Archief
Michael Pollan, Een pleidooi voor echt eten. Manifest van een eter. Uitg. De Arbeiderspers. 2008
Michael Pollan, Een pleidooi voor echt eten. Manifest van een eter. Uitg. De Arbeiderspers. 2008
Al is het drama dat Michael Pollan probeert te bezweren met zijn manifest voor ' echt eten, niet teveel en vooral planten' in de VS tot gruwelijke proporties uitgedijd, ook Europa deelt in de klappen van de voedingsindustrie en haar medisch-nutritionele ingehuurde ideologen.
' De voedingsindustrie heeft theorieën nodig opdat ze specifieke, bewerkte voedingsmiddelen kan herprofileren; een nieuwe theorie betekent een nieuwe lijn van producten, wat de industrie de mogelijkheid biet om weer een nieuwe draai aan het westerse voedingspatroon te geven in plaats van een radicale verandering in haar bedrijfsmodel aan te brengen. ('?)
Ook voor de medische wereld houden wetenschappelijke theorieën over de voeding de zaken prettig draaiende. Nieuwe theorieën gewinnen nieuwe medicijnen tegen diabetes, hoge bloeddruk en cholesterol; nieuwe behandelingen en methodes om chronische ziekten beter te beheersen; en nieuwe diëten rond de door elke nieuwe theorie aangeprezen ene soort voedingsstof en afgekeurde andere. Er wordt veel lippendienst bewezen aan het belang van preventie, maar de bedrijfstak gezondheidszorg kan en wil, omdat het een bedrijfstak is, natuurlijk veel meer verdienen aan nieuwe medicijnen en methodes om chronische ziekten te behandelen dan aan een grootschalige verandering in de manier waarop mensen eten.' (124)
Michael Pollans pleidooi is een pijnlijke analyse van waar en waarom het is misgelopen zodat de Amerikaanse tanks en legervoertuigen hun formaat dienden aan te passen om de arme uitgedijde G.I's toch nog van een passende plaats te kunnen verzekeren voor het strijdend sneuvelen op diverse velden van eer.
Zijn ‘Manifest van een eter’ is de moeite waard, zijn prescripten om het nutritionisme '? de Amerikaanse en medisch-nutritionele '? voedingsideologie te vermijden zijn duidelijk en mits enige inspanning goed bruikbaar.
Na een goed begrijpelijke verklaring voor het wegsmelten van de lipidenhyptohese nijgt hij zich enigszins te verliezen in wat nieuw theoretisch geneuzel voor omega 3- en omega 6 vetzuren maar gelukkig herpakt hij zich naar het einde toe in een knappe reeks aanbevelingen.
Het worden barre tijden voor de zelfverklaarde experts onder de cardiologen, nutritionisten en aanverwante farmaceutische ridders op het vlak van de vetvermijders en vetverlagers.
Het wordt wachten op de eerste schadeclaims in de VS tegen de aanbevelingen van vetarm eten, tegen de pleitbezorgers van al dan niet verrijkte margarines, want dan heten de heren haas zoals het grote wetenschappers met pretentie en veel horigheid aan de farmaceutische en voedingsindustrieën betaamt. Een kritische academische analyse van hun eigen falende paradigma's zit er vermoedelijk weer niet in. Al kan een Amerikaanse rechtbank daar wellicht verandering in brengen.
Het boek van Malcolm Kendrick die de Cholesterolhype onderuit haalde, werd gepareerd door cardiologen, internisten, neurologen en wat al niet meer die spontaan of gesponsord hun bezwerende preken voor cholesterolverlagers als een mantra herhaalden in lezersbrieven, vrije tribunes en formidabele paginagrote waarschuwende advertenties, alles met het label van de Belgische Cardiologische Liga. In een moeite gevolgd door nog grotere advertenties van hetzelfde reclamebureau vanwege de producenten van dieetmargarines.
Michael Pollan merkt dit fenomeen ook fijntjes: ' Hoewel de bewijzen voor een verband tussen cholesterol in de voeding en cholesterol in het bloed altijd mager zijn geweest, is het geloof dat het eerste een bijdrage leverde aan het laatste altijd blijven bestaan, misschien wel omdat het intuà?tief zo logisch lijkt '? en misschien wel omdat het ook sterk is benadrukt door de margarinemakers. ' (48)
' Wetenschappelijke paradigma's zijn nooit makkelijk aan te vechten, zelfs niet als ze onder het gewicht van de bewijzen voor het tegendeel beginnen te bezwijken. Er zijn maar weinig wetenschappers die nog terugblikken om te weten waar zij en hun paradigma's mogelijk hebben gedwaald; ze zijn meer opgeleid om weer verder te gaan, om nog meer wetenschap te beoefenen teneinde ons arsenaal aan kennis verder te vergroten, op te lappen en te behouden wat er van de huidige consensus in stand kan worden gehouden totdat het volgende belangwekkende idee zich aandient. Reken er dus maar niet op dat er een wetenschappelijke Alexandr Solzjenitsin opduikt die het hele vetparadigma te kijk zet als en historische ramp.' (48)
En toch is er naar mijn mening in deze hoop glorend. Het immense lijden van de vetvermijdende vetzuchtigen is een ideaal thema voor de advocaten, patiëntenverenigingen, verzekeraars en ziekenfondsen waar de onbeheersbare kosten van de obesitasepidemie door cholesterolverlagende maatregelen en vetvermijdende diëten toch kunnen afgewenteld worden op anderen, in casu de voedingsindustrie en haar medisch-nutritionistische huurlingen.
Iets gelijkaardigs heeft zich enkele decennia geleden voorgedaan bij de Amerikaanse tabaksindustrie. Toen kregen Amerikaanse rechters ook de bewijzen boven gespit waaruit bleek dat de eigen studies reeds lang het verband hadden aangetoond tussen roken en allerlei gesels der verslaafden.
Wetenschappelijke argumenten tegen de cholesterolhypothese en ten nadele van veel zogenaamde voedingsmiddelenverbeteraars '? die later zelfs kankerverwekkend of hormonaal actief bleken te werken, tegen de vethypothese – vetarm voedsel is gezonder en vermijdt overgewicht '? worden vermoedelijk ook reeds jaren in de la gehouden bij gesponsord wetenschappelijk onderzoek van de farmaceutische en nutritionistische sectoren. Dat heb je natuurlijk met onderzoek dat betaald wordt door beursgenoteerde bedrijven die veel beloven en weinig geven en aldus de dwaas met graagte onnozel in vreugde laten leven. Zij zijn immers in hun denken de enige, echte eigenaar van de onderzoeksgegevens, ook als ze hun belangen bedreigen, en dus beter weggehouden worden van markt en media.
Amerikaanse rechtbanken oordeelden vroeger in de tabakskwestie dat de kankerbevestigende onderzoeksresultaten niet exclusief eigendom waren van de tabaksproducenten en dus dienden publiek gemaakt te worden.
Dit levert gegarandeerd stof voor passionele en compassionele filmscenario's en bestsellers voor de Amerikaanse en nadien de Europese markt.
'In de laatste decennia heeft de nadruk bij de Amerikaanse nationale voedingsadviezen steeds gelegen op het beperken van de vetconsumptie. In het publieke debat zijn de woorden ' vet eten' synoniem geworden aan overgewicht en hart- en vaatziekten, terwijl de woorden ' vetarm ' en' vetvrij' synoniem zijn geweest aan en gezond hart en gezonde bloedvaten ('?)
Het wordt nu in toenemende mate erkend dat de campagne voor vetarm eten op weinig wetenschappelijk bewijs gebaseerd is geweest en mogelijk onbedoelde gevolgen voor de gezondheid heeft gehad. ('?)Frank B. Hu et al. , Journal of the American College of Nutrition, Vol 20, I, 5-19 (2001)
Verbazingwekkend genoeg is er weinig rechtstreeks bewijs voor een verband tussen een hogere consumptie van eieren en een verhoogd risico op hart- en vaatziekten. (Eieren bevatten een hoog gehalte aan cholesterol). (44)
Michael Polllan pleit voor anders eten, anders omgaan met voedsel en met de mensen die ons voedsel maken. In feite pleit hij voor een andere manier van leven. Dat vraagt meer tijd, geld en energie voor het bijeenzoeken, bewerken en klaarmaken van ons voedsel, waar we dat niet langer individueel met een bakje vreten in de magnetron kunnen en moeten rooien. De socialiserende betekenis van omgaan met voedsel in gemeenschappelijke maaltijden is daarbij van onschatbare waarde. Tenslotte blijven we genetisch directe afstammelingen van jagers- verzamelaars die in de jongste steentijd succesvol landbouw en veeteelt leerden bedrijven.
En voorzeker, Michael Pollan laat zelfs zien waarom het veelbelovend extatisch succes van de moleculaire keuken met dure instrumenten voortijdig geaborteerd zal worden.
Tijd voor slowfood, lankmoedig leven en langer genieten van gezonde gezelligheid.
43. Het wegsmelten van de lipidenhypothese.
Het nutritionisme is goed voor de voedingsmiddelenhandel. Maar is het ook goed voor ons? ('?)
De belangrijkste van dit soort voedingscampagnes was de dertigjarige poging om de voedselvoorziening en onze eetgewoonten te hervormen in het licht van de lipidenhypothese '? het idee dat het vet in onze voeding verantwoordelijk is voor chronische ziekten. Op aandringen van de overheidscommissies, voedingsdeskundigen en gezondheidsfunctionarissen hebben we onze manier van eten en over voedsel denken ingrijpend veranderd, bij wat als het grootste experiment in de toegepaste voedingswetenschap uit de geschiedenis geldt. Dertig jaar later hebben we goede redenen om aan te nemen dat het feit dat het menu en de keuken aan de nutritionisten ebben toevertrouwd niet alleen een onnoemelijk aantal maaltijden om zeep heeft geholpen, maar hoogstwaarschijnlijk ook nog eens weinig meer voor onze gezondheid heeft gedaan dan haar verslechteren.
Dat is een krasse uitspraak, ik weet het. Hier zijn er nog een paar: wat de Sovjet-Unie was voor de ideologie van het marxisme, is de campagne voor vetarm eten voor de ideologie van het nutritionisme: zijn opperste beproeving en, zoals nu duidelijk begint te worden, zijn meest abjecte mislukking. Je kunt natuurlijk betogen, zoals sommige onverbeterlijke volhouders zullen doen, dat het probleem gelegen was in de onjuiste uitvoering, of je kunt accepteren dat de onderliggende beginselen van de ideologie het zaad van de uiteindelijke ramp al in zich droegen.
44. Frank B. Hu et al. , Journal of the American College of Nutrition, Vol 20, I, 5-19 (2001): In de laatste decennia heeft de nadruk bij onze nationale voedingsadviezen steeds gelegen op het beperken van de vetconsumptie. In het publieke debat zijn de woorden ' vet eten' synoniem geworden aan overgewicht en hart- en vaatziekten, terwijl de woorden ' vetarm ' en' vetvrij' synoniem zijn geweest aan en gezond hart en gezonde bloedvaten ('?)
Het wordt nu in toenemende mate erkend dat de campagne voor vetarm eten op weinig wetenschappelijk bewijs gebaseerd is geweest en mogelijk onbedoelde gevolgen voor de gezondheid heeft gehad. ('?)
Verbazingwekkend genoeg is er weinig rechtstreeks bewijs voor een verband tussen een hogere consumptie van eieren en een verhoogd risico op hart- en vaatziekten. (eieren bevatten een hoog gehalte aan cholesterol).
47. Wetenschappelijke paradigma's zijn nooit makkelijk aan te vechten, zelfs niet als ze onder het gewicht van de bewijzen voor het tegendeel beginnen te bezwijken. Er zijn maar weinig wetenschappers die nog terugblikken om te weten waar zij en hun paradigma's mogelijk hebben gedwaald; ze zijn meer opgeleid om weer verder te gaan, om nog meer wetenschap te beoefenen teneinde ons arsenaal aan kennis verder te vergroten, op te lappen en te behouden wat er van de huidige consensus in stand kan worden gehouden totdat het volgende belangwekkende idee zich aandient. Reken er dus maar niet op dat er een wetenschappelijke Alexandr Solzjenitsin opduikt die het hele vetparadigma te kijk zet als en historische ramp.