Klaus Mann, Het getraliede raam.
Klaus Mann, Het getraliede raam.
1937 – Uitg Cosimo 2025
70. Er valt een intens licht op zijn lot, en op het hare. Ze begrijpt zijn dood, en ze weet welke dood voor haar bestemd is. Ze weet ook waarom zij en haar broederlijke vriend niet bij elkaar mochten komen, hoewel ze toch van elkaar hielden. Ze weet alles. Haar hart vult zich tot aan de rand met weten, zoals harten zich soms tot aan de rand met tederheid vullen. Maar mensenharten zijn niet sterk genoeg om het weten of de tederheid vast te houden.
Het grote weten dat de arme Elisabeth een kort, overweldigend moment geschonken krijgt, is veel meer dan een vluchtig inzicht in de onontkoombare wetten die boven haar leven en dat van haar broederlijke vriend staan. Wie het vergund wordt, een ogenblik lang – maar helaas, slechts gedurende dat ene verlichte moment! – het eigen lot en dat van wie men heeft lief gehad ten diepste te begrijpen, die wordt ook ingewijd in andere wonderen. De immense mengeling van kwellingen en gelukzaligheid, van gesnik en gejuich, dat zijn borst beweegt, laat hem de samenhang en de orde vermoeden van wat voorheen raadselachtig verward was en zelfs gruwelijk leek.

