knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

Archief

Dezso Kosztol?nyi – Nero, de bloedige?dichter. Uitgeverij Van Gennep – 2010

26 juli 2010

Dezso Kosztol?nyi, Nero, de bloedige? dichter. Uitgeverij Van Gennep – 2010

?Zonder kunst is de werkelijkheid onvolledig?.

Pieter Paul Rubens was zeer geinteresseerd in de figuur van de Romeinse filosoof en schrijver Seneca, vooral in diens levenseinde dat door Kosztol?nyi meesterlijk beschreven wordt. Wellicht omdat ook Rubens zich herkende in de rol van mooiprater, souffleur, pedagoog en hofnar van de macht, ondanks het geniale van zijn eigen schilderkunst.
Seneca was de pedagoog van Nero die in een machtsgreep door zijn moeder op de troon gezet werd maar haar ten gepasten tijde liet liquideren. De getormenteerde jongeling had het in zijn hoofd gehaald dat zijn literaire, theatrale en wagenmennerstalenten opmerkelijk waren en hij beet zich dus uitzichtloos vast in kunsten die hij hooguit als dilettant kon benaderen, zij het dat hijzelf wel als keizer van het Roomse Rijk diende benaderd te worden.
Nero – die aanvankelijk best geapprecieerd werd wegens nog niet bedreven noch gedreven in het spel van de macht – ontpopte zich tot een ordinaire populist die zich graag ophield in de zwoele en stinkende onderbuik van Rome waar hij grootschalig succes kocht met gedurfde oneliners, geld en geweld. Zijn entourage was steeds minder bereid of in staat zijn imperiale ambities bij te sturen en zijn artistieke wanen te temperen.
De Hongaarse schrijver Dezso Kosztol?ny (1885 – 1936) die door de uitgever gepresenteerd wordt als inspirator van S?ndor M?rai staat tot deze auteur eerder als Nero tot echte dichters ondanks de lovende brief van Thomas Mann die als toemaatje in het boek mooie woorden overheeft voor dit verhaal van bloedig-pijnlijke dilettantisme, gruwelijk en komisch tegelijk.

197. Onder Caligula was zijn dienst begonnen als trouw dienaar van de keizer; hij had aan vele veldslagen deelgenomen en zou voor een kleinigheid zijn leven opgeofferd hebben. Nooit had hij zijn bloed gespaard, hij hing niet aan het leven. Maar in vredestijd kon een soldaat zelf over zoiets kleins als een aardkluit struikelen, zijn heldhaftigheid diende geen enkel doel en hij raakte de weg kwijt te midden van de vele listen en werd door uiteenlopende belangen alle kanten op geslingerd, als een blind werktuig. Hij wist geen raad meer in deze wanorde.

218. We mogen niet te zuinig zijn op ons leven, anders zullen we het verliezen. En dat geldt duizendmaal sterker voor een machthebber. Leg je geweten af. De ware heerser heeft dat nooit gekend. Wees niet bang om bang te zijn. Want alleen dat is wat je hindert.

Archief

Bedenkingen bij misbruik in een hi?rarchische structuur als de Roomse Kerk met Luceberts ‘Ketters I-V’

9 juli 2010

Lucebert schilderde zijn ?De ketters I-V? in 1981 kort na de mislukte staatsgreep van Guardia Civil kolonel Antonio Tejero Molina. Met enkele honderden Franco aanhangers probeerde hij het democratiseringsproces in Spanje te keren door in het parlement schietend het spreekgestoelte in te nemen.
De heren hadden niet begrepen dat hun tijd voorbij was, ook in Spanje.
Lucebert inspireerde zich op ?Los desastres de la guerra’ , de beruchte reeks etsen van Francisco de Goya (1746-1828) waarin deze in tegenstelling tot het offici?le verhaal van heldendaden en generaalssuccessen de gruwelen van de oorlogen tekent.
In enkele van die etsen ( nr. 36 en 39) is er ruimte voor een contemplatieve relatie tussen de beul en zijn slachtoffers.

Lucebert verwijst in zijn Ketters I duidelijk naar de Kardinaal Grootinquisiteur ( zoals bij Dostojewski) die alleen maar kan bestaan door de mishandelde slachtoffers in zijn gevecht voor het behoud van zijn ware leer in het ene godsgeloof.
In de volgende ‘Ketters II-V’ evolueert de relatie tussen de prelaten en hun slachtoffers.
Hier onderzoekt hij de beschamende stilte, de g?ne en intimiteit van de relatie misbruiker-slachtoffer, die beiden gemijterd toegetakeld voor zich uit staren.
De Roomse Kerk heeft in Spanje een grote traditie van gruwelen om de macht te bekleden en te verdedigen.
Al van tijdens de Inquisitie tot en met de XXste eeuw.

De verantwoordelijkheid van de Spaanse katholieke clerus, Iberische prelaten en kardinalen was al die eeuwen verschrikkelijk. Ook tijdens het fascistische Franco regime.

Lucebert treft hier een situatie die eigen is aan alle gesloten culturen, religies, kloosters, sekten, scholen en omstandigheden waar hi?rarchisch en in jaren meerderen zich het recht toe-eigenen om jongeren die hen toevertrouwd worden te gebruiken om hun eigen verlangens naar genot en pijn te bevredigen.
Het heeft iets van automutilatie op zoek naar gevoelswaarnemingen die ze niet meer op een menselijke manier kunnen beleven.

Zij ervaren zich hiertoe geroepen en gerechtigd als compensatie voor de eigen offers in het belang van de triomf van de gezamenlijke geloofsacte.
De slachtoffers worden in de vertrouwensrelatie van meerdere en jongere verleid door aandacht, geld, privileges en de beloftes dat ook zij later hun positie in de hi?rarchie kunnen opnemen.
Slachtoffers en beulen, misbruikten en misbruikers verstijven in een verstommende houdgreep van mimetische pijnbeleving. Ze worden allemaal gemijterd.