knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

Archief

Creative Factory – Turnhout, indrukken van binnen en buiten.

29 november 2008

Bezoekers en inwoners van Turnhout

Vaak sterft ’s nachts de stilte
Van deze stad in haar straten
Waar onwetenden onbeholpen
Hun gram proberen te halen
Voor tergende paleisverveling
Ondanks alle feestelijke dagen.

Overdag richt de stilte zich weer op
Als schaduwen langs muren en poorten,
Achter gesloten deuren en ramen
Voor wie de last van het vele weten
En het knagen van de herinnering
Behoedzaam en waardig verdragen.

Wie het zwijgen koestert van de tragedie
Ruimt voorzichtig straten en pleinen
Voor de bravade van onnozele kracht
Uit liefde voor het hijgende hert
En verlaten vrouwen in het woud.
Tenslotte is het overal Turnhout.

In wijsheid keren ze vaak terug
naar de toren van het kopstation
waar hun wereld ooit begon
om met milde ironie onder de acacia’s
de stilte terug te vinden op Nazareth
of waar het eertijds kwakkelend begon.

Archief

Erasmus in beeld – Boijmans-van Beuningen Rotterdam – Monaldi & Sorti, Het ei van Salaì.

28 november 2008

&Erasmus in beeld – Boijmans-van Beuningen Rotterdam – Monaldi & Sorti, Het ei van Salaì. Uitg. Cargo 2008

Voor de 500 ste verjaardag van 'De Lof der Zotheid' in 2009 wijdt Boijmans van Beuningen in Rotterdam, de geboortestad van Gerrit Gerritszoon – de zich graag Desiderius (de Verlangde) Erasmus (de Geliefde) Roterodamus liet noemen – een tentoonstelling aan de grote humanist die uit de provincialistische klei en het slijk der Nederlanden de weg vond naar de wereld. Hij reisde tussen de Nederlanden, Engeland, de Elzas, Duitsland, Parijs en Rome en speelde – aanvankelijk als Augustijner monnik zoals Luther- een belangrijke rol in de internationale intellectuele ontwikkelingen die aan de basis liggen van de Renaissance. Erasmus was een veelschrijver, zijn invloed op het humanisme was enorm. Zijn internationaal netwerk fenomenaal en zijn invloed op de Elzasser humanisten uit Straatsburg, Sélestat – zoals ze door Monaldi & Sorti worden geduid – zeer groot.

Desiderius Erasmus (1466-1536) heeft wellicht zijn hele leven geworsteld met zijn afkomst als zoon van een priester en zijn huishoudster. In zijn Latijns- Griekse naam droeg hij het verlangen en de liefde van zijn ouders de wereld rond.
Eens van zijn Augustijner geloften verlost startte hij ook een uitgekiende campagne van visuele propaganda voor de kracht van zijn woord. Hij liet zijn beeltenis konterfeiten door de beroemdste en beste schilders en tekenaars van zijn tijd. Deze iconografie zou een belangrijk referentiepunt blijven voor nog vele eeuwen van intellectuele beeldcultuur en dito terreur.

De tentoonstelling in Boijmans Van Beuningen wekt dus grote verwachtingen, maar voldoet lang niet.
De opstelling is evenwel schitterend met een decor van kamers voor kamergeleerden die de wereld meenden te herscheppen naar hun beeld en gelijkenis.
Tussen de tentoongestelde werken hangen een paar parels van Dürer, Holbein en Quinten Matsys die in Rotterdam plots Massys heet.

De verwijzingen naar de invloed van Erasmus' geschriften op de tafeletiquette, de opvoeding – te beginnen van Keizer Karel V – het geloof, oorlog en vrede en de lof der zotheid zijn al te schools en simpel geformuleerd als plaatjes bij verhaaltjes.
De audiogids is voor de Erasmustentoonstelling uitermate zwak, maar ook bruikbaar bij Charley Toorop in de zalen ernaast.
Vaak lijken de werken van heinde en verre en ook voor en na met de haren bij het Erasmus verhaal gesleurd om enig volume aan de tentoonstelling te geven.
Voor wie een beetje vertrouwd is met de iconografie vallen alleen de scabreuze prenten op en de fenomenale hoofddeksels die als karikaturen de hoofden van de geldwisselaars, belastingontvangers en bankiers met onwelvoeglijke ontslagpremies kronen.

De betekenis van Erasmus voor de splitsing van de Roomse Kerk – tegen het geloof in unam, sanctam, catholicam et apostolicam Ecclesiam – is niet gering en historisch veel belangrijker dan de talloze maatschappelijke liflafjes die in Rotterdam worden tentoongesteld. De historische betekenis van de figuur en het denken van Erasmus verdient meer en beter. Hij was ondermeer zeer invloedrijk binnen het Elzasser netwerk dat binnen de Roomse kerk eerst van binnenuit de macht probeerde te grijpen, waarnaar Monaldi & Sorti onderzoek doen en dit laten doorschemeren in o.m. 'Het ei van Salaì' en 'De twijfel van Salai'

'De beeldhouwkunst en de schilderkunst werden vroeger binnen de vrije kunsten beschouwd als een zwijgende poëzie, die soms meer voor het menselijk gevoel kan uitdrukken dan een mens, hoe welsprekend ook, onder woorden kan brengen.'

Categorie: Actualiteit | Reacties uitgeschakeld voor Erasmus in beeld – Boijmans-van Beuningen Rotterdam – Monaldi & Sorti, Het ei van Salaì.

Archief

Jens Christian Grøndahl: 'Ik ben niemand' – 10 jaar Het Beschrijf

25 november 2008

Jens Christian Gr?ndahl – Ik ben niemand
uitgesproken op de viering van 10 jaar Het Beschrijf in de KVS te Brussel

Vanavond begint mijn etappe in het hol van de Cycloop waar Odysseus, brutaal en wijs tegelijk, de intimiderende vraag van het monster wie hij is, beantwoordt met de beroemde repliek: ‘Ik ben niemand’?. Dat is meer dan een overlevingsstrategie. Je zou het bijna een manifest kunnen noemen, maar dat zou je in dit geval, waar het erom gaat aan iedere identiteit te ontsnappen, niet waar kunnen maken.

Ver van Ithaka en van zijn rol van koning is de held van Homerus werkelijk niemand, en misschien is er een verborgen reden voor al die omwegen op zijn thuisreis, naast de evidente dat er zonder de omwegen geen verhaal zou zijn gekomen. Misschien had hij ingezien dat het interessanter is om onderweg te zijn dan aan te komen. Het kan zelfs zijn dat hij onderweg, tijdens de bochtige onvoorspelbaarheid van de reis, ervaren heeft dat een mens nooit te reduceren is tot de vraag waar ’ of wat ’ je bent.

Lees verder »

Archief

sp.a roadshow: De ondraaglijke lichtheid van politieke moed zonder overtuiging.

20 november 2008

Voor de sp.a roadshow waarbij de nazaten van de zelfverklaarde erflaters de leegloop moeten keren – elders heet dit ‘hoe de oude ratten het zinkende schip nog tijdig verlaten’ – is een deugdelijke vrijmoedige reflectie over macht en sociaal-democratie nodig.
Eerder dan het vergeefse snoeren van de mond van dissidente stemmen met verkooppraatjes en communicatietruuks met de laatste centen.
Dat soort ‘yes, we can’ levert ook alleen maar veel geblaat en weinig wol.

De Nederlandse politicoloog Jos de Beus heeft ook voor Belgische politici en bezorgde burgers in Vrij Nederland een schitterend beknopte en verhelderende hypothese geformuleerd: ' Politieke partijen worden campagnepartijen.'

Vrij Nederland, De Hypothese, 08112008, p.21

Door Maurits Martijn.

' De tijd van de traditionele volkspartij is voorbij. De massale
achterban van trouwe leden, bezoekers van afdelingsvergaderingen en
gelovige lezers van propagandamateriaal bestaat niet meer. In de
politicologie zijn twee scholen te onderscheiden die over de opvolger
van de volkspartij speculeren: de ene voorspelt een Oost-Europees
model van vertegenwoordiging, de andere voorziet Amerikanisering.

Volgens de eerste visie verandert de volkspartij uit de twintigste
eeuw in een kartelpartij: een club politici die deel uitmaakt van het
overheidsapparaat, banen en subsidies verdeelt met andere
kartelpartijen en nieuwe partijen uitsluit. Partijleiders beperken de
onderlinge rivaliteit door geheime afspraken te maken. Het cordon
sanitaire in Frankrijk en België tegen regeermacht van radicaal
rechtse partijen wordt als het beste bewijs van de kartelpartij-
hypothese beschouwd.

De andere visie '? veramerikanisering '? voorspelt de bloei van
campagnepartijen. Dat zijn geprofessionaliseerde organisaties
bestaande uit politieke vertegenwoordigers, sponsoren, vrijwilligers
en deskundigen, zoals media-adviseurs. De worteling in het
verenigingsleven is vervangen door een journalistiek netwerk en het
web. Transparante communicatie, zoals partijpolitieke
overheidsvoorlichting, is het devies. De oude wereldbeschouwing maakt
plaats voor een ideologie die verbonden is met het levensverhaal van
de leider. Socialisme wordt Blairisme. De verweving van het
verkiezingsprogramma met de autobiografie van de authentieke leider
zie je bij Berlusconi, Fortuyn, Obama, Schwarzenegger.

Ik verwerp de kartelpartij-hypothese en probeer die van de
campagnepartij te bewijzen. Een coalitie van kartelpartijen is
instabiel: Paars 2 presteerde veel minder dan Paars 1.

Bovendien wekt regentenpolitiek succesrijke antipolitiek van
populisten op. De campagnepartij sluit veel beter aan bij trends als
individualisering, de openbaarheid van internet, commercialisering en
schaalvergroting. De politieke partij van de toekomst kan de
legitimiteit van haar beleid niet meer ontlenen aan een mandaat bij
vorige verkiezingen of verantwoording bij volgende verkiezingen.
Daarom is het beleid maken achter de schermen helemaal vervlochten met
het streven naar populariteit. En hebben partijen die een tweede
regeertermijn afdwingen, niks aan het amateurisme van de partijleden.
Wat ze nodig hebben, is een imago van echtheid van de leider, kapitaal
voor televisiespotjes en het inhuren van experts in communicatie en
verkiezingsonderzoek en toegang tot het nieuws, en dat alles onder
strakke regie van de leider en diens vertrouwelingen. Berlusconi bezit
de omroep en Sarkozy is bevriend met alle mediamagnaten. De verdienste
van Obama's campagne is dat hij de heerschappij van de Republikeinse
campagnemachine heeft doorbroken en met haar eigen trucs heft
teruggedrongen.

Als politicoloog zeg ik: de volkspartij is dood, leve de
campagnepartij. Als burger met een sociaaldemocratische overtuiging
bevorder ik dat het beste van de volkspartij '? een ontmoetingsplaats
van alle rangen en standen – overeind blijft en gekoppeld wordt aan
het beste van de campagnepartij: een voortdurende belangstelling voor
de leefwereld van een publiek van gewone kiezers. '

Archief

Monalid & Sorti ‘De ring van Moebius’ 4de Belle van Zuylenlezing Utrecht

17 november 2008

Vrede van Utrecht organiseert in samenwerking met SLAU op 12 december een lezing van Monaldi & Sorti ‘De ring van Moebius ofwel van de geschiedenis en de roman
(om maar te zwijgen van de filosofie) ’
De lezing is in het Italiaans met Nederlandse ondertitels en vindt plaats in de Janskerk in Utrecht.

http://vredevanutrecht.com/blog/2008/12/12/terugblik-op-4e-belle-van-zuylen-lezing/#more-132

De 4e Belle van Zuylen lezing door het Italiaanse schrijversduo Monaldi & Sorti op 12 december in de Janskerk was een groot succes. De titel van de lezing was De ring van Moebius. Fransesco Sorti nam daadwerkelijk de schaar ter hand om de ring van Moebius in twee smallere ringen te knippen. Hiermee verbeeldde hij hun keuze voor het schrijven van historische romans in plaats van essays.

Hier vindt u de vertaling door Jan van der Haar


4e Belle van Zuylenlezing
Donderdag 11 december 2008 – 20.00 uur Janskerk te Utrecht

Toegang 10,= / 5,=
Reserveren via: info@slau.nl
Lezing in Italiaans, Nederlands boventitels
Moderator: Rosita Steenbeek

In zes jaar tijd herschreven Monaldi & Sorti de Europese geschiedenis. In hun debuutroman Imprimatur (2002) onthulden zij dat de familie van paus Innocentius XI de veldtochten van onze eigen protestante stadhouder Willem III had gefinancierd. Het Vaticaan annuleerde de procedure voor heiligverklaring van de paus en om mysterieuze redenen werd het boek nooit herdrukt. De vervolgdelen Secetrum en Veritas verschenen niet meer in Itali?, maar werden wel wereldwijd een succes, in 25 talen en in 58 landen.Dankzij hun vriendschap met vertaler Jan van der Haar verschijnen al hun boeken eerst in het Nederlands, bij de imprint Cargo van de Bezige Bij. In november 2008 verschijnt Het ei van Sala?, het tweede deel van een serie over de brutale pleegzoon van meester-schilder Leonardo da Vinci. Rita Monaldi (1966) is classica en werkte voor het Italiaanse parlement. Francesco Sorti (1964) maakte als musicoloog programma’s voor de RAI en het Vaticaan. Ze wonen en werken afwisselend in Rome en Wenen. Hun romans zijn gebaseerd op jarenlang bronnenonderzoek en zijn het verslag van hun zoektocht naar de waarheid ‘? of wat daar het dichtst bij in de buurt komt. In hun lezing, die wordt ondersteund door beeld en muziek, gaan ze nader in de relatie tussen de roman en de wetenschappelijk verantwoorde geschiedschrijving.

Belle van Zuylen Lezing

In de lezingenreeks wordt de eenheid van Europa vanuit een literair perspectief benaderd, door eminente buitenlandse auteurs uit te nodigen hun bijdrage te leveren via een lezing met een internationaal geori?nteerd onderwerp.

Belle van Zuylen lezing wordt georganiseerd door SLAU i.s.m. Vrede van Utrecht.

Archief

Museum Boijmans van Beuningen Rotterdam '? Charley Toorop, Vooral geen principes!

11 november 2008

Museum Boijmans van Beuningen Rotterdam '? Charley Toorop, Vooral geen principes!

Nog tot 18 januari loopt de overzichtstentoonstelling van het werk van de belangrijkste vrouw in de Nederlandse schilderkunst Charley Toorop (1891-1955).
Als dochter van Jan Toorop, zelf een bekend schilder, met een conflictueus huwelijk koos ze gedurende haar turbulente leven voor wat ze als haar eigen roeping beschouwde. Voor dat hogere houvast moest alles wijken, kinderen, relaties en 'Vooral geen principes '? werken '? en onze eigen opvattingen verzuiveren'.
Bij Boijmans worden 120 werken getoond waarvan zoals steeds bij Toorop de zelfportretten beklijven, met de grote ogen en de neusgaten waarmee ze de wereld in zich opnam, het hoofd enigszins in de nek, tijdloos zoals het Egyptische doodsportret van een vrouw uit de Fayoum oase (4de eeuw) in het Louvre.
Toorops ogen hebben iets indringend, schijnbaar ongenaakbaar met ingehouden twijfel over zichzelf en wie haar aankijken en oordelen zal over de dood heen.
Haar schilderwerk lijkt een dwingend anker temidden van de chaos op het persoonlijke, familiale, financiële vlak waar de Europese geschiedenis van de eerste helft van de twintigste eeuw nog eens overheen ging.
Haar eenzaamheid probeerde ze dragelijk te houden door haar totale devotie voor haar schilderwerk. Zoals ze aan de dichter Marsman schreef met wie ze in de zomer van 1924 een relatie had: 'Het is à?ltijd weer dat: strijd tusschen vrijen en werken. Samen gaat haast niet '? bij mij tenminste; strijd tusschen vrouw zijn en scheppend werken.'
De catalogus 'Vooral geen principes!' is zeer de moeite.

Archief

Giovanni Battista Piranesi- de prentencollectie van de Universiteit Gent in het MSK te Gent

2 november 2008

In een prachtig vernieuwd museum wordt de prentencollectie van de Universitaire Bibliotheek gepresenteerd.
Al lijkt de kerkercollectie ’ Carceri’ mager in vergelijking met die van Boymans-Van Beuningen in Rotterdam, in Gent wordt wel duidelijk waar M.C.Escher een deel van zijn bijtende mosterd haalde.
Piranesi wordt boeiend ontleed in de bijschriften en de prima catalogus.

Vandaag helpt Piransi mijmeren over hoe sommige delen van de huidige wereld eruit zullen zien na de ondergang.
Sommige van zijn ruà?nes van Rome hebben wat van ' De weg' van Cormack McCarthy waar het kind zijn vader vraagt ‘Zijn wij nog steeds de goeden?’
De vader bedenkt: ‘Alle dingen van zo’n gratie en schoonheid dat je ze aan het hart moet drukken, hebben een gemeenschappelijke oorsprong in pijn.’
De etser heeft die pijn kunnen ontleden in zijn fenomenaal werk.
Piranesi mag dan als architect, ingenieur en kunstenaar een gewiekse commercant geworden zijn die in niet geringe mate heeft bijgedragen tot de toeristische successen van de Grand Tour, hij houdt ons een beklemmende spiegel voor.

Archief

Bureaucratica '? De meisjes van de fabriek '? Alberto Giacometti in de Kunsthal Rotterdam

2 november 2008

Bureaucratica

Wat zeggen werkplekken van ambtenaren over hun persoonlijkheid en de staat waarvoor ze werken? Met die vraag reisden fotograaf Jan Banning en publicist Will Tinnemans tussen 2003 en 2007 naar Bolivia, China, Frankrijk, India, Jemen, Liberia, Rusland en de Verenigde Staten om ambtenaren achter hun bureau te portretteren
Jan Banning maakte een schitterende fotocollectie
over het wezen en het zijn van ambtenarij over de wereld heen.
Hij fotografeert al zijn ambtenaren op dezelfde manier, als wordt het een staatsiefoto waaraan ze zich kunnen voeren met de kruimels van de macht die hen gegund of verplicht worden.
De foto's zijn merkwaardig en de bijschriften verhelderend. Bij uitgeverij Nieuw Amsterdam verscheen ' Alledaagse macht. Ontdekkingsreis langs ambtelijke werelden' van Will Tinnemans.

De meisjes van de fabriek.

Een fascinerende reeks foto's over het leven in de fabrieken van het Koninkrijk der Nederlanden.

Uit de ruim 4.000 foto’s van de Arbeidsinspectie die in het bezit zijn van het Nationaal Archief presenteert de Kunsthal Rotterdam een selectie van de meest bijzondere opnamen. De zwart-wit foto’s zijn door de Arbeidsinspectie gemaakt in de periode 1900-1950 om slechte werkomstandig-heden, kinderarbeid, onveilige situaties en beroepsziektes aan het licht te brengen. Het materiaal dat arbeiders aan machines, jonge meisjes in fabriekshallen en thuiswerkers laat zien, komt voor het eerst sinds bijna negentig jaar weer uit de archiefkasten. Speciale aandacht is er voor de close-ups van inspecteur Filarski die een prachtige uitzondering vormen op de zakelijke registraties van zijn collega’s. Samen geven de foto’s een realistisch tijdsbeeld van arbeidsomstandigheden en industrie-takken uit het nabije verleden.

Aan het einde van de negentiende eeuw komt kinderarbeid, ondanks het beroemde Kinderwetje van Van Houten (1874) in Nederland nog steeds veel voor. Om de slechte naleving van de kinderwet, te lange werkdagen en onveilige situaties met machines een halt toe te roepen, wordt in 1890 de Arbeidsinspectie opgericht. Het is de eerste onafhankelijke dienst die fabriekshallen en thuis- en buitenwerkers bezoekt om de leeftijd van arbeiders te controleren en te kijken naar arbeidsomstandigheden, veiligheid en hygiëne. Vanaf 1900 wordt het gebruikelijk de schriftelijke rapporten die de inspecteurs opstellen van foto’s te voorzien. Eenmaal gefotografeerd zijn misstanden en de gevolgen van ongevallen op de werkvloer immers lastig te ontkennen. De zuiver zakelijke registraties die de inspecteurs maken, dienen als voorbeeld, bewijs of waarschuwing en tonen recht toe recht aan maar op een indringende manier het arbeidsleven in Nederland in de eerste helft van de twintigste eeuw.

Jan Daniël Filarski (1884-1969) treedt in 1916 in dienst van de Arbeidsinspectie. Hij is technisch ambtenaar van de dienst en zet zich in voor het vergroten van de veiligheid rondom werk met machines. In de tentoonstelling is er speciale aandacht voor de stemmige foto’s van inspecteur Filarski die, gemaakt met gevoel en met oog voor detail, een aangename uitzondering vormen op de objectieve registraties van fabriekshallen met jonge meisjes aan de lopende band die zijn collega’s maken.
 
 

Alberto Giacometti

Voor het eerst in Nederland is er nu een overzichtstentoonstelling
van het beeldhouw- en tekenwerk van Alberto Giacometti (1901-1966).
De evolutie van en de invloeden op Giacometti worden duidelijk opgeleverd.
Je kan er als toeschouwer niet naast kijken hoe hij is vastgelopen in zijn specifieke weergave van een mensenlijf. Hem restte enkel nog de herhaling van zichzelf, ook al probeerde hij zich te onttrekken aan de praatjes van filosofen en literatoren die zijn werk kroonden als vormgeving van hun eigenste existentialistische leer.