deredactie.be opinie&blog: Mythisch mantra van gelijke kansen
MYTHISCH MANTRA VAN GELIJKE KANSEN
07 / 02 / 2010
Wanneer gespierde taal over ?zero-tolerance? en ?lik-op-stuk-beleid? verder
moet dragen dan de lange tenen van weigerige rechters, hanteren in
Vlaanderen en Brussel dynamische politici met graagte het gretige mantra
?gelijke kansen in het onderwijs?. D?t is dan de finale doordenker als
oplossende verklaring voor straatcriminaliteit, werkloosheid en grootstedelijke
onveiligheid.
Manifeste kreten over spijbelaars, over de ?angry youth bulge? van 10.000
jongens uit grote allochtone gezinnen die in het Brusselse opgroeien zonder
een decent diploma en beroepsperspectief zijn niet alleen in Belgi? te horen.
Het barre land
In Nederland staat men natuurlijk veel verder met de aanpak van dit soort
problemen. Daar zijn onderwijsdeskundigen een halve eeuw in de weer met
regels en reglementen om voor iedereen de kansen op de onderwijsmarkt
gelijk te trekken.
Evenwel met barre gevolgen.
Februari is de grimmigste maand, althans voor Neerlands hoop in bange
dagen. Menig kinder-en ouderhart gaat dan in overdrive wegens de ?citotoets
?. Om het eindniveau – de eindtermen – te toetsen heeft het ?Centraal
instituut voor toetsontwikkeling? reeds vijftig jaar ervaring met multiple choice
vragen. Met de ?entreetoets? wordt vastgesteld welke middelbare opleiding de
pupil mag aanvatten.
?Polderbac?
Een nationaal, geijkt systeem waar niet alleen de kwaliteit van de school
maar ook het niveau van de leerling in kwestie wordt gewogen, zou tot
voorbeeld moeten strekken, niet?
Op het eerste gezicht vergelijkbaar met het Franse ?baccalaur?at? dat met
een nationaal examen na het middelbaar de toegang tot het hoger onderwijs
weegt. Niets mis mee, toch?
Nederland zou echter geen ?Niemands Land? zijn, wanneer aan dit soort
toetsen geen pedagogische en onderwijskundige draai gegeven wordt.
Sinds de uitbesteding van toetswerk aan private ondernemingen die graag
goed aan hun subsidietrekken komen, leidt cijfergewichel tot helende
statistische stimuli.
Polderbalsem
Stel, je haalt negen op tien op je toets. Dan is dat toch een schitterend
resultaat, niet? Zeker in een land met een ?zesjes-cultuur?.
Maar zo gaat het niet bij de Cito-toets.
Het ?natuurwetenschap & techniek – nwt- tijdschrift? legt in haar
februarinummer enkele statistische hoogstandjes van die cito-toets bloot. Zo
haalt iedereen minstens 501 punten met als hoogte score 550. Als je dit cijfer
omrekent, haalt iedereen minstens 9 op 10.
?Die gratis 501 punten zijn Cito-balsem op de tere kinderziel. Zelfs degenen
die niets van de toets terecht brachten, lijken nog aardig te hebben
gepresteerd.?
In 2009 scoorde het zwakste kwart van de leerlingen 528 punten of lager. De
waterscheiding tussen zwak en sterk lag rond 536. Vanaf 542 verschijnt het
slimste kwart.
?Na aftrek van de cito-balsem blijkt dat de zeer zwakke leerling pas punten
krijgt als hij of zij meer dan 55 vragen goed heeft beantwoord. Bij 200
multiplechoice-vragen met 4 antwoordkansen is het gemiddeld aantal
goktreffers immers 50. Maar ook aan de bovenkant is er een plateau: wie 187
vragen goed heeft (13 fout) haalt 550 punten. Hierdoor halen ruim 4400
leerlingen het maximum, 1 op 30.?
Dit gegoochel helpt de meeste scholen toch minstens aan ??n leerling met
het maximum der punten.
Gelijke kansen illusies
Deze maaiveld-nivellering beaamt het ?gelijke kansen? mantra en heeft een
ravage aangericht in het Nederlandse onderwijs. Generaties jonge mensen
werden en worden nog steeds de onbenulligheid ingevoerd onder het mom
van ?leuk, lekker, makkelijk? en een als ?taalvaardig? omschreven grote bek.
Wie geld, status en ambitie heeft, stuurt in Nederland zijn kinderen naar priv?
scholen, elitescholen, gymnasia en als het effe kan over de grens naar de
Vlaamse onderwijsinstellingen.
Onderwijsemancipatie was ooit een ijzersterk punt van het vroege socialisme.
Enkel keihard werken, dubbel gemotiveerd studeren zou proletenkinderen
een sociale promotiekans kunnen bieden.
Wie vandaag democratisering van het onderwijs probeert te slijten als ?gelijke
kansen? organiseert vormen van debilisering.
Het Nederlandse onderwijssysteem is daarvan een verbijsterend voorbeeld.
De zesjes-cultuur reikt er tot op universitair niveau: in een toegangsproef
enkel jaren geleden voor de Twentse Technische Universiteit haalde minder
dan 10 % van de kandidaat studenten het minimale wiskunde- en
wetenschappenpeil, noodzakelijk om de lessen nog maar te kunnen
begrijpen.
Overbodig en onrendabel
Misschien lopen de huidige en komende ?gelijke kansen? in de pas met
nieuwe economische tijden. De toekomst lijkt aan de passieve consumenten
die in een hang naar onmiddellijke behoeftebevrediging de markt weer
moeten aanjagen. Met een dalende tewerkstelling heeft de economie minder
behoefte aan denkers en doeners van enig niveau: zelfstandige en betrokken
(mede)werkers, producenten, ontwerpers, intellectuelen.
De frustratie van schoolplichtigen stijgt in gelijke mate, want wie voor een
dubbeltje wordt geboren, wordt met dit soort onderwijs ook nooit een
kwartje. De echte rekening krijgen ze wel gepresenteerd op de
hyperflexibele arbeidsmarkt met inferieure hamburgerjobs.
Nochtans stijgt de re?le nood aan bekwame, betrokken en betrouwbare
vaklui met beroepsfierheid, kortom de betere vakman ? ook in de medische
en zorgsector.
Van een socialiserend onderwijsideaal is bij dit alles natuurlijk geen sprake
meer. Een hysterische samenleving heeft geen belang bij streven naar
maatschappelijke en intellectuele emancipatie.
Youth Bulge
Dat jongeren uit verkommerde voorsteden zich graag beroepen op
islamitische waarden en -normen – gepropageerd door zelfbenoemde
geestelijke leiders zonder investituur – om zich in een West-Europese
maatschappij afwijzend te manifesteren, zal niet keren door het uitreiken van
diploma?s en getuigschriften. Zij weten intussen ook reeds dat ze met zo?n
stukje papier niet automatisch aan de bak komen op een krimpende
arbeidsmarkt. Daar maak je het alleen waar op basis van je eigen inzet,
talenten, creativiteit en een dosis geluk. Met of zonder diploma.
Of zoals Gunnar Heinsohn in ?Zonen grijpen de wereldmacht? opmerkt: ?Een
youth bulge treedt aan het licht als er te weinig sociale posities vrijkomen
voor het aantal jonge mannen dat zo?n positie begeert. Het levert al
spanningen op als een vader meer dan ??n zoon heeft en wel binnen het
gezin, waar het niet simpelweg gaat om twee jongens, maar om de
eerstgeborene en zijn broer. De afgunst of zelfs de dodelijke wrok tussen
deze twee levert al vanaf Ka?n en Abel stof voor talloze literaire werken.? (p.
31)
Op zoek naar publieke en private redelijkheid
In ? Wie gaat er dan de wereld redden?? pleit Rik Torfs voor een publieke
redelijkheid die wetenschappelijk kan worden onderbouwd, wat iedereen kan
delen of toch zou moeten delen. ?Daarnaast is er een soort van private,
minder wetenschappelijke redelijkheid die je niet zomaar met de anderen kan
bespreken en al zeker niet aan en kan opdringen. Het gaat daarbij niet langer
om het zuiver rationele. Onze gevoelens sijpelen erin binnen en kleuren de
idee?n. De mix van gevoelens en gedachten die op die manier tot stand
komt, dringen wij terug tot het niveau van het priv?-leven. Ten onrechte.
Gedachten die je niet kan veralgemenen, kunnen anderen toch raken. Zo ook
gevoelens?. (p.197)
Waar klampen zich nog wortels vast, waar groeien
Nog takken uit dit steenpuin? Mensenzoon,
Je weet of raadt het niet, want je kent alleen
Een hoop gebroken beelden, nu de zon blaakt,
De dode boom geen schuilplaats biedt, de krekel geen soelaas,
De dorre steen geen klank van water. Alleen
Onder deze rode rots is er schaduw,
(Kom hier in de schaduw van deze rode rots),
En ik zal jou iets anders laten zien dan
Je schaduw die ? s ochtends achter je aan stapt
Of je schaduw die ?s avonds op je toe komt;
Ik laat je vrees zien in een handvol stof.
( T.S. Eliot, The Waste Land – Het barre land. vert. Paul Claes)
www.janvanduppen.be