knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

Archief

Jef Blancke & Lief Vleugels, Mensen.

22 oktober 2008

Jef Blancke & Lief Vleugels, Mensen. Uitgeverij P, 2008

Jef Blancke zoekt rusteloos naar beelden van menselijke naaktheid.
Hij komt steeds dichter bij klassieke menselijke uitdrukkingsvormen van het stille staren.
Lief Vleugels heeft er woorden bij gevonden: 'kijk me aan, kleed me uit, lieg me voor'.

Blancke Vleugels: moeilijk onverschillig te blijven bij hun vlucht.

Archief

Sus van Elzen, De draak en de rozentuin. De titanenstrijd tussen het regime en de kunstenaars in China.

19 oktober 2008

Sus van Elzen, De draak en de rozentuin. De titanenstrijd tussen het regime en de kunstenaars in China. Uitg Atlas 2008.

Sus Van Elzen geeft met dit boek een boeiende kijk achter de decors van Peking en de hele Chinese samenleving. Hij laat daartoe enkele interessante kunstenaars aan het woord die destijds een heldenstatus hadden en in de moderne Chinese geldeconomie tot randfiguren werden herleid. Nu telt alleen nog de hoeveelheid geld die iemand kan verzamelen, Deng Xiaopings uitspraak indachtig: 'Rijk worden is eervol.'
Kunstenaars zijn echter bewaarders van de herinnering aan het verleden en dragers van reflectie over het heden en de toekomst. Het uitgommen van het verleden was gedurende millennia een belangrijke activiteit van Chinese heersers. Ook vandaag.

Van Elzen heeft in zijn boek gedenkwaardige interviews verzameld waarmee hij in een wentelend amalgaam niets onverlet laat: de Chinese urbanisatieplannen, de hedendaagse architectuur als schuim voor de natie, de taal, het schrift, de werk- en wooneenheden en de invloed hiervan op de stad en het platteland. Handzame ideeën om te in te snuisteren voor wie China na de Olympische Spelen probeert te begrijpen.

Het is een schrijnend verhaal, zeker nu het morgen zeer spannend zal worden met de economische crisis die de Chinese massa's zwaar treffen zal.
Misschien mogen ze na de jaarlijkse nieuwjaars reis naar huis, niet eens meer terug te keren naar het westen. Al zullen alle zeilen bijgezet worden om de reusachtige kaap van de wereldtentoonstelling in Shanghai 2010 harmonieus te ronden.

25. ‘Het is de aard van de stad’, zegt Qi Xin. ‘Peking is totaal anders gebouwd dan typisch Europese steden, en zodoende heeft het ook een totaal ander karakter. De stad Peking – heel de stad Peking, en ook veel steden buiten Peking, voorzover dat administratieve centra waren, provincie- of kanton hoofdsteden – is in de eerste plaats opgezet als administratieve hoofdstad. Daarbij werd niet gedacht aan commerciële of culturele activiteiten, maar alleen aan het bestuur. Dat is een heel andere stadsconcept dan in Europa gangbaar was.
Die stad werd praktisch enkel en alleen gebouwd voor één persoon, en dat was hier in Peking de keizer. Alle andere inwoners van de stad waren min of meer dienaars van die keizer. Als resultaat daarvan is Peking voor een stedelingen niet zo gemakkelijk om in te wonen.

37. De macht etaleert zichzelf niet, die blijft verborgen achter hoge muren en gesloten poorten. Dat was zo onder de keizers – zij putten hun macht uit het feit dat zij onzichtbaar waren voor het volk, terwijl ze zichzelf vanuit een paleis alles konden overzien. Dit gold ook voor Mao Zedong.

41. Het is iets wat vaker voorkomt in de Chinese geschiedenis: de macht voert een voorwendsel aan om een monument voor zichzelf op te richten, het volk vat het voorwendsel letterlijk op en gebruikt het als repliek. Het pretendeert de gestorven helden te eren, en doet zodoende een aanval op de heersende macht.

53. Was de ‘nieuwe mens’ dan niet meer dan een variant op de confucianistische mens? Zoals veel van zijn toepassingen en formuleringen doen denken dat het Maoà?stische ‘marxisme’ weinig méér was dan confucianisme overgoten met een dikke stalinistische saus en aangedikt met verkeerd vertaalde – dacht men, maar eigenlijk met aan de Maoà?stische agenda aangepaste betekenissen – technische termen inbegrepen.

Lees verder »

Archief

Peter De Graeve, Staat van Ontbinding.

18 oktober 2008

De bankcrisis kon de aandacht even afleiden van de institutionele problemen, en politici de kans gegeven ‘staatsmanschap’ te tonen. Maar sneller dan gehoopt zullen de communautaire problemen weer de kop opsteken, zegt Peter De Graeve in De Standaard van 6 oktober ll. nav het verschijnen van zijn boek ‘Staat van ontbinding. Essay over de ontsporing van de democratie in België’ uitg. ASP

Analisten zeggen in koor dat we in het oplossen van onze communautaire problemen nog geen stap verder staan. Er is nu een dialoog van gemeenschap tot gemeenschap beloofd, al weet iedereen dat het gesprek helemaal niet tussen de ‘gemeenschappen’ gevoerd zal worden. Redelijkheid, matiging en vriendschap zijn de deugden die van de gesprekspartners worden verlangd. Dat klinkt mooier dan het is'?

De communautaire problemen zijn fundamenteel, omdat ze zowel de werking als het ideaal zelf van de democratie bedreigen. Vlamingen en Franstaligen hebben geen verschillende kijk op de werkelijkheid omdat ze een andere taal spreken en (dus) tot verschillende gemeenschappen behoren. Dat zou een etnische en bijgevolg racistische verklaring van de politieke crisis inhouden. Vlamingen en Franstaligen hebben een andere visie op België omdat ze een andere invulling hebben van de idee ‘democratie’. Wie de communautaire breuklijnen ontleedt vanuit een democratisch kader, stelt vast dat Franstaligen de vrijheid, Vlamingen de gelijkheid vooropstellen als basisbeginsel van de staat. De ruzies over taalgebruik in België, in Brussel en in de Rand zijn terug te voeren op een politiek gevecht om de superioriteit van die idealen, vrijheid of gelijkheid. Franstaligen verdedigen de persoonlijke vrijheid om hun taal, het Frans, te spreken waar ze wonen. Vlamingen vragen dat Franstaligen zich als gelijken onder hun gelijken gedragen, en het Nederlands (leren) spreken in Vlaanderen. Om dezelfde reden streven Vlamingen naar de gelijke behandeling van het Nederlands in Brussel, of verzaken ze aan het recht om hun taal te spreken in Wallonië. Ze passen het gelijkheidsbeginsel in wederkerigheid toe. Hieruit blijkt dat de communautaire strijd alles behalve etnisch gestuurd wordt. Het betreft daarentegen een essentieel politiek gevecht om de interpretatie van wat voorrang heeft in een democratie, vrijheid of gelijkheid. Het communautaire is dus geen schijnprobleem. Het raakt het hart van onze democratie. Het vormt hét fundamentele probleem van deze staat.

In België bestaan twee democratieën. Maar het zijn niet de twee die Bart De Wever op het oog heeft, een Vlaamse en een Waalse. Het is complexer. Er is een Belgische democratie en er is een Vlaamse democratie. Die twee bestaan niet naast, maar ‘in’ elkaar. De Belgische democratie heeft een Franstalige sokkel, wordt sedert 1830 door de vrijheidsidee gedragen en heeft de stad Brussel als politieke basis. De Franse dichter Baudelaire heeft dit fenomeen in 1865 al vlijmscherp geanalyseerd. In het perspectief van die libertaire Belgische democratie is de visie van FDF-voorzitter Maingain, dat alleen een forse uitbreiding van Brussel garandeert dat ‘België niet wordt gesplitst’, perfect logisch. Binnen die logica is zijn uitspraak perfect legitiem. Maingain verdedigt de Franstalige idee van een Belgische, politiek gedereguleerde democratie. Een land, waar ieder (die Franstalig is) zijn zin kan doen. Vlamingen beweren net het tegenovergestelde, namelijk dat alleen de splitsing van BHV en het behoud van Brussel binnen de huidige grenzen de garantie is voor het behoud van het land. Zij verdedigen de idee van een gereguleerde democratie, met een beperking van de Franstalige individuele vrijheid. Wij beleven de crash van een ‘politiek kapitalisme’: België moet kiezen tussen de Vlaamse taalregulering of de Franstalige graailinguà?stiek. Als sociaaldemocraat kies ikzelf voor de bescherming van de gelijkwaardigheid, tegen de ongebreidelde vrijheid. Het door elkaar heen bestaan van twee democratieën, de Vlaamse egalitaire en de Belgische libertaire, maakt het probleem quasi onontwarbaar.

België zal niet verdampen, zoals de liberaal De Gucht beweert. Dat is wishful thinking. In andere EU-lidstaten leeft de idee van de verdamping geenszins. Waarom dan wel in België? De illusie van de verdamping komt voort uit de recente geschiedenis. Bovenaan bevindt zich Europa. De EU kampt weliswaar met een ernstig democratisch deficit, zoals de referenda over de grondwet pijnlijk duidelijk maakten. Maar de uitdaging van de democratisering wordt op het Europese niveau niettemin ernstig genomen. Onderaan bevindt zich de Vlaamse democratie. Tussen beide in zit de doodzieke Belgische democratie. Wie beweert dat België zal verdampen doet alsof de geschiedenis het Belgische probleem wel zal oplossen. Maar het is net andersom: wij moeten de problemen oplossen de geschiedenis ons heeft nagelaten. Van de drie niveaus’: Europa, België, de Vlaamse deelstaat, is het Belgische vandaag ronduit het minst democratische. Daarom dreigt de communautaire dialoog te mislukken: niet twee gemeenschappen zitten er tegenover elkaar, maar een wil en een onwil tot democratisering'? België verdampt niet. Het verkrampt.

Hoe graag we het ook zouden willen, België is geen democratie. Deze staat is van top tot teen, en van begin tot einde, een ontspoorde democratie, een ‘failed state’ in de woorden Chomsky. Een staat die niet weet welke filosofische principes hem leiden. Die bijgevolg geen principes heeft'? Hoe kan dit ooit een democratie zijn? Onze discussies en dialogen zouden al ‘half gewonnen’ zijn, indien we eerst dat feit onder ogen zagen: de democratie in België, of zelfs de ‘democratisering’ in Vlaanderen (de zgn. ‘Vlaamse Beweging’), is voortdurend ontspoord en blijft maar ontsporen. Waarom zou het morgen anders zijn?

Zo groot zijn onze redelijkheid en onze vriendschap, dat ze overlopen. Alleen onze democratie staat onder. We vergeten te makkelijk dat redelijkheid en vriendschap in de politiek niet het begin zijn van het gesprek, maar het beoogde resultaat. Ze zijn niet de voorwaarde voor democratie, maar de vruchten ervan. Wie wil oogsten, moet eerst zaaien.

Peter De Graeve doceert filosofie aan de UA

88. De Vlaamse artistieke elite verzet zich, terecht, zo lijkt me, tegen de nare maatschappelijke gevolgen van de historische ontsporing van de Vlaamse democratiseringsbeweging. Toch heeft hun verzet ook iets vreemds: de Vlaamse culturele elite gaat er blijkbaar vanuit dat ze de oorzaken van de democratische ontsporing kan bestrijden door zich achter de oorzaak ervan te scharen.
91. Tenslotte is het enige nadeel van het Dionysische België misschien nog dat het geen enkele Apollinische gave heeft. Het sluit gewoon de ogen voor de dood, voor de IJselijke Meester, en denkt zo het eeuwige leven te kunnen verdienen. Ook de onvolprezen artistieke elite van het land, die jaarlijks enkele van haar leden door de koning geadeld ziet, bestaat uiteindelijk slechts voor zichzelf. België heeft geen universele geschiedenis. Zij historische ervaring, dat wil zeggen: zijn bestaan in de tijd, in de wereld en met de mensheid, is particulier, individualistische. Het land leeft in een narcisme. Het leeft van het narcisme.
Dat verklaart wellicht waarom de crisis zo onbeduidend en zo uitzichtloos is tegelijk. Onbeduidend voor de in zichzelf gekeerde Belg., Uitzichtloos voor het aan zijn verscheurde geschiedenis overgeleverde land.

93. Solidariteit tussen mensen is slechts mogelijk binnen een democratische ruimte. Derhalve is ze een gevolg van de democratie, geen oorzaak, evenmin een doel op zich. Maar alleen in de democratie kunnen solidariteit en vrijheid tezamen bestaan. Daartoe is de organisatie van de democratische gelijkheid noodzakelijk. Montesquieu heeft het eeuwen geleden reeds beschreven: 'Onder een republikeinse regering zijn alle mensen gelijk; ze zijn het eveneens onder een despoot: in het eerste geval zijn ze nlk. Alles; in het tweede zijn ze niets. ( Daarom is de democratie zo moeilijk te verwezenlijken en loopt ze zo snel weer gevaar: de gelijkheid of gelijkwaardigheid moet er actief georganiseerd worden. Het instellen of het behoud van despotisme is eenvoudiger: het volstaat de vrijheid te onderdrukken.

98. Want als België zou verdwijnen zal dit hoofdzakelijk te wijten zijn aan het feit dat he verzet tegen het antidemocratische in het democratische tijdperk altijd de doorslag geeft. Mocht daarentegen Europa mislukken, dan zou dit een aanwijzing kunnen zijn voor het feit dat dit democratische tijdperk zelf misschien ten einde loopt.
Dat Europa misschien op weg is een bevoogdingsmacht te worden, net als België dus, maar dan op een veel grotere schaal, valt, zoals gezegd, vandaag niet uit te sluiten Er zijn nu reeds politieke mechanismen werkzaam die de bescherming van bepaald sociaal-economische groepen boven andere, de feitelijke bevoorrechting van bepaalde naties boven andere ( via het vetorecht) en de duidelijke voorrang van bepaalde talen boven andere ( via het zgn. 'merkenrecht') bevorderen. Die mechanismen nestelen zich in het hart van een toekomstige, of beter van een potentiële Europese democratie, en sturen haar mogelijk in de richting van een ontsporing.

99. Ga, zwicht voor het lijk
Laat wat vergaan is rusten
Of wil je soms eer halen
Uit het doden van het dode
('?)
Ik zie hoe uit oud leed
Nieuwe rampen geboren worden
Zonder dat een vorige generatie
Ooit de volgende verlost.
(Antigone)

Het Thebe van Sofokles is onheilspellend, omdat het de plek van het democratische is, waar iets 'zichtbaar onzichtbaars' heerst : tussen nederlaag en triomf, tussen vernietiging en vereniging in. De democratie is nlk. de plek waar de ontbinding wordt ontbonden. Ze is niet de ontbinding zelf. Democratie is wat ons rest na een vernietiging die we niet kunnen ontwijken, De staat na de staat van ontbinding.

Lees verder »

Archief

Ari Folman, 'Waltz with Bashir' over de noodzaak van vergeten.

18 oktober 2008

Ari Folman, 'Waltz with Bashir' – Israel 2008

Er werd wat afgeslacht in het Midden Oosten.
Er werd wat afgelogen over het Midden Oosten.
En nog lang is het leed niet geleden,
voor de overlevenden en de overbodigen,
voor de overledenen en hun slachtoffers,
voor de rechtvaardigen aan alle kanten,
voor de hectaren van het geheugen
waarin ons leven verdwaalt en
de herinneringen vermaalt.

Op die manier kan amnesie helen,
en dementie beschermen,
als endorfine voor ons denken
om de pijn van de herinnering
draaglijk te maken en het leven
zwijgend te leiden om nog langer
anderen in de lege ogen te kunnen zien
omwille van de noodzaak van het vergeten.

'Waltz with Bashir' is een tekenfilm over de verschroeide hectaren van ons geheugen,
over het malen van onze gedachten tot dragelijk vergeten
omdat de herinnering te gruwelijk blijft wegen.

Ari Folman wordt geconfronteerd met de nachtmerries van de vrienden van vroeger
die met hem in het Israëlische leger van Ariel Sharon naar de Libanese burgeroorlog van 1982 werden gestuurd. Doodsbang werd hun invasie van Libanon een continue schietpartij op alles wat bewoog tot er niets meer bewoog.
Finaal leverde hun regiment ruggesteun en meer aan de christelijke Falangisten van Bashir Gemayel die als wraak voor de moord op hun kroonprins 3000 bejaarden, vrouwen en kinderen in de Palestijnse vluchtelingenkampen van Shabra en Chatilla afslachtten.
Folman gaat op zoek naar mensen en middelen om zichzelf terug te vinden tijdens die oorlog. De film is een literair en visueel onderzoek naar de werking van ons geheugen en de functie van het vergeten.
'Waltz with Bashir' is een erg moedige film, zeker voor de generatie van Folman en wie na hen komen. Wellicht was hun oorlog het keerpunt voor de jeugd van Israël die de status van pionierende rechtvaardigen ook in het eigen wereldbeeld kwijt speelden.
Van pure schaamte en verbijstering werden de schrijnende barsten en smerige scheuren zorgzaam met veel vergeten toegedekt.
Steeds vaker komen de 26 wraakzuchtige honden uit de herinnering aangestormd, zeker na de tweede Libanese oorlog van juli- augustus 2006.
Hoelang zal dit ondraaglijk leed in de Israëlische samenleving nog hanteerbaar lijken als een posttraumatisch stressyndroom?
De beelden zijn vaak ondraaglijk voor de toeschouwer die zelf herinneringen heeft toegedekt uit een tijd dat alles nog eenduidig en helder leek – ieder aan zijn of haar kant van de universeel geachte waarheid. De muziek gaat telkens weer de confrontatie aan met wat het ware leven hoorde te zijn, ieders waarheid van toen en morgen.

Maar voor wie vrij is van de herinneringen, wie toen nog in onschuld baadde, is de film een universeel meesterwerk over de werking van ons geheugen, het spel dat we spelen met onze herinneringen, de wals die ons wegvoert uit de armen van wie voor ons kwam.
Een film over het leren vergeten en de kunst van het zwijgen is na deze ‘Walt with Bashir’ aan de orde.

'Er is geen moment, zelfs niet het meest futiele, dat je niet
uit de stilte van je oorsprongen opwelt, dag en nacht.'
Cesare Pavese, Dialoghi con Leucà?

Gunnar Heinsohn heeft in zijn 'Zonen grijpen de wereldmacht, terrorisme demografisch verklaard'. (Nieuw Amsterdam 2008) een boeiende analyse gemaakt van het slepende Midden-Oosten conflict.

147. Het Midden-Oostenconflict heeft vele functies.
Hoe hard er in de islamitische wereld ook wordt geroepen dat Israël moet verdwijnen, de Arabische regimes houden zich in omdat de Israëlische atoomwapens wel in hun bunkers moeten blijven. Zo calculeerde Anware Sadat voor de aanval op Israël op Jom Kipoer 1973 dat hij met de herovering van de Sinaà? zijn eer zou hebben gered en daarna vrede met de vijand kon sluiten. In de wetenschap dat heel Egypte zal worden weggespoeld als de Assuandam werd verwoest, kwam hij niet tegemoet aan het onder de bevolking levende verlangen dat de joden uitgeroeid zouden worden.
Zo vervult het Midden-Oosten conflict verscheidene functies. Een deel van de Arabische youth bulge richt zijn woede niet op de eigen machthebbers, maar op Jeruzalem. Ten slotte kunnen de vrome jongemannen niet worden opgehitst om hun moslim broeders in Sinkiang te gaan helpen, want Beijing zal niet lang aarzelen voor het terugsloeg. Maar zou Israël ooit van de kaart geveegd worden, dan zullen ook de fanatiekste strijders erachter komen dat de dood van miljoenen Israëli's geen enkele interessante job voor hen oplevert. De directe uitvoerders van de genocide, en zijn niet alleen, zouden snel afvalligen worden van het wereldwijde geloof in het Midden- Oosten conflict als het grootste probleem dat de mensheid kent. Vanaf de zoveelste van de vele zandheuvels in de Arabische wereld zouden ze, hun uniformen nog aan, linea recta terugkeren naar hun eigen hoofdsteden. En wellicht zouden we dan uit Harvard teruggekeerde prinsen in hun doosdrochel woedend tekeer horen gaan tegen de thuisgebleven scherpslijpers: ' De bedreigingen tegen het duivelse Israël waren voor ons een bliksemafleider. Ze moesten de joden haten en er een paar doden zodat ze ons met rust lieten. Zijn jullie Algerije vergeten, waar de vervloekte rebellen al duizenden van onze stand hebben afgeslacht? Israël was onze reddingsboei! Waarom hebben jullie idioten toegelaten dat we die verloren?'?
Europese regeringen stelden zowel voor als na de tweede Irak-oorlog dat vrede in het idden Oosten de voorwaarde is voor wereldvrede. De Amerikanen daarentegen weten dat Israël slechts een voorwendsel is voor de haat tegen het Westen. Zodra de Palestijnen de joden niet meer als vijand hebben, raken ze net zo verdeeld als de Algerijnen. Als Israël door echte vrede of vernietiging wegvalt als steen des aanstoots, kunnen de jonge, naar posities smachtende Palestijnen alleen nog maar elkaar lijf gaan. Zo is in het Libanese vluchtelingenkamp Ein el-Hilweh, waar het wemelt van de jongeren, al te zien dat de volgelingen van Bin Laden en de aanhangers van Fatah van wijlen Yasser Arafat – de laatsten onder de naam 'De jeugd van de gewapende strijd' – elkaar afmaken met de gebruikelijke explosieven. Ze moeten daarbij accepteren dat ze niet door Europese televisieploegen worden gefilmd (na 2003) omdat er geen verhalen over joodse wangedrag bij komen kijken.
Europa kan niet van Israël houden.
Waar de Europeanen geloven dat de haat van de Arabieren jegens Israël en het Westen gerechtvaardigd is en hun bereidheid tot doden verklaart, beschouwen de Amerikanen de meeste explosieve yout bulge van de moderne tijd als de echte drijfveer van het geweld waarvoor altijd weer rechtvaardigingen te vinden zijn.
Europa heeft iets met de joden uit te vechten. Daarvoor was het bereid om met belastingsgelden een despoot als Arafat multimiljonair te maken. En terwijl het de doodstraf overal elders in de wereld aan de kaak stelt, financiert het ook Arafats justitiële apparaat, waarvan de bloedrechters en beulen grote aantallen tegenstanders van het regime ophangen of doodschieten als collaborateurs en jodenvrienden. Het gaat om humanitaire hulp en onderwijs, zo verdedigt Europa zich. Maar daarmee subsidieert het schoolboeken waarin te lezen staat: 'Er is geen alternatief voor de vernietiging van Israël. Misschien heeft Allah de joden naar ons land gebracht om ze uit te roeien, zoals dat door hun oorlog tegen Rome gebeurde.

Archief

Gravensteengroep geeft Vlaamse onderhandelaars goede raad: Wat bevat het witte blad?

13 oktober 2008

Wat bevat het witte blad?

Bij de start van de gesprekken 'van gemeenschap tot gemeenschap' wil de Gravensteengroep de zes Vlaamse onderhandelaars eraan herinneren dat hun 'witte blad' nu al vol staat met reactieve voorstellen '? tegen meer Vlaamse autonomie.
Deze week is het startschot gegeven voor de gesprekken van gemeenschap tot gemeenschap. De bedoeling is, te komen tot een Belgische staatshervorming die enkele decennia mee moet gaan. Dát men van taalgroep tot taalgroep gaat onderhandelen mag wellicht beschouwd worden als een verworvenheid voor de Vlaamse partijen, die daar inderdaad zelf op hebben aangedrongen. Wát er exact op de onderhandelingstafel ligt, is minder duidelijk. Men spreekt over 'het witte blad'. Het wordt omschreven als de 'afwezigheid van taboes' '? en welk ruimdenkend politicus wil nu de taboes niet doen 'sneuvelen'? Sommigen spreken over een 'open agenda', waarin 'alles bespreekbaar' hoort te zijn. Tijdens de onderhandelingen moeten 'nieuwe evenwichten' worden gezocht. In de taal der Koninklijke Bemiddelaars heet dat 'het uitbalanceren van het institutionele'. Wat betekent dit?
Om te zien wat er in feite in de schalen van deze institutionele balans ligt, moeten we even terug in de tijd, naar eind 2007. Toen werd duidelijk dat de Franstalige obstructie eindeloos door zou gaan. Niet alleen door Vlaamse opiniemakers, maar ook door meer institutioneel behoudsgezinde politici in de beleidspartijen, werden 'evenwichtige' voorstellen geformuleerd. Welnu, wat toen in de schaal lag, ligt er vandaag nog in. Daarover heeft het verslag der Bemiddelaars, in hoe vage bewoordingen het ook is gesteld, geen enkele twijfel opengelaten. Achter het witte blad schuilt een programma. De Gravensteengroep vreest dat het wit wordt ingekleurd op een manier die tegen de geest van de Vlaamse resoluties ingaat. Meer nog, ze maakt het juist onmogelijk die ooit nog te realiseren.
Aan Vlaamse kant staat een sterk aangelengde versie van de Vlaamse resoluties, met als zwaartepunten regionale arbeidswetgeving, gedeeltelijke fiscale autonomie, gedeeltelijke regionalisering van de sociale zekerheid. Vele betrokkenen willen zelfs van deze aangelengde versie niets horen; anderen schrijven voor dat Vlaanderen daarin vooral compromisbereid moet zijn; en allen zijn het erover eens dat als er ooit al iets van deze resoluties wordt overeengekomen en gestemd, de uitvoering ervan '? uit respect voor de overzijde '? dan zeer geleidelijk zal moeten gebeuren.
Aan de andere (Franstalige? Belgische?) kant staan vooral institutioneel reactieve voorstellen, gericht tegen de Vlaamse aanzetten tot soevereiniteit. In tegenstelling tot de Vlaamse verzuchtingen moeten die voorstellen onmiddellijk hun beslag krijgen, nog vooraleer de geleidelijk in te voeren, door Vlaanderen gevraagde staatshervorming een aanvang kan nemen. De Franstalige eisen worden inderdaad gevraagd als geruststellende gestes vooraf. In werkelijkheid gaat het om nieuwe en extra vergrendelingen van de Vlaamse meerderheid.
Welke van die voorstellen maken een reële kans om in een open gesprek van gemeenschap tot gemeenschap het witte blad in te vullen? We vermelden slechts die voorstellen die ondertussen een ruime pers hebben gekregen.
1. De herfederalisering van bepaalde bevoegdheden. Daarbij vermeldt men dan meestal de problemen met de geluidsnormen en de betwistbare blokkering van oplossingen door een geografisch klein gewest, namelijk Brussel. Dit 'federatieversterkende' voorstel behoort tot de meest onschuldige van het rijtje. Maar er staan (naast het dreigende terugschroeven van de Lambertmontakkoorden inzake ontwikkelingssamenwerking) ook minder onschuldige onderwerpen op de plank, voornamelijk wat betreft herfederalisering van sommige geneeskundige materies waar de Franstaligen zich door de regionale autonomie juist benadeeld voelen. Een voorbeeld is het ondertussen geregionaliseerde preventiebeleid. Maar we denken ook aan de inbreuken op reeds verworven autonomie, zoals de schoolpremie: een inbreuk die door de federale overheid getolereerd wordt.
2. Een paritaire senaat. Wordt voorgestaan door de liberale partijen in Zuid en Noord. Wat in federale staten met twaalf of twintig of vijftig entiteiten een corrigerende institutie betekent, zou in onze tweeledige staat alleen neerkomen op een grendel en een minorisering te meer. In een senaat waarin evenveel Franstaligen als Vlamingen zetelen wordt de Vlaamse bevolking structureel ondervertegenwoordigd. Paritaire regeringen zijn eventueel democratisch nog verdedigbaar, paritaire volksvertegenwoordigingen zeker niet.
3. Een partieel 'federale' kieskring, waarbij gedeeltelijk van de huidige kiesomschrijvingen zou worden afgeweken. Als een verdediging en zelfs versterking van het Belgische status-quo (sommigen spreken zelfs van een veralgemening van het systeem Brussel-Halle-Vilvoorde) past dit academische voorstel perfect in onderhavige lijst. Het legt niet alleen de uitslag van deze federale verkiezingen (uitgedrukt in parlementszetels) op voorhand vast, maar doet dit dan nog eens mathematisch ten nadele van de Vlamingen (zelfs getoetst aan het Belgische systeem Dhondt). Zulke verkiezingen zouden dus noch federaal, noch democratisch, noch fair zijn. Toch blijft het de kop opsteken, al was het maar omdat sommige politici het als pasmunt achter de hand houden.
4. Het laten samenvallen van de federale ('Belgische') en regionale ('Vlaamse' en 'Waalse') verkiezingen. Dit voorstel is in strijd met de federale logica. Daarenboven suggereert het dat verkiezingen een last zijn voor politici en kiezers. Dat reeds verkozen politici de neiging vertonen om verkiezingen zo lang als het kan te vermijden is begrijpelijk. Dat ze de kiezer proberen te misleiden door te beweren dat het afgesproken aantal verkiezingen ook voor haar of hem te veel is grenst aan een zeker populisme. Het voorstel druist daarenboven in tegen de autonomie die de deelstaten tijdens de vorige staatshervormingen hebben verworven.
5. De uitbreiding van Brussel, niet alleen met de faciliteitengemeenten, maar met de brede Vlaamse Rand en '? in sommige voorstellen '? zelfs met heel Vlaams Brabant (soms onder het mom van een 'stadsgewest'). Dit Franstalige voorstel, dat alle Francofone partijen tot het hunne hebben gemaakt, duikt telkens weer op. Het gaat uit van twee vormen van oogverblinding. Ten eerste concludeert men probleemloos van personenrechten tot territoriale rechten. Franstaligen in België gaan ervan uit dat ze zomaar kunnen overschakelen van personenrechten naar territorialiteitsaanspraken, dat rechten van de persoon ertoe mogen of moeten leiden om grondgebied van de ene naar de andere deelstaat over te hevelen. De tweede valstrik bestaat erin, dat men verwarring zaait tussen economische en taalcriteria. Wat men op taalvlak vanuit de Vlaamse Rand bij Brussel zou willen aanhechten, blijkt dan toevallig ook juist de Brusselse economische ruimte te versterken.
6. De niet-splitsing van het arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde, zelfs indien die toestand een ongelijkheid tussen kiezers met zich meebrengt, die door het Grondwettelijk Hof als strijdig met de grondwet is verklaard. Wat hierin vooral stoort is dat men de afwezigheid van wederkerigheid in de staat België tot norm wil verheffen. Kandidaten uit Aarlen kunnen zich verkiesbaar stellen tot in Zemst, ten zuiden van Mechelen; omgekeerd mogen kandidaten uit Oostende of Hasselt niet eens in een Waalse gemeente met Vlaamse faciliteiten opkomen (bv Flobecq).
Al die voorstellen staan vanzelf al op het witte blad. Maar ze zijn allesbehalve onschuldig. Door het witte blad te aanvaarden, hebben de Vlaamse gesprekspartners in de dialoog van gemeenschap tot gemeenschap, zonder dat met zoveel woorden aan de kiezers duidelijk te maken, deze federatieversterkende voorstellen bespreekbaar gemaakt. Jammer genoeg staat er weinig tegenover. De maatregelen zullen als gevolg hebben dat het voor de deelstaat Vlaanderen definitief onmogelijk wordt om zelfs maar de optie naar meer autonomie of soevereiniteit in overweging te nemen.
De zes genoemde voorstellen komen bovenop de reeds bestaande toepassing van de grendelgrondwet, met zijn pariteit in de federale regering, zijn bijzondere meerderheden en zijn alarmbellen. Vier ervan hebben tot doel het versterken van de geografische 'centre du pays', dat zelf het voortbestaan van de staat België moet garanderen. In strijd met de grondwet maken ze de grenzen van Vlaanderen opnieuw verplaatsbaar. In de praktijk betekent dit dat Vlaanderen opnieuw een onomschreven gebied wordt. Ook al heeft men de hoop opgegeven om heel Vlaanderen te verfransen, de bedoeling blijft om er het Vlaams-Brabantse stuk uit te snijden, zodat het Belgische feit onontkoombaar wordt.
Herfederalisering, paritaire senaat, federale kieskring, samenvallen van verkiezingen, uitbreiding van Brussel en behoud van het illegale kiesarrondissement BHV zijn even zoveel pogingen om de unitaire reconstructie van de Belgische staat onomkeerbaar te maken. Een brede democratische stroming in Vlaanderen wil precies de mogelijkheid tot omkeerbaarheid openhouden. Elke poging om een verdere staatshervorming naar meer autonomie onmogelijk te maken zal worden ervaren als ontoelaatbare dwang, onderhandeld zonder mandaat, vanaf het witte blad. De recente geschiedenis leert dat dit soort betonnering slechts tot verdere radicalisering leidt.

De Gravensteengroep: Etienne Vermeersch, Jan Verheyen, Frans-Jos Verdoodt, Tuur Van Wallendael, Piet van Eeckhaut, Jan Van Duppen, Luc Van Doorslaer, Jef Turf, Johan Swinnen, Bart Staes, Brigitte Raskin, Jean-Pierre Rondas, Yves Panneels, Chris Michel, Bart Maddens, Karel Gacoms, Paul Ghijsels, Peter Hoogland, Pierre Darge, Paul De Ridder, Dirk Denoyelle, Peter De Graeve, Eric Defoort, Jo Decaluwe, Willy Courteaux, Jan Bosmans, Tinneke Beeckman, Ludo Abicht

Archief

De mooiste zin van Jacques Brel: Bien sûr, nous eûmes des orages

9 oktober 2008

La chanson des vieux amants.

Bien sûr, nous eûmes des orages
Vingt ans d’amour, c’est l’amour fol
Mille fois tu pris ton bagage
Mille fois je pris mon envol
Et chaque meuble se souvient
Dans cette chambre sans berceau
Des éclats des vieilles tempêtes
Plus rien ne ressemblait à? rien
Tu avais perdu le goût de l’eau
Et moi celui de la conquête

Mais mon amour
Mon doux, mon tendre, mon merveilleux amour
De l’aube claire jusqu’à? la fin du jour
Je t’aime encore, tu sais, je t’aime

Moi, je sais tous tes sortilèges
Tu sais tous mes envoûtements
Tu m’as gardé de pièges en pièges
Je t’ai perdue de temps en temps
Bien sûr tu pris quelques amants
Il fallait bien passer le temps
Il faut bien que le corps exulte
Finalement, finalement
Il nous fallut bien du talent
Pour être vieux sans être adultes

Oh, mon amour
Mon doux, mon tendre, mon merveilleux amour
De l’aube claire jusqu’à? la fin du jour
Je t’aime encore, tu sais, je t’aime

Et plus le temps nous fait cortège
Et plus le temps nous fait tourment
Mais n’est-ce pas le pire piège
Que vivre en paix pour des amants
Bien sûr tu pleures un peu moins tà?t
Je me déchire un peu plus tard
Nous protégeons moins nos mystères
On laisse moins faire le hasard
On se méfie du fil de l’eau
Mais c’est toujours la tendre guerre

Oh, mon amour…
Mon doux, mon tendre, mon merveilleux amour
De l’aube claire jusqu’à? la fin du jour
Je t’aime encore, tu sais, je t’aime.

Archief

Opluchting bij de oplichting: John Bird & John Fortune

9 oktober 2008

ter lering en vermaak
een ware opluchting
bij de grote oplichting

Bird & Fortune:
Subprime Crisis
Financial Adviser