knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

Wreed geluk. Claus, Vlaanderen en de liefde.

16 juni 2009

‘Wreed geluk. Claus, Vlaanderen en de liefde’? werd door John Albert Jansen gedraaid voor de 40ste editie van Poetry International Rotterdam, de eerste van een reeks dichtersportretten.
Donderdag 18062009 op het Felix Poetry Festival?te Antwerpen ?en nu reeds op DVD.
Hugo Claus vertrouwde op de begrafenis van Gerard Reve aan Jef Geeraerts toe ?Zie toch hoe lelijk dat huis hier is. We zullen het kopen, samen.? ’

Geen mooier beeld van twee oude schrijvers die een derde ten graven dragen en zich bekommeren om de lelijkheid van het land waar ze beiden uit het zinkende laken zijn opgestaan. Klaar om weer heen te gaan.

John Albert Jansen is niet te beroerd om met de beelden het ?Wreed geluk? te tonen van wie in dat land en onder die mensen tussen de lakens zweetten.

De metafoor van de fietser rijdt door het beeld :eeuwig wentelende wielen met blikkerende spaken. Op het ritme van de pedalen horen we de woorden?voor de dood, die altijd aanwezig is.

Jef Geeraerts nog beduusd tussen de gevlochten dozen en manden van zijn leven na de dood van zijn geliefde vrouw.? Roger Raveel?in verwondering dat de man die zijn moeder in 1946 mee afgelegd had, zichzelf had laten afleggen. Pjeero Roobjee die Hugo?s euthanasie zeer lang niet plaatsen kon. Allemaal verhalen van mensen in verwondering, verbijstering, verweesd in het oog van de schimmen die hen ook reeds omringen.
Alleen Guido Lauwaert hield het hoofd recht voor de lens. Hij had de klop van magere Hein ? met harten van anderen -? reeds zo vaak gehoord dat hij er helemaal mee klaar was, au-del? du d?sespoir.
Zelfs oog in oog met Onze Lieve Vrouw van Oostakker.

?Wreed geluk? wordt gedragen door prachtige beelden ? zelfs vanop de Ijzertoren ? en door enkele canons waar de meester met zijn broer Odo, Pjeero Roobjee, Jan Decleir, Jef Geeraerts en Guido Lauwaert? over de dood heen kettingspreken.
De mooiste is die van ?Nu nog? , die me altijd doet denken aan de middeleeuwse? ?Klute van Nu Noch? , de meester ongetwijfeld goed bekend.
Het heeft iets van de jazz muziek die Odo Claus guitig en monkelend voor Hugo draait in zijn krocht nadat hij vergeefs en totaal overbodig een laurierstruik probeerde te knippen als kroon voor zijn broer.
?Wreed geluk? heeft iets van wurgseks, een passioneel maar gevaarlijk spel voor lichtvoetige meesters die met hun bevrijdende doodsverachting velen met verstomming slaan.
I

Nu nog, aan de galg vandaag, met een vod in de mond,
zij die wakker wordt met gezwollen lippen, ogen toe,
zij was iets dat ik wist en toen verloren heb, en hoe,
maar hoe ben ik haar kwijt, hoe blaft een dronken hond?

XXVIII
Nu nog terwijl ik in haar verstrengeld en geknoopt zit
is de Verwoester bezig en verschroeit Hij de mensen.
Mensen van enige standing zijn hun weg verloren
als na een gevecht zonder wapens en zonder winnaars.

XXIX
Nu nog in haar boeien geklonken en met de bloedneus
van minnaars zeg ik, van haar bloeiende lente vervuld:
‘Dood, folter niet langer de aarde, wacht niet, lieve dood,
tot ik klaargekomen ben, maar doe zoals zij en sla toe!’

Reacties graag naar mailadres.