knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

Jeroen Olyslaegers, Wildevrouw

30 november 2020

Jeroen Olyslaegers, Wildevrouw




uitg. De Bezige Bij 2020


Beer verloor drie vrouwen in het kraambed. Zijn derde echtgenote baarde een kind alvorens te sterven, de andere twee stierven met een kind in hun buik. Na al dat verlies acht hij zichzelf vervloekt. Vanuit Amsterdam blikt Beer terug op zijn laatste jaren in het zestiende-eeuwse Antwerpen, de stad die hij ontvluchtte. Antwerpen floreert in handel en geld, maar er heerst tegelijk een grote onrust. Beer maakt deze oplopende spanningen van dichtbij mee in zijn herberg waar vrije gedachten en zoete wijn vloeien, en waar plannen worden gesmeed door een geheim genootschap. Alles wordt op scherp gesteld wanneer als gevolg van overmoedige wereldveroveraars een wildevrouw in zijn herberg terechtkomt.  Wildevrouw is een wervelende, monumentale roman over het verlangen naar eenheid en het veroveren van een innerlijke waarheid, vol vlees en geuren, vol narren en blinden, vol handelaars en woekeraars, profiteurs en bedriegers, vroedvrouwen, cartografen, schilders, drukkers en astrologen, waarbij verlangen en zelfbedrog dansen door de straten van een gedoemde stad.




 

Wildevrouw is een knap geconstrueerde roman over het Antwerpen in de zestiende eeuw, vóór de val in 1585. Het verhaal is meeslepend, realistisch en pijnlijk maar je kan als lezer ook afstand houden en de veronderstellingen en gevolgen van het verhaal wegen en proeven én je kan je daarvoor verliezen in de schitterende website 

Jeroen Olyslaegers weet op een vakkundige manier vele plausibele verbanden te leggen en zoals steeds is ‘niets wat het lijkt’.  Laat staan wat de officiële geschiedschrijving graag wil overleveren. In het zuiden én het noorden der Nederlanden.

Het boek eindigt met een dwingende cliffhanger: hoe gaat het nu verder in de 17 de eeuw met diezelfde stad aan de Schelde. Na een onvoorstelbare aderlating aan mensen, kennis, netwerken en geld die in het Noorden aan de basis zullen liggen van de V.O.C. waarmee Neerlands Gouden Eeuw de wereld rond handelt, blijkt die armlastige stad er toch binnen enkele decennia weer bovenop te zijn op het vlak van handel, rijkdom, stadspaleizen en vele dure kunsten, niet in het minst de schilderkunst met Rubens, Snijders,Van Dyck, Jordaens … Bleven er dan na 1585 toch voldoende ondergrondse filières van kapitaal, kennis en netwerken bestaan die buiten de bestaande overheidscontrole een eigen economie konden uitbouwen als de basis voor de contrareformatorische bloei in de 17 en 18 de eeuw?  Wie anders dan Jeroen Olyslaegers kan dit op een boeiende manier onderzoeken en literair onthullen.

 

33. Deze vorst met schulden vermocht in feite weinig tegen de ketterse gedachten van de mensen waarbij hij schulden had, zeker niet wanneer die zogenaam­de ketterij zo wijdverbreid was dat de papen eerder de ketters leken. Wie dat met galg en brandstapel wilde bekampen, zou met minder dan de helft van het volk overblijven. Dat was iets wat die Margaretha in Brussel wist en waar ze naar handelde. Wat mijn vader vooral begreep was dit: onder alles heerst de markt. Wanneer men zich niet meer wil herinneren door welke grillige genade de beurzen gevuld blijven ont­ staat er gevaar. Want zelfs bij hen die hun eigen spel perfect beheersen, treft men niet noodzakelijk inzicht aan in het groter spel waarin wij allen personages zijn. In Antwerpen sprongen ook gezegende mensen achteloos om met alle fortuinen die de stroom hun had opgeleverd en vergaten daarbij hoe snel alles leeggezogen kon geraken in geulen en scharen.

Wie onder geschenken wordt bedolven, verleert de kunst van de dank­baarheid.

Een markt heerst immer zonder geheugen.

Handelaars vieren zichzelf het liefst zonder om te kijken.

 

41. wie spot met zichzelf, wordt meer vertrouwd dan de kloot die zich heeft vastgeklonken aan zijn eigen ernst. En met het vertrouwen van velen, Beer, vult ge uw buidel. Ver­geet dat niet.’

263. ‘De vraag mag worden gesteld, goede Beer. Is vrijheid iets voor u en uw vrienden, om te beleven in een klein gezelschap, ver weg van iedereen en in alle veiligheid of…is het iets voor ieder van ons, in dit veld, weliswaar achter de bomen verscholen, maar gedeeld door zovelen? Misschien stel ik het wat te scherp. Wat is uw gedacht hierover?’

‘Dat vrijheid een moeilijk geschenk is,’ antwoordde ik, ‘iets wat komt met een waarschuwing, gevaarlijk en grillig…’

Hij keek op. ‘Dus niet voor iedereen?’

‘Voor ieder die de deugd der voorzichtigheid in ere houdt’

306. Kon zij onzichtbaar zijn, zelfs in deze klederdracht? Het was de ziel die in haar huisde die haar zo anders maakte, maar zielen vallen niet op in een menigte, een hoop volk samen vormt één ziel. In de beslotenheid van een kamer zag ik haar ziel wel. Het was onschuld wat ik zag, zo peinsde ik, een mens zonder zwaarte, een vrouw in haar oor­spronkelijke toestand, zonder verdriet of besef ervan. 

383. Hoe hield men zichzelf recht in het midden als het midden niet meer bestond bij gebrek aan goesting? En als het midden niet meer bestond, of zelfs misschien nooit had bestaan tenzij in uw eigen hoofd, dan waart ge verrader inplaats van iemand die wist te verzoenen.


388. Deze zogenaamde “Familie” aanvaardt wet noch gebod. Haar geheime leden hebben zich bezondigd aan ho­ vaardigheid jegens de Kerk en jegens ieder die niet bij hen hoort. Ze hebben zich voorgedaan als poorters gelijk iedereen die braaf naar de mis gingen gelijk iedereen. Maar diep in hun hart hebben ze zichzelf uit­ verkoren geacht, zich boven iedereen geplaatst, boven het volk, boven het gezag, boven de rituelen die ons met elkander verbinden, boven alle bescheidenheid ten opzichte van Onze Heer. Ze zijn geen uitschot of armoezaaiers, en dat maakt het nog erger, want deze verraders konden rekenen op respect en aanzien. Enkele jaren geleden – ja, zo lang op voorhand waren ze er al mee bezig – werd hier, op deze plek, een groot feest gehouden waarop ieder van hen aanwezig was. Spionnen in dienst van de Engelse koningin waren mee uitgenodigd, ook zij waren zoge­naamde “Familieleden”, want het netwerk van dit genootschap heeft vertakkingen in landen die ons vijandig gezind zijn. Tijdens dit feest werd magister John Dee, de grootste spion van hen allemaal, geëerd en werd hem onderdak aangeboden. 

Reacties graag naar mailadres.