knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

Archief

Klaus Mann, Het getraliede raam.

27 augustus 2025


Klaus Mann, Het getraliede raam. 



1937 – Uitg Cosimo 2025



70. Er valt een intens licht op zijn lot, en op het hare. Ze begrijpt zijn dood, en ze weet welke dood voor haar bestemd is. Ze weet ook waarom zij en haar broederlijke vriend niet bij elkaar mochten komen, hoewel ze toch van elkaar hielden. Ze weet alles. Haar hart vult zich tot aan de rand met weten, zoals harten zich soms tot aan de rand met tederheid vullen. Maar mensenharten zijn niet sterk genoeg om het weten of de tederheid vast te houden. 



Het grote weten dat de arme Elisabeth een kort, overweldigend moment geschonken krijgt, is veel meer dan een vluchtig inzicht in de onontkoombare wetten die boven haar leven en dat van haar broederlijke vriend staan. Wie het vergund wordt, een ogenblik lang – maar helaas, slechts gedurende dat ene verlichte moment! – het eigen lot en dat van wie men heeft lief gehad ten diepste te begrijpen, die wordt ook ingewijd in andere wonderen. De immense mengeling van kwellingen en gelukzaligheid, van gesnik en gejuich, dat zijn borst beweegt, laat hem de samenhang en de orde vermoeden van wat voorheen raadselachtig verward was en zelfs gruwelijk leek.


Archief

Georgi Demidov, Fone kvas

21 augustus 2025


Georgi Demidov, Fone kvas



1964 – 2025 uitg. Tzara 



Voorwoord van de auteur:



7. Een schrijver heeft nogal wat zwaarwegende twijfel te overwinnen voordat hij ertoe besluit in zijn werk aandacht te besteden aan de bladzijden uit ons verleden waarvan het in het algemeen belang geacht wordt ze aan de vergetelheid prijs te geven. Dat geldt in de eerste plaats voor alle gebeurtenissen die later onder de vage en niets zeggen de noemer van ‘cultus’ zijn gebracht: alles wat nu geldt als beschamend en ‘historisch schadelijk’. Maar juist daarom is het niet minder beschamend erover te zwijgen. 



De voedingsbodem waarop regimes kunnen opkomen als dat van Stalin in de Sovjet-Unie of dat van Mao in China, met hun dictatoriale heerschappij, terreur en volledige verachting van juridische en ethische normen, wordt gevormd door de burgerlijke onrijpheid van het volk. In bepaalde ontwikkelingsstadia is die toestand natuurlijk en onvermijdelijk. Maar wanneer hij kunstmatig wordt gerekt en gekeerd, gaat zo’n onrijpheid over in burgerlijke infantiliteit, en een volk dat daaraan lijdt verandert collectief in een politieke dwaas, niet in staat om Recht van Onrecht te onderscheiden. Een van de meest effectieve manieren om die toestand te doen voortduren, is om het volk af te schermen van historische waarheid. Zo zal het waarschijnlijk niet altijd doorgaan.


Lees verder »

Archief

Carlo M. Cipolla, De wetten van menselijke stupiditeit. 

19 augustus 2025


Carlo M. Cipolla, De wetten van menselijke stupiditeit. 



1976 – 2011 – 2016 AUP



15. Het is algemeen bekend dat het bedroevend is gesteld met de mensheid. Nieuw is deze deplorabele toestand overigens niet; een blik in de geschiedenis leert ons dat de mensheid altijd al in een erbarmelijke staat heeft verkeerd. De moeilijkheden en ellende, waaronder de mens als individu en als lid van een georganiseerde samenleving gebukt gaat, zijn welbeschouwd een neveneffect van de volkomen onbegrijpelijke -ik zou zelfs willen beweren stupide – manier waarop het menselijk leven in den beginne is opgezet.


Lees verder »

Archief

Peter Vermeersch, Polsslag 

18 augustus 2025


Peter Vermeersch, Polsslag 



DeBezigeBij 2025



24. De Korjo Saram, die in de loop van de negentiende eeuw uit Korea geëmigreerd waren om in de regio van Vladivostok rijst te telen, waren in de tsaristische tijd vaak vervolgd. Hier viel veel over te weten: bijvoorbeeld hoe traditionele Koreaanse gebruiken in deze gemeenschappen werden doorgegeven (hun pikante wortelsalade groeide in de hele Sovjet-Unie uit tot een klassiek gerecht), en hoe deze mensen in de jaren dertig van de twintigste eeuw ervan werden verdacht in het geheim bondgenoten te zijn van de Japanners. Stalin was ervan overtuigd geweest dat Japan de Sovjet-Unie zou aanvallen via Mantsjoerije, aan de zuidgrens in het Verre Oosten van Rusland, en daarom werd in 1937, dat gitzwarte jaar van de Grote Zuivering, de hele bevolkingsgroep (ruim 170.000 Koreanen) met geweld naar Kazachstan gedeporteerd, de eerste van meerdere gedwongen etnische volksverhuizingen die Stalin op zijn conto zou schrijven. Het deportatieverhaal van de Korjo Saram – doordrenkt van dood,lijden en verdriet, zoals geschiedenis in Rusland zo vaak is – was weinig bekend, mocht in de Sovjet-Unie niet worden verteld, en Viktor stond er ook zelden bij stil.



26. De Sovjet-Unie was, naast alle andere dingen die ze was, een koloniaal project en zolang je Russisch sprak en in Leningrad woonde, kon je ingepast worden in het ideaalbeeld dat de staat vooropstelde: het idee dat er zoiets kon bestaan als een neutrale Sovjetmens, homo sovieticus, een bestaansvorm die allerlei particuliere nationale en etnische identiteiten achter zich had gelaten. Zolang je die gedachte omarmde – of tenminste deed alsof – en zolang je maar aanvaardde dat je eigenlijk toch Russisch hoorde te spreken en dus stiekem ook Russisch hoorde te zijn, leek je een normaal lid van de samenleving, ook al was dat normale leven in feite vaak een spel van ontwijken, redderen en overleven.



70. Als het over de blijvende aantrekkingskracht van de autoritaire leider gaat, moet ik altijd denken aan het gesprek dat ik in 2015 had met de dochter van Eduard Goldstücker, de Kafka-kenner en Tsjechoslowaakse diplomaat die in de vroege jaren vijftig werd gearresteerd op verdenking van volksverraad. Het regime was stalinistisch, het antisemitisme heerste alom.Tijdens een showproces werd Goldstücker veroordeeld tot de doodstraf. Zijn dochter – toen een kind van zes – vertelde me wat ze had gevoeld toen ze destijds het nieuws vernam, de schaamte als een gloed onder haar huid, het trauma dat achteraf bleef trillen. Ze herinnerde zich ook de reactie van haar moeder, die ervan overtuigd was dat Stalin persoonlijk zou interveniëren om die dwaling recht te laten zetten. De moeder bleef namelijk doordrongen van het idee dat alles aan een misverstand te wijten was, een menselijke vergissing, en dat niets mis was met het systeem zelf. Dat kón niet. Er waren nu eenmaal verraders onder ons, dat wist ze, alleen niet haar man, dat kon niet, en dus zou Stalin binnenkort interveniëren. Haar geloof in de onderdrukker bleef intact. Dat was de tragiek van wie opkijkt naar de autoritaire leider: de illusie dat het gevaar altijd een ander treft. Dat alleen opstandelingen, herrieschoppers, verslaafden en criminelen in het vizier komen van de veiligheidspolitie. Het uitschot, de illegalen en natuurlijk de rijke, frauduleuze elite. Maar zo werkt het niet. Het systeem kijkt niet weg; vroeg of laat kan het zich ook tegen jou keren.



89. Als de protesten massaal genoeg zijn en voldoende zichtbaar in de media, ontstaat de kans dat sommige leden van de elite de machthebbers de rug toekeren. Dan gloort de doorbraak. In het Rusland van eind 2011 en begin 2012 had het er even naar uitgezien dat het zou lukken. De getrouwheid van de veiligheidsdiensten zou afbrokkelen en de hoogste legerleiding leek, als het erop aankwam, niet automatisch de kant van het Kremlin te kiezen.



De Amerikaanse filosoof Eric Hoffer verkende in zijn klassieker The True Believer: Thoughts on the Nature of Mass Movements (verschenen in 1951 en geschreven toen hij havenarbeider was) de omstandigheden die ervoor zorgen dat een autoritair leider aan de macht blijft. Steun van de zwijgende massa, onbegrensde brutaliteit, minachting van integriteit, grootschalige loyaliteitsrituelen, ze spelen allemaal een rol. Het sluitstuk is volgens hem nog belangrijker: ‘a capacityfor winning and holding the utmost loyalty of a group of able lieutenants’.



Het is bekend hoe het in 2012 afliep voor Poetin: hij werd opnieuw president, ondanks het gezang. Achteraf begreep iedereen hoe onvermijdelijk dit was geweest. Hij zou het niet anders hebben kunnen laten aflopen. Je kon ook zeggen dat hij het geluk aan zijn zijde had, en de demonstranten niet. Kennelijk beschikte het Kremlin over voldoende ‘able lieutenants’. Voor zover we weten, wankelde de dienstbaarheid van de veiligheidsdiensten geen ogenblik. 



103. Op z’n minst hadden de Belarussische opposanten aangetoond dat tegenactie mogelijk bleef, zelfs in ogenschijnlijk onmogelijke omstandigheden. Ik zou hun visie zo willen samenvatten: door te geloven dat democratische vrijheid opgeëist kan worden, kun je die vrijheid in leven houden, in weerwil van een verwoestend machtsapparaat. Het is een scheppende kracht. Mensen die gezamenlijk hun recht op democratische vrijheid opeisen, laten vormen van verbondenheid en betrokkenheid zien waar een dictator alleen maar jaloers op kan zijn. Dat is de vertrouwenssprong van naïeve demonstranten die zingend door de straten trekken in naam van wat hen onderling verbindt. De dictator, hoe sterk ook, zal altijd eenzamer zijn.



199. Maar wie beter keek zou gezien hebben hoe opmerkelijk het onderwerp was voor deze plek: poëzie.‘Ze zag het levenslicht op 9 augustus 1910 in Žloba?cy, op een landgoed in de regio Hrodna,’ begon Maryna  haar hand op een fotokopie van een wazige foto. Ze had het over Larysa Hienijuš, over wie ik, net als de anderen in dit gezelschap, niets wist. Maar wat een levensverhaal had ze, zo zouden wij snel leren. Deze vrouw werd geboren in wat toen nog tsaristisch Rusland was, raakte verliefd op een Tsjechische dokter, kreeg met hem een zoon, verhuisde eind jaren dertig naar Praag en raakte daar betrokken in de wereld van de Belarussische diaspora. Ze sprak toen al Russisch, Belarussisch, Pools én Tsjechisch, en ze studeerde ook Scandinavische en Engelse literatuur. Haar eigen gedichten publiceerde ze in een bekend Belarussisch emigréblad dat in Berlijn werd uitgegeven. In 1942 verscheen haar eerste bundel. Maar het was wat je noemt een tragische tijd: bij de inval van het Rode Leger in de regio van Hrodna in 1939, dat toen deel was van Polen, was haar vader doodgeschoten. In Praag werd ze lid van een Belarussische hulporganisatie die Joden probeerde te redden. In 1943 benoemde de Rada van de Belarussische Volksrepubliek haar tot secretaris-generaal. En nu komt het: na de oorlog werd ze door Tsjechoslowakije uitgeleverd aan de Sovjet-Unie en vastgezet wegens vermeende anti-Sovjetactiviteiten tijdens de oorlog. Ze werd opgesloten in gevangenissen in Wenen, Lviv en Minsk en ten slotte veroordeeld tot vijfentwintig jaar werkkamp in de Sovjet-Unie. Ook in de mensonterende omstandigheden van de goelag bleef ze gedichten schrijven – over die omstandigheden. Ze deelde ze met haar medegevangenen en in ruil kreeg ze hun bewondering. De gevangenen leerden de verzen uit hun hoofd en zeiden ze op. Als gebeden, werd nadien gezegd. Geprevelde poëzie voor een god die op geen enkele manier aanwezig was in de witte hel van Siberië.



Na de dood van Stalin kwam Hienijuš vrij, maar ze werd nooit gerehabiliteerd en zelf aanvaardde ze nooit het Sovjetburgerschap. Ze bleef liever stateloos. Haar literaire roem groeide niettemin – ondergronds. Een hele generatie Belarussische dichters bewonderde haar gevangenispoëzie. Onbezorgd zou haar leven echter nooit meer worden, vanwege de harde grens. Ze bleef voor altijd gescheiden van haar zoon, die inmiddels in Polen woonde, en ze stierf in 1983, lang voordat iemand had kunnen denken dat de Sovjet-Unie zou verdwijnen.


Archief

Jan Brokken, De weemoed van de reiziger

10 juli 2025


Jan Brokken, De weemoed van de reiziger



Atlas Contact 2025



De gevaarlijkste kijk op de wereld, is die van mensen die de



wereld nooit aangekeken hebben. ALEXANDER VON HUMBOLDT, natuurvorser



Wie ziet kan vertellen. En wie vertelt legt vast. We hebben



de taal nodig om onze ogen te helpen. SACHA BRONWASSER, Luister



Want alles wat ik vertel, heb ik gezien; en hoewel ik me heb



kunnen vergissen terwijl ik het zag, misleid ik u nauwelijks



nu ik er verslag van doe, dat is zeker. STENDHAL, Het rood en het zwart



En misschien heeft ieder leven zijn eigen zin en duurt het



een heel leven die zin te vinden. ETTY HILLESUM, Het verstoorde leven



39. Het platteland bewaart de tradities, de stad vraagt om verandering. Je voelt bij Bartók een hechte band met het land en de natuur. Hij kon evenmin zonder Boedapest. Om nieuwe ideeën, modes, smaken, klanken op te doen. Het duurde lang voor hij daar bijval oogstte. Aan het begin van de jaren twintig vond men zijn muziek te ernstig, ondanks alle verwijzingen naar de dans- en bruiloftsmuziek uit de dorpen. Halverwege zijn leven was Bartók geliefder in Amsterdam, waar hij driemaal nieuw werk van eigen hand uitvoerde, dan in Boedapest



44. Een nog merkwaardiger toeval was dat hij door dezelfde arts werd behandeld die Bartók in zijn sterven had begeleid. Ze hadden veel gepraat, zei die dokter over Bartók, en wat hij zich nog heel goed herinnerde was dat Bartók tegen hem had gezegd: ‘Een van de belangrijkste dingen die ik van Stravinsky heb geleerd is durf.’



Durf in de betekenis die de filosoof Kierkegaard eraan gaf: ‘Durven is even je evenwicht verliezen, niet durven is jezelf verliezen.’ En ja, die durf was de belangrijkste verdienste waarmee Stravinsky de geschiedenis wilde in gaan.



73. ‘Het jaar daarop waren we allemaal vrij, ook wij hier, in Tsjecho-Slowakije. Die Treinen naar de Vrijheid namen in mijn herinnering mythische vormen aan. Hoe we hier allemaal op het pad stonden te kijken en mee te zingen en te janken van vreugde, in de vaste overtuiging dat het binnenkort onze beurt zou zijn. Ik zeg het weleens tegen mijn kinderen: ik werd volwassen in een moeilijke tijd maar het was een tijd van hoop. Jullie hebben het veel beter nu, maar jullie weten niet hoe opwindend het is in een tijd van hoop te leven, hoe arm en onvrij we toen ook waren.


Lees verder »

Archief

Sue Prideaux, Ik ben dynamiet – Het leven van Nietzsche. 

19 juni 2025


Sue Prideaux, Ik ben dynamiet – Het leven van Nietzsche. 



uitg De Arbeiderspers.  2018 vert. Peter Claessens 


Lees verder »

Archief

Rüdiger Safranski, Nietzsche, een biografie van zijn denken.

26 mei 2025


uitg. Olympus 2000



122.  Alleen heeft Marx daarbij niet aan de oude ontdekking van de Stoa gedacht, dat we niet zozeer onder de invloed staan van de dingen als wel van onze meningen over de dingen. Zo heeft Marx zelf zich in zijn handelen ten slotte ook niet door het proletariaat, maar door zijn fantasma laten leiden. Daarom heeft Stirner uiteindelijk groot gelijk de scheppingskracht van het ik zo te benadrukken, omdat het dit fantasma is dat de speelruimte creëert waarop het zich dan – theoretisch – baseert.



160. Nu heeft Nietzsche evenwel onder zijn aanleg tot medelijden geleden. Typerend voor de filosoof die de moraal van het medelijden te vuur en te zwaard zal bestrijden is een haast osmotisch kunnen en moeten meeleven. Nietzsche kan bij lange na niet zo wreed, hard en meedogenloos zijn als hij het later van de overmens zal eisen. Hij is niet alleen gevoelig voor het weer, maar ook voor de mens.



181. Nietzsche vindt in de religie bewijsmateriaal in overvloed voor zijn these dat de wreedheid de scheppende oorsprong is van de civilisatie. In vele cultuurkringen stelde men zich de goden wreed voor. Zij moeten middels offers verzoend worden. Kennelijk zag men de goden als wezens die aan de aanblik van kwellingen en slachtpartijen genoegen beleven. Zelfs de christelijke god moet nog door het offer van zijn zoon bevredigd worden. Wie de goden een plezier wil doen, moet hen een feest vol wreedheden bereiden. De lust van de goden is de menselijke lust op grotere schaal, daarom geldt: De wreedheid is een onderdeel van de oudste feestvreugde van de mensheid (3, 30).


Archief

Peter Venmans, Frivoliteit, waarom we niet altijd ernstig kunnen zijn.

23 mei 2025


uitg Atlas Contact 2025



Zoals gewoonlijk bij Peter Venmans wordt in boek over ‘Frivoliteit’ grondig ingegaan op een ‘deugd’ die in de huidige cultuurbeleving steeds belangrijker wordt om de loden dwang van deze tijd te doorstaan.



Een indrukwekkende benadering van de politieke en culturele waan van de dag met hulp in de vorm van andere benaderingen en dansen, op toevalsvoeten.



https://doorbraak.be/boekennieuws/frivoliteit-een-vergeten-deugd





131. Zijn we aan het dansen op een zinkend schip? Frivoliteit lost de problemen in de wereld niet op, maar ze maakt de wereld een heel stuk draaglijker. Alors on danse. Bailamos. ¡A gozar!


Lees verder »

Archief

Thomas Mann, Jozef en zijn broers

8 mei 2025


Thomas Mann, Jozef en zijn broers



1933 Wereldbibliotheek  2016



26. ‘De ‘godszorg’ is de bezorgdheid dat wat ooit het juiste was, het niet meer is, en het niet eeuwig voor het juiste te houden en er op anachronistische wijze naar te leven; het is de vrome fijngevoeligheid voor het verworpene, verouderde, innerlijk achterhaalde dat onmogelijk, schandaleus, of, in de taal van Israël, een ‘gruwel’ is geworden. Het is het intelligente en gespannen luisteren naar wat de wereldgeest wil, naar de nieuwe waarheid en noodzakelijkheid. En dit alles levert een bijzonder, religieus begrip domheid op, de godsdomheid, die deze bekommernis niet kent of er even lomp mee omgaat als de ouders – broer en zus – van Potifar, die de mannelijkheid van hun zoon offeren aan het licht. Een godvergeten domkop is ook Laban, die nog gelooft zijn zoontje te moeten slachten en in het fundament van zijn huis te moeten bijzetten, wat ooit heel zegenrijk was maar opgehouden heeft dit te zijn. Het eigenlijke, oorspronkelijke offer was het mensenoffer. Wanneer is het moment gekomen dat het veranderde in een gruwel en in domheid? Het boek Genesis legt dit moment vast, namelijk in het beeld van het verboden Isaakoffer, waarbij de mens wordt vervangen door het dier. Hier maakt een mens die is voortgeschreden in zijn godsbeeld zich los van het verouderde gebruik, van wat God samen met ons achter zich wil laten, omdat hij feitelijk al verder is. Vroomheid is een soort verstand, het is godsverstand.’


Lees verder »

Archief

Karl Ove Knausgård, De wolven van de eeuwigheid

13 april 2025


uitgeverij DeGeus 2024





525. ‘We dragen onze dood in ons, schrijft Rilke.  Kinderen hebben  een kleine dood in zich en oude mensen een grotere dood. En iedereen heeft zijn  eigen dood. Tolstoj stierf  in  de schijnwerpers toen  hij zijn leven ontvluchtte. Het was  een dood die  perfect bij  hem paste, het  was bijna te  mooi om waar te zijn. Als je de dagboeken  van  Tolstoj leest (en ik  vind  dat je  dat zou moeten  doen), zijn  romans en novelles en zijn religieuze geschriften, lijkt hij  soms meer  op een plaats, een  plaats waar de  grootste  tegenstellingen elkaar ontmoeten, dan op een mens. Of ach, hij was meer mens dan de meesten. Achmatova had geen goed woord voor hem over – tegen Isaiah Berlin zei ze dat  de  moraal in Anna Karenina  de moraal van Tolstojs vrouw  en zijn tantes in Moskou was.  Waarom moest Anna Karenina  sterven?  Ze werd gestraft door dezelfde  samenleving waar  Tolstoj vanwege alle huichelarij afstand van had genomen. Tolstoj  loog, hij wist wel beter.  Maar hij  gaf  toe aan de  druk van de maatschappij. ‘Toen hij gelukkig getrouwd was, schreef hij Oorlog en vrede,  waarin hij hoog opgeeft van het  gezinsleven. Toen hij  Sofia  Andrejevna  was gaan  haten maar niet ‘van haar wilde  scheiden omdat  dat door de  maatschappij  werd  veroordeeld en  wellicht ook door de boeren, schreef  hij Anna Karenina  en  strafte haar omdat ze Karenin verlaat. Toen hij oud werd en niet meer zo achter de  boerenmeisjes aan  zat, schreef hij De Kreutzersonate  en  verbood  seks volledig.’ Grotendeels klopt dit wel. Tolstoj was een levensgenieter  die verlangde  naar ascese,  een aristocraat die boer wilde zijn, een trots, hoogmoedig man die nederig wilde zijn,  een  schrijver die  midden in het leven wilde staan en niet  met  zijn neus in de boeken wilde  zitten, een  wellusteling  die  een familieman wilde  zijn en daarnaast  in celibaat wilde leven, een met mythen omgeven wereldberoemd man die kluizenaar wilde  zijn. Hij vocht  zijn  hele leven tegen de  krachten in zichzelf,  en hij  stierf zoals  hij leefde, met alle tegenstellingen  blootgelegd. Maar denk nu niet dat zijn  pogingen niet oprecht waren, want dat waren ze wel. ‘



549. ‘We hadden het over Rilke, en ik moest opeens denken aan iets wat in een  essay van Marina  Tsvetajeva, dat onder andere  over hem  ging, stond,  en wat dit boek in een notendop samenvat,  namelijk:



Hoeveel je  een wolf ook voedt, hij zal altijd zijn  blik gericht houden op het woud.



We zijn allen  wolven  uit  het dichte woud van de eeuwigheid.’


Archief

Thomas Mann, De Toverberg

9 maart 2025


vertaling van Hans Driessen uitg. Arbeiderspers 2024-1924



118.’We weten maar al te goed dat het inlassen van andere en nieuwe gewoontes de enige manier is om ons leven tot staan te brengen, ons tijdsbesef op te frissen, om een verjonging, versterking en vertraging en dus een vernieuwing van ons levensgevoel als zodanig te bewerkstelligen. Dit is het doel van elke verandering van omgeving en lucht, van de strandvakantie; hierin moet men de verkwikkende werking zoeken van de afwisseling en de episode. De eerste dagen in een nieuwe omgeving kennen een jeugdig, dat wil zeggen een krachtig en breed verloop – het zijn er zo’n zes tot acht. Vervolgens, naar de mate waarin je je ‘inleeft’, doet zich een geleidelijke verkorting voor: wie aan het leven hecht, of beter gezegd, wie zich aan het leven wil hechten, kan tot zijn ontzetting merken dat de dagen weer lichter worden en voorbij beginnen te vliegen; en de laatste week, van bijvoorbeeld vier, bezit een griezelige snelheid en vluchtigheid. Maar de opfrissing van het tijdsbesef werkt ook na de inlassing door, doet zich, nadat je naar de regelmaat bent teruggekeerd, opnieuw gelden; de eerste dagen thuis worden na de afwisseling eveneens als nieuw, breed en jeugdig ervaren, maar veel zijn het er niet: want we leven ons sneller in de regelmaat in dan in het doorbreken van de regelmaat, en als het tijdsbesef door een gevorderde leeftijd al moe is of – een teken van oorspronkelijke levenszwakte – nooit krachtig ontwikkeld is geweest, slaapt het weer razendsnel in, en al na vierentwintig uur lijkt het alsof we nooit weg zijn geweest en alsof de reis niet méér was dan de droom van een nacht.’


Lees verder »

Archief

Bert Koene , Over de betekenis van ons bestaan

9 februari 2025


uitgeverij AUP 2024 



Interessante en bevattelijke natuurwetenschappelijke benadering van kosmos en de ontwikkelingen tot vandaag met speculaties over A.I. morgen.



Dit geheel in tegenstelling tot een pijnlijk gebrek aan wetenschappelijke kritiek op de CO2 theorie van opwarming, stijging van de zeespiegel, klimaatgeinduceerde rampen die volgens de auteur allemaal kunnen bestreden worden door fysicochemische interventies om de aarde af te dekken tegen de zonnestralen.



Bert Koene lijkt daarin een oude opa die op een goed blaadje wil staan bij zijn klimaatgeconditioneerde kleinkinderen. 



Hij ziet wel heil in energie overvloed door toekomstige kernfusieprocessen. 



‘Mensen zijn denkende stukjes van de evoluerende kosmos. Onze samenleving lijkt echter een noodtoestand te naderen qua klimaat, milieu en mondiale conflicten. Bert Koene, natuurkundige en historisch onderzoeker, verkent onze voorgeschiedenis en onderzoekt toekomstscenario’s.



Hij laat zien dat de fysieke wereld heel anders in elkaar zit dan wij intuïtief denken, maar ook dat zij als het ware is gemáákt voor leven. 



Oorzaak van onzehuidige crises is volgens Koene het feit dat het gevoel niet goed kan omgaan metde steeds krachtigere technologieën die het verstand bedenkt. Kunstmatige intelligentie kan de situatie aanvankelijk verergeren, maar zou ons uiteindelijk kunnen redden.’ Aldus de uitgever. 



12. ‘De heersende milieucrisis en de beginnende klimaatramp zijn zware nevenschaden van de grote nieuwigheid die de mens in de wereld heeft gebracht: bewustzijn. Miljarden jaren lang heerste in de wereld alleen blind toeval, slechts door natuurwetten ingeperkt. De bewuste mens echter wéét van zichzelf en van zijn omgeving. ‘


Lees verder »

Archief

Thomas Mann, Doctor Faustus. Het leven van de Duitse toondichter Adrian Leverkühn, verteld door een vriend.

8 februari 2025


Arbeiderspers 2007





24. Realiseerde hij zich dat wanneer hier werkelijk van een geheimschrift sprake



was geweest, de natuur over een eigen, uit haarzelf geboren, georganiseerde



taal had moeten beschikken? Want welke door de mens uitgevonden taal zou



zij moeten kiezen om zich uit te drukken? Reeds toen echter, als knaap, zag ik



heel duidelijk in dat de buitenmenselijke natuur radicaal analfabeet is, wat



haar in mijn ogen nu juist zo sinister maakt.




Lees verder »

Archief

25 december 2024

Archief

voor 2025

25 december 2024



Archief

Silvia Avallone, Donker hart 

16 december 2024


uitg. De Bezige Bij 2024 



Zonder de jeugdgevangenis voor jongens in Bologna had Silvia Avallone haar nieuwe roman Donker hart niet kunnen schrijven. Ze draaide er een tijd mee, hoorde er de verhalen over moord en doodslag. Maar wat ze er vooral leerde was dat de jongens woorden aangereikt moeten krijgen door studie en workshops, om zichzelf ‘naderhand’ staande te kunnen houden. Gevangenis-slang alleen voldoet niet.



De spraakmakende Italiaanse bestseller over het leven van een jonge vrouw binnen, en buiten, de muren van een jeugdgevangenis



De eenendertigjarige Emilia besluit in het verlaten berggehucht Sassaia in Noord-Italië te gaan wonen, in het leegstaande huis van een overleden tante. Emilia is net
vrijgelaten na een gevangenisstraf van vijftien jaar. Haar verleden is haar geheim, en in Sassaia hoopt ze een manier te vinden om zich met haar daad te verzoenen.
Er zijn nog twee andere bewoners in het gehucht, onder wie Bruno, haar buurman, die onderwijzer is op de basisschool in het dal. Bruno leeft ook in een zelfverkozen
ballingschap, maar dan vanuit de pijn van een slachtoffer. Allebei kennen ze het kwaad: hij omdat hij het heeft ondergaan, zij omdat ze het heeft begaan. Deze twee
gebroken zielen zoeken beiden naar verlossing, maar de toekomst volgt zijn eigen wetten en de tijd onthult onverbiddelijk de kwetsbaarheid van het menselijk bestaan.



https://www.nrc.nl/nieuws/2024/11/07/ook-de-gevangenis-voelt-als-een-stenen-baarmoeder-a4872253


Lees verder »

Archief

Milan Kundera, Een gekidnapt Westen 1983

10 december 2024


uitg. De Nieuwe Wereld – ten have 2024





In 1983, toen hij dacht dat het Oostblok nog duizenden jaren zou standhouden, publiceerde de uitgeweken Tsjech en literaire grootheid Milan Kundera (1929-2023) een korte tekst die de hele wereld rondging, vertaald in tientallen talen.



Een gekidnapt Westen zette Midden-Europa in één klap op de kaart als een samenstel van kleine naties waar de Europese eenheid-door-diversiteit haar hoogtepunt bereikt: cultureel behorend bij het Westen, politiek opgeslokt door een vraatzuchtige grote natie (Rusland) die naar eenvormigheid streeft. Veertig jaar later is Kundera’s tekst weer extra actueel, zowel door de Russische inval in Oekraïne als door de hoofdvraag: wordt de Europese cultuur bedreigd?



‘De  onvanzelfsprekendheid van een natie (1967)’





14. ‘De  ontwikkeling van de mensheid is  voor het eerst één wereldgeschiedenis geworden. Kleine eenheden  verenigen zich tot grotere eenheden. Internationale  culturele inspanningen  worden geconcentreerd en met elkaar  verbonden. Er wordt massaal gereisd. En  daarmee neemt ook de rol  van enkele van de belangrijkste wereldtalen  toe, en naarmate het leven  steeds internationaler wordt, wordt de invloed van de  kleine talen steeds  beperkter. Enige tijd terug sprak ik met  een Vlaming, een  theatermaker, die zich erover beklaagde dat zijn taal wordt  bedreigd, dat de Vlaamse intellectuele elite tweetalig wordt en de voorkeur geeft aan het Engels boven de moedertaal, om zo rechtstreekser in  contact  te  kunnen zijn  met  de internationale wetenschap.  Onder deze  omstandigheden kunnen kleine naties hun taal  en hun eigen  karakter  alleen beschermen door middel van het culturele belang van hun taal, van de onvervangbaarheid  van waarden die erdoor gevormd en  ermee verbonden zijn.’





‘Een gekidnapt  Westen  of De tragedie van Midden-Europa (1983)


Lees verder »

Archief

Robert Harris, Afgrond

10 december 2024


uitg. Cargo 2024



Knap gecomponeerde roman over de liberale Engelse premier Henry Asquith die regeert aan de vooravond van het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. De lezer weet welke ramp Europa te wachten staat, maar de politieke elite in Engeland denkt dat het allemaal nog wel mee zal vallen. De premier moet leiding geven aan het kabinet, maar laat veel op zijn beloop. Bovendien wordt de zestigjarige behoorlijk afgeleid door een geheime obsessieve relatie met een ruim dertig jaar jongere vrouw, Venetia Stanley.



‘Machtige mannen willen altijd hun zin krijgen.’  



Wilfred Scholten De Morgen 7 december 2024, 


Lees verder »

Archief

Kris Lauwerys, Van licht naar Duisternis. 

26 november 2024


uitg. Athenaeum,Polak & Van Gennep, Amsterdam 2024



https://www.humanistischverbond.be/kritisch-lezen/1459/van-licht-naar-duisternis-drie-vrouwen-in-wenen-1900-1938



71.’De verklaring voor die Joodse aanwezigheid in de wereld van de cultuur ligt in het opleidingsniveau van de Joodse geassimileerde bourgeoisie. De ouders van de bovengenoemde beroemdheden waren meestal geen praktiserende joden meer, al loochenden ze hun afkomst niet en vierden ze in veel gevallen de joodse feestdagen. Minstens even belangrijk voor hun culturele achtergrond was het feit dat ze al vóór hun emigratie door het contact met de hun omringende Duitse cultuur gemoderniseerd waren; velen waren fervente bewonderaars van Goethe, Schiller en Wagner. Aangekomen in Wenen wilden ze die cultuur via een gedegen opleiding, via bildung, doorgeven aan hun kinderen. Dat was een garantie voor sociale en culturele integratie. Als het financieel haalbaar was, stuurden ze hun kinderen in Wenen naar de beste scholen. Bildung gaf toegang tot de maatschappelijk hogere kringen en was een manier om de sociale en religieuze afkomst te overstijgen.



De cijfers spreken dan ook boekdelen. In 1910 stroomt ongeveer de helft van de Joodse jongens van de basisschool door naar het gymnasium en de realschule (algemeen secundair onderwijs en technisch secundair onderwijs; vwo en havo). Bijna dertig procent van hen zit drie jaar na die overstap nog altijd op het gymnasium. Ter’vergelijking: slechts zes procent van de niet-Joodse tienjarigen zit drie jaar later nog op het gymnasium: een hogere uitval dus. Een verhouding van vijf op een. En zodra de gymnasia ook voor meisjes worden opengesteld blijkt dat het verschil tussen Joodse en niet-Joodse meisjes nog groter is. Resultaat: vierendertig procent van de gediplomeerden op het gymnasium is Joods. Ter herinnering: Joden maakten nooit meer dan tien procent van de Weense bevolking uit. In het tweede district, Leopoldstadt, de wijk met traditioneel de meeste Joden (vierendertig procent) was zelfs vijfenzeventig procent van de gymnasiasten Joods. Ook op de universiteiten waren Joodse studenten goed vertegenwoordigd. En zodra de faculteiten filosofie en medicijnen (respectievelijk in 1897 en 1900) hun deuren voor vrouwen openden deed hetzelfde fenomeen zich voor: voorafgaand aan de Eerste Wereldoorlog was drieënveertig procent van de vrouwelijke studenten van Joodse origine, bij medicijnen was dat tussen de eenenvijftig en de achtenzestig procent.’


Lees verder »

Archief

Ray Monk, Ludwig Wittgenstein, een biografie

27 oktober 2024


uitg. Ten Have 2024



 Ludwig Wittgenstein, The Duty of Genius dateert reeds uit 1990 en heb ik een paar jaar later enthousiast gesavoureerd… de nieuwe versie en vertaling was moeilijker te genieten door de last der jaren en toenemende wijsheid en afstand die er bovenop is gekomen. Maar het blijft – zeker voor jongeren – een majestueuze benadering van deze filosofische cultfiguur uit de 20ste eeuw. 



https://www.humanistischverbond.be/kritisch-lezen/1491/wittgenstein-een-biografie


Lees verder »

Archief

Ignaas Devisch-We informeren ons kapot – Pleidooi voor onwetendheid.

25 oktober 2024


uitg. De Bezige Bij 2024





Iedereen kent het wel: je wilt snel iets opzoeken op het internet en twee uur later ben je nog bezig. Dat hebben we niet helemaal zelf in de hand: aandacht en informatie zijn de munteenheden van een nieuw tijdperk, de infocratie. Nog nooit konden we zoveel te weten komen over een breed scala aan onderwerpen als nu. Tegelijk staan onze individuele vrijheden op het spel, omdat politieke en economische krachten ons op allerlei manieren online proberen te beïnvloeden. Ze slagen er geregeld in door middel van georganiseerde desinformatie en manipulatie mensen op te hitsen. 



Dit vereist een kritische blik, die we moeten blijven trainen om te leren negeren wat geen aandacht verdient. Ignaas Devisch laat zien hoe we vanuit die weloverwogen 
onwetendheid opnieuw tot een geïnformeerde positie in de wereld kunnen komen. Hoog tijd dat we stoppen onszelf – en de democratie – kapot te informeren. 



Een bij wijlen boeiende poging om een houvast te bieden in de informatie met tot slot een handige reeks vuistregels om boven te blijven in de infocratie. Veel van deze inzichten zijn één op één bruikbaar om de covid lockdown en covid vaccinatie campagne te analyseren.



58. Een conflict kan uitlopen op polarisatie, al is niet elke discussie meteen gepolariseerd. Op het scherp van de snede debatteren bijvoorbeeld is geen polarisatie; niet tot een consensus komen evenmin. Een democratie leeft van de ideeënstrijd en het publiek debat erover. In het parlementaire halfrond, op de opiniepagina’s van kranten, op sociale media en op andere plaatsen heerst er een strijd om het beste argument of idee. Zulke debatten kunnen intens zijn en zelfs knetteren, met felle woorden over en weer – en daar is niets mis mee.



Zoals politiek filosoof Chantal Mouffe het meermaals heeft benadrukt: antagonisme en conflict horen bij de democratie. Een democratie kent geen blauwdruk. Consensus en dissensus gaan hand in hand. Daarom bekleedt het publiek debat een prominente plaats in dit geheel en moet het dat vooral blijven doen. De democratie werkt omdat we allemaal een eigen opinie hebben en ons verenigen in groepen van gelijkgezinden en nooit de hele bevolking achter ons krijgen.



Ik omschreef dit eerder met Claude Lefort als een georganiseerde manier van ruziemaken. Lefort, een politiek filosoof uit Frankrijk die vooral in de jaren tachtig van de vorige eeuw zijn hoofdwerken schreef, legde steevast de nadruk op de institutionalisering van het conflict. De verschillende machten in de samenleving – uitvoerend, wetgevend, rechterlijk, de media, de publieke opinie – wedijveren voortdurend om de macht. Juist die georganiseerde dynamiek zorgt ervoor dat ruziemaken in zekere zin stichtend is voor een democratie. Zoals wetenschap leeft van de botsing van paradigma’s, zo is ook het publiek debat gediend met een levendige ideeënstrijd.


Lees verder »

Archief

Jos Borré , Thuiskomen. Leven en werk van Walter Van den Broeck

25 oktober 2024


uitg. Pelckmans 2024



Zelden een bio-bibliografie gelezen die me zo vaardig door het oeuvre van een zeer productieve schrijver heeft geleid, zonder daarbij de donkere randen naast en achter de spiegel te vergeten die soms meer verduidelijken over het waarom van die romans, novelles en toneelstukken.



Bij andere biografische benaderingen had ik zelden het gevoel dat die donkere randen en trauma’s van de auteur wezenlijk bijdroegen tot begrip voor en waardering van zijn literair werk. 



Bij ‘Thuiskomen’ van Jos Borré over het leven en werk van Walter Van den Broeck is dat wel het geval, teder en accuraat. ‘Thuiskomen’ tilt het werk van Walter tot een hoger menselijk en boeiend niveau. 



13. Tegelijk schreef hij daarmee  een boek over de macht van het woord  in de opstand tegen  de  onverbiddelijke dood. In een brief  aan Paul de Wispelaere  verduidelijkte  hij die bijzondere ervaring van het schrijven: ‘Die macht die je als schrijver op mensen en dingen hebt. Ze zijn steendood tot je ze aanraakt met de punt van  je pen, en dan zijn ze er plots weer.  Ik  weet nu wel: schrijven,  de  eerste  èchte overwinning op tijd en ruimte, een dam tegen de aanstormende dood dus.’



33. ‘Is ons paradijs echt  verloren?’ vraagt hij zich ten slotte  af,  tegen beter  weten  in,  ‘Of zullen  wij  straks, als  de schijnwelvaart zichzelf  heeft opgeheven,  opnieuw  het  onderscheid zien  tussen schijn en wezen?’ (p. 236).  Zoveel jaren later klinkt de vraag meer  dan ooit  retorisch.’ (Brief aan Boudewijn)



36. ‘Want de ‘lichtgevoelige jongen’ legt in korte tijd  meer vast dan hem op dat ogenblik  lief is. ‘De wereld  moest nu maar eens ophouden  met zich door  mij te laten  ontdekken’ (p.  193), stelt hij, oververzadigd door de harde  realiteit  onderweg.  Op zijn twaalfde overvalt hem  zo al een loodzwaar inzicht: ‘(A)chter het zichtbare alles steekt een verdoken alles dat niemand ziet maar dat wreed is  en zonder medelijden de wereld bestuurt’ (p. 207).  En dus  moet  er gelogen worden, om bestwil, om de  permanente  dreiging van het onheil,  een  echo  van de angst die  in  De dag dat Lester Saigon kwam aan de orde komt, tegen te houden, te ontzenuwen.  ‘Er moest  gelogen worden! Want als de hele  wereld  het verdoken  alles achter het zichtbare alles zou zien, kroop  iedereen bibberend van schrik in de  kelder, en viel het  wiel van de wereld stil, en de  wereld zelf  uit elkaar.’ Gelogen  door iemand die de opdracht op zich neemt: ‘Iemand moest toch  op de uitkijk staan en “Alles is kalm” roepen (…) ook al ontplofte vannacht  Toudfabriek, ook  al begon de  Rus straks in het geniep de Derde  Wereldoorlog  door een atoombom  op de  Cité te gooien. Iemand moest toch  op wacht  staan  en  voor al die nietsvermoedende mensen de wereld bij  elkaar blijven liegen, zodat  ze ongestoord konden  slapen  en morgen weer opgewekt  aan de slag konden’ (p. 208).’


Lees verder »

Archief

Ronald Meester & Marc Jacobs, De onttovering van AI. Een pleidooi voor het gebruik van gezond verstand

25 september 2024


MazirelPress 2024



Rond kunstmatige intelligentie (AI) zou het niet moeten gaan over de vraag of AI de mens gaat overnemen, maar over de vraag of wij mensen ons láten overnemen. De ontwikkelingen op het gebied van AI vormen een nieuwe stap in de richting van een samenleving waarin menselijke intuïtie en gezond verstand worden vervangen door cijfers, modellen en algoritmes.



Een model zonder wijsheid gebruiken leidt altijd tot ongelukken en dit geldt zeker ook voor AI. Door gebruik te maken van veel data en rekenkracht kunnen deze modellen steeds meer. Ook worden toepassingen steeds toegankelijker. Dit maakt dat techniek zoals AI bijna wel gebruikt moet worden, ook als de toegevoegde waarde niet evident is.



Dit boek is een filosofische, levensbeschouwelijke en soms mild technische overdenking van deze ontwikkelingen. Een gezonde relatie tussen mens en techniek vereist dat de gebruiker niet alleen de benodigde kennis heeft, maar ook eindverantwoordelijk blijft. Alleen dan levert techniek ook daadwerkelijk iets op.







https://doorbraak.be/de-gevaren-van-ai-het-mag-duidelijk-zijn-dat-de-overheid-autoritaire-neigingen-heeft/?





9. ‘Zoals elk model moet dus ook ChatGPT geïnterpreteerd worden, en dat kan alleen met  bewustzijn. Er is niet alleen een zender  maar ook een ontvanger. ChatGPT zelf begrijpt niets. Misschien is een analogie met  de wiskunde verhelderend. In het begin van de vorige eeuw dachten de  wiskundigen Bertrand Russell en Alfred North Whitehead dat wiskunde puur symbolisch was, en dat er geen  betekenis aan hoefde te worden toegekend aan symbolen en operaties binnen de wiskunde. (Niet geheel toevallig was Russell de mentor van Wittgenstein, en  heeft  Russell laatstgenoemde waarschijnlijk in eerste instantie de verkeerde kant op gestuurd door taal aanvankelijk als pure logica op te vatten.) Die opvatting bleek onhoudbaar, omdat  wiskunde  zich zonder betekenis ook niet kan ontwikkelen. Wiskunde is niet alleen maar pure logica, laat staan dat taal dat zou zijn.’



10. ‘Voor begrip  is  bovendien bewustzijn nodig. Je kunt alleen maar iets begrijpen als je je bewust  bent van jezelf. We hebben echter geen idee  wat  bewustzijn precies  is. Natuurlijk weten we dat  we zonder brein geen  bewustzijn kunnen hebben,  maar welke rol ons brein daarin precies  speelt  is onduidelijk, net als  de  vraag  of bewustzijn puur materialistisch te begrijpen zal  zijn. Het zou daarom  niet minder dan bizar zijn om  te denken dat wij iets  zouden  kunnen maken, een algoritme  bijvoorbeeld, dat bewustzijn  heeft. We weten de facto niet eens waar  we het  over hebben wanneer we over bewustzijn spreken. Sommige mensen denken dat bewustzijn emergeert als het  netwerk  in een brein maar voldoende  complex is. Dat  is bijvoorbeeld  wat filosoof Daniel Dennett  beweert, maar dat is echt niets anders dan pure speculatie.’


Lees verder »

Archief

Tineke Aertsen, De Kooi, een metamorfose

24 september 2024


2023 uitgegeven in eigen beheer https://doublebill.design/De-Kooi



De Kooi is een indrukwekkend en aangrijpend boek – in eigen beheer – van TIneke Aertsen over de zelfdoding van een zus en de gevolgen daarvan op korte en lange termijn voor wie haar lief was. 



De auteur is er in geslaagd het verhaal toegankelijk op te bouwen voor de lezer en met de dagboekcitaten van haar zus Anne op de oneven grijze bladzijden halfweg een beklijvende spanningsboog aan te houden. De verschillende perspectieven van wie van bij haar betrokken was, trekken de vernauwende zoektocht open zodat het lezen draaglijk blijft. 



Een waardevolle zoektocht van een metamorfose tot aan de schaapskooi in de Picos de Europa en lang daarna tot in de vlakke Noorderkempen. 



‘Het is een verhaal over sterven en een ode aan het leven, een verhaal over hoe mensen zoeken en hoe zij en hun omgeving voortdurend veranderen. ‘ 


Lees verder »

Archief

Bart De Wever, over Woke  

6 september 2024


uitg. Borgerhoff & Lamberigts 2023



21. Geschiedenis als een groots verhaal waarin de toenmalige groten der aarde nog de toon aangeven, is voor academische historici vandaag volkomen achterhaald. Het zijn derhalve vaak niet-historici als Bart Van Loo en Johan Op de Beeck die nog zulke boeken schrijverij. 



22. Let wel, de ijver om uitsluitend op die manier achterom te kijken is even uitsluitend voorbehouden aan de westerse beschaving in al haar verschijningsvormen. Niet-westerse culturen zijn volledig vrijgesteld van kritische retrospectie. Laat staan dat het een westerling toegelaten zou zijn om nog maar een fractie van de onverdroten historische zelfafbraak te richten op een niet-westerse samenleving. In zijn boek Schuldig over de hele lijn (2021) illustreert Pascal Bruckner dat treffend aan de hand van de geschiedenis van de slavernij. Stilaan is het ongepast om eraan te herinneren dat er in de geschiedenis van de slavenhandel naast de ons zeer bekende Atlantische (met circa 11 miljoen slachtoffers), ook een Arabisch-islamitische (circa 17 miljoen slachtoffers) en een Afrikaanse (circa 14 miljoen slachtoffers) slavenhandel bestond .



26. FIFA-voorzitter Infantino vatte daarbij onbewust de postmoderne opvatting van de Europese geschiedenis bondig samen: ‘Europa moet eerst nog 3000 jaar sorry zeggen voor wat het de voorbije 3000 jaar gedaan heeft.’ Volgens deze man is het dus ongeveer vanaf de aanval op Troje fout gegaan met ons en hebben we de rest van de wereld moreel niets meer te melden buiten ons hoofd dat we in schaamte moeten laten hangen.



36. Een scholenkoepel in Canada ging in 2019 al een stap verder en organiseerde een ‘zuiveringsceremonie’ waarin vijfduizend boeken werden verbrand, waaronder strips van Kuifje,  Asterix en Lucky Luke. Ook een strip van de Canadese auteur Marcel Levasseur ging in vlammen op, terwijl dat album tien jaar eerder nog de finale haalde voor een prijs van de Ontario Library Associations. Het moet van nazi-Duitsland geleden zijn dat zoiets nog georganiseerd werd in een westers land. Wo mann Bücher verbrennt, verbrennt man auch am Ende Menschen’ , schreef de dichter Heinrich Heine al in de 19de eeuw! Alleszins is de aanhoudende boodschap aan minderheidsgroepen dat onze samenleving hen systematisch misdadig behandelt en dat ze dus behoorlijk boos en revendicatief moeten zijn. 


Archief

Bernhard Schlink, Afscheidskleuren

26 augustus 2024


vert. Kees Wallis. uitg.  Cossee 2021



9. ‘Met die huidige hang naar slachtofferschap is het merkwaardig gesteld. Alsof het een eretitel is, alsof het getuigt van een roemrijke daad. Als je verder niets gepresteerd hebt kon je altijd nog slachtoffer zijn. Wie slachtoffer was heeft kwaad moeten verduren en kan daarom zelf geen kwaad gedaan hebben. Anderen zijn iets verschuldigd aan wie slachtoffer was, en dus moet het slachtoffer zelf wel onschuldig zijn. Lena heeft niet veel gepresteerd in haar leven. Als ze zelf dan al geen slachtoffer kon zijn geweest, wilde ze op z’n minst de dochter van een slachtoffer zijn. Het klinkt goed: ‘Mijn vader kwam vanwege zijn politieke overtuiging in de gevangenis en kon daarna dan wel weer als wiskundige aan de slag, maar werd voortdurend bespioneerd.’



70. ‘Na een poosje vroeg Michael: ‘Je bent gestopt met de praktijk?’



‘Ja. Maar ik spring bij en ben er vaak.’



Hij knikte. ‘Ik mis het ambt niet. Maar wat ontbreekt is het erbij horen, het deelgenoot zijn, het leveren van een bijdrage.’ Hij lachte. ‘Als we een familiebedrijf waren, een supermarkt, en Thomas de leiding had overgenomen, dan zou ik het prima vinden de aankopen van de klanten voor ze in te pakken.’



‘Ben je bang voor de dood?’



Hij schudde zijn hoofd. ‘Ik word niet angstig zoals moeder. Maar ik word steeds bedroefder, en het is goed wanneer de dood daar een einde aan maakt.’ Hij draaide zich naar haar toe en keek haar aan. ‘Het spijt me, Sabine. Wat is geweest, wat ik gedaan heb, wat ik niet gedaan heb – het spijt me. Maar meer nog maakt het me bedroefd. Mijn droefheid spreidt zich over alles uit, ze maakt me moe, ze is een zwart water, een zwart meer waarin ik verdrink, aan één stuk door verdrink.’



143. ‘Dat hij zich zou inspannen en toch niet zou dansen zoals zij het net gedaan had en zoals zij hem ook zo graag zou zien. Dat ze teleurgesteld zou zijn, maar hem haar teleurstelling niet zou laten merken. En niet alleen hier; met het ouder worden zou hij haar telkens weer teleurstellen en alleen maar kunnen hopen dat ze het hem niet zou laten merken. Een schaduw, meer niet?’


Archief

Robert Menasse – De uitbreiding. 

15 augustus 2024


Vertaald door Wil Boesten. De Arbeiderspers, Amsterdam. 2024



42. Ten eerste kaap je het thema van de oppositie, want die heeft Skanderbeg op haar vlag geborduurd, de man die de Albanezen verenigde. Maar als jij jezelf kroont met zijn helm dan ben jij de man die de eenheid van de Albanezen vertegenwoordigt, dan krijg jij de nationalisten aan je zijde. Dat bereik je met die helm, daar heb je geen zwaard voor nodig. Ten tweede is dat het beste antwoord aan Brussel: Je herinnert ze eraan dat Skanderbeg het Europese christendom beschermde tegen de Osmanen. Jij verschaft de Albanezen met de Skanderbegtraditie meer gewicht, meer betekenis voor Europa, meer dan je ooit voor elkaar zou krijgen als je in Brussel alleen maar bedelt om meer welvaart. Dáár staat die helm voor. Vergeet niet: de Europeanen zijn geïnteresseerd in afzetmarkten of n symbolen, voor symbolen interesseren ze zich heel wanhopig, omdat ze er zelf geen meer hebben, zij noemen dat een narratief. Als markt is Albanië niet interessant, maar als symbool hebben we met Skanderbegs helm een harde kop! En ten derde laat je, gekroond met Skanderbegs helm, zien dat je een plan B hebt voor het geval de EU ons bedelend buiten laat staan: Groot-Albanië! Waar Skanderbeg óók voor staat, evenals voor de vaardigheid om steeds weer nieuwe bondgenootschappen aan te gaan, waarmee we terug zijn bij China. En het beste is: het kost niks, en een helm is geloofwaardiger dan een zwaard. Hij hoeft alleen maar in de lucht te hangen, als idee, en onrust te veroorzaken in bepaalde hoofden.



44. Tijdens de Hoxha-dictatuur had een man die een zin uitte die kon worden geïnterpreteerd als regimekritisch een levensverwachting van vierentwintiguur. Dat was een groot verschil met andere stalinistische staten, waar regimecritici weliswaar steeds weer in hechtenis werden genomen, maar niettemin vaak overleefden en na de Wende president of diplomaat werden.


Lees verder »

Archief

Daisy Ver Boven, De rode aarde die aan onze harten kleeft

8 juli 2024


uitgeverij Reinaert & De Lanteern 1962



een fascinerende, indringende roman over Congo in de periode vlak voor en tijdens de onafhankelijkheidstrijd. Soms wat archaïsch taalgebruik, maar dat heeft ook zijn charme. Gelaagd en genuanceerd…




Lees verder »

Archief

Ismail Kadare, Het Dromenpaleis – 1982

1 juli 2024






Uitg Querido.



Nacht na Nacht arriveren in Constantinopel koeriers met zakken vol dromen, op schrift gesteld in steden, dorpen en gehuchten tot in de verste uithoeken van het enorme Osmaanse rijk. In het Dromenpaleis worden ze gesorteerd, beoordeeld en geduid om er de wekelijks aan de sultan aangeboden ‘meester droom’ uit te halen waarin de toekomst van het rijk en van zijn heerser te lezen is. De jonge Ebu Qerim, telg van een oude Albanese familie die het Turkse rijk tal van ministers, generaals en gouverneurs heeft geleverd, wordt klerk in die ontzagwekkende bureaucratie waar het collectieve onder bewustzijn van het rijk wordt vermalen en geanalyseerd. In een (vooral voor hemzelf) verbazend tempo doorloopt hij de hiërarchie, tot hij er uiteindelijk de almachtige eerste man van wordt. Over Ebu Qerims schouder ontdekt de lezer de intriges, de gruwelen en de verhulde machtsstrijd waar deze droomverwerkingsfabriek en de klieken eromheen in verwikkeld zijn.





“Ik heb het meesterlijke “dromenpaleis” gelezen als een allegorie op het gebruik van modellen in volksgezondheidsambtenarijen om gewenst beleid te ondersteunen en ongewenste partijen uit te schakelen. Zo goed dat het universeel is en de Albanese overheid de dodelijke kritiek miste. “ Luc Bonneux op X



143. ‘Het Dromenpaleis is gesitueerd in de Ottomaanse  hoofdstad  Istanbul. Een dergelijke instelling wordt in Turkse bronnen niet vermeld. Klaarblijkelijk  creëerde Kadare zijn Dromenpaleis als symbool voor de Albanese staat,  die tot in detail wilde weten  en  controleren  wat er zelfs in de intiemste gedachten van  zijn onderdanen omging.



Het gebouw  waarin de instantie zetelt, wordt beschreven als  een  immens, doolhofachtig  complex dat doet denken aan de overheidsgebouwen  in Tirana. De dagelijkse routine lijkt op die  in een groot, ouderwets overheidskantoor. Er is sprake van dossiermappen, chefs, directeuren en  onderdirecteuren en er worden zinswendingen gebruikt  die zijn gebaseerd op het socialistische jargon,  zoals  ‘de  basisprincipes van  het Dromenpaleis’ versus ‘de basisprincipes  van het marxisme-leninisme’.  In de kantine is  behalve koffie ook salep  verkrijgbaar, een warme drank gemaakt van melk en poeder van orchideeënwortel, die in het  socialistische Albanië alleen  bij bepaalde overheidsinstellingen te krijgen was.’




Lees verder »

Archief

Piet de Moor , Met Kafka in Berlijn. 

17 juni 2024


Uitg. Pelckmans 2024



42. ‘Verschrikkelijk is het geheel, komisch zijn de details.’



59. Honderd jaar na Kafka’s dood kan ik onveranderlijk de loftrompet blijven steken over de kwaliteit van het brood in Berlijn. Het beste brood in de wijde omtrek is het Krustenlaib dat ik koop in de naoorlogse fijnkostzaak Lindner op de Teltower Damm. ‘Butter-Lindner,’ zegt mijn buurvroum Sonja, die blijft zweren bij de ouderwetse, West-Berlijnse benaming van de winkel. Zodra je de korst met het brood mes aansnijdt, verspreidt het brood een aroma van zuurdesem en zure room. Het brood is hard vanbuiten en zacht maar vast vanbinnen. Het ‘Laib’ blijft solide en compact onder de druk van hand en mes en de sneden kun je goed besmeren. Al bij de eerste hap hoor ik hoe Kafka de ongelovigen, die pas nu de singuliere kwaliteit van dat brood gaan waarderen, mild vermaant: ‘Ik schreef toch meermalen da ik hier tot nu toe een zo voortreffelijk brood heb als ik het in Praag tevergeefs heb gezocht.


Lees verder »

« Volgende berichten