knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

Archief

vrt deredactie.be blog: Het belang van familiefoto’s

28 februari 2013


vrt deredactie.be blog: Het belang van familiefoto’s


Archiveren is een verantwoordelijkheid die correleert met de last der jaren. Je kan je hele hebben en houden in woord en daad, papier en beeld overlaten aan stof, mijt en houtworm. Je kan het overleveren aan de herinnering van wie na je komen en aan hun fantasie. Of niet.




Niets licht nog zo spannend op in mijn herinnering als het verbranden van zolderarchieven na de dood van mijn grootmoeder. Ruim een halve eeuw geleden mocht ik als oudste zoon mijn vader helpen de resten van zijn vrijgezellenleven aan de vlammen toe te vertrouwen. Nadien zouden ze niemand nog tot last zijn. Ook hem niet. Ik was een jaar of acht en merkte zijn opluchting.




Het zingen van de tijd


Helpen bij een open vuur in de oude tuin was voor mij nieuw zoals de geur van vernietiging. De vlammen dienden gevoed met vergeeld papier, verbleekte foto?s, oude tijdschriften, kranten en verkruimelde boeken. Hij maande me tot haastige spoed terwijl ik telkens weer weten wou wie toch al die mensen waren geweest in zijn – en dus ook mijn – leven. Oude schoolrapporten, schriften, brieven aan zijn ouders, waardeloze aandelen uit verre landen en papiergeld vol nullen werden tot as herleid.

Mijn nieuwsgierigheid was de vertragende factor bij zijn offervuur.
Mijn enthousiasme zijn excuus om de laatste vlammen nog voor het donker te doven.




In zak en as


Bleek hij dan pas zijn polshorloge te missen. Bleek dat hij die op een handkar terzijde had gelegd. Bleek dat ik om zijn ritme te volgen de stapels kranten van op die kar meteen in het vuur had gemikt.
Uit de as peuterde hij ?s anderendaags in de ochtendzon de geblakerde resten van zijn gouden uurwerk.
Het bleef tussen ons een pijnlijke herinnering die ik hem graag had willen vergeven.

Op de zolder van zijn huis schuilen nu archieven van zijn kinderen.
Wegens zijn kleinkinderen veel ouder dan ik toen, kan dit hen niet meer boeien. Open vuren stoken mag niet meer. En dus zullen ze zonder boosheid of pijnlijke herinneringen in de shredder verdwijnen.
Al schrijven wij liefst ieder onze eigen herinneringen, zwijgen is soms wijzer.




Lichtdrukmaal


De familiefoto?s werden reeds vroeger van de zolder gered.
Bijna een jaar lang heb ik deze tijdens mijn wekelijkse bezoeken op de achterkant voorzien van mijn moeders herinneringen.
Eindelijk ben ik begonnen met het digitaliseren van het familiale beeldarchief van vroeger en later. Ook om te vermijden wat Guido Gezelle dichtte: ? ?t En is van u hiernederwaard geschilderd of geschreven mij, moederken, geen beeltenis, geen beeld van u gebleven. Geen teekening, geen lichtdrukmaal, geen beitelwerk van steene, ?t en zij dat beeld in mij, dat gij gelaten hebt, alleene.’




Tijd kromt de ruimte


Het tijdrovende scannen wordt allengs een teletijdscapsule. Vaak prettig, soms ongemakkelijk. Vandaag blijken de foto?s van toen kleiner dan in mijn geheugen. Zoals tijd en ruimte langer en groter herinnerd worden, wegens vroeger zelf veel ongeduriger en veel kleiner.

Toch staat een foto-herinnering los van de eigen groei. Het is eerder een gevolg van de beeldenvloed op schermformaat en mijn veranderde manier van kijken.
Foto?s die ik jarenlang heb gekoesterd, blijken na veertig jaar minder indringend. De afstand tot mijn toenmalige zelf groeide. De intensiteit van vroeger is milder geworden. De perimeter van mijn gezichtsveld ruimer.
Voortschrijdend inzicht wordt met pijn en tijd verworven.




Barmhartigheid


Onthutsend zijn dan weer familie- en groepsfoto?s. Decennia na het poseren meet je makkelijk de afstand tussen personages onderling en hoe die zal evolueren. Soms zie je bij vrienden van vroeger of toenmalige leden van de familie de blik al afgewend of in de schaduw van hoed, pet, sjaal of hand.

Zoals een gezinsfoto therapeuten kan helpen een pati?nt te begrijpen in zijn of haar verleden, zo herken je soms in foto?s van je eigen verleden wat nog zou komen.

Digitaliseren van een familiaal fotoarchief is een werk van barmhartigheid. Je oefent mildheid zonder vergeten. Je ontfermt je over wie na je komen omdat ook zij de kans krijgen te zijner tijd erbarmen te voelen bij de aanblik van die digitale lichtdrukmalen.




?(...)Herinneren is vermoeiend, dat wordt ons niet geleerd, herinneren is een uitputtende bezigheid, het vreet energie en is een aanslag op je spieren. En zo zag ik Maya dus op haar zij in slaap vallen, haar gezicht naar het mijne gedraaid, en toen ze eenmaal sliep, zag ik haar hand onder het kussen schuiven, alsof ze het omhelsde of zich eraan vastklampte, en weer gebeurde het: ik zag hoe ze als kind was, ik twijfelde er absoluut niet aan dat in dat gebaar het meisje schuilde dat ze geweest was, en ik hield op een bizarre, vage manier van haar. En daarna viel ik zelf ook in slaap.? (Juan Gabriel V?squez, Het geluid van vallende dingen).







 

Archief

vrt deredactie.be blog: Vraatzucht in de gezondheidszorg

18 februari 2013


Vraatzucht in de gezondheidszorg.


Tijdens het tv programma ?Buitenhof? van de Nederlandse televisie op zondagochtend deed minister voor volksgezondheid, Edith Schippers, een oproep aan alle betrokkenen in en om de sector tot bezuinigingsvoorstellen. Er moet en zal anderhalf miljard euro per jaar bespaard worden op de basiszorg.




Van de 75 miljard euro die in Nederland jaarlijks aan gezondheidszorg besteed wordt, gaat 60 procent naar de medische zorg en 40 procent naar verpleegzorg.
Aan het huidige tempo zal een gemiddeld huishouden dat vandaag een vijfde besteedt aan zorgkosten in 2040 de helft van het inkomen moeten offeren.
Deze vraatzucht in de zorg kan zo niet verder en dus deed de minister alvast via het tv-programma een warme oproep voor idee?n: de basiszorg kost nu 33 miljard en moet op jaarbasis met anderhalf miljard krimpen. De overige zorg blijft individueel te verzekeren.
Telkens een bezuinigingsvoorstel uitlekt vanwege het ministerie of het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) start een mediaprocessie van geweeklaag en geknars der tanden vanuit de betrokken sector en worden de lobbyisten in stelling gebracht.




Psychiatrie


Toen de plannen van CVZ uitlekten om de vergoeding in het basispakket voor psychiatrische aandoeningen te schrappen, reageerde de geestelijke gezondheidszorg laconiek. Het conceptadvies was duidelijk geschreven door mensen achter een CVZ-bureau die geen idee hebben van psychiatrie.
Vorig jaar werd overwogen om dure medicatie voor zeer zeldzame aandoeningen te schrappen (tot 800.000 euro per jaar voor individuele medicatie met onduidelijke effecten bij de ziekte van Pompe en Fabry) . De lobbygroep kreeg ruim gehoor in de landelijke pers en het plan verdween schielijk.




Doe-het-zelf


Twee jaar geleden opteerde ministers Schippers nog voor kostenbesparing door meer marktwerking in de zorg en scherpe concurrentie tussen huisartsen en specialisten. Intussen is ze de wanhoop voorbij en kwam de liberale minister – die als een der weinigen in het huidige kabinet een tweede termijn doet – met een nieuw lumineus idee: de zorgsector krijgt een half jaar om effici?nte bezuinigingsvoorstellen uit te werken. Indien na die termijn de oogst te schraal is, zet de regering zelf de bijl in de zorg.

Een eerste tip kreeg de minister vorig jaar reeds. Maar daar had de liberale excellentie geen oren naar.
Driekwart van de Nederlandse artsen en medische studenten zien de afschaffing van de marktwerking in de zorg als een belangrijk middel tot betere zorg aan lagere kost, aldus 86% van de huisartsen en 69% van de specialisten.




Kassa!


Daarnaast kunnen de onverzadigbare preventie campagnes afgeblazen worden. Zij genereren – doorgaans overbodige – forse kosten aan geld en leed.
Armlastige ziekenhuizen die door slecht maar duur management in de problemen komen, verzinnen gerichte preventieve onderzoeken. Zo puren ze uit hun pati?ntenbestand eenieder boven de 50 jaar die ooit een botbreuk heeft gehad. Deze mensen krijgen dan rechtstreeks een uitnodiging voor een dexascan – botdichtheidsmeting: ?Indien de arts het, naar aanleiding van de uitslag van de dexascan, nodig vindt, wordt er aansluitend bloedonderzoek verricht en aanvullende foto?s van de wervelkolom gemaakt. Mocht er inderdaad sprake zijn van osteoporose, dan bestaan er tegenwoordig medicijnen welke de kans op een nieuwe fractuur in de toekomst aanzienlijk verkleinen. Wij verzoeken u een afspraak te maken en contact op te nemen…?
Wie al dan niet in overleg met de huisarts daarop niet wenst in te gaan, krijgt een nieuw schrijven waarbij het verzoek nog eens ?met klem? herhaald wordt: kassa!




Iedereen gelukkig, toch?


Tien jaar geleden werden met eenzelfde osteoporosescan menig burgemeester en schepen in Vlaamse gemeenten gelukkig gemaakt. Een farmaceutische firma die dure medicijnen tegen botontkalking in de markt probeerde te zetten, stuurde geheel gratis uitnodigingen rond met de gemeentelijke hoofding en ondertekend door de burgemeester en bevoegde schepen aan alle vrouwen boven de 50 jaar. In de lokale sportzaal werden de metingen verricht. Bij vermoeden van broze botten werden de huisartsen verblijd met een consult voor verder onderzoek…

Waarlijk een briljante vondst: vrouwen in de middenleeftijd en lokale politici voelden zich eindelijk nog eens gewaardeerd, ook wederzijds. De commercie van medici, paramedici en farmaceuten kreeg een boost. Iedereen gelukkig toch?

Ivan Illich wist in 1976 duidelijk te maken dat naast een aanvankelijke verbetering van leefomstandigheden bij een medisch-technische evolutie grotere afhankelijkheid van artsen ontstaat die dure kunsten bedrijven. De gezondheidsindustrie verdient miljoenen klanten door hen vooral van de onmisbaarheid van producten en diensten te overtuigen.
Gewiekste politici surfen graag mee in het zog van die zorg.




Ik beken…


Graag beken ik dat het bij mij als huisarts en politicus ook lang geduurd heeft eer ik de precieze mechanismen van preventie als angstgenerator begon te snappen. En nog langer duurde het eer ik mijn eigen woord en daad als huisarts en politicus daaraan durfde te spiegelen.

Je moet al zeer wijs of hardvochtig zijn om niet ieder mens alle zorg te gunnen. Vaak is ?alle mogelijke en allerbeste zorg? het begin van een eindeloze lijdensweg. Beter is peilen naar de wensen van redelijke mensen dan naar uitputtende diagnostische en therapeutische mogelijkheden.

Je moet al zeer wijs of doortrapt zijn om het gelijkheidsbeginsel onderuit te halen en mensen te behoeden voor de medische mallemolen: ?Ik heb toch ook recht op alle zorg, dokter. Ik ben ervoor verzekerd!? Op dit mechanisme teert de angstregie van mediareclame voor medische, chirurgische en farmaceutische wonderen.
Je moet al zeer wijs of ervaren zijn om beter te genezen dan te voorkomen.
Behandel zieken en laat gezonden met rust.




Behoeden en bescherming beloven was en blijft een strategische topper voor religieuze, politieke, economische en medische belangengroepen.
Wie angst kan zaaien, weet zijn oogst immers vruchtbaar.
Intensieve veeteelt (ook van en bij mensen) is een goeie bodem voor snel uitbreidende epidemische ziektes. Bij dicht op elkaar levende dieren staan hygi?ne met schoon drinkwater, afvalverwerking, gevarieerde voeding, veilige werkomgeving en stressbeperking voor zinvolle preventie. Soms kunnen vaccinaties helpen tegen levensbedreigende virale en bacteri?le aandoeningen.

Maar door het beroep op het gelijkheidsbeginsel kan dit escaleren tot een pijnlijk dure en hilarische heisa zoals tijdens de ?pandemie? van de Mexicaanse griep waarvoor Nederland 32 miljoen vaccins heeft besteld, betaald en nadien voor tweederde vernietigd.
Het actief veralgemenen van elke preventieve strategie helpt de potenti?le pati?nt ?n de gemeenschapskas van de regen in de drop.
Wie het gelijkheidsbeginsel wil veralgemenen ongeacht de individuele situatie, verklaart graag het Mattheus-effect te willen bestrijden. Preventie campagnes richten zich zo op wie niet tot de ruime middenklasse behoort. Wie de weg in de gezondheidszorg reeds kent, consumeert namelijk al meer en beter.
Net zoals ieder mens een potenti?le pati?nt is, vormt iedere bejaarde – ook zonder klachten – een ferme bron van zorgkost. Zelfs wanneer ze hun leven als afgerond beschouwen.
In Vlaanderen wenst 90 procent een waardig levenseinde om pijnlijke en mensonwaardige behandelingen te vermijden. Bij Nederlanders zijn deze cijfers vergelijkbaar. Het massaal propageren van cholesterolverlagers en osteoporosepillen is ongezond en zinloos. Intussen draaien de eindeloze margarinecampagnes met linolzuur uit op een pijnlijke commerci?le grap. Ook al worden die door sommige ziekenfondsen mee gefinancierd, als klanten wervende preventie.


?We have to transform the art of medicine into the science of care? – Ted Kaptchuk
.




 

Archief

Gustave Caillebotte, impressionist en de fotografie – Gemeentemuseum Den Haag

14 februari 2013

Gustave Caillebotte, impressionist en de fotografie – Gemeentemuseum Den Haag

nog tot 20 mei 2013

In het zoals steeds prachtige Haagse Gemeentemuseum hangt de Parketschrapers (1875) van Gustave Caillebotte (1848-1894) uit het Mus?e d?Orsay prominent. Het werd destijds geweigerd op het Salon te Parijs wegens vulgair en shockerend als uiting van het dagelijkse zwoegen van proleten om de burgerlijke schoonheid van Parijse appartementen mogelijk te maken.? Van dit adembenemende werk bestaat een tweede meer gesofisticeerde versie uit 1876 waar de toon lieflijker, de krullen beschaafder en het zweet genoeglijker lijkt.

Caillebotte bekeek zijn wereld ook vanuit andere, ongebruikelijkere perspectieven, naar vorm en inhoud.

Gustave Caillebotte kon leven van zijn erfenis en speelde mecenas van o.m. Renoir en Monet. Hij bekeek de wereld door het oog van een fotograaf, de nieuwste kunst. En dat merk je aan zijn schilderijen.

Er hangen 50 van zijn werken in Den Haag. Een handvol ervan is zeer de moeite: op Pont de l?Europe (1876) flaneren de burgers langs de staalconstructies van de brug over de spoorlijnen. Ook de Vluchtheuvel op de Boulevard Haussmann (1880) en menige balkonsc?ne met of zonder hoge hoed zijn origineel. ?Kalfskop en ossetong? en ?De Yerres bij regen? behoren tot zijn beter werk.? Van ?Rue de Paris, temps de pluie? wordt een boeiende foto op grootte van Thomas Struth gepresenteerd die genomen werd in het Metropolitan New York. Van Monet hangt er een prachtige Blauwe Regen. In het Gemeentemuseum wordt het schilderwerk gelardeerd met 150 historische foto?s waaronder heel wat uit de 19de eeuw.

De fotoreeks Vespasiennes is veruit de beste. Haarscherpe urinoirs waar heren water en zaad konden maken.

Maar aan schilderijen ontbreekt het niet in het Gemeentemuseum: door de grootse renovatiewerken aan het Mauritshuis worden 100 topstukken uit dit museum naast Caillebotte tentoongesteld.

En daar hangen Gezicht op Delft van Johannes Vermeer, De Stier van Paulus Potter en De anatomische les van Dr. Nicolaes Tulp van Rembrandt van Rijn en ook Portret van een man van Michiel Sittow.

Naast de eigen collectie is ook het Wonder van Delftsblauw een ommetje waard.

 

 

 

Archief

Tine Quadens, Leven op de top van een vulkaan

14 februari 2013

Tine Quadens, Leven op de top van een vulkaan

uitg. Schrijverij Mooi Mens 2012

 

Lang geleden, toen de dieren nog leken te spreken, verklaarde? Prof. Dr. Kanunnik Joseph Remi Nuttin (1909 – 1988) – gemeenzaam den Ouwen Nuttin – psychologie prof aan de Leuvense Alma Mater aan kandidaat geneeskunde studenten die hij onderwees in zijn vakgebied dat hij dat zo graag deed, dat lesgeven aan mensen die niet aan psychologie geinteresseerd waren omwille van hun eigenste problemen, zoals het gebruikelijk was in zijn eigen faculteit.

Den Ouwen Nuttin vergiste zich wel meer. Zeker in onze ogen, in die prille jaren ?70 van de vorige eeuw.

In de geneeskunde studenten aan de KU Leuven waren de getormenteerden? makkelijk te herkennen aan de randen van en binnen extreem links van SVB over MLB, anarchisten, aanhangers van Camilo Torres en Che Guevara of bij diep gelovige katholieken van de nieuwe stempel met een oecumenisch kruisje van Taiz? om de nek. En ook in de spiegel was er veel te erkennen.

Later verscheen dit fenomeen ook weer aan de Antwerpse opleiding geneeskunde, bij docenten en studenten. Leven op de top van een vulkaan was ook daar niet uitzonderlijk. De duurtijd van de studie, de fysieke en psychische belasting leek naast een initiatieritus ook een afvallingskoers. Het was goed die vele jonge jaren samen aan te vatten en bij elkaar steun te vinden en aanmoediging en praktische hulp.

Een van hen was Tine Quadens (Duffel, 1960) die het ondanks nog zeer jong en tegenslagen toch maar mooi bleef volhouden, waarna ze met haar geliefde naar het Nederlandse Geldermalsen trok in de praktijk van zijn vader-huisarts. Inmiddels is ze daar meer dan 25 jaar huisarts en moeder van 2 kinderen.

De Belgische huisarts, die een tikkeltje ?plezant gek? is zoals ze zelf zegt, was een opvallend figuur in dat kleine Geldermalsen. Dat er meer aan de hand was, bleek pas veel later: Tine Quadens leed aan een bipolaire stoornis die niet herkend werd. ?Het heeft me 20 jaar gekost en dat in een milieu van artsen en hulpverleners. Het was een opluchting voor me: ik heb een diagnose!?

?Mijn type stoornis kent geen psychoses. Ik was altijd bezig, maar ook oververmoeid en angstig. Ik was vaak of te somber of te vrolijk ?? In mijn manische fase schrijf ik schriften en kladblokken vol, ik heb plannen voor 100 jaar en 100 mannen. Ik wil de top bereiken, ik heb voortdurend de drang om wereldberoemd te worden.? Drie keer kreeg ze een burn-out. In therapie heeft ze grenzen leren stellen. Na jaren van veel te hard werken, werkt ze nu parttime. Ze zit op zang- en tekenles, volgde een mindfulness-cursus en heeft eindelijk geleerd: ?Goed genoeg is beter dan perfect?.


Tine Quadens heeft de moed en het lef gehad hierover een boek te schrijven zodat iedereen kan meelezen in haar leven. Vaak po?tisch, mooi, soms tenen krullend, stout, ontluisterend. Het lijkt me een zinvolle getuigenis voor wie professioneel, familiaal, praktisch of bij zichzelf vergelijkbare fenomenen kent.
Leven op de top van een vulkaan is haar debuut. Het boek is opgedragen aan 3 mannen in haar leven: Rik, Erik en Kik. Rik is een onbereikbare jeugdliefde. Aan hem vertelt ze in het boek haar levensverhaal in briefvorm. Met Erik woonde ze 9 maanden samen, ze zouden gaan trouwen, maar hij bleek manisch depressief en pleegde su?cide. De derde man is Kik met wie ze nu al jaren een relatie heeft. ?Kik is een niet softe psychotherapeut? en samen hebben ze een zoon.

Leven op de top van een vulkaan, met illustraties van bloemen van de hand van Tines tekendocent Paul Mattijsen, is verkrijgbaar via Schrijverij Mooi Mens. Een deel van de opbrengst gaat naar de Vereniging voor Manisch Depressieven en Betrokkenen.


 

 

106.

Wat de dosis Zyprexa betreft ben ik gisteravond gestopt en heb ik niet gemerkt dat ik drukker ben, het gaat de goeie kant op of de depressieve kant, maar vandaar nog dat snufje Anafranil. Ik was wel wat ongerust dat ik niets meer van jou gehoord had na zaterdag en dat brengt me in parano?de waandenken. Ik ben dus psychiatrisch pati?nt en arts en wend mijn ervaring aan bij het helpen van psychische pati?nten. Een vrouw met diepe depressies vroeg me een keer: “Maar dokter, hoe heeft u dat dan gedaan tijdens die depressies?” “Wel, ik had een hulp en oppas, ik ging slapen en trok de deur dicht tot ik weer het woordje pap kon zeggen.” Het is ondertussen wel algemeen bekend dat ik dip maar daardoor ook goed ben in het helpen bij psychische klachten, en ik vind het ook fijn om zelf te weten wat die mensen doormaken. Voor hen is het geruststellend een dokter te hebben die hen kan begrijpen, het geeft een gelijke verhouding.

164.

    Jaren geleden was ik vaak ochtendmisselijk en voelde de spanning van het onverwachte wat zich dagelijks voordoet in mijn werk, voeg daarbij mijn hoog streefniveau en een draaiend plateau van angst en onzekerheid is geschapen. Zal ik dit keer door de mand vallen en terechtgesteld worden door een peloton rechtsprekende pati?nten? Ondertussen met lithium ben ik echt ontspannen. Ik voel me een goede arts (good enough) en ben in staat de meeste problemen op te lossen. Laat ze maar komen. Tussen de middag neem ik tegenwoordig altijd een pauze van minimaal twintig minuten, de hond kan dan zijn pootjes strekken en ik weid me aan mijn noodzakelijke ademhalingsoefening. Dan weer gerust aan de bulot. Tot zes uur. Op het werk rook ik niet, uit principe en uit zorg dat ik dan steeds meer zou gaan roken. Ondanks dit alles probeer ik mensen te ondersteunen met stoppen met roken, ik begrijp ze niet, ik heb ze door! Ik help ze om bij hun autonomie te komen. Zij zijn de kapitein, we motiveren volgens Socrates anders kan je er beter niet aan beginnen. In mijn hulpkit beschik ik over twee soorten pillen om het verslavingsgevoel te temperen. Roken zou gepaard gaan met extra ziektegedrag maar roken geeft ook een lagere levensverwachting van tien jaar. Ik word 94 en dat vind ik wel genoeg. Hoe ze de berekeningen maken dat stoppen met roken goedkoper is weet ik niet. De duurste tijd van je leven is je laatste half jaar, het terminale stadium kost bakken vol geld.

    Ik behoor nu tot de paria’s, de uitgestotenen staan buiten in weer en wind bij kroeg of restaurant enige medemenselijkheid te voelen van een glinsterende asbak met zijn verfomfaaide peuken, als indianen om hun stoofpot je. Een van mijn leukste verjaardagsfeesten was antirook. Samen met de rokers zetelden we ons op de houten trap van mijn boerderij woning en hadden veel plezier.

    Kik kon stoppen, vier jaar geleden, dankzij onze overbuurvrouw Margo die met mij de afwas deed en hem de ruimte gaf te joggen langs het strand of in het bos. Hij bemoeit zich niet met mijn rookbeleid en dat vind ik heel knap. Roken geeft structuur aan je dag, het schept de mogelijkheid om de dag op een licht dwangmatige manier in te delen. Voor het eten, na het eten, voor het boodschappen doen of erna, nog ??n sigaret voor het slapen gaan. Hoeveel heb ik er nog, moet ik nog de deur uit vanavond voor een pakje?

    Op dit moment wil ik het niet laten, het geeft me een denkbeeldig houvast die me sturing geeft aan mijn onstandvastigheid. Veel mensen met psychiatrische stoornissen roken, de zalen zien er blauw van.

    Ik help mensen met COPD, totaal uitgerekte longen die zo benauwd zijn dat ze voorovergebukt gaan onder hun kortademigheid. Ze doen een moord om lucht te krijgen. Het is pappen en nat houden, er helpt niets meer aan, de dokter is placebo geworden. Longkanker rukt op en vooral bij de vrouw. Elke actie om op ieder pakje een waarschuwing aan te brengen werkt averechts, het heeft nog meer aantrekkingskracht.

    176.

    Het uitblijven van het voor mijn ogen normale inlevingsvermogen dreef me in de hulpeloosheid van een kleuter: wie wil er mij nu nog? Het zorgde voor een foute diagnose alhoewel ik ook wel borderlinetrekken heb, zie mijn impulsiviteit en spaarzame woede-uitbarstingen. Het luisteren naar pati?nten breekt me op in mijn hypomane fase, ik wil graag gehoord en gezien worden, ik word te loslippig en vertel meer over mezelf wat de relatie niet bevordert. Ik heb het ook teruggevonden in eerdere schrijfsels waarin ik mezelf, mijn familie, onze naam over de daken wil schreeuwen.

    Lachende Rik, hoe het is als ik depressief ben kan ik je nu niet vertellen, want ik ben het niet en daarom schrijf ik door tot ik de hele cyclus gehad heb. Ik ben blij met je voorzichtige kritiek en kan deze wel plaatsen, binnen wat ik tot nu gefabriceerd heb. Ik had je niet gevraagd of je het goed vond, wel watje ervan vond (ik val weer door de mand dat ik alles letterlijk neem, dus geen kleine lettertjes als je ze er niet bij zegt, beetje PDD-NOS). Het van de hak op de tak springen is een niet bewuste stijlfiguur die volledig past binnen mijn spraakzaamheid en snelle denkvermogen waarbij het associ?ren op taalklanken een vanzelfsprekendheid is.

    Ik ben zoals de vulkaan, ze stoot haar lava in vele grote en kleine erupties naar buiten. Dat hoort zo. De aanwezigheid van getallen heeft te maken met dwangmatigheid en controle en ik denk dat de lezer het nodig heeft om de verhalen in de tijd te plaatsen, maar ik ga er wel naar kijken.

    Het feit dat ik mezelf tentoonstel is de inhoud van de manie, ik wil mezelf aan iedereen laten zien zoals ik ben en dat is goed genoeg. Ik meen te merken dat je exhibitionistische trekken minder waardeert dan introverte en dat je hunkert naar meer metafysische beschouwingen.

    Volgens Kik ga ik de breedte in en hij de diepte, een essentieel verschil als verklaringsmodel voor onze karaktertrekken. Zelfonderzoek, mezelf doorgronden doe ik inderdaad tegen betaling zodat mijn therapeut er auto van kan rijden en ik mijn zelfhaat en onvolkomenheden minder verwerp en bij contactproblemen mijn excuses kan aanbieden.

    Daarbij is mijn autoriteitsconflict verminderd en heb ik haast geen aanvaringen meer met pati?nten omdat ik mijn empathisch vermogen heb ontwikkeld. En dat is het me waard. Je zult nog wat geduld moeten hebben voor het zien van mijn kleine kant maar ik ben bang dat dat een afgezaagd station is. En gedichtjes zoals jij ze schrijft moet ik nog uitproberen, dat komt waarschijnlijk als mijn vader dood gaat. Ondertussen krijg ik schrijfsels van mijn vader, die ook aan zo’n levensverhaal begonnen is. Ik vind de mijne beter maar ik kon er wel om lachen.

     

    192.

    Ik kan gaan leren leven, vanuit mezelf, niet vanuit wat de ander van mij verwacht. Ik ga nu tweemaal per week naar therapie. Van Kik leer ik het bestaan van de intermediaire ruimte tussen twee mensen, ook al heb je een verschil van mening, er is een onderhandelingsgebied tussen beiden om hierover te praten. Mijn afstand tot mijn therapeut is genaderd tot op drie meter, het werkelijke verschil.

    De hectiek van het vak bevalt me steeds minder. Ik verdiep me in een studie psychologie of het omscholen tot psychiater. Dit gaat me echter zoveel inspanning kosten dat ik er niet aan begin, en ik voel me steeds meer een goeie huisarts. Ik droom over een buitenlandse vrouw die ik omarm om te troosten, die vrouw ben ik ook zelf. Ik kan mezelf troosten, ik kan op mezelf zijn en heb minder compassie nodig van een ander.

    Mijn status is nog steeds die van vreemdeling. Ik krijg meer ruimte om te onderzoeken. Mijn therapeut wordt mijn gesprekspartner, hij is geen vijand meer. Ik wil niet meer meegesleurd worden in de mallemolen van het werk, ik wil mezelf kunnen blijven, ook met tijdsdruk. Ik droom vaak over trouwen met mijn lief (dat zijn er verschillende) en ik heb geen trouwkleed en trek dus iets moois aan dat nog in de kast hangt.

    Dit wil zeggen dat ik het kan doen met wat ik heb. Ik heb genoeg in huis.

    Het huis is af, nu jezelf nog laten zien, zegt mijn therapeut. Ik wil gaan werken vanuit wat ik graag wil, waar ligt mijn grens, hoe kan ik het makkelijk aan? Ik droom dat ik op een analysebank lig bij een warme vrouw, ze omarmt me, kort daarvoor was ik nog een klein jongetje, met een piemel, dat zelf kan plassen: bij mijn moeder was het veiliger om een jongen te zijn.

    Als ik ergens geen zin in heb, komt dat omdat ik niet bij mezelf weg wil gaan, ik vertrouw meer op mezelf.

    Het feit dat ik ga roken is een overwinning op mijn ouders, het is vieren dat ik iets zelf beslis, ook al is het niet goed voor mij. Ik heb het onderzoeksrapport opgevraagd van het NPI en overweeg een second opinion in Halsteren.

    Ik schrik me dood van de beoordeling Borderline en zie dat als een motivatie voor een nieuw testonderzoek. Ik praat hier vaak over met mijn therapeut, ook over de mogelijkheid om drie dagen op de bank te gaan liggen.

    Mijn therapeut wil dat niet. Ik ben razend, ik wil hem pijn doen, hij zal me moeten missen, zijn ‘dochter’.

    Hij: “Je voelt je in de steek gelaten omdat ik jou niet vertrouw.” Ik ben woest: “Verdraag het maar, ik stop ermee, afgelopen!”

    Een week later zijn er gevoelens van verliefdheid, het tot elkaar veroordeeld zijn op een eiland. Vriendschap voor een man bestaat niet of ik loop ervoor weg. Zie jeugd: als ik verliefd was op een jongen toonde ik dat niet.

    Nog een week later ga ik het zelf weer doen. Ik heb opgeruimd, schoon schip gemaakt. Het vertrouwen in de helende kracht van therapie wankelt, mijn gevoelens van minderwaardigheid zitten diepgeworteld en dat heeft veel tijd nodig.

    In november 2007 barst ik opnieuw uit naar aanleiding van een conflict met Robert. Ik ben zeer boos en druk en laat niemand meer uitpraten. Het lijkt erop alsof de manie de uitweg is in de sleur. Ik begin met Lithium. Ik heb bipolaire twee. Sinds december 2008 mag ik toch ??n maal per week gaan liggen, ik word hypomaan, ditmaal zonder boosheid naar anderen.

    Er is recht geschied. Ik begin aan dit boek

     

    Archief

    Maarten van Roozendaal, Doden met verlof.

    11 februari 2013

    Doden met verlof

     

    Je geeft me heet water

    Je geeft me je zakje

    Je geeft me de suiker

    Zoals iedere keer

    Het was weer oorlog, m’n liefste

    En ik heb weer geslagen

    En nu sluiten we vrede

    Want dat doen we steeds weer

     

    Straks lach je

    En dan grijp je m’n hand

    We bedrijven de liefde

    Of we doen weer alsof

    We zijn doden, m’n liefste

    Alleen maar doden, m’n liefste

    Doden met verlof

     

    Want al het geluk, zeg je

    En alle ellende, zeg je

    Het is allemaal extra

    Het is allemaal iets

    En we zijn hier om te leren, zeg je

    En dan kan er iets fout gaan

    Maar ik blijf van je houden

    Het geeft allemaal niets

     

    En dan lach ik

    En dan grijp ik je hand

    We bedrijven de liefde

    Of we doen weer alsof

    Ach, we zijn doden, m’n liefste

    Alleen maar doden, m’n liefste

    Doden met verlof

     

    Want zo groot als de wereld

    Zo klein is ons leven

    Het begint altijd met meppen

    En het eindigt met moord

    Wij zijn niet anders, m’n liefste

    We zijn slaaf van de wetten

    Doden met verlof

     

    Dus, geef je me water

    En kom hier met je zakje

    En de suiker Voor de laatste keer

    Want het zal altijd zo blijven

    Er zal nooit iets veranderen

    En dat we van elkaar houden

    Dat helpt ons niet meer

     

    Dus ik sta op

    En ik geef je een hand

    Dan neem ik afscheid

    Of doe ik weer alsof

    Ach, we zijn doden, m’n liefste

    Alleen maar doden, m’n liefste

    Doden met verlof…

     

     

    Maarten van Roozendaal

     

    http://www.youtube.com/watch?v=0_2Ul3abBU8

     

    Archief

    Anna Enquist, Een kooi van klank

    4 februari 2013

    Tamboer

     

    We horen hem wel, de tamboer in de verte,

    maar luisteren niet. De maat van zijn stokken

    bepaalt onze stappen. Ook nu. Verwijlen

     

    wil ik bij een wals van vroeger, een dans,

    kind op de arm. Het spant ondraaglijk

    tussen toen en vandaag. Aan de mars valt niet

     

    te ontkomen. Woedend doe ik een greep

    in de muziekdoos van het geheugen, waar

    haar te vinden voor ik omval? Maar kijk,

     

    de trommelaar brengt ons het kleinkind,

    verlokt ons tot een nieuw lied, zadelt ons op

    met de laatste vreugde voor de eindstreep.

     

    Anna Enquist, Een kooi van klank. Gedichten 2012

     

     

    Archief

    vrt deredatie.be blog: Geen woning, geen kroning?

    2 februari 2013








    Geen woning, geen kroning?


    30 / 01 / 2013

    Bijna 33 jaar geleden maakte Nederland zich op voor de grootste rellen in vredestijd ooit: het kroningsoproer. De toenmalige kraakbeweging was er in een periode van economische crisis in geslaagd woede om schrijnende woningnood te koppelen aan onrust over de pompeuze kroning van Beatrix tot nieuwe Oranjevorstin.

    De slag om de Blauwbrug

    ?Geen woning, geen kroning? leidde tot feestelijke en grimmige confrontaties in de straten van Amsterdam, met traangas op de Dam en een ware slag om de Blauwbrug. Drie jaar later opende A.F.Th. van der Heijden er zijn magistrale cyclus mee: ?De tandeloze tijd?.

    Zolang de Here Jezus op aarde heeft verkeerd om zijn opdracht te volbrengen, zolang zal Majesteit met Zijn hulp ook aan haar opdracht gewerkt hebben. ?God zij met ons? liet ze ter verduidelijking als randschrift in de 2 Euro munten van het Koninkrijk der Nederlanden graveren.
    Dat de tijd tandeloos was, werd door weinigen toen reeds begrepen.
    Voor velen leek de toekomst strijdbaar rood te gloren aan de oosterse kim.

    Kruisraketten

    De kraakbeweging radicaliseerde tot een gewelddadig lustrum en onderwijl werd er in West-Europa heel wat af betoogd voor vrede, tegen de plaatsing van kruisraketten met kernkoppen en tegen ?Kernenergie, neen bedankt!?

    In 1979 besloten de NAVO-lidstaten in Europa 572 kruis- en Pershing-II-raketten te plaatsen, waarvan 48 in Woensdrecht in Nederland en evenzoveel in Florennes in Belgie. De kernwapens in Oost Europa en de Sovjetunie vroegen volgens de NATO om een adequaat antwoord.
    Kort voordien waren de voordelen van de nieuwste neutronenbom bekend geworden: ?Mensen gingen dood, maar gebouwen bleven staan.?

    De christelijke vredesbeweging trok mee op tegen de dreigende vernietiging van de mensheid. De angst zat er goed in bij de bevolking. Maar toch besliste de Nederlandse en de Belgische regering om de plaatsing van de kernwapens door te laten gaan.

    Vredesbetogingen

    Op 21 november 1981 kwam in de slipstream van kroningsoproer en krakersrellen bijna een half miljoen mensen bij elkaar in Amsterdam tegen de plaatsing van de kernwapens. Omdat de organisatoren op 40.000 deelnemers hadden gehoopt, overspoelde de manifestatie de hele binnenstad al bleef het vooral een vreedzame bedoening van jong en oud, links en extreem links, vrijzinnig en gelovig.

    De rotten meebetogende Nederlandse soldaten in uniform en de processies van psalmenzingende religieuzen in habijt waren indrukwekkend.
    In 1983 volgden nogmaals op 23 oktober een half miljoen betogers door de straten van Brussel terwijl de roomsblauwe regering Martens V het fiat reeds had gegeven voor het invliegen van de kruisraketten.
    Op 29 oktober manifesteerden in Den Haag nogmaals 550.000 mensen tegen de plaatsing van de kernraketten. De grootste manifestatie ooit in Nederland.

    In datzelfde jaar kwam de film ?The Day After? uit op de Amerikaanse tv met op slag 100 miljoen kijkers. Het verhaal over de dag na een kernoorlog hakte er ook in West-Europa keihard in.

    De tandeloze tijd

    Achteraf bleek het waarlijk een tandeloze tijd.
    Met de oliecrisis van 1973 begon een periode van economische neergang gepaard aan de afbouw van de zware industrie. In Nederland werd de V.U.T. (vervroegde uittreding) een razend succes want oudere werklozen behielden zowat hun vroeger loon. De werkgevers konden op die manier hun dure arbeidskrachten vlotjes dumpen.

    In Belgi? probeerde men de stijgende werkloosheid te keren door oudere werklozen een bedrijfstoeslag te geven wat leidde tot brug- of prepensioen. Zo zouden jonge mensen makkelijker kunnen instromen op de arbeidsmarkt. Allerlei nepstatuten werden gecre?erd gaande van het Bijzonder Tijdelijk Kader (BTK) – Derde Arbeidscircuit (DAC) – Interdepartementaal Begrotingsfonds (IBF) tot tewerkgestelde werklozen. En later nog het exotisch klinkende Gesco met ook nog een heilzame arbeidstijdverkorting tot 40 uur per week, later 38, zelfs 36 en soms 32 uur per week.

    Babyboomers

    Geen van deze maatregelen kon verdoezelen dat er teveel werkzoekenden bleven toestromen in een krimpende economie. De naoorlogse babyboomers verschenen in groten getale op de arbeidsmarkt en werden vaak afgescheept met nep-statutern.

    Het tandeloze van die tijd bleek uit het eindeloos rekken van allerlei verlokkingen en douceurtjes zonder fundamentele vernieuwingen in de organisatie van de productie en de arbeidsmarkt. De Rotterdamse socioloog Willem Schinkel merkte op dat de hele mei?68 ? beweging, van studenten met of zonder arbeiders, een legitimatie opleverde voor een ander vorm van kapitalisme, postfordistisch, met ge?ndividualiseerde flexibele verhoudingen tussen mensen waarbij consumptie belangrijker is dan productie, een consumptiemaatschappij.

    Vrijheden die in de nasleep van mei ?68 bepleit werden, zijn precies de vrijheden die passen bij dat type kapitalisme: seksuele vrijheid, emancipatie, individuele vrijheden los van collectieve structuren, los van familieverbanden. De hele idee van ?revolutie? was schijn. De theoretische basis ervan een ideologie – marxisme, bolsjewisme, trotskysme, mao?sme – die toen al achterhaald was.

    Intussen zijn we ruim 30 jaar verder en werd de tijd nog meer opgerekt.

    In Nederland boomt het zzp-statuut – zelfstandig zonder personeel – want dat maakte de vroegere werknemer helemaal vrij om te ondernemen, te handelen, toch?
    Jonge mensen vermijden de confrontatie op de ?arbeidsmarkt? wegens onaantrekkelijk of kansloos. Dus maar verder voor een hogere, ruimere en bredere opleiding.
    De al jaren aangekondigde uittocht van de oude babyboomers levert niet de verwachte ruimte op voor de jongeren van vandaag.

    Varkenscyclus

    Maar in een varkenscyclus van grote overschotten – vooral in de socio culturele en ict – sector – valt er niet veel te ondernemen.
    De tijd van studeren voor je plezier is helemaal voorbij al proberen hogescholen en universiteiten nog steeds hun varkenscyclus hoog te houden met prachtige toekomstvoorspellingen bij een instortende vraag.
    Goed opgeleide twintigers komen weer terecht in nep-banen voor het leven. Al is de woningnood ruim opgelost, mede door de intussen failliete woningco?peraties, met een stagevergoeding of vrijwilligerswerk hebben jonge mensen nog steeds geen hoop op een eigen woning.

    Tijdens het koningschap van Beatrix is Nederland veranderd van een vrolijk, zelfbewust, creatief, sociaal en balorig land tot een angstige, onzekere, individualistische en balsturige borderline natie.

    Koningin Juliana was niet alleen haar moeder, maar ook die van het verzuilde vaderland. Koningin Beatrix wordt nu alom geprezen om haar professionalisering van het koningschap, waarbij ze wordt vergeleken met een geslaagde CEO in het bedrijfsleven. De bevolking zit intussen wat verweesd te kijken naar de goed georkestreerde oranje gekte. Premier Rutte verkondigt alvast een viering met stijlvolle bubbels in plaats van ranja met prik.

    ?Ze bedacht dat wreedheid in de wereld veel meer voorkwam dan mededogen, en dat mededogen soms zelf een vorm van wreedheid was.? Amos Oz, Onder vrienden.