knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

Niet als slaaf geboren, en geen zin om als slaaf te sterven

Geboren in het jaar dat Stalin stierf, is mijn levensloop een stafrijm geworden, waarop men kan steunen met de stemme…wegens waarlijk het licht gezien in Turnhout op 22 oktober 1953 en actief geweest als uiterst links militant (marxist – leninist – maoïst). Als oudste uit een onderwijzersgezin van vier zonen op het Kempense platteland (Gierle, het dorpje van Louis Neefs) heb ikzelf noch iemand van mijn broers de toen gebruikelijke levensloop gevolgd.

Turnhout
Na de dorpsschool bij vader in de klas, met de fiets naar Turnhout, het Jezuïetencollege, waar ik – veel jonger dan mijn klasgenootjes – het jezuïtische keurslijf probeerde te doorbreken zodat ik halfweg de klassieke humaniora verzocht werd in het belang van de school en mijzelf deze te verlaten.

Lier
Mijn radeloze ouders stopten me in het internaat van de aloude Rijksnormaalschool te Lier, 150 jaar kweekschool van politiek en literair ‘talent’. Daar leerde ik via leraars en studiemeesters de sociaal democratie van iets dichterbij kennen, en kon ik als jonge overmoedige snaak meteen oordelen dat dit niets voor mij, laat staan voor het land of de wereld zou zijn. Het werd dus AMADA, Alle Macht Aan de Arbeiders, in de nadagen van mei ‘68, via het lokale ‘Werkcentrum’ voor politieke discussie en actie. Mijn baard was ros, mijn pijp onafscheidelijk, boven een kaki parka en blauwe jeansbroek. Het uniform van de ‘kritiese’ jongeren van toen. Een mislukte opstand tegen het verbureaucratiseerde zelfbestuur van de Rijksnormaalschool te Lier dat onder leiding stond van de hoogste jaarsleerlingen, leidde het jaar nadien tot een absolute meerderheid voor onze lijst bij de normalistenraadsverkiezingen. De RNS te Lier was immers de eerste en in 1969 een van de weinige scholen in het land waar de leerlingen een echt zelfbestuur hadden. Zij bestierden de leerlingenvoorzieningen, deelden de straffen uit, spraken recht over hun medeleerlingen en publiceerden een schoolkrant die bij wijlen hoge toppen scheerde. Het was een eigenaardige mengelmoes van wetgevende en rechterlijke macht. Maar blijkbaar toch voldoende om velen de zin in het politieke, het maatschappelijke debat bij te brengen.

Leuven
Van Lier naar de Katholieke Universiteit te Leuven en na de eerste meeting over het nakende fascisme reeds opgesloten in de Rijkswachtkazerne bij de vrijdagrellen waartussen ik per ongeluk versukkelde wegens aangetrokken door het laaiende vuur bij een bankgebouw in oprichting en de weg kwijt in het donker. De studies psychologie bleken na een eerste jaar niet je dat en de fabrieken lonkten. Stakingen, betogingen, pamfletten schrijven, herschrijven, stencilen en bedelen in late en vroege uurtjes – het Oosten was telkens weer vuurrood. Om de lieve centen werd bijgeklust in de Alma-restaurantketen. Bij voorkeur in de afruim voor de vuilbakken zodat een overgebleven hap hier en daar mooi meegenomen was en onderwijl contacten werden gelegd met andere studenten, veel ouder dan wij en van heel ver weg: Baskische ETA militanten, Portugese dienstweigeraars, Spaans marxisten, Peruviaanse aanhangers van Enver Hoxha, Chileense Leninisten, Sandinisten en alle mogelijke andere tisten. De grote bibliotheek werd bezet en door ons nachtenlang beslapen tegen de benoeming van Spies, een verdediger van het apartheidsregime tot lector Zuidafrikaanse literatuur , de rijkswacht was onze vriend niet, we betoogden tegen BSP minister Vranckx, tegen de verhoging van het inschrijvingsgeld, tegen de Griekse Kolonels, tegen Braziliaanse Generaals, tegen de F16 gevechtsvliegtuigen en het VMO. De proffen werden vrolijk tegengesproken in hun lessen want het grote gelijk stond aan onze kant. Althans dat dachten we toen nog.
De theorie diende praktijk te worden. De studies werden gestopt, de briljante toekomstcarrière afgevoerd en het fabrieksleven werd ons deel.

Mol – Beringen
De Grote Mijnstaking van 1974 en de Grote Dokwerkersstaking leerden ons de geur van traangas. Een kleine carrière in een blikfabriek – Crown Cork Deurne – eindigde voortijdig in een staking te Mol waar we als autochtoon naartoe werden gestuurd. De arbeiders van de glasfabrieken Glaverbel te Mol zagen ons komen en kregen uiteraard ongewild onze volle steun. Het reële ‘Groenten uit Balen’ speelde enkele jaren voordien nog op een boogscheut daarvandaan. Walter Van den Broeck begon al flink succes te boeken in de parochiezalen en op theaterpodia met zijn fenomenaal theater van het ware leven. Mijn arbeiderscarrière werd hervat op PRB , het munitiefabriek naast Vieille Montagne te Balen, waar ze door de staatsveiligheid voortijdig beëindigd werd na amper veertien dagen. Het werd dan maar bandwerk in het asbest-cement fabriek Johns Manville te Mol waar mijn kandidatuur voor de syndicale verkiezingen meteen ontslag betekende. De rijkswacht diende me buiten te dragen en mijn collega’s staakten enkele dagen, zonder succes. Waar kon je dan nog terecht om arbeider te worden, want dat was uiteraard onze diepste drijfveer: hoe kon ik mijzelf des – intellectualiseren? Het was niet makkelijk omdat ik zo graag las en studeerde. Aan de band of in oorverdovende werkomstandigheden waar geen andere communicatie mogelijk was, hield ik me kloek met hoofdrekenen en wiskunde: van de productie over de winst tot ons karig loon en terug. Het werd de mijn, de steenkoolmijn te Beringen die plots 800 arbeiders extra nodig had, daar vijf jaar over deed en er niet in slaagde haar arbeiderspotentieel te behouden. Ik werd ondergronds mijnwerker en was er fier op.
Het diepst in de grond, de meest ellende arbeidsomstandigheden, maar een grote kameraadschap, een grote verantwoordelijkheid als arbeider en grote rugproblemen nadien: de dagelijkse stank van steenkool, verhitte oliedampen, de adembenemende warmte in de ondergrondse gangen en pijlers en de ongevallen van de collega’s en mijzelf. Een knetterende ruzie met de bedrijfsarts na een ongeval bracht licht in mijn duisternis: ‘Ik kan dat beter dan gij, smerige beenhouwer !’.

Antwerpen
Het werd dan ook geneeskunde, samen met mijn broer. Na eerst nog een jaar tram- en busbestuurder bij de Antwerpse MIVA waar nadien als jobstudent nog een beetje te verdienen viel. Op RUCA - waar ook een tijd nachtwaker – startten de kandidaturen met nadien free-lance journalist voor De Morgen, per centimeter over stadsnieuws, restaurants, fietsreizen (Antwerpen – Nice, Antwerpen – Ardeche, Athene – Antwerpen) en wetenschapsjournalistiek. De finale reis naar China op uitnodiging van de collega’s van de Renmin Ribao, het Volksdagblad, bracht de breuk die er reeds lang zat aan te komen. Er was iets mis aan die partij, aan die theorie, aan dat marxisme – leninisme.
De voltallige redactie van het PvdA weekblad Solidair diende zich iedere avond te bevragen of er misschien iemand die dag een argument gevonden had waarom China socialistisch zou kunnen zijn, volgens ons althans. Nadien vloog zowat de hele redactie aan de deur, behalve ik die wegens mijn proletarisering in de fabrieken en steenkoolmijn een kans kreeg om in te zien dat mijn collega Solidair- redacteurs allemaal objectieve bondgenoten van de staatsveiligheid waren. Als zelfkritiek diende ik van Viktor Serge een boek te lezen over de infiltratie van de tsaristische geheime politie in de bolsjewistische partij van Rusland. Bleek dat Viktor Serge, mede-organisator van de communistische geheime dienst, nog veel meer boeken geschreven had – vooral toen hij gevlucht naar Parijs met scherpe pen het Sovjetregime en Stalin aan de kaak stelde. Nou, dat wist onze toenmalige hoofdredacteur niet van Viktor Serge.
Mijn stages als geneeskunde student verliepen voor een groot deel in Zimbabwe waar net de marxist Mugabe de bevrijdingsoorlog gewonnen had. Het nepotisme en machtsmisbruik was toen al duidelijk. De ellende voor de zwarten nog lang niet voorbij. Een carrière in de ontwikkelingssamenwerking werd me afgeraden: ginder altijd vreemdeling en na een tijdje hier ook niet meer thuis. Zeker als ik de vrouwen van sommige artsencollega’s aan de sherry en de bridge avonden zag ten onder gaan. Het werd dus huisarts in België. Bij Geneeskunde voor het Volk groepspraktijken hoefde ik niet aan te kloppen. Ik was geen onbeschreven lei. Ik had teveel de leien zelf beschreven. Het werd Turnhout, godbetert!

Turnhout
waar ik vandaan kwam, waar ik zoveel jaren moeite had gedaan om toch maar uit de Kempense kneuterige verstikkende sfeer te vluchten. Mijn project voor Gezondheidscentra werd aanvaard door de Socialistische Mutualiteit, maar niet in Mechelen, wat ik uiteraard veel leuker had gevonden, zo midden tussen Antwerpen – Leuven en Brussel. Het duurde wel een paar jaartjes eer ik over het "naar – Turnhout – terugkeersyndroom" heen was. Alles leek nog net als 20 jaar vroeger, de winkels, de straten, de fabrieken, zij het meer werklozen en toch wel sociale woningwijken, waar ik al snel vele patiënten telde. Huisarts was en is voor mij een vertrouwensarts, degene die zijn patiënten bijstaat, letterlijk van bij de geboorte tot in de dood, al dan niet genadig of goed. 15 jaar huisartsgeneeskunde en de confrontatie met alle problemen in de ziekteverzekering, in de sociale zekerheid, in apotheek-, dokters- en ziekenhuiskosten, armoede en eenzaamheid, verslaving en verdriet, stress en geluk maakten mij tot de bewaarder van de verhalen van hen die niet meer zoeken naar een stem. De sociaal-democratie wenkte. Niet zozeer om haar politiek programma, noch om haar politiekers. Na de lente van Peking in 1989 was voor mij de breuk met het marxisme onomkeerbaar geworden. In een bepaalde periode van mijn leven zou ik de tank bediend hebben die de studentenopstand verpletterde en op een ander moment zou ik door diezelfde tank verpletterd geworden zijn. Lezen en studeren was opnieuw een tweede natuur geworden. Ik was gelukkig weer geïntellectualiseerd – zij het met een zwart gat van 1970 tot 1980 waarin de hele Nederlandstalige literatuur aan mij is voorbijgegaan. De SP begon me te vragen. Ik bezocht al eens een vergadering en treurde om de eindeloze herhaling van een jarenlange gekende ellende, want ook in datzelfde bedje was de SP ziek. Tot het Vlaams Blok te Turnhout vanuit het niets verscheen. Er zijn in Turnhout nlk nogal wat vreemdelingen, maar het zijn allemaal rijke fiscale vluchtelingen uit Nederland! Tot een patiënte haar verontwaardiging uitte dat haar gehandicapte dochter geen sociaal appartementje kreeg en die vuile negers wel! Haar vader was destijds nog een van de stichters geweest van de Belgische Werklieden Partij in de Kempen. Dat kon ik niet langer aanzien.
Het werden parlementsverkiezingen in 1995 en ik haalde een redelijke score: bijna 3000 voorkeurstemmen. De druk steeg om verder te gaan.
Het werd een tweede plaats op de SP lijst voor het Vlaams Parlement Mechelen Turnhout.
Het was een zware en moeilijke campagne – de verlaatte rekening van de Agusta smeergeld affaire – en toch net verkozen door het spel van de apparentering.

Brussel – Vlaams Parlement
Het Vlaams parlement had wel iets, en vooral ook niet.
Op de website www.vlaamsparlement.be onder de hoofding ‘parlementaire documenten’, ‘zoeken’, ‘vragen en interpellaties’ – ‘agenda’s,verslagen en handelingen’ vind je na intikken van de naam van de indiener, vraagsteller ed. alle tussenkomsten gedurende mijn vijf jaar als Vlaams volksvertegenwoordiger.
De vernieuwing van de SP zag ik wel zitten al was de reactie op mijn tussenkomst in De Ceder te Deinze rond partijvernieuwing eerder een van verbijstering. De gloednieuwe huurling die als voorzitter was aangetrokken omdat de resterende bonzen elkaar het licht in de ogen niet gunden, had in de eerste fase van zijn functie – naar later bleek meer dan dik betaald in een vennootschap – een externe consultant binnengehaald. Als eye opener dienden alle nationale mandatarissen een spreek-bitter-bijeenkomst te volgen, waar eenieder vrijelijk zijn of haar commentaar mocht ventileren op de partij, het verleden en de fouten of sterke punten. Het was immers de tijd van de SWOT analyses. De Grote Voorzitter, Mao dus, zou deze truuk destijds ‘Laat honderd bloemen bloeien, laat honderd scholen wedijveren noemen!" Wie het achterste van zijn tong liet zien, was gescand en werd bijgevolg gewogen en in het vizier gehouden. Ik dacht nog in termen van sterkte en zwakte en diagnostische en therapeutische benaderingen en wanneer het dan mijn beurt was, vergeleek ik de sfeer in de organisatie als die bij een incestfamilie, waar de omerta heerst: iedereen wist wie allemaal de dochters verkracht hadden, maar iedereen had een eigen reden om te zwijgen en te doen alsof ze van niets wisten. ‘t Werd even stil rond de immense tafel. Ik had nog geen besef van de betekenis van machtstrijd, laat staan van het niveau waarop dit soort krachtmetingen gespeeld werd en geloofde nog dat een figuur als Patrick Janssens de klus waarvoor hij was ingehuurd wel zou kunnen klaren. Aangezien ik vooralsnog geen suïcidale neigingen had, en een politiek mandaat nooit beschouwd heb als een beroep, behield ik mijn werk als huisarts in een groepspraktijk gedeeltelijk aan: tussen de mensen, onder de mensen, bij de mensen, nietwaar… Keihard werken, en dus in het Vlaams parlement er toch snel in geslaagd om het probleem van de internering in de Belgische gevangenissen op de agenda te krijgen, zelfs federaal waar eindelijk maatregelen leken te starten. Het zou nog jaren bij ‘leken’ blijven.

En dan werd het opnieuw Turnhout, in de gemeenteraad.
Met vrouw, dochter en zoon – woonden we intussen te Beerse, een erg eigentijds huis, zeer naar onze zin, zelf mee ontworpen, inclusief grote tuin. Voor de gemeenteraadsverkiezingen zou het Turnhout moeten worden, gezien het belang die door de zelfverklaarde provinciale SP-bonzen aan deze stad althans verbaal – werd gehecht. We zijn verhuisd, voorlopig naar een appartement achter mijn huisartsenpraktijk.
Gelukkig liepen onze kinderen tegen die tijd beiden school in het Koninklijk Atheneum.
Onze dochter miste haar fietsvriendinnen ’s ochtends en ’s avonds. Onze zoon droomde van een basketcarrière.
We kochten een flink te restaureren en dan ook nog geklasseerde woning van de hand van architect Van Steenbergen in het stadscentrum en verkochten ons droomhuis in de villawijk van Beerse. Gelukkig hebben we een theorie en vermits ik heel mijn leven al aangepast heb aan theorieën die ik tracht te ontwikkelen, zou ook dit wel lukken. In Beerse woonden we op de Steenweg naar Gierle.
In Turnhout wonen we in de straat met dezelfde naam als die van mijn ouders te Gierle.
Vlaanderen, België, dit deel van West
Europa heeft maar één toekomst: dat is de zeer hoge bevolkingsdichtheid in steden. Die dienen dan ook bepalend te zijn voor de politiek in en de organisatie van dit land. Turnhout heeft onder een homogeen CVP bestuur vanaf ’s lands onafhankelijkheid tot voor 18 jaar en ook daarna met een CVP - VLD coalitie teveel haar centrumfunctie verloren ten voordele van de zuiderkempen. Và?à?r de tweede wereldoorlog kende onze Nederlandse zusterstad Tilburg 35.000 inwoners.
Turnhout was toen zelfs groter en belangrijker.
Vandaag is de fusiestad Tilburg met 150.000 inwoners een zeer belangrijk centrum van de Noordbrabantse stedenrij: Breda, Tilburg, Eindhoven.
Vandaag is Turnhout amper 40.000 inwoners slechts een schaduw van wat deze stad had kunnen zijn.
Jonge mensen die elders werk vinden, zijn nog steeds bijna verplicht om te verhuizen want Antwerpen, Brussel, Eindhoven en zelfs de Geelse industriezone zijn moeilijk bereikbaar vanuit Turnhout. Aangepaste woongelegenheid voor jongeren en alleenstaanden is trouwens in het Turnhoutse centrum te duur en te zeldzaam. Het stadscentrum vertoont teveel leegstand van winkels en huizen. Industriëlen en ondernemers vinden geen of nauwelijks nog geschikte terreinen.
De toegangswegen, het kanaal en de spoorwegen worden niet of onvoldoende uitgebouwd om Turnhout weer de hoofdstad van de Kempen te maken. Turnhout werd teveel stiefmoederlijk behandeld door Brussel en de lokale bestuurders waren al gauw tevreden met een tweede ‘Bokrijk’: een leuk toeristisch stadje met wat groen, een paar musea, een markt met cafés en een paar winkelstraten. Enkel het cultureel centrum De Warande hielp de roep van Turnhout uitstijgen boven de middelmaat. Indien het stadsbestuur de volgende jaren het roer niet drastisch omgooit, mist Turnhout opnieuw de boot van de industriële, economische, sociale en culturele vernieuwing. Nog steeds telt onze stad een van de het hoogste werkloosheidspercentage.
Nog steeds heeft onze stad veel meer kansarmen dan de andere Kempense steden!
Na de gemeenteraadsverkiezingen hielden we ons sterk door samen met Agalev te onderhandelen. De CVP kopstukken hielden het bij de aloude VLD partner, die intussen fors gegroeid was en de nodige kapsones bleek te krijgen maar ook kreupel strompelde door de onderlinge ruzies.

Brussel – Senaat
www.senate.be, voor wie verder wil gaan, (linker kolom), zoekmogelijkheden in de parlementaire publicaties, op auteur, auteursregister op naam – daar vind je alle tussenkomsten in de senaat tijdens het jaar 2003-2004 Van interne ruzies werd de SP - intussen SP.A – toch op Turnhouts niveau gespaard, omdat we een groep jongeren hadden weten aan te trekken die zin hadden in politiek werk en verder leken te kijken dan hun neus en eigenbelangen reikten. Dit leidde met de verkiezingen van 18 mei 2003 tot een nooit gezien succes: voor het eerst in de geschiedens van België haalde de sp.a lijst voor de kamerverkiezingen de hoogste score van alle partijen in het kanton Turnhout, dat bovendien als enige kanton in de hele provincie Antwerpen rood kleurde op het traditionele overzichtskaartje van de Gazet van Antwerpen. Beter dus dan Antwerpen, Willebroek, Herentals, Mechelen, Mol, Balen, Heist en wat al niet meer. Op nationaal niveau was de Teletubbies- mythe inmiddels tot een abrupt einde gekomen.
Op een gedenkwaardig uitgebreid partijbureau in het Vlaams parlement bleek oud voorzitter Frank Vandenbroucke nog slechts achter in de zaal geduld te worden. Steve Stevaert had hem naar aanleiding van zijn schitterende voorzetten – omdat we te lang leven moeten we werken tot ons 68 jaar eer het pensioen kan wenken – in het eindeloopbaan debat voor het onderwijs reeds een paar keer te kakken gezet met de onsterfelijke oneliner: "Frank heeft gelijk, voorzekers heeft Frank gelijk, Frank heeft altijd gelijk. Daarom staan we nu precies waar we staan, namelijk nergens!"
Per Olov Enquist, "De reis van de voorganger"
Geklemd tussen Stevaert en Vande Lanotte zweette de gehuurde voorzitter peentjes terwijl Johan met hand en tand probeerde Steve in het bot te laten bijten om het voorzitterschap op zich te nemen: "Gij moet nu gaan Steve, dat is jouw verantwoordelijkheid…" De Limburger hoorde in de stem van de hyperkinetische onderbeenwippende vice premier reeds de kettingzagen gestart werden die de poten van zijn eventuele voorzittersstoel onderuit zouden zagen en hield dus met aarzelende stem de boot af. Voorlopig toch… tot de ingehuurde voorzitter eens te meer niet bleek te voldoen en eruit vloog met de mededeling dat hij het in Antwerpen nog eens mocht proberen, uiteraard met behoud van het vier jaar contractueel bedongen monsterhonorarium … Stevaert verkoos zichzelf tot voorzitter en Janssens mocht in de Antwerpse gemeenteraad zijn eigen burgemeester de wacht aanzeggen met allerlei vermeende schandaaldossiers over reclamekotjes en andere onfrisse praktijken. Al snel ontpopte de sluwe en slimme Hasseltse café-baas, horeca – manager en populist zich tot een toonbeeld van autoritaire volksverlakkerij. Hij presteerde het niet alleen het fameuze congres in de Bottelarij te Brussel om de statuten te laten veranderen en de termijn van het voorzittersschap te verdubbelen van 2 naar 4 jaar: " Anders moet heel diene cinema iedere 2 jaar worden herhaald en dat kost teveel tijd en geld". Hij slaagde er ook in om de toenemende kritiek op zijn autoritair leiderschap met een fenomenale wurggreep te smoren. De alliantie met Spirit van Bertje Anciaux lag menig oudere, dieprode militant erg zwaar op de maag en Steve oreerde na de verschillende tegensprekers als een ware volkstribuun die het beste voor heeft met de onwetende massa: "Als gie fur mich ziet, stimt dan fur mich. Als gie tegen min voorstel fur kartel ziet, doet dan gelik mine pa, stimt fur mich!" Na het congres vonden heel wat trouwe militanten en kaders hun auto’s fors beschadigd en soms zelfs leeggeroofd terug na een vrolijke passage van allochtone jongeren uit de buurt die zelden zoveel goed boerende Vlamingen in hun wijk aantroffen. De bezoekers van het ware KVS toneel in de Bottelarij parkeerden binnen de loodsen met allochtone bewaking tegen betaling, een stuk veiliger. De nieuwe voorzitter genoot van zijn nieuwe functie, vooral van de manier waarop hij de zelf opgerakelde prerogatieven van het voorzitterschap hanteerde. Hij benoemde de ministers, of liet dit dan toch doorschemeren. En wie graag een postje wou, kon het vergeten, daarom had hij ook geen last met al het gebruikelijke gekonkel bij zo’n benoemingen want niemand durfde hem dan nog om een postje vragen. Hij genoot van zijn anti-intellectualisme maar beweerde graag dat hij de Essays van Montaigne op zijn nachtkastje had liggen. Van de kern van het democratische spel had hij geen kaas gegeten. Alleen de truken van de macht, hoe hij zich moest vast solderen op de troon waren hem eigen. Niet alleen in Hasselt en Limburg, maar ook elders: " Zelfs de koning vroeg me of hij ‘Steve’ mocht zeggen!" Steve was niet bepaald een studax, laat staan dat hij iets gelegen liet aan de eertijds zo beroemde studiedienst van de partij, die zich nu onledig mocht houden met het verzinnen van kaartjes met beknopte one liners over allerlei populaire onderwerpen. Hij had iets weg van Haile Selassie, de Negus van Ethiopië, die de dag begon met de ontvangst van zijn raadgevers die allen hun nieuwsjes en opmerkingen in zijn oor moesten fluisteren. Zo ook begon de dag voor Steve met het mobieltje waarlangs de ene na de andere belangrijke raadgever in zijn oor fluisterde. De voorganger hield wekelijks eindeloze monologen op de fractievergaderingen, die bij voorkeur niet tegengesproken werden.
De catastrofe van Ford Genk waar het hele bedrijf in een klap Limburg dreigde te verlaten werd in een een-tweetje met Patrick Dewael nog gekeerd dank zij een miljard steun van de Vlaamse gemeenschap en niet te vergeten een solidariteitsconcert dat de organisator van Pukkelpop van zijn baas diende te houden – oorspronkelijk op de terreinen van Ford, met de infrastructuur van Ford. Het leek wel een copie van de sluitingsceremonieën bij de GM fabrieken in Michigan – USA waar in Michael Moores film ‘Roger and me’ over de gevolgen hiervan voor Flint ook een groot concert als attractieve topper soelaas moest brengen. Intussen was na de verkiezingen voor Kamer en Senaat van 18 mei 2003 een stel extra zetels van gemeenschapssenatoren voor sp.a-spirit vacant en werd ik bij geheime stemming unaniem door de collega’s van de fractie van het Vlaams parlement tot gemeenschapssenator aangewezen. Nog meer werk, maar een handige aanloop voor de komende verkiezingen voor het Vlaams parlement en eindelijk de kans om thema’s als gezondheidszorg en internering als federale materie op de agenda te zetten. In het Vlaams parlement had ik enige naam met mijn werk rond preventieve gezondheidszorg, ict en de digitale wereld, het verhinderen van de rechtstreekse burgemeesterverkiezingen, cultuur en literatuur. Ieder jaar verzorgde ik de keuze van het gedicht op de parlementaire kalender en lag aan de basis van de jaarlijkse poëziehappening in het Vlaams parlement. Op de jaarlijkse gedichtendag heb ik steevast – ook in de senaat – een gedicht voorgelezen tijdens een actuele vraag. Parlementen zijn voor mij theaters van het woord, waar de betekenis van het woord dan ook belangrijk is. Het voorstel om jaarlijks een dichter aan te stellen die bij de officiële opening en sluiting en bij speciale gelegenheden een gedicht zou voorlezen, kwam ook van mij. De gebundelde collectie, grafisch verlucht en in vele talen vertaald zou dan als relatiegeschenk kunnen dienen vanwege het parlement. Uit de resultaatsanalyse van het werk in het Vlaams parlement bleek dat ik de koploper was bij het stellen van actuele vragen en 8 ste scoorde in de interpellaties van de leden van de meerderheidspartijen. Het spel van de macht, of de onbenulligheid van Antwerpse potentaten.
Binnen de gemeenteraad van de koekenstad had de nieuwe Antwerpse burgemeester maar liefst zes vrouwelijke allochtone raadsleden tot ontslag gedwongen om Vlaams parlementslid Robert V. in zijn college de post van onderwijsschepen te kunnen geven. Kathy L. was door ‘Patrick’ tot tweemaal toe gedwongen om haar schepenmandaat in te leveren. De eerste keer hadden de partijbonzen fout geteld en dreigde de sp – overloper van het Vlaams Blok Staf N. verkozen te worden en dus moest Kathy een tweede kans krijgen, waarna Guy P. als patron van de Socialistische mutualiteiten én voorzitter van de raad van bestuur van de VRT ‘haar het spuitje kwam geven’, om Kathy’s woorden aan te halen: Kathy weg en weer naar de VRT radio.

Mijn unanieme geheime verkiezing tot gemeenschapssenator was een Pyrrhus overwinning. Intussen had de partijtop wel met het oog op provinciale kiesomschrijvingen de hele partijstructuur naar Limburgs voorbeeld omgetoverd tot een provinciale federatie. In de verruimde provinciale sp.a – krabbenmand – Antwerpen én Mechelen-Turnhout – bleek de lijstvorming voor de verkiezingen van het Vlaams parlement een waar feest. Wie niet in de gemeenteraad van Antwerpen zetelde kreeg geen kans op een verkiesbare plaats. Via derden werden mij voorstellen gedaan over opvolgerplaatsen die onzinnig waren en reeds aan anderen beloofd bleken en waarvoor ik feestelijk bedankte. Jo Vermeulen van Agalev kreeg een mooie vierde opvolgerplaats als hij overliep, maar ‘t werd net niets. Slappe stemmentrekkers van Spirit werden gepamperd en de Kempen werd eens te meer onder leiding van een bestendig afgevaardigde uit de Kempen die voorzitter was van de provinciale sp.a koepel, in de kou gezet. Voor wat hoort wat, niewaar? Deze grote provinciale voorzitter was echt uit het gepaste hout gesneden. Hyperkinetisch en altijd gehaast opdat er nooit langer dan een paar minuten op de kern van zijn denken of handelen zou kunnen ingegaan worden, om erger te voorkomen. Maar – dat moet gezegd – bedreven in het hanteren van de botte bijl: motie en interventies op provinciale congressen werden indien niet ten voordele van de zetelende kliek afgevoerd wegens te laat ingediend. En bij gebrek aan amendementen of voorstellen, diende de afdeling Antwerpen staande de zitting nog allerlei fraais te bedenken om toch nog enige schijn van debat te kunnen hoog houden. Een gesprek onder vier ogen met de nationale partijvoorzitter gaf meer duidelijkheid. Hij beweerde in de Antwerpse krabbenmand niets te vertellen te hebben. Wanneer ik hem wees op het toch wel zeer merkwaardige fenomeen van erfelijke dynastieën in de socialistische partij, waar meer ‘zonen en dochters van’ gelanceerd werden in topposities dan in eender welke andere partij, wat toch een erg bizarre invulling is van ‘het gelijke kansenverhaal ’ zuchtte hij diep en treurig. Hij kon alleen tot voorzichtigheid manen als ik daarop verklaarde mijn vrijheid – ook van spreken – terug te nemen…

Kort na de historische successen van het kanton Turnhout had ik immers bezoek gekregen van de secretaris generaal van De Voorzorg – Bond Moyson die mij kwam feliciteren met de vraag: "En hoelang zoekt gij nu nog huisdokter te spelen?" Van dan af wist ik hoe laat het was. Mijn werk als huisarts moest ik laten schieten om mij weerloos als prooi over te leveren aan de partijbonzen. "Ik blijf dokter tot ik sterf", was mijn repliek die niet in goede aarde viel. Betrokkene was immers de huisbaas van het pand waar ik 18 jaar lang met veel moeite en strijd het multidisciplinaire gezondheidscentrum uitgebouwd had Mijn huurcontract voor het multidisciplinaire gezondheidscentrum aan De Merodelei te Turnhout werd opgezegd, de zelfstandige medewerkers vertrokken spoorslags en zelf diende ik alle patiënten zo goed mogelijk ten afscheid te begeleiden tot eind 2004. Na de verkiezingen van 13 juni 2004 bleek mijn voorspelling over de lonkende machtsstrijd binnen sp.a uit te komen.
Het werd steeds meer duidelijk dat nu de patron van West-Vlaanderen ervoor moest gaan. Zijn kabinetschef verliet reeds snel het zinkende schip voor een topbaan bij de spoorwegen. Johan Vande Lanotte wou vooral vice premier blijven wat hem onmogelijk gemaakt werd omdat de nieuwe voorzitter die een mandaat van vier jaar had geëist er de brui aan zou geven. Stevaert zag immers – als een meester in het aanvoelen van de politieke wind – de bui hangen en verkoos zichzelf het jaar nadien tot gouverneur van Limburg, een beetje zoals Ratzinger zichzelf door de Heilige Geest tot Benedictus XVI liet kiezen. Zijn populistische one liners, zijn gratis belastingverlagingen en wat niet meer leken het niet meer te doen. Om het in zijn termen te omschrijven: " Zijne mayonaise pakte niet meer…" En als een ware Cincinnatus ontsprong hij de dans door zich in het Limburgse bronsgroene eikenhout te verbergen, uiteraard in het belang van Limburg, de stad, de natie, de partij en niet in het minst van hemzelf. De resultaten van de peilingen zouden nooit mer zijn, wat ze met hem geweest waren. Voor mijzelf was de mayonaise zo mogelijk nog zuurder geworden.
Op 1 juli 2004 was ik nog uitgenodigd om met de hele senaatsfractie in een exquise Brusselse etablissement het afscheid te vieren van de collega’s, die me al die tijd beter hadden leren kennen, en waarvan ikzelf ook het gruwelijke lijden van enkele oude rotten in het vak had ontdekt, doordat ze het me zelf kwamen vertellen, dan wel doordat ik het met gerichte vragen de diagnose kon stellen. Turnhout – Marseille met de vélo en een paar boekjes.
Met mijn zoon en zijn vriend ben ik die dag begonnen aan een bijna 1800 km lange fietstocht van Turnhout naar Marseille en verder in de Italiaanse Po vlakte. Het was hard en zwaar maar het hielp de geest te bevrijden en het fysieke lijden louterde tot bevrijding.

Rotterdam
Van 1 september 2004 tot 31 december 2004 zou ik nog slechts deeltijds als huisarts werken in Turnhout om de praktijk zo goed mogelijk af te sluiten. Die dag begon ik in Rotterdam aan de uitbouw van een multidisciplinair medisch centrum in een achterstandswijk met meer dan de helft allochtone bewoners waar plannen ontwikkeld worden om het wijkconcept te renoveren, temidden van een snel wijzigend systeem van gezondheidszorg in Nederland. Ik voel me een asielzoeker temidden van de asielzoekers, een politiek vluchteling, een balling zoals zovelen die in de loop der eeuwen niet vergeefs aangeklopt hebben aan de poorten van de republiek der Nederlanden en waardoor dit toch kleine landje mee aan de basis heeft gelegen van de Verlichting, van de democratie, van de vrijzinnige wereldbeschouwing, van de Amerikaanse grondwet en het rechtssysteem aldaar. We zijn intussen een jaar en vele files verder.
Intussen heb ik ook een week ‘Memoires’ afgewerkt tijdens de fietstocht langsheen Le Canal du midi in de ijselijke paasvakantie van 2005. Je vindt de verslagen hiervan in de verschillende rubrieken van deze Dupslog. Het is hard en doet vaak nog pijn wanneer ik in Turnhout geconfronteerd wordt met de vragen van oud patiënten en kiezers of ik niet terugkom, en of het daar misschien beter is.
En dat is het niet, het is er anders, moeilijker, maar ook fascinerend en boeiend als huisarts in Rotterdam.

De hele wereld en het leed van heinde en verre is nu mijn deel. Ik studeer, lees en schrijf me te pletter, een goed boek helpt ook tegen de pijn van het zijn. Mijn website werd geblokkeerd wegens een open deur voor hackers op de gastserver.
Vandaar dus deze nieuwe Dupslog waar ik mijn ontdekkingen en ontboezemingen, vaststellingen en analyses kwijt wil voor geïnteresseerden.

Ik besef steeds meer dat mijn leven niet het meest voor de hand liggende traject gevolgd heeft. Ik ben daar niet rouwig om, ik zou het met Nietzsche volmondig en gretig willen herhalen.
"Confieso que he vivido, Memorias …! Ik beken, ik heb geleefd…!"
was de titel van de Memoires van de Chileens dichter Pablo Neruda die op zondag, 23 september 1973 overleed, twaalf dagen na de staatsgreep van zijn logebroeder Augusto Pinochet in opdracht van zijn Amerikaanse bondgenoten. Het weekend nadien traanden onze ogen bij de zwartwitbeelden van de begrafenis van deze dichter, diplomaat en Nobelprijswinnaar. Het was de eerste grote manifestatie van de Chileense linkerzijde na de fascistische staatsgreep waarbij duizenden werden opgesloten in het voetbalstadion, gefolterd en vermoord. Uit de anonieme massa die steeds meer uit de zijstraten toestroomde naar de begrafenisstoet klonken onophoudelijk gescandeerde leuzen:

"Companero Pablo Neruda, presente! Ahorra y para siempre!"
El pueblo unido, jamás será vencido
El pueblo armado, jamás será vencido!
Het beeld van de maakbaarheid, de waanzin van het grote gelijk,
het is ons allemaal ontvallen, gelukkig maar.

In al die jaren hebben we veel geleerd en nog leren we iedere dag bij over het lot van mensen die proberen te overleven temidden van politieke tsunami’s, terreurorkanen, economische aardbevingen. We beleven diep in de zwoele en rafelige buik van een wereldstad als Rotterdam hoe een goed georganiseerde maatschappij fragmenteert omdat de sociale humus vernietigd wordt door een op Amerikaanse leest geschoeide regering die drijft op de zelf aangeblazen golven van angst voor terreur en op de onmacht van de sociaal democratie om oppositie te voeren. De cursussen Democratie, Macht en Politiek aan de KU Brussel hebben het Licht doen schijnen over het spel van de macht, vooral de schitterende Machiavelli lezingen van Peter De Graeve leidden tot vruchtbare inzichten. Claude Lefort – Het democratisch tekort – leerde ons denken te bevrijden van het maakbaarheidsideaal en de democratie te begrijpen als een nooit aflatend gevecht om de macht waarbij de troon van macht voor altijd onbezet moet blijven. Zelf zijn we na al die jaren tot het besef gekomen dat democratie, wat we als de interessantste, vruchtbaarste, veiligste en vooral aangenaamste staatsvorm hebben leren appreciëren, alleen maar kan bestaan wanneer we alle menselijke gedrag, ook dat van politici, weten te waarderen als een toneelspel waarin we de voor- en nadelen leren kennen van bepaalde visies en standpunten en waarin we onze emoties kwijt kunnen en vooral de schoonheid aanschouwen van het theater van het leven. Wij mensen zijn gedoemd en uitverkoren tot passie en emotie, tot overtuigen en veinzen, misleiden en verleiden, liegen en bedriegen, spel en toneel, omdat we de onverschilligheid, de passieloosheid van de goden missen. Anders kunnen we nooit met elkaar samenleven gezien eenieders ‘Wille zur Macht’ (Nietzsche) ons alleen kan drijven tot slachting en vernietiging van onze medemensen wanneer we de relativiteit van onze visie, ons spel, ons gelijk niet kunnen appreciëren.
Het menselijke theater redt ons van erger,
en biedt ons de schoonheid van het leven en de dood.

De wereld is een schouwtoneel,
elk speelt zijn rol en krijgt zijn deel.
Volhardend in talent haal je het voorplan,
speel je soms een hoofdrol, dan een bijrol
tot je eindigt als souffleur.
En tot slot zie je het doek vallen
in de rustgevende zekerheid dat
wie na ons komt altijd verder zal sporen
in de cadans van het roerige leven
waar kunst en passie de wereld niet zal redden
maar wel ons lijden verluchten en verlichten kan.
Ons rest de schoonheid van de schreven
De onvolmaakte spiegeling.


9 oktober 2005
Jan Van Duppen
Huisarts in ballingschap
Gewezen, voormalig, ex…
Voor wezen, gemalen, ut…
Vlaams volksvertegenwoordiger
Gemeenschapssenator
Turnhouts gemeenteraadslid