knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

Ismail Kadare, Onenigheid aan de top. 

20 november 2023


Ismail Kadare, Onenigheid aan de top. 



 Vertaald door Roel Schuyt. Querido, Amsterdam. 2018-2022







 58. Het aureool waarmee een schrijver of kunstenaar wordt omgeven, heeft door de hele geschiedenis heen de nodige problemen opgeleverd, want altijd was er een dag waarop de zucht naar roem, met alle na-ijver die daarmee was verbonden, schaamteloos aan het licht kwam. Een  glanzend aureool van roem in de naam die op ieders lippen lag en de ene dag kon worden verheerlijkt en de dag daarop verguisd, het paste allemaal in een eindeloze cirkelgang met in het middelpunt, of hij dat wilde of niet, een schrijver of wat voor kunstenaar dan ook. Tegenover hen stonden – en ook voor hen gold: of ze dat wilden of niet – de politieke leiders, patriarchen, vorsten en nationale idolen, voor wie roem en bekendheid, in positieve dan wel negatieve zin, andere gevolgen hadden dan voor intellectuelen en kunstenaars, en dat leverde een grote verrassing op: als een politiek idool in zijn goede naam werd aangetast, kon dat desastreuze gevolgen hebben, maar voor een kunstenaar leverde dat weinig problemen op. Meer nog: ze werden daar door het publiek juist des te interessanter om gevonden.



Heeft hij last van hallucinaties of zit er bij hem een steekje los? Loopt hij achter de vrouwen aan of drinkt hij graag? Dat moet hij toch zelf weten? Vind je niet dat hij geweldig kan schrijven? Nou dan, daar gaat het toch om!



Ziedaar de paradox waar men in elke historische periode en in elke samenleving anders mee om ging, maar waar vooral de communistische staat het buitengewoon moeilijk mee had.



In de eerste jaren van de Sovjet unie verwachtte men dat de duistere kanten van het kunstenaarschap vanzelf zouden verdwijnen. De compromitterende geheimen die elke schrijver of  schilder met zich mee droeg, hoefde maar openbaar gemaakt te worden en ze zouden in het helder schijnsel dat de figuren van Marx en Lenin uitstraalden vanzelf in het niets oplossen.







63. Volgens Joseph Brodsky waren er in principe twee manieren om de literatuur te gronden te richten. Men kon besluiten tot een frontale aanval of, want meestal gebeurde, kiezen voor een subtielere aanpak, namelijk de geleidelijke aantasting van het bouwmateriaal, dus van de elementen (lees: de schrijvers) waaruit het bouwwerk van de literatuur was opgetrokken, zodat het gedoemd was na verloop van tijd vanzelf in te storten.



Andere manieren om de literatuur af te breken werden geboden door het leven zelf, door de personages die daarin een rol speelden en door de taal die ze gebruikten. Alle volkeren van de grote communistische familie hadden op verschillende gebieden hun eigen bijzondere ervaringen. Met het geleidelijk verdwijnen van de gelegenheden die voor de oude samenleving kenmerken konden worden genoemd, zoals casino’s, bars en nachtclubs, zou ook het aantal maniakken, wereldvreemde gekken, krankzinnigen en lunatici afnemen. In dat proces zou de taal, niet alleen geschreven, maar ook, en vooral, gesproken, een bijzondere rol vervullen.



In het onrustige taalkundige universum dat met de komst van het communisme ontstond, waren genoeg woorden te vinden die als problematisch werden beschouwd, maar drie sprongen er uit: ‘meneer’, ‘mevrouw’ en ‘mejuffrouw’, want die werden van fundamenteel maatschappelijk belang geacht.



Elk communistisch land had met die woorden zijn eigen ervaringen, en die waren soms heel verrassen. Zo ook het kleine Albanië, een land dat chronisch geplaagd werd door factoren die de vooruitgang belemmerden, maar waar men over deze drie woorden en apart verhaal zou kunnen vertellen. Het woord zotni voor ‘meneer’ was al in de eerste fase van het socialisme verdwenen, zoals in de Sovjetunie met het Russische equivalent gospodin was gebeurd, maar het woord zonja voor ‘mevrouw’ gaf het minder gemakkelijk op. De grootste en mooiste verrassing leverde echter het derde, van zonja afgeleide verkleinwoord op, namelijk zo’n zonjusha voor ‘jongedame, juffrouw of mejuffrouw’. De autoriteiten deden alle moeite om daar een vervanging voor te vinden en een van de reden was dat er duizenden brave en naïeve schoolkinderen hun onderwijzeres aanspraken met ‘juffrouw of juf’, waarin nog iets van ‘mevrouw’ doorschemerde. Dat werkte de nieuwe machthebbers op de zenuwen.



95. Daarna vertelde hij over de tijd vlak na de machtsovername van de bolsjewieken: ‘Je zei net dat er niets ergers denkbaar was dan die prinsesjes te laten fusilleren. Maar denk je eens in wat de Russische communistenleider moet doen met de berichten die hij uit de meest afgelegen provincies ontvangt en op grond waarvan hij zijn besluit moet nemen om de leefomstandigheden van de Russische bevolking te verbeteren. Terwijl hij aandachtig de papieren doorbladert met daarop de namen van de verschillende gouvernementen, noteert hij welke maatregelen er dringend nodig zijn om de mensen voor honger en kou te behoeden, en dat doet hij terwijl zijn ondergeschikten vol bewondering toekijken hoe hij met zijn geniale geest voor elk geval meteen een oplossing weet te vinden. In Voronezj bijvoorbeeld zal een verhoging van het aantal standrechtelijke executies met 12% voldoende zijn, wat in Tsjeljabinsk niet nodig is. In Jekaterinenburg echter, een berucht anti-Sovjet nest, is zelfs 23% nog aan de lage kant. En zo zoekt hij met een bijna vaderlijke zorg naar een geschikte oplossing voor elke stad, van Krasnojarsk en Novosibirsk tot Samarkand en de meest afgelegen plaatsen.’



‘Twaalf procent… ‘, mijmerde ik.



‘Vind je dat zo verschrikkelijk veel? Maar wacht, Dat is nog niet alles. Al die percentages gaan door Lenins handen. Af en toe zucht hij even met iets van vertedering, alsof het liefdesbrieven zijn, terwijl het hem nooit gegeven is er een te schrijven.’



Uiteindelijk, aldus Stulp?ns, kwam hij toe aan de keizerlijke familie. De grote vraag die meteen na het begin van de revolutie rees, was: wat moest er met de tsaar en zijn gezin gebeuren? De val van het vorstenhuis was, dat kon niet anders, pas een feit als de keizer uit de weg was geruimd, in de opdracht daartoe moest Lenin, of hij dat wilde of niet, zelf ondertekenen. Met zijn handtekening bezegelde hij ook het lot van de keizerin. Daarna waren de prinsesjes aan de beurt. Mijn prinsesje… Hoeveel meisjes waren er niet op deze wereld die als ze voor de spiegel hun haren zaten te borstelen maar al te graag liefkozend zogenoemd wilden worden?



105. Door alle verwikkelingen rond de verklaring van een simpele vrouw die niet meer dan een bijrol speelde, zou je geneigd zijn te denken dat de raadselen van het communisme vooral opdoken waar en wanneer je dat het minst verwachten. Een vader komt onverwacht door zijn zoon worden aangegeven, een kind kon door zijn grootmoeder worden verraden en een minister door zijn kleermaker. Meer dan ooit tevoren vielen clichés in scherven uiteen, ook als het over vrouwen ging.



Wat moest je dan doen? Moest je hen maar vergeten, net nu ze, zoals Marija Bobrov met haar bezoek aan Pasternak, zo’n intrigerende rol leken te gaan spelen?



Vergeten? Nee, dat nooit.



110. De verwarring nam met de dag toe. Niemand begreep nog wat de mensen zeiden, en nog minder wat er gebeurde. ‘Begrijpt u er echt niets van?’ Zou toneelregisseur Meyerhold op een dag aan iemand hebben gevraagd, waarna hij hem adviseerde: ‘Als U iets wilt begrijpen, lees dan Macbeth’.



Inderdaad, het theatrale aspect van alles had op de mensen een bijzondere uitwerking. Theater, terreur, tirannie. In de meeste Europese talen vertoont het woord ‘terreur’een vrij grote klankovereenkomst met ‘theater’. Als de mensen fluisterend over Pasternak spraken, hadden ze het ook – sommigen laatdunkend en anderen met een stille bewondering – over de vertaling van Hamlet waar hij al jaren aan werkte.



En inderdaad, of het nu was als drama of als personage, handelend markeerde het afscheid van een tijdperk. Dankzij het verbond tussen de Deense vorst in de geest van zijn vader zegt dat steeds duidelijker zichtbaar.



Zodra er een woord als afscheid valt, rijst vanzelfsprekend de vraag waar de oorzaak moet worden gezocht: bij de mens of bij de tijd waarin hij leeft. Het ligt voor de hand om die eerder te zoeken bij de mens, een specifieke groep mensen of zelfs een compleet volk, dan bij een bepaalde periode.



Osip Mandelsjtam ( Spotdicht op Stalin) november 1933



Wij leven en hebben geen voet aan de grond,



Wij spreken alleen met een blad voor de mond,



En waar wij vertrouwelijk raken



Komt de man in het Kremlin ter sprake.



(Komt de bergbewoner in het Kremlin ter sprakeo 



Zijn vingers zijn dik en als wormen zo vet,



En onder zijn woorden wordt alles geplet.



Zijn kakkerlaksnorren smalen,



Zijn laarzenschachten stralen.



Om hem heen het gespuis dat beweegt op zijn wens,



Dunhalzige leiders, half monster, half mens.



Zij hinniken, blaffen, miauwen,



En hij alleen trekt aan de touwen.



Als hoefijzers smeedt hij bevel op bevel:



Jij moet zus, jij moet zo, jij moet niet, jij moet wel!



Hangop is zijn lievelingseten



En breed is de borst der Osseten


Reacties graag naar mailadres.