knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

Anne Applebaum Rode hongersnood: Stalins oorlog tegen Oekraine 1932-1933  Uitgeverij Ambo Anthos 2018

4 mei 2022



een zeer goed gedocumenteerde analyse van de gruwelen van het socialisme-in-één-land en de gevolgen tot vandaag.



393. ‘De massamoord op volken en naties die  de opmars van de Sovjet-Unie in Europa  getypeerd  heeft, is geen nieuw kenmerk van  hun expansiepolitiek  […] Het is juist een reeds  lang  bestaande karakteristiek van  de  interne politiek in het  Kremlin  – waarvoor de huidige  leiders ruimschoots  precedenten vonden in de  verrichtingen  van tsaristisch  Rusland.  Het  is zelfs een onmisbare stap  in  het  ‘unie’-proces  dat, naar de Sovjetleiders hartstochtelijk hopen, de ‘Sovjetmens’,  de  ‘Sovjetnatie’ zal voortbrengen, en om dat  doel, die verenigde natie, te bereiken zullen  de leiders in het Kremlin met plezier de  oude  naties  en de  culturen in Oost-Europa vernietigen.



–  Raphael Lemkin, ‘Soviet Genocide in the Ukraine’, 1953



406. ‘Als Oekraïne het Sovjetsysteem en de Sovjetideologie afwees,  kon die  afwijzing twijfel zaaien over  het  hele Sovjetproject. Dat is precies  wat het  in 1991 deed.



De huidige Russische leiding kent deze geschiedenis maar  al te  goed.  Net  als in 1932, toen Stalin tegen  Kaganovitsj  zei dat het ‘verlies’ van Oekraïne zijn  grootste zorg was, gelooft ook  de  huidige Russische regering  dat  een soeverein,  democratisch,  stabiel Oekraïne, door culturele banden en handelsbanden verbonden met de  rest  van  Europa, een bedreiging vormt voor  de belangen  van  de leiders van Rusland. Als Oekraïne te Europees wordt – als het iets  wat lijkt op  succesvolle integratie met het  Westen weet te bereiken  –  zouden Russen zich per slot van rekening kunnen gaan afvragen: waarom  wij niet ook? De Oekraïense straatrevolutie  van 2014 was de grootste nachtmerrie van de Russische leiding: jonge mensen die gerechtigheid eisten, corruptie hekelden  en met Europese  vlaggen zwaaiden.  Zo’n beweging zou besmettelijk  kunnen zijn, en haar moest dus  met alle mogelijke middelen een halt worden toegeroepen. De  Russische regering gebruikt tegenwoordig desinformatie, corruptie en militair geweld om de Oekraïense soevereiniteit te ondermijnen,  net zoals Sovjetregeringen in het verleden deden. Net  als in  1932  blijft het niet-aflatende  gepraat  over ‘oorlog’ en  ‘vijanden’ ook nuttig  voor Russische leiders die een stagnerende  levensstandaard  niet kunnen verklaren  of hun eigen  privileges, rijkdom en  macht niet kunnen rechtvaardigen.



De  geschiedenis  toont hoop en tragedies. Oekraïne werd uiteindelijk niet vernietigd. De Oekraïense taal verdween niet. Het verlangen  naar onafhankelijkheid verdween  evenmin – noch het verlangen naar democratie, of naar  een  rechtvaardiger  samenleving of naar een Oekraïense staat  die de  Oekraïners echt vertegenwoordigde. Zodra het mogelijk werd  uitten  de Oekraïners deze verlangens.  Toen ze  in 1991 de  kans kregen,  stemde een  overgrote  meerderheid  voor onafhankelijkheid. Oekraïne stierf niet, zoals ook het nationale volkslied verkondigt.



Uiteindelijk faalde  Stalin ook. Een generatie Oekraïense intellectuelen  en politici  werd in de jaren dertig  vermoord, maar hun erfenis leefde  voort.  Het nationale verlangen, net  als in het verleden gekoppeld aan  het verlangen naar  vrijheid, werd in de  jaren zestig nieuw  leven ingeblazen; het leefde ondergronds voort in de jaren zeventig en  tachtig;  in de jaren negentig kwam het weer  bovengronds. In  het eerste  decennium van de eenentwintigste eeuw verscheen een nieuwe  generatie  Oekraïense  intellectuelen en  activisten op het toneel.’


Reacties graag naar mailadres.