knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

Simon Schama De geschiedenis van de Joden – Deel 1 de woorden vinden 1000 v.C. – 1492 – Deel 2 Erbij horen 1492-1900

8 februari 2024


uitg. Atlas Contact 2013





Dit is het boek dat Simon Schama altijd al heeft willen schrijven: Possibly the greatest story ever told, een grootse geschiedenis van het Joodse volk in de geschiedenis van de wereld. Van Mozes tot psycho­analyse, van de Bijbel tot de Westelijke Jordaanoever, van de cultuur tot en met de wetenschap: op al deze terreinen zijn Joden van een beslissende invloed geweest op de ontwikkeling van de wereld. Zoals John Adams, de tweede president van de Verenigde Staten ooit schreef:De Joden hebben meer bijgedragen aan de beschaving van de mensheid dan willekeurig welk land. Schama vertelt dit verhaal met de weidse blik die hem tot een van de beste historici van onze tijd maakt: een geschiedenis waarin schoonheid en gruwelen een even grote rol spelen.



36. ‘Net als zoveel soortgelijke Joodse gemeenschappen die wortel  schoten buiten Palestina in de eeuwen en millennia  die volgden, waren  de bewoners van Elephantine misschien een  beetje te zelfgenoegzaam in hun  zorgeloze veronderstelling dat de relatie tussen hen en hun  buren zo  goed was als je mocht verwachten,  of misschien wel beter, en onverstoord zou  blijven zolang  de  welwillende Perzische macht er  was om  hen te beschermen tegen vervelende lokale afgunst. Maar dat was precies  het probleem. Als  de  keizerlijke  macht  afkalft, beginnen  etnische groepen die begunstigd  werden  onder dat regime, ineens allochtonen in plaats van autochtonen te lijken,  ongeacht  hoe lang ze er al wonen. Dit was  precies wat  er gebeurde aan het eind van de vijfde eeuw, toen Egypte, dat in 486 en 464-454 v.C.  al openlijk  in opstand was gekomen, zich opnieuw verzette tegen de  overbelaste Perzische  opperheren.  Plotseling (zoals 2500 jaar later  in  het twintigste-eeuwse Egypte opnieuw zou gebeuren) werden de Joden  van Elephantine gestigmatiseerd als kolonisten, pionnen van de Perzische  bezetter, werden hun sociale  zeden  beschouwd als anomalieën en hun godsdienst als een  ontheiligende  inbreuk. Waar de Perzische  tolerantie hun  de  kans had  gegeven te  floreren  als  keizerlijke stromannen, waren inheemse  Egyptische opstandelingen eropuit  hen te  stigmatiseren als bezetters, hen te marginaliseren en te intimideren, hen los te tornen  en uit het weefsel van de plaatselijke cultuur te scheuren.



De papyri maken melding van rellen en plunderingen  – vroege vormen van  pogroms. 



51. ‘Hoewel Mesopotamische wetboeken  van groot belang waren voor het installeren van de koning als soeverein arbiter, waren Babylonische  en Perzische hofrituelen,  die zich  vaak  afspeelden  voor  monumentale  beelden, voornamelijk bedoeld om het publiek  visueel te imponeren. De  rol die Ezra toegewezen had gekregen,  draaide geheel om spreken en gehoord worden, het ging om  de levende kracht  van woorden. Hiermee vestigde de Joodse  filosofie van het  lezen  al heel vroeg zijn luidruchtige reputatie. Joods lezen  in de stijl van de Hebreeuwse Bijbel, bij de  geboorte  van het zelfbewustzijn van dit  volk,  vindt niet  plaats in stille eenzaamheid (een uitvinding van  het monastieke christendom); het wordt ook niet  gedaan ter verrijking van het  reflectieve bewustzijn (hoewel  dat niet geheel  uitgesloten is).  Joods lezen is letterlijk luidruchtig: sociaal, gezellig,  geanimeerd, theatraal, een  demonstratief openbaar optreden dat bedoeld is om de lezer van  volledige overgave te laten overgaan tot actie; lezen dat  noodzakelijke, rechtstreekse, menselijke implicaties heeft; lezen  dat  uitnodigt tot discussie,  commentaar, twijfel, onderbreking en interpretatie; lezen dat  nooit zijn  mond houdt. Het joodse lezen  weigert  het boek  ooit dicht te slaan.’



260. ‘Het  is dan ook heel begrijpelijk  waarom Mohammed zo  optimistisch  was toen hij  in  622, nadat hij er niet  in geslaagd was  Mekka  voor zich te  winnen, begon aan zijn hidzjra naar het noorden, naar  Yathrib/Medina,  waar de  islam zou triomferen en voor het  eerst macht  zou veroveren. Het  is mogelijk dat de  Joodse clans in Yathrib  – en daar waren  er  veel  van –  niet langer politiek en sociaal dominant  waren in  de stad, maar het lijdt ook geen  twijfel dat  ze  nog belangrijk  waren, zowel in economisch  als in cultureel opzicht. De islam werd dus geboren  in een Joodse stedelijke smeltkroes.  Mohammeds overtuiging dat  de Joden zijn meest vanzelfsprekende bondgenoten  zouden zijn, laat  zich verklaren als  een  affiniteit tussen twee religies  met  één God.  Maar het verband is nog sterker. Het Himyaritisch-Arabische jodendom zou in  wezen een directe voorloper  van de islam kunnen zijn, want  het  is vanuit historisch oogpunt onzinnig  om Mohammeds belangrijkste leerstellingen  niet als  in essentie Joods  aan te  merken: het blijkt uit de  ondeelbaarheid van de  ene  ongeziene,  almachtige God (die  immers  in het  Himyaritische en Arabische jodendom ‘rachman,  de  genadige  en mededogende die  in de hemel en  op aarde  is’)  wordt genoemd ’ de verwachting van het einde der tijden (een belangrijke  overtuiging van de gemeenschap van Qumran);  de afkeer  van afgoderij; het  rechtschapen  gebod van de liefdadigheid (sadaaqa in  het Arabisch, tsedaka in  het Hebreeuws); het strenge verbod, niet alleen op het eten van  varkensvlees, maar  ook op  het eten van vlees terwijl het levensbloed er nog niet uit is; de nadruk  op  wassen en reiniging, met name voor het gebed.  Het is dan  ook  weinig verrassend dat Mohammed,  tot zijn pijnlijke afwijzing  door de Joodse  stammen  van Yathrib, zijn volgelingen opdroeg in de richting van Jeruzalem te bidden,  niet in  de laatste plaats omdat hij er vast  van overtuigd was dat hij in de traditie van de Bijbelse profeten  stond. Ook andere verplichtingen die hij oplegde –  meerdere keren per dag bidden (eveneens vereist in de leer van Zarathoestra), rituele reinigingen, vasten  op de tiende dag van  Tisjri (de Joodse Grote Verzoendag), dat  later zou worden vervangen door de ramadan, en het wekelijkse  vasten op maandagen en donderdagen,  de  verplichte besnijdenis –  waren stuk voor stuk Joodse  gebruiken’



‘Het is  daarom volstrekt  begrijpelijk dat, net als latere christelijke critici van  het talmoedisch jodendom, islamitische schrijvers erop zouden  hameren dat de islam de ware  vervulling van  de Joodse Bijbel was, dat er in de pagina’s van het boek, en dan met name  in de epen  van Abraham/Ibrahim en  Mozes/Musa, beloften konden worden  gevonden die uiteindelijk werden vervuld door Mohammed, en dat  de religie waaraan hun  Joodse tijdgenoten zich vasthielden een moderne rabbijns-talmoedische uitvinding was  die niet  het gezag  van een  goddelijke openbaring had. Dit  was namelijk ook  de  overtuiging  van de Samaritanen  en de nieuwe gemeenschappen van  de karaïeten die ook elke rabbijnse toevoeging  aan de wetten zoals die in de Tora zijn uiteengezet, verwierpen.’



De geschiedenis van de Joden 2 Erbij horen 1492-1900



312. ‘En soms  misdragen woorden  zich. Op een  zomeravond in 1780  maakte Mendelssohn met  zijn gezin een  wandeling  in de Berlijnse schemering. Dat was wat Joodse gezinnen deden,  in  heel  Europa: Wenen,  Praag, Parijs, Boedapest. Op deze ene avond werd  echter de serene vrede van  het  thuis zijn in de stad versplinterd  als een glazen ruit. Het gezin  Mendelssohn werd  aangevallen door  een groep jongeren, en  bekogeld met stenen  en uitgescholden. ‘Juden, Juden,  Juden,’ weerklonk het in de  straat.[282] Angstig  keken de kinderen hun vader  aan en vroegen wat  ze hadden  gedaan om  zo aan  het  schrikken te worden gemaakt. ‘Ja, lieve pappa […] ze komen altijd achter ons  aan, ze vervloeken ons: Juden! Juden!  Is alleen dat we Joods zijn reden om ons te vervloeken?’ In de  brief waarin hij het incident  vertelde aan een katholieke  correspondent bekende Mendelssohn dat hij op  dat moment niet wist wat  hij moest  zeggen. Hij had  zijn bange en verbijsterde kinderen, die later allemaal op  hun eigen  manier worstelden met het  probleem, geen enkele troost  te bieden. Hij  kon alleen maar  mompelen: ‘Mensen, mensen, wanneer houden jullie  hier nu eens mee  op?’



Spijtig genoeg kennen wij het  antwoord. En dat gold ook  voor ’ Mendelssohn  zelf op  zijn  slechtere momenten.  In een brief aan  de  Zwitserse arts  Johann Georg Zimmerman,  die had  geprobeerd Mendelssohn te verlossen van zijn aanvallen  van verlammende pijn, mijmerde hij: ‘We droomden van niets anders dan Verlichting  en geloofden dat  het licht van de rede  de wereld zo schitterend  zou beschijnen, dat dwaling en  fanatisme zouden ophouden te bestaan.  Maar zoals we nu zien, valt de duisternis, met al haar geesten  en  demonen, al in achter de  horizon.  Het angstwekkendste is  dat het kwaad nog zo levend en  zo  krachtig is. Dwaling en  fanatisme handelen, terwijl de rede  enkel praat.’



620. ’ De  Joden waren de eeuwige  vluchtelingen van de wereld, afgeranseld of bedeeld  met  de burgerlijke kruimels van de  tafel, net  hoe het  degenen die de absolute  macht over hen hadden  het beste uitkwam. Het beste antwoord daarop was om te  beginnen het sluimerende besef van een  collectief bestaan te doen ontwaken en  daar een  institutionele vorm voor te vinden. De  eerste  fundamenten voor een dergelijke nationale wedergeboorte waren naar zijn idee al gelegd. Daarvoor hoefden  slechts  enkele voorname figuren in Wenen,  Parijs, Berlijn, Frankfurt en Londen te worden overtuigd  dat  ze een stap  verder moesten  zetten dan  alleen noodhulp, onderwijsprojecten en de regelmatige  mobilisatie  van de publieke opinie wanneer  het bloedsprookje weer eens  slachtoffers maakte, een stap in de richting  van een internationale organisatie voor de  verspreide Joodse natie. Dat  de antisemieten dan weer zouden beginnen  over een eeuwenoude Joodse samenzwering die nu haar ware gedaante  liet zien, maakte  niet  uit.  Dat deden ze toch wel. Nu was het dringend nodig dat de  Joden,  die altijd maar in een schimmige wereld van  abstracties hadden geleefd, een veel aardser,  materieel bestaan kregen. Het  werd tijd voor een thuisland.’


Reacties graag naar mailadres.