dan anders: voor mij is' House of the flying daggers' in de eerste plaats een tragisch liefdesverhaal. Een Chinees spreekwoord zegt dat liefde, haat, passie en wraak de meest vluchtige emoties zijn. Daarover gaat deze film, veel meer dan over een reeks gevechten.'?

Deze discussie behandelt de vraag hoe het oude door het nieuwe vervangen wordt.
In het westerse denken is daarbij de passie, de emotie essentieel. Volgens de westerse cultuurvisie is het verschil tussen mensen en goden dat deze laatste geen emoties, geen passies kunnen beleven en dat alleen passies, intense emoties veranderingen, metamorfoses kunnen brengen.
Ovidius heeft er een schitterende reeks verzen over geschreven die bij Octavianus in het verkeerde keelgat schoten want zijn oude vriend had zichzelf pas tot goddelijke Augustus benoemd. De publicatie van deze godslasterlijke Metamorfosen kostte Ovidius zijn maatschappelijke kop en hij werd in ballingschap gestuurd naar Tomi aan de Zwarte Zee.

Zhang Yimou is in zijn meesterwerk '?House of Flying Dagger'? veel dubbelzinniger dan het interview met De Standaard laat vermoeden. Dat de Chinese cultuur zo makkelijk het marxisme als staatsgodsdienst aan wist te nemen houdt zeker verband met de marxistische stelling dat het denken bepaald wordt door het maatschappelijk zijn, de plaats in het productieproces. Het staatsbelang, het collectieve belang heerst over de individuen die enkel kunnen bestaan binnen hun sociale- familiale situatie.
In de westerse cultuur zijn die emoties echter essentieel in het onderscheid tussen mensen en goden én als drive van het menselijk handelen.
Krasser nog is de politieke dubbelzinnigheid van Zhangs schitterende film:
'?In het verleden hebben uw films u in aanvaring gebracht met het Chinese regime, maar de jongste jaren ligt u in de bovenste lade. Hoe vrij voelt u zich nu als cineast? – Dat valt mee. Uiteraard heb ik geen totale artistieke vrijheid. Je moet je voortdurend realiseren dat je woont en werkt in een land met een traditie van censuur. Ik heb gemerkt dat bruuskeren niet veel zin heeft, dus doe ik ook wat aan zelfcensuur. Maar het gaat de goede weg op, het regime is losser dan vroeger.'?

Lees verder »

Archief

Stories of Europe, The Attendants' Gallery donderdag 3 mei 2007 De Warande Turnhout

23 april 2007

Stories of Europe, The Attendants' Gallery donderdag 3 mei 2007 De Warande Turnhout:
Causerie om 19 uur – voorstelling 20 uur.

Een continent in verhalen gegoten, en een geschiedenis menselijk gemaakt – is een creatieproject van LOD-componist Dick van der Harst en regisseur Koen De Sutter (bekend van Tambour Battants en Le Facteur Cheval) met tekstfragmenten van Pieter De Buysser. Koen De Sutter is voor het seizoen 2006-2007 te gast bij LOD.

'?Een mens stelt zich ten doel de wereld in kaart te brengen.
In de loop van de jaren bevolkt hij een ruimte met beelden van provincies, van koninkrijken, van bergen, van baaien, van schepen, van eilanden, van vissen, van kamers, van werktuigen, van sterren, van paarden en van personen.
Kort voor hij sterft, ontdekt hij dat zich in dat geduldige lijnenlabyrint het beeld van zijn eigen gelaat aftekent. '?
(Jorge Luis Borges geciteerd in Geert Mak '?In Europa'?).

Zonovergoten woestijnen krijten onweerlegbare lijnen die verglijden in een fata morgana van het unieke Grote Gelijk. Nevelen en schaduwen in de schemering van het woud zijn de basis van twijfel en onzekerheid, onze grootste kans op een minimum aan menselijkheid.
Kwamen de goden niet naar Europa om er te sterven?
Van de Griek Diogenes, over de moslim Averroës, langs de Antwerpse Amsterdammer Frans van den Enden en de Nederlands-Portugeze Jood Spinoza, tot en met de Fransman Voltaire of de Duitser Nietzsche, telkens weer kreeg het 'Verlichtingsdenken' in Europa zijn beslag.
Europa weet, uit haar eigen bloedige verleden, dat het geloof in één heilige zaak géén eenheid brengt.
Om een beetje dichter bij de menselijkheid te komen, moeten we afstand doen van de goden in de openbare ruimte. Opdat mensen elkaar niet zouden afslachten moeten zij van elkaar kunnen accepteren dat er niet één waarheid is, maar dat er meerdere 'waarheden', meerdere leugens en misleidingen kunnen bestaan en moeten bestaan, eenieder de hare of de zijne.

Niet voor niets is de roman als literaire vorm ontstaan als een Europees cultuurverschijnsel. In 1597 begon Miguel de Cervantes Saavedra aan 'El Ingenioso Hidalgo Don Quijote de la Mancha' toen hij gevangen zat in Sevilla wegens schulden. Hij kon zijn interesse in menselijk gedrag niet combineren met voldoende aandacht voor de eigen boekhouding. Cervantes stierf berooid, maar zijn werk was het begin van de psychologische roman, het eerste boek in de moderne wereldliteratuur dat het veinzen van mensen, het doen alsof, het liegen en bedriegen, de kracht van illusie en de daaraan gekoppelde emotie in de menselijke geest als centrale thema ontwikkelde. Een waardige opvolger van Homeros'Odysseia.
In zijn prachtige roman ' Sneeuw' formuleerde de Turkse Nobelprijswinnaar Literatuur 2006, Orhan Pamuk, dit als volgt:

'Je houdt jezelf voor de gek! Zelfs als je in God zou geloven, dan zou het zinloos zijn omdat als eenling te doen. Het gaat er juist om dat je gelooft zoals de armen geloven en dat je een van hen bent. Alleen als je eet wat zij eten, als je met hen samenleeft, als je lacht om de dingen waar zij om lachen en je kwaad maakt over de dingen waar zij zich kwaad om maken, kun je in hun God geloven. Je kunt niet in dezelfde God geloven terwijl je een totaal ander leven leidt. God is rechtvaardig genoeg om te weten dat het niet gaat om ratio en geloof, maar om het hele leven.'

Archief

Open Doek Turnhout: Un dimanche á Kigali – La couleur du sacrifice

22 april 2007

UN DIMANCHE A KIGALI

Robert Favreau heeft de bestseller van Gil Courtemanche verfilmd waarin deze een verhaal van menselijke verhoudingen situeert in een prachtig groen landschap van duizend heuvels, een schitterend hotel, mooie mensen en dieren, tijdens de Rwandese genocide in april 1994. In het Nederlands is dit boek verschenen als 'Een zondag aan het zwembad in Kigali'. Vertaald door Manik Sarkar, De Bezige Bij, Amsterdam.

Lees verder »

Archief

Turnhout Open Doek 15 de Filmfestival, I for India – Barakat – 4 Elements

21 april 2007

Turnhout Open Doek 15 de Filmfestival, 20 '? 29 april 2007

Open Doek presenteert dit jaar voor de 15de keer 10 dagen lang een forse keuze uit de internationale filmproductie die niet de hapklare commerciële circuits zal halen.
De organisatoren onder leiding van Marc Boonen zetten zowat ieder jaar een topselectie neer waarvan je alleen maar kan hopen, zoiets in je buurt te mogen meemaken.
In Turnhout.2012, de tentatieve Cultuurhoofdstad van Vlaanderen kan zoiets wel.
The Curse of the Golden Flower van Zhang Yimou, Babel van Alejandro Gonzáles Ià?árritu, The Yacoubian Building van Marwan Hamed zullen ongetwijfeld meer dan een trip naar Utopolis waard zijn. http://www.janvanduppen.be/?p=266

Maar ik zal me moeten beperken tot een selectie uit het eerste weekend.

Lees verder »

Archief

Abandoned Places ‘? Henk van Rensbergen – Urban Exploration ‘? MIAT Gent

20 april 2007

Ons rest de schoonheid van de scherven, de onvolmaakte spiegeling

Abandoned Places '? Henk van Rensbergen – Urban Exploration '? MIAT Gent

Oud Sabena piloot Henk van Rensbergen heeft een indringend hobby: fotograferen van verlatenheid, van verloren werk, verdwenen leven, de patina van de tijd nadat alle arbeid is vergaan en enkel stof rest, en roest en weerloos verval.
Zijn foto's behoren tot het fenomeen van de urban exploration. Al heeft het niet de wetenschappelijke pretenties van industriële of stedelijke archeologie, toch scheert dit nog langs het fenomeen van de oudheidkundige exploratie.
Zoals archeologen sites bestuderen en in hun denken verbanden leggen en verklaringen zoeken, zo maakt Henk van Rensbergen foto's van verloederde sites.
Lang na hem '? als de laatst resterende schoonheid is verdwenen – zullen misschien ooit nog de archeologen komen.

Het Museum voor Industriële Archeologie en Textiel '? MIAT - te Gent is een ideale locatie voor een selectie van zijn werk: 'Abandoned Places'. De voormalige fabriekssite heeft nog een flink rommeltje oude machines in petto. En daaromheen staan de beelden van verlaten industriële sites.
Net zoals de Gentse machineresten niet echt meer zijn en niet of nauwelijks nog functioneren, zo ook zijn foto's. Wie ooit in zo'n industriële omgeving zijn kost verdiend heeft in het zweet zijns of haars aanschijn weet dat het om de details gaat.
Het waren de kleine pietluttigheden die het zwoegen al dan niet draaglijk maakten. Een drukhamer, een rakkenjak, een aandrijfmotor diende altijd op zijn wenken bediend te worden. De ene had een scheve vleugelmoer waar je rekening mee moest houden, de anderen een slechte koppeling, of vroeg om de haverklap een draai met de sleutel op de oliedop. Een schop diende bijgeschaafd naar je eigen hand, geen pikhouweel voelde als de jouwe. In de oorverdovende symfonie van jouw transportbanden herkende je een haperende rol uit de duizend. Je was als mens een actief onderdeel van een immense machinerie: als mijnwerker 800 meter onder de grond een onooglijke radertje in een enorme procedure om steenkool uit de diepe lagen te halen. Als bandwerker een schroef in het productieproces van asbestleien. Als munitiearbeider een wankelend onderdeel dat met een koperen mesje springstof uit de schroefdraad van obussen diende te peuteren và?à?r de slagpin werd vastgeschroefd.
En toch had iedere plaats zijn eigenheid, zijn details die overal elders anders waren. Die details werden gekoesterd door de arbeiders ter plekke. Dat was een onderdeel waarmee ze hun identiteit probeerden op te bouwen, daar op die plaats op dat moment.

Henk van Rensbergen heeft oog voor die details ook al weet hij zelden of nooit waar het om ging. Hij kan het ook niet weten, niemand kan dit nog weten, zelfs niet de oude arbeiders die het apparaat ooit bedienden. Er resten alleen nog ‘gestaltbilder’ van wat ooit functioneerde in een enorm en ingewikkeld proces waar alle handelingen een minuscuul onderdeel waren van het immense geheel.

In 'Abandoned Places' zijn al die sites verlaten, hier en daar is er nog een verlegen schim van iemand die als laatste het raam mag sluiten of het licht moet doven en dat uit balorigheid nalaten zal. Een hele leven gebouwd op de illusie van continuà?teit op de werkplek, verzwindt door een pennentrek van het risicokapitaal. Soms hangt er nog een vlag aan flarden, of een spandoek met vergane eisen als relieken van de onmacht.
In zijn foto's voel je een timide vorm van respect voor de verhalen die zich op die plaatsen ooit afspeelden en die de toeschouwer nu zelf kan verzinnen, zonder scrupules.
Zeker als je nog laatste resten herkent van eigenlijke en oneigenlijke menselijke aanwezigheid: vergeten koffiepullen, achtergelaten werk- en handschoenen, gedateerde pinups, stikkers van verdwenen voetbalploegen, feestrestanten in een oude machinehal, seks op snijtafels, kampvuur op werkbanken.
Waarom zijn deze verlaten plaatsen zo interessant?
Ze herinneren ons aan onze eigen toekomst: wanneer we ernaar kijken of erin rondlopen, worden we telkens weer geconfronteerd met wat zich achter onze rug zal afspelen.
Zij zijn de oude Venetiaanse spiegel waarin we onze eigen toekomst mat weerkaatst zien.

Er weegt een oneindig treurige stilte in 'Abandoned Places', de melancholie ervan draag je moeizaam mee, als je het herkent uit je eigen leven in reeds lang gesloten fabrieken en steenkoolmijnen. Onder het stof herken je de illusies van je vroeger leven, de lasten en de pijnen, de wanhoop en de wil om te overleven, het verlangen naar continuà?teit en rust midden het geraas van het inferno om je heen. Toen had je een boodschap en een ideaal, nu weet je hoe schrijnend de leugen en hoe gruwelijk het zelfbedrog nazinderen.
Maar nooit vergeet ik de raad van een oude mijnwerker die nog in de Luikse staal had gewerkt: 'Janneke, als je ergens gaat zitten, zorg dan dat je een hout bij je hebt. Op steen of staal vreet de kou. Dan kruipt het ijzer in je rug en in je gemacht!'
Hij stierf vele jaren later aan prostaatkanker, maar tot dan was zijn rug en zijn 'gemacht' ongebroken geweest.

MIAT , Minnemeers 9, 9000 Gent – http://www.miat.gent.be/

'Abandoned Places' van Henk van Rensbergen, nog tot 20 mei 2007.
http://www.abandoned-places.com/

Addendum 25 juni 2011

De schoonheid van de scherven, die onvolmaakte spiegeling.

http://www.marchandmeffre.com/

http://www.marchandmeffre.com/theaters/index.html
http://www.marchandmeffre.com/detroit/index.html

Ruins are the visible symbols and landmarks of our societies
and their changes, small pieces of history in suspension.

The state of ruin is essentially a temporary situation that happens at
some point, the volatile result of change of era and the fall of empires.
This fragility, the time elapsed but even so running fast, lead us to watch them one very last time :
being dismayed, or admire, making us wondering about the permanence of things.

Photography appeared to us as a modest way
to keep a little bit of this ephemeral state.

Archief

Jacob Holdt – United States 1970 – 1975, Folkwang Essen.

17 april 2007

Jacob Holdt – United States 1970 – 1975. Museum Folkwang Fotografische Sammlung, GoetheStrasse 41, 45128 Essen.

De Essense Folkwang Musea worden tegen 2010 '? RUHR.2010 Kulturhauptstadt Europas '? grondig verbouwd.
Het ontwerp voor het nieuwe museum van David Chipperfield Architects draagt de uitspraak van Ludwig Mies van der Rohe als leitmotiv.

Ludwig Mies van der Rohe has long been fascinated by the idea of building museums. In 1943, he outlined his concept for “a museum for a small city” in Architectural Forum. “The first problem,” he said, “is to establish the museum as a center for the enjoyment, not the interment, of art.” To do this, he proposed to erase “the barrier between the work of art and the community” with a garden approach for the display of sculpture, plus a single, glass-curtained gallery built on a steel frame with freestanding interior walls. “The architectural space thus achieved,” he concluded, “becomes defining rather than confining.”
Die Jury des von der Stadt Essen ausgelobten internationalen Architek­tenwettbewerbes hat in ihrer Sitzung vom 13. Mà?rz 2007 David Chipperfield Architects, Berlin/London zum Sieger erklà?rt. Herr Prof. Beitz nahm die Empfehlung der Jury für die Krupp-Stiftung an und bestimmte, dass der Neubau des Museum Folkwang von David Chipperfield Architects umgesetzt wird. http://www.museum-folkwang.de/index.php?id=5654

‘Folkwang’ is een omschrijving uit de Eddasagen en betekent daar 'Volkshalle' of het Paleis van de godin Freya. Het Volkshuis als het ware!

Als afscheid van de oude '? jaren '60 – gebouwen van het Folkwang Museum lopen er nog enkele tentoonstellingen zoals 'De kus' en 'Het paar' in al zijn facetten van August Rodin '? tot 22 /04. De collectie zelf huist tot 2009 in de Krüpp Villa Hügel.

Ook een selectie uit de bekende ‘American Pictures’ van de Deense domineeszoon Jacob Holdt is er nog te zien tot 3 juni.

Jacob Holdt – Honger in Amerika 1975 – Bethel – North Carolina

De alternatieve en kritische Holdt trok in de jaren '70 liftend vanuit Canada doorheen de USA. Hij maakte met een klein fototoestelletje van zijn vader intieme beelden van het leven achter de glamour en glitter van het 'land of the free'. Omdat hij zich gedroeg als een van hen kon hij als een van hen ook foto's maken die in grote reeksen werden gepubliceerd. De à?merican Pictures’ hadden een grote politieke impact in de VS.
Holdts foto's zijn kiekjes van het ware leven, in armoede, ziekte, achterdocht, haat, angst, racisme, ellende, pijn, sex, drugverslaving en een krampachtig geloof in een mooier hiernamaals.

Jacob Holdt: Vrouw met pistool Alabama

Dik dertig jaar later ogen de fotoreeksen van Holdt nog steeds beklemmend.
Dertig jaar later is het racisme en het onderlinge wantrouwen tussen arm en rijk, wit en donker, blank en gekleurd, alleen maar omvangrijker geworden.
De segregatie in het land van hoop en glorie is scherper dan ooit: ,,Ik bezoek en fotografeer nog steeds de families met zwarten en blanken die ik ken in de Verenigde Staten. De fotoreeks breidt zich uit. Het gaat niet goed. Het racisme tiert er weliger dan ooit. Zwarten worden nog steeds opgesloten in de gevangenissen en de armoede heerst er volop, maar minder zichtbaar. De mensen hebben nu witte muren in hun huis en niet meer van dat afgebladerde behangpapier, maar de ellende is schrijnend.’’

Holdt lift intussen de wereld rond met zijn fototoestel – ‘Zekerheid betekent zonder geld op zak onderweg zijn’. Dezelfde intense beelden met briefcommentaren sieren zijn weblog. Naast ancestraal geleuter en ander gezwijmel dat zijn kerngezin blijkbaar moet helpen de illusies van een groot en sterk verleden te koesteren als houvast voor een onzekere toekomst.

Archief

Picasso '? Malen gegen die Zeit '? K20 Düsseldorf tot 10.06.2007

16 april 2007

Picasso '? Malen gegen die Zeit '? K20 Düsseldorf tot 10.06.2007

http://www.picasso-k20.de/

De tentoonstelling in de 'Kunstsammlung Nordrhein-Westfalen K20' in Düsseldorf toont een selectie van de oude meester (1881 '? 1973) die op het einde van zijn leven erin slaagde zijn denken en doen te concentreren in een schilderarbeid tegen de tijd: '? Ik heb de indruk dat de tijd steeds sneller aan mij voorbijtrekt. Ik ben als een stroom, die zich verder wentelt en bomen met zich meevoert, die te dicht bij zijn oever groeien, of dode kalveren, die men erin gegooid heeft, of alle mogelijke microben die erin gedijen.'?

De latere werken van Picasso werden door de kunstpausen van die tijd vaak afgedaan als kliederwerk van een oude onmachtige. 'Malen gegen die Zeit' onthult echter meer over oud worden dan hen ongetwijfeld ooit lief is geweest.
Het laatste werk van de eens zo machtige meester lijkt op de onmacht van de verslaafde die niet meer kan roken of drinken en zich tevreden stelt met het snuiven van geur, het sabbelen op een surrogaatsigaret. Het is de seksverslaafde die nog wel de baltsbeweging, het automatisme van zijn gedrag koestert en aftast, maar waarbij de noodzakelijke mechanismen onmachtig geworden zijn. Hij moet zich beperken tot kijken en het herhalen van zijn aangeboren bewegingen in een steeds opnieuw gespeelde neurotische omarming: in verf op doek, in grafiek, in tekeningen.

Hij ziet zich oprecht als een oude sater, vanuit het verborgene. Hij biedt de toeschouwer soelaas door zichzelf te kijk te zetten, met een gevallen geslacht, een masker van vergane vreugde.

Liggend naakt en man met masker.

Niet groot van gestalte, waren de ultieme ogen waarvoor hij op briljante manier de moderne schepper van beelden speelde, altijd die van zijn moeder die hem ooit had toevertrouwd:
'? Als soldaat word jij generaal, als monnik word jij paus, als schilder word jij Picasso '?.

Hij werd de Napoleon van de moderne beeldende kunsten: geniaal, visionair, leidend, alles verslindend en religieus verblindend met steeds een oog op de goeie gang van de zakelijke aspecten des levens.

Staline
De Sabijnse maagdenroof tijdens de Cuba crisis

Picasso gebruikte zijn vrouwen tot ze op waren en herbronning zich aandiende. En toch was het zijn moeder die over zijn schouder zou blijven meekijken, tot hij zelf vanuit de coulissen begon te gluren naar wat zijn leven eens was geweest: een allesoverheersende zoektocht naar de zin van het finale uitroepteken. Zijn vrouwen presenteren zich vooral in een majestueuze gynaecologische houding, voluptueus met vulva en anus: zìjn luidruchtig uitroepteken als antwoord op angstige vragen vol schroom en schaamte naar de oorsprong van de wereld.

Picasso kon ermee koketteren: '?Zoeken betekent niets in schilderkunst. Wat telt is vinden. Ik zoek niet, ik vind!'?
Zelfs wanneer zijn hele tauromachie enkel nog herinnering was, kon hij een vastberaden zekerheid voorwenden en zijn angsten verdrijven in de stroom van zijn alles verslindende werk.
Zelfs wanneer hij zich ostentatief bekeerde tot het lidmaatschap van de Franse Communistische Partij en zich de acclamaties liet welgevallen van het opgevorderde proletariaat om hem heen, zocht hij dat niet. Hij vond hen!
Zijn fenomenale ' Guernica ' mocht pas in Spanje worden tentoongesteld wanneer Franco dood was en de democratie in zijn oude moederland hersteld.

Guernica

Nochtans had Picasso reeds in 1932 accuraat omschreven waar het hem om ging: '? Niets kan gedaan worden zonder de eenzaamheid. Ik heb mijzelf een eenzaamheid geschapen die niemand vermoedt!'?

Dit laatste zelfportret hing naar verluidt tegen de schouw van zijn zitkamer, zodat hij zichzelf eindelijk in de stervende ogen kon zien.

Pas dan leek hij vrede te hebben gevonden en kon zijn religieus verblindend talent waardig naar zijn laatste rustplaats. 30.000 werken had hij opgeleverd.

Naast zijn fenomenale cultus van het uitroepteken '? al evenzeer religieus en zakelijk verbindend '? wist hij na intense periodes van proberen en vinden gedurende vele tientallen jaren de kern te vatten van de menselijke blik: de oervormen waarin ieder van ons zich kan herkennen, kan oppompen, kan verliezen, kan verdrinken zodat de laatste hand en voet boven het watervlak een groet is aan wie na ons komen.

De laatste omarming

“Picasso’s variaties op Rembrandt gaan allemaal over de wellustige blik; in zijn versie van Rembrandts ‘Jupiter en Antiope’ deelt hij zichzelf de rol toe van de gehoornde ‘Faun die een slapende vrouw ontsluiert, met één hand die het laken optilt en de andere die reikt naar een weelderige borst. Rembrandts origineel is eigenlijk een vrijmoediger en buitenissiger oefening in erotische verkenning, de god in faungedaante die zich met een uitdrukking van verontrustende welwillendheid over de vredig onthulde naaktheid van de vrouw buigt.. ” Simon Schama, De geest van Rembrandt, Vrij nederland 5 mei 2007, p. 84.
“De wereld waarin Picasso rondzwierf was Dionysisch, onveilig gemaakt door saters en minotaurussen – het onheilspellende bestiarium dat het modernistische idealisme nooit heeft weten te verdrijven. Picasso erkende in Rembrandt een voorloper van zijn eigen gevaarlijke visuele intelligentie, die zich vrij kon bewegen tussen het esthetische gemak van het naakt en de rommeliger, sexier werkelijkheid van het naaktmodel: geëtste afbeeldingen van halfgeklede vrouwen die zich warmden bij het fornuis. Niets van die ontklede waarheid zou zich nog voordoen tot Manet en Degas.
Volgens Picasso en Matisse bestond er een zogeheten ‘keten’ die hun begrip van het modernisme verbond met bepaalde oudere meesters – Velázquez en Goya, maar ook Rembrandt – die begonnen waren met de taak om de kunst lastige vragen over haar eigen conventies te laten stellen: in dit geval de behaaglijke schoonheid van het naakt.” p. 87.

Archief

MO* – Mondiaal Magazine – Een beetje twijfel.

8 april 2007

MO* – Mondiaal Magazine – Een beetje twijfel.

www.mo.be

MO* Mondiaal Magazine is met een archief van ruim 10 jaar een vaste journalistieke waarde geworden, met veel te weinig weerklank in Vlaanderen, ondanks de vaak boeiende thema's.
MO* is absoluut de moeite, al was het maar om de soms controversiële standpunten van de oude generatie rechtgelovigen in het lijden van de medemens dat de ander tot goedheid moet drijven of tenminste tot solidariteit hoopt te bewegen.
Het eigen discussieforum lijdt echter aan de leegte van een ijdel vat vol tegenstrijdigheden.
Vaak klinken de oude waarden als laatste anker in een wereld die zich lijkt te verhullen.
'Wie goed doet, goed ontmoet' '? was het devies dat velen voor zich uitdroegen wanneer ze enkele jaren van hun leven besteedden aan missioneren, in de grote traditie van 'Vlaanderen zendt zijn zonen (en dochters) uit'. Maar dit bleek dikwijls een gazen sluier of een burka raster waaronder West-Europese ontwikkelingshelpers in de toenmalige derde wereld om zichzelf draaiden en keerden.
Ontwikkelingshulp werd in de loop der tijden steeds meer gesofisticeerd: van Gods woord over scholing en infrastructuur tot ontwikkelingshulp en steun aan de gewapende strijd. Tegenwoordig zijn er zelfs nieuwe categorieën te leasen zendelingen in marketing, management en kunstvoorwerpen. Is dit als antwoord bedoeld op de vaststelling dat er na al die jaren investeringen van veel geld, mensen en opleiding, doorgaans geen beterschap te bespeuren blijkt? In de meeste Afrikaanse landen is de situatie vele malen erger dan 25 jaar geleden.
Maar na al die jaren intensieve campagnes en doorgedreven solidariteit beklijft de onbeantwoorde vraag naar het resultaat, hier en ginder.
'Doe wel en zie niet om' leidde dikwijls tot ontgoocheling en pijn, hier en ginder.
Zelden werd en wordt er omgekeken naar de toekomst waar we zoals de engel van de geschiedenis naartoe schrijden, terugdeinzend bij de aanblik van wat we hebben aangericht.
De gazen sluier van onze goedbedoelende maakbaarheidsideologieën en missioneringsdrang verhinderden een blik naar de toekomst achter ons.
De gevolgen zijn na al die jaren navenant.
'Een beetje twijfel' is het editoriaal van hoofdredacteur Gie Goris in MO* van april 2007.
Hij citeert Willy Brandt '?die ooit zei dat een vredespolitiek begint met het verwerpen van één enkele waarheid en het aanvaarden dat er meerdere waarden en  waarheden zijn. Vrede begint bij twijfel: 'Twijfel is productief. Ze stelt bestaande zaken in vraag. Ze kan sterk genoeg zijn om versteend onrecht te verbrijzelen. Twijfel was waardevol tijdens het verzet. Ze is taai genoeg om nederlagen te overleven en om overwinnaars te ontgoochelen.' Zou een heel klein beetje twijfel soms niet beter kunnen zijn? '?
Diezelfde twijfel zou ook meer aan bod mogen komen in MO*, waar nog te weinig het spel van de ware bedoelingen '? hoe cynisch helder ook '? gefileerd wordt.
'? De wereldpolitiek wordt vandaag teveel gedreven door het geloof dat de grote idealen van de mensheid '? democratie, algemeen welzijn, vrijheid, mensenrechten, menselijke waardigheid '? eenduidige begrippen zijn die simpelweg vanuit de westerse ervaring gedefinieerd kunnen worden. Bovendien geloven politici als George Bush en Tony Blair blijkbaar dat die eenzijdige visie met inzet van militaire superioriteit opgelegd kan worden. De chaos die regeert van Pakistan tot Palestina zou hen intussen de ogen geopend moeten hebben, maar er is voorlopig weinig dat daarop wijst.'?
Misschien is dit uitgangspunt noodzakelijk: naà?ef gespeelde verontwaardiging en verbazing van de goedgelovige om de goede bedoelingen van de andere en zichzelf. Zelfs wanneer het om de machtigen gaat in het politieke landschap thuis en in de wereld die met de chaos en het leed dat ze berekend creeëren enkel de belangen van hun eigen clan of politiek-economisch conglomeraat behartigen onder grote woorden van strijd tegen terreur, voor beschaving en democratie.
Misschien is zo'n gesluierde kokerblik onmisbaar om het beeld van zo’n verleden en heden voor onszelf draagbaar te kunnen maken.
Misschien is dat geloof in een moreel hooggeschat handelen van anderen en zichzelf onontbeerlijk om verder te kunnen leven bij de aanblik van wat mensen hebben aangericht, vaak met de beste – geventileerde – bedoelingen.
Misschien kan je geen mondiaal magazine maken wanneer die twijfel sterker wordt dan 'het beetje' waarover Gie Goris het heeft.
Teveel twijfel kan wellicht teveel pijnigen en tot stilstand leiden.
Zeker wanneer ambities drijven op invloed bij politieke structuren en besluitvorming omtrent internationale spanningen en ontwikkelingssamenwerking, federaal dan wel regionaal.
Op de markt van welzijn en geluk '? ook op de internationale markt van welzijn en geluk -  gelden uiteraard de wetten van iedere markt, nlk.  die van behoud van energie, van passie en van macht.
Daaraan helpt geen beetje twijfel.

Misschien kan een grondige cynische houding soelaas brengen voor de overlevenden opdat zij hun herinnering aan de overledenen draaglijk kunnen houden.

Een gezonde vorm van cynische rede is een houvast om een maatschappelijk en persoonlijk engagement te blijven voldoen voor mensen die reflecteren op hun positie in de samenleving of wat er van rest.
Wie niet behoedzaam reflecteert over de talloos nieuwe praatjes van politieke kopstukken, reclamegoeroes en vaak ook journalisten en publicisten, dreigt te verstikken in een omarming van een wurgslang.
'?En op de bodem van de diepe waters
wordt de globale aarde omkneld
door de gigantische wurgslang
zwelgend in het rituele slijk
allesverslindend en religieus verbindend.'?
Pablo Neruda, Canto general

Wanneer vluchten niet meer kan,
houden we elkander beter bij de hand
in de ochtendschemer '?
 

 

 

Archief

Liever 300 Leonidas pralines dan een '300' film!

4 april 2007

Liever 300 Leonidas pralines dan een '300' film!

Het lijken barre tijden te worden.
We worden om de oren geslagen met broeikaseffecten, tsunami’s, stijgend water, terroristen en warmer weer.
De Amerikaanse economie kreunt op haar knieën, leeft gruwelijk boven haar stand en bengelt aan het touw van de Chinese geldreserve '? intussen 1000 miljard US$.
Er hoeft niet veel te gebeuren of deze economische kaartenhuisconstructie stort in elkaar, hoe voorzichtig de Siamese tweeling ook manoeuvreren zal.
Maar er zijn andere mogelijkheden: een ferme investering in de oorlogsindustrie kan de overhellende balans in evenwicht krijgen. Een oorlog met Iran zou bijvoorbeeld soelaas kunnen bieden: de olieprijzen schieten omhoog, de Chinese economie dreigt op te drogen en vertraagt en de VS krijgt een militair bevochten adempauze, op kosten van de Volksrepubliek en vlijtige Wang, op bergen lijken langsheen de As van het Kwade.

Nu is oorlog '? liefst een eind buiten de deur – best een populair tijdverdrijf voor presidenten en generaals, een soort geforceerde herschikking van de wereldeconomie en een krachtige zweepslag om het eigen vee tot de orde te manen.
Maar de jonge stieren in de eigen veestapel dienen een beetje gemaand te worden, en uitgedaagd. Baltsgedrag moeten ze leren herkennen als een krijgshaftige pose.
Het helpt trouwens om het epidemisch overgewicht te reduceren.

Daarbij helpen geen pralines, zelfs niet die van Leonidas met echte roomboter.
Daarbij helpt wel een film over de '300 ' Spartaanse bonbons van Leonidas.
Zeker wanneer dit een verfilming is van een jaren '60 strip uit volle Koude Oorlog periode die wat aangepast werd aan de nieuwe vijanden.
Niet langer tegen de Rus maar nu tegen de Pers zoals 2500 jaar geleden.
In 480 aCn probeerden de Griekse stadsstaten de Perzische troepen van Xerxes tegen te houden bij de pas van Thermopylae.
Dat daar een paar duizend Griekse soldaten bij betrokken waren, naast de '300' Spartanen met Leonidas, wordt licht vergeten.
Dat daar nog eens een kleine duizend Thespianen uit Beotië meevochten, en 2000 Heloten '? Spartaanse slaven '? wordt niet vermeld.
Dat zij een achterhoede waren om 7000 andere Griekse soldaten de kans te geven te ontsnappen, wordt eveneens vergeten. Zij zullen nadien met Themistocles aan de houten muren werken waarmee de Perzen definitief verslagen worden in de zeeslag bij Salamis. Ook daarover geen hint bij de ‘300’.

'300' – propaganda mikt vooral op herkenning en het verlangen tot erkenning bij de potentiële troepen die enthousiast ten oorlog moeten trekken tegen de slechte, vermetele, verwijfde en vooral vreemde verraders die het wagen de eigen superioriteit te betwijfelen. Op de recente bijeenkomst van de Blood&Honour troepen te Mechelen werd naar verluidt ‘300’ reeds in avant-première getoond. Populair verdrijf in puberale middens.

In realiteit is de parallel met de Spartaanse staat en haar leiders in deze Amerikaanse oorlogspropaganda nog veel sterker.

De leugens die '300' ons moet oplepelen gaan niet alleen over de noodzakelijke oorlog, de offers die de US administratie zal eisen, maar ook over de heroà?sche kracht van de laconische moraal tegenover het theaterspel op de markt en in de schaduw van de stoa, de basis van onze democratie.  '300' is een ode aan het theater van de dictatuur: 'Viva la Muerte!' Terwijl precies die democratie borg staat voor de vitaliteit, de veiligheid en de wijsheid van een samenleving van mensen.

Dit werd fascinerend geanalyseerd door Roberto Calasso in De bruiloft van Cadmus en Harmonia.  Uitg. Wereldbibliotheek  http://www.janvanduppen.be/?p=110

In Sparta voltrok zich o.l.v. Lycurgus in een paar jaar een omwenteling die de politieke ontwikkeling van het heilige koningschap tot in onze dagen omvat. De soevereiniteit ging van een tweetal koningen, een geheimzinnige archaà?sche vorm, over op vijf eforen, een gloednieuwe vorm van absolute macht, onder het mom van de magistratuur die op haar beurt een priesterlijke oorsprong verving. De lange weg van de priester/koning tot het Politbureau vertrok zich in één enkele handeling. En de hoogst moderne onbeschaamdheid van die onderneming was zo adembenemend omdat men de bestaande vorm zogenaamd intact liet. Het was niet nodig de koningen onthoofden. Ze zouden hun ambt behouden, maar ontdaan van alle macht. Als ze een tegenwerping maakten, kon het echter gebeuren dat de eforen besloten hen zonder proces te doden. Of anders konden de eforen besluiten hen te doden in een maanloze sterrenmacht terwijl ze zwijgend naar de hemel keken. Als die werd doorkliefd door een vallende ster wilde zeggen dat een van de twee koningen was tekortgeschoten tegenover de godheid. Van oorsprong wachters die hun ogen gericht hielden op het hemelgewelf, werden de eforen de allerhoogste opzichters en bewakers. Ze werden uit de hoogte wakende ogen. Zo slaagden ze erin ook hun eigen priesterlijke verleden uit te buiten. Het leek op een schitterende mantel waarmee het geheim van hun politiek werd afgeschermd. '? p. 219
De Eforen in Sparta waren het eerste voorbeeld van niets ontziende macht. En ook dat hielden ze verborgen, maar aan de vele erediensten die er al waren voegden ze een nieuwe toe, waaraan ze met hart en ziel waren toegewijd. Vlakbij hun eetzaal richtten ze een tempel op voor de Angst. Ze eerden hem niet als een vreeswekkende demon die te vriend gehouden moest worden maar ze meenden dat de Staat zich vooral dankzij de angst kon handhaven. '? p.220

 

Lees verder »