knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

Yuko Tsushima, Domein van licht

20 december 2020

Yuko Tsushima, Domein van licht

1979 – uitg. De Bezige Bij 2020 

Schitteren doet Tsushima in Domein van licht, maar het is niet de schittering van de klassieke kersenbloesem en poëtisch verzuchtingen – je moet de schoonheid zoeken tussen de zinnen, in het onbestendige en meedogenloze grootstadsleven. En schitterend is de eerlijkheid waarmee Tsushima de werkelijkheid in de ogen staart. Alsof er geen filter zit tussen de ervaring van de moeder en de beleving van de lezer: alles komt klaar en duidelijk binnen, zonder vervorming, Wie zo kristalhelder kan schrijven heeft geen agenda of boodschap nodig. Dat het lot van een vrouw alleen nog altijd het onzekerst van al is, we weten het. Maar ­Tsushima laat je dat niet lezen, ze laat het je leven. 

Alexandra De Vos in  De Standaard der Letteren van 19122020


‘Domein van licht’ is een boek dat je als lezer niet licht vergeten zal, zeker wanneer je al een beetje ervaring hebt met Japanse literatuur of met de Japanse cultuur, de manier waarop mensen er met elkaar omgaan in de anonimiteit van de grootsteden. De treurnis is er in de voorbije 40 jaar niet echt op gebeterd. En dat belooft voor de toekomst, ook in Westeuropese grootsteden. 

53. In werkelijkheid moet hij zich verschrikkelijk eenzaam hebben gevoeld. Een eenzaamheid waarin hij ongetwijfeld zo bang was dat hij niet eens om hulp kon roepen. Een eenzaamheid waarin hij zich toch nog achter het rode gordijn moest verbergen, ondanks het feit dat er niemand in de buurt was. 

172. Ik realiseerde me dat het laatste beeld van de dood, die steeds maar weer opdook in mijn omgeving, het geschitter aan de hemel van de vorige nacht was. Dat was het. Ik dacht dat ik eindelijk begreep wat de elkaar opvolgende sterfgevallen me wilden vertellen. Licht zat vol energie en kracht. Mijn lichaam zat ook vol energie en kracht. Ik dacht aan hoe ik me de vorige nacht voelde toen ik naar de roodgloeiende hemel keek en geen moment de dood verwachtte.

182. Elkaars lichaam voelen is het enige wat we kunnen delen, dacht ik bij mezelf. Wat wilden we nog meer, we waren toch maar doodgewone menselijke wezens?

188. ‘Mijn broer kon niet goed lopen, niet goed praten, niet rekenen, maar als mens was hij tevreden. Hij hield van mensen, kende geen haat, noch wrok.’

Van haar zwakzinnige broer leerde ze dat het de moeite waard was in deze wereld te leven, hij vormde voor haar in haar kinderjaren een voortdurende bron van vreugde. (...) 

Een van de belangrijkste thema’s is het ‘in de steek gelaten worden’, met als ultieme vorm de dood. ‘Ik was een kind dat toen het op deze wereld kwam zo ongeveer van plaats verwisselde met de vader,’ aldus de ik-figuur in Domein van licht (blz. 147). Water, vooral stromend water, speelt in haar werk daarom een belangrijke rol als element van dreiging; tegelijk echter geeft het haar rust, het is het medium waardoor ze met haar vader kan communiceren. ‘Je bent vreselijk bang voor water, maar je kunt aan hetzelfde water je grootste verlangen meegeven,’ krijgt de hoofdpersoon in de roman Waterstad (1981) te horen. De verdrinkingsdood van haar vader hulde Tsushima’s leven in duisternis, een duisternis die slechts door licht verdreven kan worden. ‘Licht zat vol energie en kracht,’ beseft de ik-figuur in Domein van licht (blz. 172)

Nawoord der vertalers Noriko de Vroomen-Kondo en Han Timmer

Reacties graag naar mailadres.