knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

Ng Sauw Tjhoi, Marc Vandepitte – Made in China. Gustaaf Geeraerts, Jonathan Holslag, Macht of Mythe.

27 november 2006

Ng Sauw Tjhoi & Marc Vandepitte, Made in China, meningen van daar. Uitg. EPO Radio 1

Meningen van daar, tsja, dat zal ongetwijfeld wegens een lange reeks korte interviews met een enkele leuke en meer flauwe anekdotes. Dat het gaat om meningen van daar, uit China welteverstaan, valt ongetwijfeld onder de EPO noemer : '? Wat te denken over…?'? en '? Lichtbaken van et socialisme in Europa'?, maar dat ging in de jaren 70 over Albanië. En deze meningen zouden iets over China moeten vertellen in de stijl van 'meningen? Geen meningen!' want inhoudelijk stijgt het boekje niet boven het badinerende anekdotische maaiveld uit en schuwt het vooral interessante en moeilijke themata zoals de collusie tussen vakbonden en bedrijfsleiding, tussen privé en publieke belangen, tussen geleuter om toch maar geen gedegen analyse te moeten produceren of laten vertellen.
Een misser dus, behoudens een enkele inkijk in de betekenis van GuanXi, het netwerk waar alle Chinezen dienen te functioneren om te kunnen overleven, binnen het gezin, de familie, de clan, het bedrijf, de buurt enz. Zonder GuanXi ben je een vogel voor de vele poezen die zonder mededogen op de loer liggen om meer dan een bek vol veren te vangen. Ook de relatie tussen de auteur van Hakka Chinese afkomst en de verre familieleden die hij opzoekt en die hem in de goede traditie waardig fors laten betalen voor hun gastvrijheid. Hakka's zijn Han Chinezen die uit het Noorden op de vlucht voor de Mongoolse invasie terecht komen in het zuiden op de grens tussen de provincies Fujian en Guangdong, waar ze zich in grote ommuurde boerderijdorpen moeten terugtrekken om zich de Han buren van het lijf en de bezittingen te houden. Het verhaal van zijn familie en de terugkeer spreekt nog het meeste aan in dit boekje.

Een heel ander verhaal is het boek van Gustaaf Geeraerts en Jonathan Holslag, Macht of mythe? Achter de schermen van het Chinese groeimirakel. Uitg. VUB Press
Hier wordt wel een gedegen historische, economische, sociale en politiek analyse gemaakt van de huidige ontwikkelingen van China.

254. Grenzen aan de groei.
Werkloosheid in China (door de grotendeels jobloze groei en stijgende migratie van werklozen van het platteland) inflatie en de ongelijke geografische spreiding van de groei leggen dus een zware hypotheek op de verdere ontwikkeling. Nu reeds maken deze drie problemen de interne situatie explosief, vooral in de steden. De extreme ongelijkheid tussen rijk en arm werkt als een brandversneller in op de frustratie onder de miljoenen ontredderde arbeiders. In combinatie met een steeds groter aantal hooggeschoolde werkloze jongeren gaat van deze groep een enorme mobilisatiekracht uit. Eén vonk kan volstaan om een hele stad in oproer te brengen. De politieke elite erkent dit probleem, maar staat met de handen in het haar. Hoe moet ze omgaan met de patstelling tussen de hoge verwachtingen enerzijds en de beperkte vooruitgang anderzijds?

257. De kans dat China ooit zal uitgroeien tot de nieuwe supermacht, is klein. Het land botst steeds meer op de grenzen van zijn eigen groei. Ook zijn omgeving heeft het moeilijk om al dat geweld te absorberen. China staat voor de tweesprong. Ofwel slaagt het in zijn ambitie, ofwel valt het opnieuw uiteen. Een tussenweg bestaat niet. In al onze euforie over het Aziatische groeimirakel zou het kortzichtig zijn om geen aandacht te besteden aan een plan B.
36. Het resultaat van de economische boom aan de oostkust van China is dat de sociale dynamiek van de nieuwe steden er een is van extremen. Enerzijds is er het aanzwellende lompenproletariaat dat van iedere vorm van welvaart verstoken blijft, anderzijds de nieuwe elite die met haar oogverblindende luxe de bestaande frustraties aanwakkert.

37. In tegenstelling tot wat werd beloofd, neemt een groot aantal Chinezen een verslechtering van zijn levensomstandigheden waar. (...) De elite treedt de traditionele waarden en normen met de voeten terwijl het tezelfdertijd eist dat de gewone burger eindeloos begrip opbrengt voor zijn moeilijke situatie. Het economische nationalisme wordt doorprikt omdat men vaststelt dat van nationale solidariteit niets meer is te merken.

43. Als er op de werkvloer een conflict ontstaat dan is et de vakbond verboden om te staken of tot andere acties over te gaan. In plaats daarvan dient hij in eerste instantie een dialoog aan te gaan met het bedrijfsmanagement. In geval van een patstelling kan het syndicaat echter de hulp inroepen van… de lokale overheidsinstanties. De belangrijkste verklaring voor de repressieve rol van de plaatselijke besturen bestaat er dus in dat zij zowel rechter als betrokken partij zijn en daarnaast vrij kunnen beschikken over alle pressiemiddelen.

49. Eigen volk eerst, ook in Shandong waar de overheid besloot dat vreemdelingen uit andere provincies niet meer dan veertien procent van de totale arbeidsbevolking mogen vormen.

55. Economische schizofrenie. Sinds enkele jaren blijkt de spectaculaire groei echter een corrosie van de nationale eenheid te veroorzaken. De belangrijkste reden hiervoor is dat de globalisering zeer onevenwichtig inwerkt op het enorme land.

56. Mirakel op Drijfzand. De Volksrepubliek puurt 70% van haar welvaart uit de export. Amper 25% van de goederen die in China geproduceerd worden , zijn bestemd voor de binnenlandse markt. China's enorme exportvolume is net zozeer een teken van zwakte als van sterkte.
59. China is een reus op lemen voeten. Het slaagt er slechts moeizaam in zijn enorme groeipotentieel te transformeren in welvaart en het slaagt er nog in om tevredenheid te creëren bij de bevolking. (...) Het resultaat is een zeer intense maatschappelijke stress waarbij de minste schok kan uitmonden in een grootschalige crisis. Risicofactoren bevinden zich zowel in het buitenland als in het binnenland.

99. China heeft veel weg van een draak met een januskop. Het heft een dubbele identiteit.

112. De binnenlandse factoren vloeien voort uit het feit dat de CCP koste wat kost aan de macht wil blijven. Deze doelstelling zet een krachtige rem op de mogelijke hervorming van het politieke systeem, die hierdoor immers tot de strikte noodwendigheden dient te worden beperkt. Op termijn zal de coà?ptatiepolitiek van de partij enkel overleven indien de Chinese leiders erin slagen de dynamiek van de economische ontwikkelingen in stand te houden. Lukt dit niet dan is het lang niet denkbeeldig dat de consensus over de binnenlandse en buitenlandse politiek voor de bijl gaat ten gevolge van sociale onlusten, toenemend negatief nationalisme of verlies van politieke controle door de partij.

122. Omgaan met China plaatst ons voor een enorme uitdaging die met omzichtigheid en het nodige inzicht dient te worden aangepakt. Historisch gezien zijn periodes waarin nieuwe machten opkomen, altijd al problematisch geweest. De geschiedenis leert ons ook dat ongewenste escalaties meestal voortvloeien uit verkeerde percepties, verkeerde inschattingen en overreacties.

128. Vooral jonge, ambitieuze ofwel tanende dynastieën waren historisch het meest belust op regionale overheersing. Expansie en erkenning door naburige hoven dienden de noodzakelijke legitimiteit los te weken bij de wantrouwige basis in het binnenland. De buitenlandpolitiek was daarbij onlosmakelijk verbonden met het Hemels Mandaat.

173. Azië bevindt zich in een cruciale transitiefase. Zeker is dat China een centrale rol zal spelen. De Volksrepubliek kan er slagen om alsnog uit te groeien tot het nieuwe centrum van Azië. Vereiste is dat alle belangrijke spelers meer baat blijven zien in de samenwerking dan in confrontatie. (...) Maar ook Adam Smith kan gelijk krijgen : in plaats van een geconcentreerde groei in een kernland d kan zich een lint van verstedelijking, industrie en welvaart ontwikkelen dat grensoverschrijdend uitrolt aan de kusten van het Aziatische continent. (...) Machtsconflicten zullen zich in dat geval niet zozeer afspelen tussen de verschillende staten dan wel tussen rijk en arm, kust en binnenland. Tot slot bestaat de kans dat de mislukking van het Chinese groeiproject uitmondt in nationalisme, militarisme, conflict en regionale chaos. Investeerders zullen zich in dit geval terugtrekken, de handel loopt spaak en de eeuw van Azië komt vroegtijdig aan haar einde.

210. Europa voert een mild beleid ten aanzien van China dat is gebaseerd op voorwaardelijke samenwerking. Het is bereid om de Volksrepubliek de hand te reiken en te investeren in de ontwikkeling van het land, maar daarvoor moet het wel tegemoet komen aan verschillende eisen. Dit is een unieke wijze om met veranderingen in de wereld om te gaan. In tegenstelling tot de VS lijkt Europa zich niet voor te bereiden op een confrontatie. Er is nauwelijks sprake van herbewapening. De Europese staten vatten geen post in Azië om de Chinese invloed indien nodig in te dammen. Harde macht die gebaseerd is op afschrikking of dreiging, blijkt uit het diplomatieke vocabularium verdwenen. Europa wil daarentegen de banden aanhalen en invloed putten uit de onderlinge economische onafhankelijkheid. Daarnaast meent het een model te zijn waaraan China zich voor zijn eigen belang zou moeten spiegelen.
217. De relatieve macht van Europa gaat er in snel tempo op achteruit. Dit geldt in eerste instantie voor de militaire slagkracht. (...) Met de tanende economische invloed van de EU gaat ook een belangrijke diplomatische hefboom verloren. Ook de laatste EU pijler, die van de soft power, de kunst van het verleiden, begeeft het. West Europa beschouwt zich zelf als een aantrekkelijke partner met een respectabel normbesef op het vlak van de democratie, mensenrechten, goed bestuur, vrije handel enz. Het wordt echter steeds moeilijker om deze waarden te verkopen in het buitenland. Het Chinese model van een sterke staat en sterke economie kent veel meer succes. De voorbeeldfunctie van Europa wordt tevens ondermijnd doordat de Chinese groei de interne breuklijnen en verschillen helpt blootleggen. (...) Dat het nationale belang als een paal boven water blijft staan, geldt zowel voor jonge ambitieuze staten zoals China én voor staten waarvan de invloed taant.
Doordat de Europese Unie de confrontatie met deze realiteit schuwt, dreigt ze zelf in de achterhoede te belanden en haar eigen integratieproces te hypothekeren.
'Het ligt in de aard van de mens', schreef de Romeinse historicus Livius, ' om in tijden van voorspoed te weigeren naar de argumenten te luisteren die de holheid van die voorspoed aantonen.'

243. Safari mercantilisme '? Lompenimperialisme
'Om het centrum te domineren, moet men de periferie beheersen,' formuleerde een ambitieuze keizer tijdens de Qingdynastie. De recente generaties leiders in Peking lijken deze boodschap zeer goed te hebben gevat. China heeft de derde wereldlanden hard nodig om als machtige en welvarende staat opnieuw een centrumpositie op de internationale scène te veroveren. (...) De huidige Chinese strategie wordt beheerst door economische belangen.
244. De export van fabricaten en de import van grondstoffen naar de derde wereld zijn aanzienlijk toegenomen. (...) De Chinese staatsbedrijven blijven slechts kleien garnalen op de grondstoffenmarkt. (...) Als er al sprake is van een nieuw imperialisme in de derde wereld, dan blijft dit vooralsnog beperkt tot lompenimperialisme.

254. Grenzen aan de groei.
Werkloosheid in China (door de grotendeels jobloze groei en stijgende migratie van werklozen van het platteland) inflatie en de ongelijke geografische spreiding van de groei leggen dus een zware hypotheek op de verdere ontwikkeling. Nu reeds maken deze drie problemen de interne situatie explosief, vooral in de steden. De extreme ongelijkheid tussen rijk en arm werkt als een brandversneller in op de frustratie onder de miljoenen ontredderde arbeiders. In combinatie met een steeds groter aantal hooggeschoolde werkloze jongeren gaat van deze groep een enorme mobilisatiekracht uit. Eén vonk kan volstaan om een hele stad in oproer te brengen. De politieke elite erkent dit probleem, maar staat met de handen in het haar. Hoe moet ze omgaan met de patstelling tussen de hoge verwachtingen enerzijds en de beperkte vooruitgang anderzijds?

257. De kans dat China ooit zal uitgroeien tot de nieuwe supermacht, is klein. Het land botst steeds meer op de grenzen van zijn eigen groei. Ook zijn omgeving heeft het moeilijk om al dat geweld te absorberen. China staat voor de tweesprong. Ofwel slaagt het in zijn ambitie, ofwel valt het opnieuw uiteen. Een tussenweg bestaat niet. In al onze euforie over het Aziatische groeimirakel zou het kortzichtig zijn om geen aandacht te besteden aan een plan B.

Reacties graag naar mailadres.