knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

Henk Pröpper,  Hartslag 27 

29 juli 2021

Henk Pröpper,  Hartslag 27 

uitgeverij De Bezige Bij 2021 

In Hartslag 27 wordt op een perfecte manier een jaar corona, een periode van precaire gezondheid en een hele gedachtewereld samengebracht. Het is een persoonlijk essay dat alle hoogten en diepten aan doet. ’ Carel Peeters in VN 

31. Ik ben er intussen aan gewend bijna niemand tegen te komen, en de meeste mensen die ik ontmoet, ontmoet ik niet: ze wenden hun blik af. Zelf merk ik dat ik de behoefte heb de schaarse personen die ik zie juist aan te kijken, op zoek naar het leven boven het mondkapje. Ieder verlangt naar het leven, en voelt het in zich kloppen, maar we zijn bang voor andere levens. Alleen kinderen kijken me aan. (Dagboek)

32. In een stad, en Parijs vormt daarop beslist geen uitzondering, behoort het tot de ongeschreven regels te doen alsof de buren niet bestaan. Het is een kunst je niet met elkaar te bemoeien. 

54. Allemaal hebben wij een leraar nodig die zich over ons ontfermt, ons beschermt en scherpt. Ons de ogen opent. Dat is het verhaal dat gedurende de hommage aan Samuel Paty werd verteld. Nadat Camus was ingelicht over de Nobelprijs die hem was toegekend, stuurde hij zijn leraar de volgende zinnen: ‘Toen ik het nieuws kreeg, was mijn eerste gedachte, na die aan mijn moeder, aan u. Zonder u, zonder die liefdevolle hand die u heeft gereikt aan het arme kind dat ik was, zonder uw onderwijs, en uw voorbeeld, was niets van dit alles gebeurd. Ik hecht geen al te groot belang aan dit soort eer maar deze is tenminste een gelegenheid om u te zeggen wat u voor mij geweest bent en nog altijd bent, en om u te verzekeren dat uw inspanningen, uw werk en uw genereuze hart [...] nog altijd levend zijn in een van uw kleine leerlingen, die ondanks zijn gevorderde leeftijd niet is opgehouden uw dankbare leerling te zijn.’

In de stilte van mijn huis, zonder het indringende oog van de televisie, hoor ik de stem van Camus.

Treffend geeft hij in de eenvoudigste bewoordingen aan wat mensen in alle tijden – en zeker de onze – nodig hebben: de warme hand, de gunstige blik van een ander. De brief is een hommage aan Monsieur Germain, en, in deze zo heel andere context, aan Samuel Paty, door collega’s en oud-leerlingen geprezen om zijn geïnspireerde onderwijs, zijn hart voor kinderen. De brief is, misschien meer nog, te lezen als een eerbewijs aan alle leraren die kinderen bij de hand nemen en hun een weg bereiden.

Met de kleinste bijzin denkbaar is de brief ten slotte een liefdevolle herinnering aan zijn moeder, die hem in armoedige omstandigheden wist te steunen en te stimuleren. Zij was het die hem de kans gaf te lezen in een omgeving waarin het boek weinig waardering genoot.

Het uitspreken van dankbaarheid is geen gemeengoed in onze tijd, het gebeurt vaak achteraf, als het te laat is. Ook dat maakt deze brief bijzonder, hij was op tijd.

60. Wat mij bijblijft is het klaarblijkelijke onvermogen van onze generaties om te gaan met onzekerheid. Het moet een aangeboren talent zijn, leven met onzekerheid, na millennia van nood en strijd, maar wij in het Westen hebben het grotendeels verloren. Zoveel jaren van relatieve voorspoed en detente moeten ons het idee hebben gegeven van voortdurende vooruitgang, of tenminste een comfortabele status quo. De onbeheersbaarheid van de dingen heeft in die orde geen plaats. En juist de onzekerheden stapelen zich momenteel op. 

109. ‘Iemand kan zich slechts gelukwensen met de bekoorlijkheden van zijn geliefde als met een gelukkig toeval,’ schrijft Stendhal. De grootste van die bekoorlijkheden was de zachtmoedigheid, die zich ook uitdrukte in de gevoeligheid van haar bewegen en gebaren. Die maakte dat mijn hoop niet meer vervloog, en nu, zoveel jaren later, begeleidde die mij naar de kliniek.

Reacties graag naar mailadres.