knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

Peter Venmans, Gastvrijheid Filosofisch essay 

31 juli 2022


Uitg. Atlas contact 2022





Alweer een heldere, grondige benadering van belangrijke vragen over menselijke relaties.



170. ‘Ik kon u dus geen ‘xenosofie’  aanbieden, geen  definitieve wijsheid  in het omgaan met onbekenden, geen eenduidig antwoord  op de vraag  hoe  je  betekenisvolle relaties kunt  aangaan met de ander die op  je  weg komt. Wat mij echter onderweg wel steeds duidelijker geworden  is,  is dat we ons  voortdurend in  gastvrijheidsrelaties bevinden,  zelfs wanneer we  dat niet in  de gaten hebben.  Voortdurend  komen we op elkaars terrein, overschrijden we  drempels, bezetten we  een plaats die ook van  anderen is. Daarom moeten  we, of we dat nu graag  willen of niet, steeds  weer  de  rollen  van  gastheer en gast op ons nemen,  met  alle plichten en verantwoordelijkheden  die daarbij horen.



Dit te beseffen en ernaar te handelen  is geen xenosofie maar een vorm van amor mundi. Deze liefde  voor de wereld strekt zich overigens  niet alleen  uit over onze  relaties met andere mensen  maar  ook over  onze verhouding tot de niet-menselijke omgeving.  Zijn  wij immers  ook op aarde niet slechts als  tijdelijke gasten?  Te  gast in een wereld die  ons  zal  overleven?  Noopt  dit ons  niet tot een zekere nederigheid en zelfs dankbaarheid?  En moeten wij op onze beurt  niet als goede gastheren en  gastvrouwen zorg dragen voor alles wat in onze omgeving komt?







20. ‘De beste  definitie van de xenos is een  situationele of  positionele: hij is diegene  die zich  ongewapend op de drempel bevindt en die vraagt om binnengelaten te worden. Hij  hoeft daarbij  geen woord  te zeggen, want zijn plaats op  de  drempel drukt al een vraag uit. De gast  toont zich, afwachtend, in een  kwetsbare positie. Het  bevrijdende woord xeine, bij Homeros,  in de vocatief,  de  Griekse aanspreekvorm, komt  van de gastheer.  Xeine is een  magische formule, of  wat  men in de linguïstiek een performatieve taaldaad noemt: door  iets te zeggen doe  je  ook iets,  louter door iets  uit  te spreken  verandert er iets in de werkelijkheid.  Wie xeine zegt, maakt  de  ander  daarmee effectief  tot  gast. Zeggen dat je gastvrij zult zijn, is ook al gastvrijheid. De  belofte van de gastheer dat hij een  gastheer zal zijn maakt de gast  tot  gast.



30. ‘Door een spel van vragen en antwoorden te initiëren,  probeerde Socrates zo dicht  mogelijk  bij  de waarheid te komen (de platoonse interpretatie)  of minstens onze vooroordelen ter  discussie te stellen (de  sceptische  interpretatie).  Socratische gesprekken vonden plaats  op het stadsplein of tijdens de wandeling, maar ook tijdens feestmaaltijden  – symposia  – waar zowel bekenden als vreemde  gasten aan deelnamen. In  verschillende  dialogen, waaronder  De sofist en De  staatsman, komt overigens een niet nader  genoemde ‘Xenos’ voor als gesprekspartner. Vaak heeft  men gezegd dat het filosofische  gesprek een gesprek onder vrienden  is, die dezelfde  passie voor uitwisseling van  gedachten delen. Anderzijds kan het juist heel  nuttig zijn dat  er  een vreemdeling aanwezig is,  die  als buitenstaander onverwachte vragen kan stellen  die een gevestigde manier van denken  ter discussie stelt en op  die manier de verwondering, bron van alle  filosofie, kan  stimuleren.’



55. ‘Gastvrijheid is nooit een idyllische  relatie  tussen  twee partijen waarin  altijd alleen maar hartelijkheid heerst; het  is een verstrengeling van allerlei  motieven bij  beide partijen, zowel altruïstische als  egoïstische, mooie en lelijke, positieve en negatieve. Gastvrijheid  is net als elk ander menselijk fenomeen  in wezen  ambivalent, in staat om zowel  het goede als het slechte voort te brengen.’



153. ‘Voor  Arendt komt het er echter op aan om, als het ons samenleven  met  grotere groepen betreft, niet langer op  een ethische  maar wel  op een politieke manier te denken. Dat is een van  de moeilijkste  dingen  om te doen, omdat  wij nu eenmaal spontaan geneigd zijn om  vanuit  onszelf en niet vanuit de  wereld te redeneren. Politiek denken veronderstelt dat  men de  obsessie met het eigen  schone  geweten laat varen  en dat men bereid  is om  een bovenpersoonlijk standpunt in  te nemen,  of  in elk geval om zich  te  verzoenen met standpunten  die niet met het  eigen geweten overeenkomen. 



Dit  is overigens  waarom  morele idealisten snel teleurgesteld zijn in de politiek, waar het immers niet gaat om het  bewaren van een  zuivere ziel  maar om het nemen  van  verantwoordelijkheid  voor de wereld – met vuile handen als onvermijdelijk  gevolg.  Voor de  morele idealist, ook  wel smalend Gutmensch of  ‘schone ziel’  genoemd, is gastvrijheid per  definitie goed. Wie politiek oordeelt, heeft echter niet het comfort om in  duidelijke  categorieën van goed en  kwaad te denken.



Politiek gaat over de  pluraliteit  en  pluraliteit houdt  in dat  wij  met velen, inmiddels  zelfs zeer velen, volgens sommigen  zelfs te  velen,  dezelfde  ruimte  delen. ‘Die  ruimte  is opgedeeld volgens staatkundige grenzen  die politieke gemeenschappen van  elkaar  scheiden en heeft als  ultieme begrenzing  de  aardbol. Politieke  gastvrijheid gaat over  de  vraag hoe we  het menselijke verkeer in die ruimte organiseren,  wat we  doen  met kwesties  als  toerisme en  migratie binnen een internationale orde.  Welke buitenlanders verlenen we  onze gastvrijheid en welke niet en wat is ons criterium?’



166. ‘Als eeuwige gast, als iemand die  nooit tot (politiek) handelen komt,  is  zij wat  Hannah Arendt een  ‘paria’ noemt:  iemand met het  privilege van een  privéleven maar tegelijk een wereldloze.  Iemand die  zich wel ergens  bevindt, maar toch zijn plek niet kent, geen  thuis heeft waar  hij of zij in alle gastvrijheid  anderen kan  ontvangen.’


Reacties graag naar mailadres.