knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

Brussel Halle Vilvoorde: België is een regime, geen democratie – Peter De Graeve

28 september 2007

‘Vlaamse belgicisten laten zich door de Franstaligen een rad voor ogen draaien’, schreef Peter De Graeve op de Opiniepagina van De Standaard (26092007) . ‘België is een royalistisch, antidemocratisch en op egoà?sme gebaseerd regime dat alleen in stand wordt gehouden om Franstalige belangen te verdedigen.’

De ontstemde democratie
door Peter De Graeve

'Regime', volgens Van Dale: een staatsbestel of regeringsstelsel, een wijze van uitoefening van het bestuur. Het woord is afgeleid van het Latijnse 'regimen', en kwam via het Frans in onze taal terecht. 'Regimen' komt van 'regere': besturen, regeren. Reeds in de twaalfde eeuw bestond in het oud-Frans 'regisme', wat toen koningschap betekende. Het Nederlands lijkt de term pas te hebben overgenomen in 1820, tijdens het Koninkrijk der Nederlanden dus, onder het '?regime van Willem I van Oranje-Nassau.

België is onmiskenbaar een regime. De organisatie van het land wordt gekenmerkt door een bewindsvorm, niet door een echt democratisch proces. De zinvolheid van dit Belgische bewind staat vandaag, terecht, ter discussie. Het behoud van het Belgische bewind wordt vandaag, terecht, op het spel gezet. Het al dan niet overleven van dit bewind vormt de kern van de huidige crisis. België is een bewind, geen democratie. De mogelijkheid of onmogelijkheid van een waarlijk democratische hervorming van het Belgische regime zal beslissen over de uitkomst van de huidige crisis. De Vlaamse partijen benadrukken de mogelijkheid van zo'n hervorming (van een 'echt federalisme'). In de Vlaamse publieke opinie daarentegen slinkt, verontrustend snel, het geloof in die mogelijkheid. Dit laatste komt doordat het steeds scherper tot het politieke bewustzijn van heel wat Vlamingen doordringt dat de wil tot democratische hervorming geen adequate echo vindt bij de Franstalige partijen en de Franstalige publieke opinie. De zogenaamde radicalisering van de Vlaamse publieke opinie is daardoor volkomen gelegitimeerd. Ze beantwoordt aan een gerechtvaardigde wil om komaf te maken met het Belgische regime. De Franstalige partijen daarentegen zijn bereid alles in het werk te stellen om het Belgische bewind te behouden zoals het is. Daarom verzetten zij zich met hand en tand tegen de Vlaamse visie op het federalisme, dus tegen de mogelijkheid zelf van een broodnodige democratisering van het land.

Over welk regime gaat het? De grote doorbraak van de moderne democratische gedachte kwam er in ons land, zoals in de buurlanden, bij de invoering van het algemeen enkelvoudig stemrecht, net na W.O.1. Als een gevolg daarvan kwam algauw de democratisering tot stand, ook in haar 'communautaire' gestalte: de vernederlandsing van de Universiteit Gent, van het gerecht, van de administratie. Bijna twintig jaar na W.O.2 werd met het vastleggen van de taalgrens die eerste democratiseringsgolf voortgezet. Maar tegelijk werd de democratie zelf vakkundig ingesnoerd door de invoering van het huidige regime. Een zogenaamde alarmbelprocedure werd ingesteld, zogezegd ter wederzijdse bescherming van de taalgemeenschappen, in feite ter beteugeling van het algemeen enkelvoudig stemrecht, dus van de democratie. Belangrijke politieke beslissingen zijn vandaag enkel rechtsgeldig indien ze zijn goedgekeurd door een tweederde meerderheid in de Kamer van Volksvertegenwoordigers, plus een absolute meerderheid in elke taalgroep. Die procedure wordt doorgaans verdedigd als een democratische rem op de mogelijke ontsporing van een essentieel democratisch systeem. In de praktijk is ze bedoeld ter bescherming van de Franstalige belangen.
Het verheffen van deze zuiver (collectief-)egoà?stische doelstelling tot één van de meest essentiële grondwettelijke regels zorgt ervoor dat de Belgische grondwet in haar geheel niet langer de democratie beschermt, maar een regime, ofwel een wijze van bewindvoering (Van Dale). De democratie is ontstemd.

Het debat over het dossier BHV helpt dit te verduidelijken. Neem als voorbeeld het recente pleidooi van professor emeritus Etienne Vermeersch. De man wil het democratische territorialiteitsbeginsel erkend en dus de faciliteiten afgeschaft zien, in ruil voor de overheveling van vier faciliteitengemeenten naar het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Dit idee is een variant op het voorstel van het FDF om de bevolking van de faciliteitengemeenten via referendum te laten beslissen over een eventuele aanhechting bij Brussel. Welnu, als de grondnorm van het Belgische regime op dit geval moet worden toegepast, lijkt mij de gewenste overheveling alleen rechtsgeldig te zijn indien twee derden van de betrokken gemeentebewoners ermee akkoord gaan, maar met een dubbele meerderheid, binnen elke taalgroep. Met andere woorden, overhevelen kan niet als niet de meerderheid van de Vlaamse inwoners hun toestemming geven.

Waarom zou een grondrecht dat goed is voor vier miljoen Franstalige landgenoten ineens niet goed genoeg zijn voor de Nederlandstalige inwoners van de faciliteitengemeenten? Dat iedereen, inclusief Vermeersch, het evident vindt dat deze dorpelingen wel heel Brussel kunnen krijgen, maar niet dit Belgische grondrecht, bewijst de grondige pervertering van de Belgische democratie. Zo wil Vermeersch het universele respect voor wet en democratie afdwingen door de wet aan zijn laars te lappen en de democratische procedures te omzeilen. Dat is geheel in de geest van het Belgische regime. Om nog te zwijgen over de vraag, o Spiritus Emeritus, waarom de Vlaamse deelstaat territorium moet afstaan om nu net het territorialiteitsbeginsel aan de Franstaligen duidelijk te maken? (Schonk u ook onmiddellijk uw hoofd weg als een student tegenover u koppig bleef?)
Als het territorialiteitsbeginsel dan toch de enige rechtvaardigheidsgrond vormt waarop u een Belgisch democratisch federalisme verdedigbaar acht (en hierin hebt u alvast gelijk), waarom het niet gewoon, heu, toepassen? Vermeersch' voorstel tot aanhechting van vier gemeenten is de Belgische onredelijkheid ten top: na vijftig jaar huwelijkse ontrouw wordt de bedrogen partij gevraagd een pink af te staan om het samenleven te redden. Als internationaal gewaardeerd Professor in Stervensbegeleiding zou Vermeersch moeten weten dat je op die manier geen levens redt.

De radicalisering van de Vlaamse publieke opinie is onomkeerbaar. Wie dit niet willen inzien, zoals de goedgelovige domkoppen onder journalisten en intelligentsia die graag doorgaan voor 'progressief' (d.w.z. die graag over de Braziliaanse, de Congolese of zelfs mondiale democratie nadenken, maar liever niet over de Belgische), staan nog enkele ontmoedigende weken en maanden te wachten. De radicalisering is onomkeerbaar om een eenvoudige maar dwingende reden. De Vlaamse opinie wil namelijk niet weten van een regime waar democratische regels verschillen al naargelang de regio waar men zich bevindt. Ze wil niet weten van een grondwet die alleen die 'demos' in bescherming neemt die het spreken van het Frans verheft tot een universeel recht, maar het Nederlands afdoet als een vervelend regionaal fenomeen. Ze wil, kortom, niet weten van een politieke kaste die zich handig wegstopt achter hoogdravende principes van verdraagzaamheid, democratie (FDF), hervormingsgezindheid (MR), solidariteit (PS) en universeel humanisme (CdH), maar die in werkelijkheid een naar de huidige Europese normen aftands royalistisch, antidemocratisch en op egoà?sme gebaseerd regime verdedigt.

Naar aanleiding van de Verjaardag van België, afgelopen zaterdag, waar nauwelijks een Vlaming aanwezig was, verklaarde Milquet doodleuk dat 'blijkbaar alleen Franstaligen het Belgische federalisme nog verdedigen'. Franstalige politici lipten er, jawel, de Brabanà?onne mee, en kweelden vervolgens een obligaat 'Vive la Belgique'. Maar zolang deze kreet mee inhoudt: 'Vivent les facilités', 'Vive l'élargissement de Bruxelles' en 'Vivent les Francophones de Flandre' zal de Vlaamse publieke opinie blijven radicaliseren. Op dezelfde wijze vormen de ontelbare Belgische vlaggen die dezer dagen de ramen en gevels van de hoofdstad sieren voor de Nederlandstaligen alles behalve de uitdrukking van een reëel verlangen naar meer democratie. Ze zijn simpelweg de uitdrukking van een Belgisch nationalisme dat, zoals Antoinette Spaak onlangs nog in Knack vaststelde, door steeds meer Vlamingen wordt afgewezen, bewust, onbewogen, radicaal.
Une véritable démocratie vaut bien une crise.

De auteur is filosoof

Reacties graag naar mailadres.