Archief
Silvia Avallone, Donker hart
uitg. De Bezige Bij 2024
Zonder de jeugdgevangenis voor jongens in Bologna had Silvia Avallone haar nieuwe roman Donker hart niet kunnen schrijven. Ze draaide er een tijd mee, hoorde er de verhalen over moord en doodslag. Maar wat ze er vooral leerde was dat de jongens woorden aangereikt moeten krijgen door studie en workshops, om zichzelf ‘naderhand’ staande te kunnen houden. Gevangenis-slang alleen voldoet niet.
De spraakmakende Italiaanse bestseller over het leven van een jonge vrouw binnen, en buiten, de muren van een jeugdgevangenis
De eenendertigjarige Emilia besluit in het verlaten berggehucht Sassaia in Noord-Italië te gaan wonen, in het leegstaande huis van een overleden tante. Emilia is net
vrijgelaten na een gevangenisstraf van vijftien jaar. Haar verleden is haar geheim, en in Sassaia hoopt ze een manier te vinden om zich met haar daad te verzoenen.
Er zijn nog twee andere bewoners in het gehucht, onder wie Bruno, haar buurman, die onderwijzer is op de basisschool in het dal. Bruno leeft ook in een zelfverkozen
ballingschap, maar dan vanuit de pijn van een slachtoffer. Allebei kennen ze het kwaad: hij omdat hij het heeft ondergaan, zij omdat ze het heeft begaan. Deze twee
gebroken zielen zoeken beiden naar verlossing, maar de toekomst volgt zijn eigen wetten en de tijd onthult onverbiddelijk de kwetsbaarheid van het menselijk bestaan.
https://www.nrc.nl/nieuws/2024/11/07/ook-de-gevangenis-voelt-als-een-stenen-baarmoeder-a4872253
Lees verder »
Archief
Milan Kundera, Een gekidnapt Westen 1983
uitg. De Nieuwe Wereld – ten have 2024
In 1983, toen hij dacht dat het Oostblok nog duizenden jaren zou standhouden, publiceerde de uitgeweken Tsjech en literaire grootheid Milan Kundera (1929-2023) een korte tekst die de hele wereld rondging, vertaald in tientallen talen.
Een gekidnapt Westen zette Midden-Europa in één klap op de kaart als een samenstel van kleine naties waar de Europese eenheid-door-diversiteit haar hoogtepunt bereikt: cultureel behorend bij het Westen, politiek opgeslokt door een vraatzuchtige grote natie (Rusland) die naar eenvormigheid streeft. Veertig jaar later is Kundera’s tekst weer extra actueel, zowel door de Russische inval in Oekraïne als door de hoofdvraag: wordt de Europese cultuur bedreigd?
‘De onvanzelfsprekendheid van een natie (1967)’
14. ‘De ontwikkeling van de mensheid is voor het eerst één wereldgeschiedenis geworden. Kleine eenheden verenigen zich tot grotere eenheden. Internationale culturele inspanningen worden geconcentreerd en met elkaar verbonden. Er wordt massaal gereisd. En daarmee neemt ook de rol van enkele van de belangrijkste wereldtalen toe, en naarmate het leven steeds internationaler wordt, wordt de invloed van de kleine talen steeds beperkter. Enige tijd terug sprak ik met een Vlaming, een theatermaker, die zich erover beklaagde dat zijn taal wordt bedreigd, dat de Vlaamse intellectuele elite tweetalig wordt en de voorkeur geeft aan het Engels boven de moedertaal, om zo rechtstreekser in contact te kunnen zijn met de internationale wetenschap. Onder deze omstandigheden kunnen kleine naties hun taal en hun eigen karakter alleen beschermen door middel van het culturele belang van hun taal, van de onvervangbaarheid van waarden die erdoor gevormd en ermee verbonden zijn.’
‘Een gekidnapt Westen of De tragedie van Midden-Europa (1983)
Lees verder »
Archief
Robert Harris, Afgrond
uitg. Cargo 2024
Knap gecomponeerde roman over de liberale Engelse premier Henry Asquith die regeert aan de vooravond van het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. De lezer weet welke ramp Europa te wachten staat, maar de politieke elite in Engeland denkt dat het allemaal nog wel mee zal vallen. De premier moet leiding geven aan het kabinet, maar laat veel op zijn beloop. Bovendien wordt de zestigjarige behoorlijk afgeleid door een geheime obsessieve relatie met een ruim dertig jaar jongere vrouw, Venetia Stanley.
‘Machtige mannen willen altijd hun zin krijgen.’
Wilfred Scholten De Morgen 7 december 2024,
Lees verder »
Archief
Kris Lauwerys, Van licht naar Duisternis.
uitg. Athenaeum,Polak & Van Gennep, Amsterdam 2024
71.’De verklaring voor die Joodse aanwezigheid in de wereld van de cultuur ligt in het opleidingsniveau van de Joodse geassimileerde bourgeoisie. De ouders van de bovengenoemde beroemdheden waren meestal geen praktiserende joden meer, al loochenden ze hun afkomst niet en vierden ze in veel gevallen de joodse feestdagen. Minstens even belangrijk voor hun culturele achtergrond was het feit dat ze al vóór hun emigratie door het contact met de hun omringende Duitse cultuur gemoderniseerd waren; velen waren fervente bewonderaars van Goethe, Schiller en Wagner. Aangekomen in Wenen wilden ze die cultuur via een gedegen opleiding, via bildung, doorgeven aan hun kinderen. Dat was een garantie voor sociale en culturele integratie. Als het financieel haalbaar was, stuurden ze hun kinderen in Wenen naar de beste scholen. Bildung gaf toegang tot de maatschappelijk hogere kringen en was een manier om de sociale en religieuze afkomst te overstijgen.
De cijfers spreken dan ook boekdelen. In 1910 stroomt ongeveer de helft van de Joodse jongens van de basisschool door naar het gymnasium en de realschule (algemeen secundair onderwijs en technisch secundair onderwijs; vwo en havo). Bijna dertig procent van hen zit drie jaar na die overstap nog altijd op het gymnasium. Ter’vergelijking: slechts zes procent van de niet-Joodse tienjarigen zit drie jaar later nog op het gymnasium: een hogere uitval dus. Een verhouding van vijf op een. En zodra de gymnasia ook voor meisjes worden opengesteld blijkt dat het verschil tussen Joodse en niet-Joodse meisjes nog groter is. Resultaat: vierendertig procent van de gediplomeerden op het gymnasium is Joods. Ter herinnering: Joden maakten nooit meer dan tien procent van de Weense bevolking uit. In het tweede district, Leopoldstadt, de wijk met traditioneel de meeste Joden (vierendertig procent) was zelfs vijfenzeventig procent van de gymnasiasten Joods. Ook op de universiteiten waren Joodse studenten goed vertegenwoordigd. En zodra de faculteiten filosofie en medicijnen (respectievelijk in 1897 en 1900) hun deuren voor vrouwen openden deed hetzelfde fenomeen zich voor: voorafgaand aan de Eerste Wereldoorlog was drieënveertig procent van de vrouwelijke studenten van Joodse origine, bij medicijnen was dat tussen de eenenvijftig en de achtenzestig procent.’
Lees verder »
Archief
Ray Monk, Ludwig Wittgenstein, een biografie
uitg. Ten Have 2024
Ludwig Wittgenstein, The Duty of Genius dateert reeds uit 1990 en heb ik een paar jaar later enthousiast gesavoureerd… de nieuwe versie en vertaling was moeilijker te genieten door de last der jaren en toenemende wijsheid en afstand die er bovenop is gekomen. Maar het blijft – zeker voor jongeren – een majestueuze benadering van deze filosofische cultfiguur uit de 20ste eeuw.
https://www.humanistischverbond.be/kritisch-lezen/1491/wittgenstein-een-biografie
Lees verder »
Archief
Ignaas Devisch-We informeren ons kapot – Pleidooi voor onwetendheid.
uitg. De Bezige Bij 2024
Iedereen kent het wel: je wilt snel iets opzoeken op het internet en twee uur later ben je nog bezig. Dat hebben we niet helemaal zelf in de hand: aandacht en informatie zijn de munteenheden van een nieuw tijdperk, de infocratie. Nog nooit konden we zoveel te weten komen over een breed scala aan onderwerpen als nu. Tegelijk staan onze individuele vrijheden op het spel, omdat politieke en economische krachten ons op allerlei manieren online proberen te beïnvloeden. Ze slagen er geregeld in door middel van georganiseerde desinformatie en manipulatie mensen op te hitsen.
Dit vereist een kritische blik, die we moeten blijven trainen om te leren negeren wat geen aandacht verdient. Ignaas Devisch laat zien hoe we vanuit die weloverwogen
onwetendheid opnieuw tot een geïnformeerde positie in de wereld kunnen komen. Hoog tijd dat we stoppen onszelf – en de democratie – kapot te informeren.
Een bij wijlen boeiende poging om een houvast te bieden in de informatie met tot slot een handige reeks vuistregels om boven te blijven in de infocratie. Veel van deze inzichten zijn één op één bruikbaar om de covid lockdown en covid vaccinatie campagne te analyseren.
58. Een conflict kan uitlopen op polarisatie, al is niet elke discussie meteen gepolariseerd. Op het scherp van de snede debatteren bijvoorbeeld is geen polarisatie; niet tot een consensus komen evenmin. Een democratie leeft van de ideeënstrijd en het publiek debat erover. In het parlementaire halfrond, op de opiniepagina’s van kranten, op sociale media en op andere plaatsen heerst er een strijd om het beste argument of idee. Zulke debatten kunnen intens zijn en zelfs knetteren, met felle woorden over en weer – en daar is niets mis mee.
Zoals politiek filosoof Chantal Mouffe het meermaals heeft benadrukt: antagonisme en conflict horen bij de democratie. Een democratie kent geen blauwdruk. Consensus en dissensus gaan hand in hand. Daarom bekleedt het publiek debat een prominente plaats in dit geheel en moet het dat vooral blijven doen. De democratie werkt omdat we allemaal een eigen opinie hebben en ons verenigen in groepen van gelijkgezinden en nooit de hele bevolking achter ons krijgen.
Ik omschreef dit eerder met Claude Lefort als een georganiseerde manier van ruziemaken. Lefort, een politiek filosoof uit Frankrijk die vooral in de jaren tachtig van de vorige eeuw zijn hoofdwerken schreef, legde steevast de nadruk op de institutionalisering van het conflict. De verschillende machten in de samenleving – uitvoerend, wetgevend, rechterlijk, de media, de publieke opinie – wedijveren voortdurend om de macht. Juist die georganiseerde dynamiek zorgt ervoor dat ruziemaken in zekere zin stichtend is voor een democratie. Zoals wetenschap leeft van de botsing van paradigma’s, zo is ook het publiek debat gediend met een levendige ideeënstrijd.
Lees verder »
Archief
Jos Borré , Thuiskomen. Leven en werk van Walter Van den Broeck
uitg. Pelckmans 2024
Zelden een bio-bibliografie gelezen die me zo vaardig door het oeuvre van een zeer productieve schrijver heeft geleid, zonder daarbij de donkere randen naast en achter de spiegel te vergeten die soms meer verduidelijken over het waarom van die romans, novelles en toneelstukken.
Bij andere biografische benaderingen had ik zelden het gevoel dat die donkere randen en trauma’s van de auteur wezenlijk bijdroegen tot begrip voor en waardering van zijn literair werk.
Bij ‘Thuiskomen’ van Jos Borré over het leven en werk van Walter Van den Broeck is dat wel het geval, teder en accuraat. ‘Thuiskomen’ tilt het werk van Walter tot een hoger menselijk en boeiend niveau.
13. Tegelijk schreef hij daarmee een boek over de macht van het woord in de opstand tegen de onverbiddelijke dood. In een brief aan Paul de Wispelaere verduidelijkte hij die bijzondere ervaring van het schrijven: ‘Die macht die je als schrijver op mensen en dingen hebt. Ze zijn steendood tot je ze aanraakt met de punt van je pen, en dan zijn ze er plots weer. Ik weet nu wel: schrijven, de eerste èchte overwinning op tijd en ruimte, een dam tegen de aanstormende dood dus.’
33. ‘Is ons paradijs echt verloren?’ vraagt hij zich ten slotte af, tegen beter weten in, ‘Of zullen wij straks, als de schijnwelvaart zichzelf heeft opgeheven, opnieuw het onderscheid zien tussen schijn en wezen?’ (p. 236). Zoveel jaren later klinkt de vraag meer dan ooit retorisch.’ (Brief aan Boudewijn)
36. ‘Want de ‘lichtgevoelige jongen’ legt in korte tijd meer vast dan hem op dat ogenblik lief is. ‘De wereld moest nu maar eens ophouden met zich door mij te laten ontdekken’ (p. 193), stelt hij, oververzadigd door de harde realiteit onderweg. Op zijn twaalfde overvalt hem zo al een loodzwaar inzicht: ‘(A)chter het zichtbare alles steekt een verdoken alles dat niemand ziet maar dat wreed is en zonder medelijden de wereld bestuurt’ (p. 207). En dus moet er gelogen worden, om bestwil, om de permanente dreiging van het onheil, een echo van de angst die in De dag dat Lester Saigon kwam aan de orde komt, tegen te houden, te ontzenuwen. ‘Er moest gelogen worden! Want als de hele wereld het verdoken alles achter het zichtbare alles zou zien, kroop iedereen bibberend van schrik in de kelder, en viel het wiel van de wereld stil, en de wereld zelf uit elkaar.’ Gelogen door iemand die de opdracht op zich neemt: ‘Iemand moest toch op de uitkijk staan en “Alles is kalm” roepen (…) ook al ontplofte vannacht Toudfabriek, ook al begon de Rus straks in het geniep de Derde Wereldoorlog door een atoombom op de Cité te gooien. Iemand moest toch op wacht staan en voor al die nietsvermoedende mensen de wereld bij elkaar blijven liegen, zodat ze ongestoord konden slapen en morgen weer opgewekt aan de slag konden’ (p. 208).’
Lees verder »
Archief
Ronald Meester & Marc Jacobs, De onttovering van AI. Een pleidooi voor het gebruik van gezond verstand
MazirelPress 2024
Rond kunstmatige intelligentie (AI) zou het niet moeten gaan over de vraag of AI de mens gaat overnemen, maar over de vraag of wij mensen ons láten overnemen. De ontwikkelingen op het gebied van AI vormen een nieuwe stap in de richting van een samenleving waarin menselijke intuïtie en gezond verstand worden vervangen door cijfers, modellen en algoritmes.
Een model zonder wijsheid gebruiken leidt altijd tot ongelukken en dit geldt zeker ook voor AI. Door gebruik te maken van veel data en rekenkracht kunnen deze modellen steeds meer. Ook worden toepassingen steeds toegankelijker. Dit maakt dat techniek zoals AI bijna wel gebruikt moet worden, ook als de toegevoegde waarde niet evident is.
Dit boek is een filosofische, levensbeschouwelijke en soms mild technische overdenking van deze ontwikkelingen. Een gezonde relatie tussen mens en techniek vereist dat de gebruiker niet alleen de benodigde kennis heeft, maar ook eindverantwoordelijk blijft. Alleen dan levert techniek ook daadwerkelijk iets op.
9. ‘Zoals elk model moet dus ook ChatGPT geïnterpreteerd worden, en dat kan alleen met bewustzijn. Er is niet alleen een zender maar ook een ontvanger. ChatGPT zelf begrijpt niets. Misschien is een analogie met de wiskunde verhelderend. In het begin van de vorige eeuw dachten de wiskundigen Bertrand Russell en Alfred North Whitehead dat wiskunde puur symbolisch was, en dat er geen betekenis aan hoefde te worden toegekend aan symbolen en operaties binnen de wiskunde. (Niet geheel toevallig was Russell de mentor van Wittgenstein, en heeft Russell laatstgenoemde waarschijnlijk in eerste instantie de verkeerde kant op gestuurd door taal aanvankelijk als pure logica op te vatten.) Die opvatting bleek onhoudbaar, omdat wiskunde zich zonder betekenis ook niet kan ontwikkelen. Wiskunde is niet alleen maar pure logica, laat staan dat taal dat zou zijn.’
10. ‘Voor begrip is bovendien bewustzijn nodig. Je kunt alleen maar iets begrijpen als je je bewust bent van jezelf. We hebben echter geen idee wat bewustzijn precies is. Natuurlijk weten we dat we zonder brein geen bewustzijn kunnen hebben, maar welke rol ons brein daarin precies speelt is onduidelijk, net als de vraag of bewustzijn puur materialistisch te begrijpen zal zijn. Het zou daarom niet minder dan bizar zijn om te denken dat wij iets zouden kunnen maken, een algoritme bijvoorbeeld, dat bewustzijn heeft. We weten de facto niet eens waar we het over hebben wanneer we over bewustzijn spreken. Sommige mensen denken dat bewustzijn emergeert als het netwerk in een brein maar voldoende complex is. Dat is bijvoorbeeld wat filosoof Daniel Dennett beweert, maar dat is echt niets anders dan pure speculatie.’
Lees verder »
Archief
Tineke Aertsen, De Kooi, een metamorfose
2023 uitgegeven in eigen beheer https://doublebill.design/De-Kooi
De Kooi is een indrukwekkend en aangrijpend boek – in eigen beheer – van TIneke Aertsen over de zelfdoding van een zus en de gevolgen daarvan op korte en lange termijn voor wie haar lief was.
De auteur is er in geslaagd het verhaal toegankelijk op te bouwen voor de lezer en met de dagboekcitaten van haar zus Anne op de oneven grijze bladzijden halfweg een beklijvende spanningsboog aan te houden. De verschillende perspectieven van wie van bij haar betrokken was, trekken de vernauwende zoektocht open zodat het lezen draaglijk blijft.
Een waardevolle zoektocht van een metamorfose tot aan de schaapskooi in de Picos de Europa en lang daarna tot in de vlakke Noorderkempen.
‘Het is een verhaal over sterven en een ode aan het leven, een verhaal over hoe mensen zoeken en hoe zij en hun omgeving voortdurend veranderen. ‘
Lees verder »
Archief
Bart De Wever, over Woke
uitg. Borgerhoff & Lamberigts 2023
21. Geschiedenis als een groots verhaal waarin de toenmalige groten der aarde nog de toon aangeven, is voor academische historici vandaag volkomen achterhaald. Het zijn derhalve vaak niet-historici als Bart Van Loo en Johan Op de Beeck die nog zulke boeken schrijverij.
22. Let wel, de ijver om uitsluitend op die manier achterom te kijken is even uitsluitend voorbehouden aan de westerse beschaving in al haar verschijningsvormen. Niet-westerse culturen zijn volledig vrijgesteld van kritische retrospectie. Laat staan dat het een westerling toegelaten zou zijn om nog maar een fractie van de onverdroten historische zelfafbraak te richten op een niet-westerse samenleving. In zijn boek Schuldig over de hele lijn (2021) illustreert Pascal Bruckner dat treffend aan de hand van de geschiedenis van de slavernij. Stilaan is het ongepast om eraan te herinneren dat er in de geschiedenis van de slavenhandel naast de ons zeer bekende Atlantische (met circa 11 miljoen slachtoffers), ook een Arabisch-islamitische (circa 17 miljoen slachtoffers) en een Afrikaanse (circa 14 miljoen slachtoffers) slavenhandel bestond .
26. FIFA-voorzitter Infantino vatte daarbij onbewust de postmoderne opvatting van de Europese geschiedenis bondig samen: ‘Europa moet eerst nog 3000 jaar sorry zeggen voor wat het de voorbije 3000 jaar gedaan heeft.’ Volgens deze man is het dus ongeveer vanaf de aanval op Troje fout gegaan met ons en hebben we de rest van de wereld moreel niets meer te melden buiten ons hoofd dat we in schaamte moeten laten hangen.
36. Een scholenkoepel in Canada ging in 2019 al een stap verder en organiseerde een ‘zuiveringsceremonie’ waarin vijfduizend boeken werden verbrand, waaronder strips van Kuifje, Asterix en Lucky Luke. Ook een strip van de Canadese auteur Marcel Levasseur ging in vlammen op, terwijl dat album tien jaar eerder nog de finale haalde voor een prijs van de Ontario Library Associations. Het moet van nazi-Duitsland geleden zijn dat zoiets nog georganiseerd werd in een westers land. Wo mann Bücher verbrennt, verbrennt man auch am Ende Menschen’ , schreef de dichter Heinrich Heine al in de 19de eeuw! Alleszins is de aanhoudende boodschap aan minderheidsgroepen dat onze samenleving hen systematisch misdadig behandelt en dat ze dus behoorlijk boos en revendicatief moeten zijn.
Archief
Bernhard Schlink, Afscheidskleuren
vert. Kees Wallis. uitg. Cossee 2021
9. ‘Met die huidige hang naar slachtofferschap is het merkwaardig gesteld. Alsof het een eretitel is, alsof het getuigt van een roemrijke daad. Als je verder niets gepresteerd hebt kon je altijd nog slachtoffer zijn. Wie slachtoffer was heeft kwaad moeten verduren en kan daarom zelf geen kwaad gedaan hebben. Anderen zijn iets verschuldigd aan wie slachtoffer was, en dus moet het slachtoffer zelf wel onschuldig zijn. Lena heeft niet veel gepresteerd in haar leven. Als ze zelf dan al geen slachtoffer kon zijn geweest, wilde ze op z’n minst de dochter van een slachtoffer zijn. Het klinkt goed: ‘Mijn vader kwam vanwege zijn politieke overtuiging in de gevangenis en kon daarna dan wel weer als wiskundige aan de slag, maar werd voortdurend bespioneerd.’
70. ‘Na een poosje vroeg Michael: ‘Je bent gestopt met de praktijk?’
‘Ja. Maar ik spring bij en ben er vaak.’
Hij knikte. ‘Ik mis het ambt niet. Maar wat ontbreekt is het erbij horen, het deelgenoot zijn, het leveren van een bijdrage.’ Hij lachte. ‘Als we een familiebedrijf waren, een supermarkt, en Thomas de leiding had overgenomen, dan zou ik het prima vinden de aankopen van de klanten voor ze in te pakken.’
‘Ben je bang voor de dood?’
Hij schudde zijn hoofd. ‘Ik word niet angstig zoals moeder. Maar ik word steeds bedroefder, en het is goed wanneer de dood daar een einde aan maakt.’ Hij draaide zich naar haar toe en keek haar aan. ‘Het spijt me, Sabine. Wat is geweest, wat ik gedaan heb, wat ik niet gedaan heb – het spijt me. Maar meer nog maakt het me bedroefd. Mijn droefheid spreidt zich over alles uit, ze maakt me moe, ze is een zwart water, een zwart meer waarin ik verdrink, aan één stuk door verdrink.’
143. ‘Dat hij zich zou inspannen en toch niet zou dansen zoals zij het net gedaan had en zoals zij hem ook zo graag zou zien. Dat ze teleurgesteld zou zijn, maar hem haar teleurstelling niet zou laten merken. En niet alleen hier; met het ouder worden zou hij haar telkens weer teleurstellen en alleen maar kunnen hopen dat ze het hem niet zou laten merken. Een schaduw, meer niet?’
Archief
Robert Menasse – De uitbreiding.
Vertaald door Wil Boesten. De Arbeiderspers, Amsterdam. 2024
42. Ten eerste kaap je het thema van de oppositie, want die heeft Skanderbeg op haar vlag geborduurd, de man die de Albanezen verenigde. Maar als jij jezelf kroont met zijn helm dan ben jij de man die de eenheid van de Albanezen vertegenwoordigt, dan krijg jij de nationalisten aan je zijde. Dat bereik je met die helm, daar heb je geen zwaard voor nodig. Ten tweede is dat het beste antwoord aan Brussel: Je herinnert ze eraan dat Skanderbeg het Europese christendom beschermde tegen de Osmanen. Jij verschaft de Albanezen met de Skanderbegtraditie meer gewicht, meer betekenis voor Europa, meer dan je ooit voor elkaar zou krijgen als je in Brussel alleen maar bedelt om meer welvaart. Dáár staat die helm voor. Vergeet niet: de Europeanen zijn geïnteresseerd in afzetmarkten of n symbolen, voor symbolen interesseren ze zich heel wanhopig, omdat ze er zelf geen meer hebben, zij noemen dat een narratief. Als markt is Albanië niet interessant, maar als symbool hebben we met Skanderbegs helm een harde kop! En ten derde laat je, gekroond met Skanderbegs helm, zien dat je een plan B hebt voor het geval de EU ons bedelend buiten laat staan: Groot-Albanië! Waar Skanderbeg óók voor staat, evenals voor de vaardigheid om steeds weer nieuwe bondgenootschappen aan te gaan, waarmee we terug zijn bij China. En het beste is: het kost niks, en een helm is geloofwaardiger dan een zwaard. Hij hoeft alleen maar in de lucht te hangen, als idee, en onrust te veroorzaken in bepaalde hoofden.
44. Tijdens de Hoxha-dictatuur had een man die een zin uitte die kon worden geïnterpreteerd als regimekritisch een levensverwachting van vierentwintiguur. Dat was een groot verschil met andere stalinistische staten, waar regimecritici weliswaar steeds weer in hechtenis werden genomen, maar niettemin vaak overleefden en na de Wende president of diplomaat werden.
Lees verder »
Archief
Daisy Ver Boven, De rode aarde die aan onze harten kleeft
uitgeverij Reinaert & De Lanteern 1962
een fascinerende, indringende roman over Congo in de periode vlak voor en tijdens de onafhankelijkheidstrijd. Soms wat archaïsch taalgebruik, maar dat heeft ook zijn charme. Gelaagd en genuanceerd…
Lees verder »
Archief
Ismail Kadare, Het Dromenpaleis – 1982
Uitg Querido.
Nacht na Nacht arriveren in Constantinopel koeriers met zakken vol dromen, op schrift gesteld in steden, dorpen en gehuchten tot in de verste uithoeken van het enorme Osmaanse rijk. In het Dromenpaleis worden ze gesorteerd, beoordeeld en geduid om er de wekelijks aan de sultan aangeboden ‘meester droom’ uit te halen waarin de toekomst van het rijk en van zijn heerser te lezen is. De jonge Ebu Qerim, telg van een oude Albanese familie die het Turkse rijk tal van ministers, generaals en gouverneurs heeft geleverd, wordt klerk in die ontzagwekkende bureaucratie waar het collectieve onder bewustzijn van het rijk wordt vermalen en geanalyseerd. In een (vooral voor hemzelf) verbazend tempo doorloopt hij de hiërarchie, tot hij er uiteindelijk de almachtige eerste man van wordt. Over Ebu Qerims schouder ontdekt de lezer de intriges, de gruwelen en de verhulde machtsstrijd waar deze droomverwerkingsfabriek en de klieken eromheen in verwikkeld zijn.
“Ik heb het meesterlijke “dromenpaleis” gelezen als een allegorie op het gebruik van modellen in volksgezondheidsambtenarijen om gewenst beleid te ondersteunen en ongewenste partijen uit te schakelen. Zo goed dat het universeel is en de Albanese overheid de dodelijke kritiek miste. “ Luc Bonneux op X
143. ‘Het Dromenpaleis is gesitueerd in de Ottomaanse hoofdstad Istanbul. Een dergelijke instelling wordt in Turkse bronnen niet vermeld. Klaarblijkelijk creëerde Kadare zijn Dromenpaleis als symbool voor de Albanese staat, die tot in detail wilde weten en controleren wat er zelfs in de intiemste gedachten van zijn onderdanen omging.
Het gebouw waarin de instantie zetelt, wordt beschreven als een immens, doolhofachtig complex dat doet denken aan de overheidsgebouwen in Tirana. De dagelijkse routine lijkt op die in een groot, ouderwets overheidskantoor. Er is sprake van dossiermappen, chefs, directeuren en onderdirecteuren en er worden zinswendingen gebruikt die zijn gebaseerd op het socialistische jargon, zoals ‘de basisprincipes van het Dromenpaleis’ versus ‘de basisprincipes van het marxisme-leninisme’. In de kantine is behalve koffie ook salep verkrijgbaar, een warme drank gemaakt van melk en poeder van orchideeënwortel, die in het socialistische Albanië alleen bij bepaalde overheidsinstellingen te krijgen was.’
Lees verder »
Archief
Piet de Moor , Met Kafka in Berlijn.
Uitg. Pelckmans 2024
42. ‘Verschrikkelijk is het geheel, komisch zijn de details.’
59. Honderd jaar na Kafka’s dood kan ik onveranderlijk de loftrompet blijven steken over de kwaliteit van het brood in Berlijn. Het beste brood in de wijde omtrek is het Krustenlaib dat ik koop in de naoorlogse fijnkostzaak Lindner op de Teltower Damm. ‘Butter-Lindner,’ zegt mijn buurvroum Sonja, die blijft zweren bij de ouderwetse, West-Berlijnse benaming van de winkel. Zodra je de korst met het brood mes aansnijdt, verspreidt het brood een aroma van zuurdesem en zure room. Het brood is hard vanbuiten en zacht maar vast vanbinnen. Het ‘Laib’ blijft solide en compact onder de druk van hand en mes en de sneden kun je goed besmeren. Al bij de eerste hap hoor ik hoe Kafka de ongelovigen, die pas nu de singuliere kwaliteit van dat brood gaan waarderen, mild vermaant: ‘Ik schreef toch meermalen da ik hier tot nu toe een zo voortreffelijk brood heb als ik het in Praag tevergeefs heb gezocht.
Lees verder »
Archief
Louis Paul Boon, De Kapellekensbaan of de 1ste illegale roman van Boontje
uitg. Arbeiderspers 1953
Omstreeks 1969 voor het eerst ontleend uit de fantastische bibliotheek van de RijksNormaalSchool te Lier waar ik rond die tijd ook kennismaakte met het werk van Paul Van Ostaijen. Beide schrijvers waren voor mij toen een openbaring.
Wanneer ik nu De Kapellekensbaan van Boon herlas was de vernieuwde kennismaking verwarrend, stroef en als mij nu iets geopenbaard werd dan was het vooral dat het vandaag toch wel heel veel beter had gekund, zonder de overbodige zotternijen en gekunstelde truuken van de foor op vlak van spelling, constructie, zinsbouw en eptiheta.
Lees verder »
Archief
Marietta Tsjoedakova, Levensverhaal van Michail Boelgakov.
1988 – vert. Jan Vanhellemont 2023 Margarita Publishing
De auteur van dit boek, Marietta Omarovna Tsjoedakova – geboren als Marietta Omarovna Chan-Magomedova – was een Russische literaire critica, historica, schrijfster en memoiriste.
Zij was doctor in de filologische wetenschappen van de Staatsuniversiteit van Moskou. Zij was mede-oprichtster en voorzitster van de M.A. Boelgakov Stichting. Zij was misschien wel de grootste kenner ooit van het werk van Michail Boelgakov.
Haar «Levensverhaal van Michail Boelgakov» verscheen in 1988, en is voor de meeste onderzoekers het basiswerk bij uitstek. Om dit werk samen te stellen maakte zij op grote schaal gebruik van de niet-gepubliceerde memoires van de zus van de schrijver Nadezjda Afanasjevna Zemskaja (geboren Boelgakova), van zijn eerste vrouw Tatjana Nikolajevna Kiselgof (geboren Lappa), van zijn weduwe Jelena Sergejevna Boelgakova (geboren Njoerenberg), en van zijn neef Aleksander Andrejev Tkatsjenko. Daarnaast verzamelde zij veel materiaal uit talrijke gesprekken met vrienden en kennissen van de schrijver vanaf zijn middelbare schooltijd tot de laatste dagen van zijn leven.
Vertaler Jan Vanhellemont is de webmaster van de «Master & Margarita» website en publiceerde eerder al «Alles wat u altijd al wilde weten over De meester en Margarita» in het Nederlands, Frans en Engels.
Ook voor niet gespecialiseerde lezers is deze biografie boeiend omdat het een inkijk verleent in het werkelijke leven van veel Russische burgers zoals Boelgakov en zijn entourage, met alle problemen, verlangens, angsten, twijfels, woede, honger en uitzichtloze pijn tijdens de opbouw van het socialisme in één land…
Lees verder »
Archief
Sandor Marai, Kentering van een huwelijk – 1949-1978 – 2005
uitg. Wereldbibliotheek
8. ‘Mijn ouders hadden me geleerd dat een mens zelf voor zijn levensonderhoud moet zorgen, dat hij dus moet werken; zijn ouders hadden hem bijgebracht dat werken niet het allerbelangrijkste is, maar dat een mens in de eerste plaats moet leven – fatsoenlijk, welgemanierd en gedisciplineerd. Dat zijn enorme verschillen in opvatting, maar dat wist ik toen nog niet.’
115. ‘Begrijp me niet verkeerd, ik ben zelf ook een bourgeois en ik ben dat met hart en ziel. Ik ken de fouten en zonden van deze klasse, maar ik aanvaard haar zoals ze is. En ik aanvaard ook het lot dat daarbij hoort, het lot van de bourgeoisie. Ik heb een hekel aan salonrevolutionairen. Een mens behoort zijn eigen soort trouw te blijven, degenen met wie hij door afstamming, opvoeding, belangen en herinneringen is verbonden. Ik heb alles aan de bourgeoisie te danken: mijn opvoeding, mijn leefwijze, mijn behoeften, en ook de hoogtepunten van mijn leven, de momenten waarop ik besefte in een gemeenschappelijke cultuur te zijn ingewijd. De laatste tijd heeft men het er vaak over dat onze klasse gedoemd is te verdwijnen, dat ze haar historische roeping heeft vervuld en niet langer geschikt is voor de leidende rol die ze eeuwenlang heeft vervuld. Ik moet je zeggen dat ik daar niets van begrijp. Ik ben er vast van overtuigd dat men de bourgeoisie wat al te ijverig onder de grond wil stoppen. Misschien rest deze klasse toch nog enige kracht, misschien heeft ze nog een rol te spelen op het wereldtoneel, misschien zal de bourgeoisie in de toekomst opnieuw de brug zijn waarop revolutie en ordentelijkheid elkaar ontmoeten.’
Lees verder »
Archief
Zhang Yueran, De spijker.
Uit het Chinees vertaald door Annelous Stiggelbout. Prometheus 2023
343. ‘In de herfst van het jaar daarna had de jongen zijn eerste korte verhaal klaar. Hij stuurde het op naar een literair tijdschrift in Shanghai. De titel van het verhaal was ‘De spijker’, het was gebaseerd op een incident waar hij in zijn jeugd getuige van was geweest. In het compound voor ziekenhuismedewerkers waar hij woonde was een dokter van de galerij naast de zijne tijdens een strijdbijeenkomst een spijker in het hoofd gedreven. De dokter verloor langzaam zijn vermogen tot spreken en bewegen, hij raakte in vegetatieve toestand en lag sindsdien in het ziekenhuis. In die roerige jaren waren er in de omgeving van de jongen vreselijke dingen gebeurd, maar om een of andere reden had dit incident een onuitwisbare indruk bij hem achtergelaten. Een maand later kreeg de jongen bericht van het tijdschrift dat zijn verhaal was geaccepteerd. Blij vertelde hij het nieuws aan zijn vriendin en ze vierden het samen. Maar weer een maand later kreeg hij een brief van de redacteur, waarin die schreef dat zijn meerderen het verhaal te negatief van toon vonden en dat ze het helaas niet konden plaatsen. Hij had te vroeg gejuicht. De jongen deed het manuscript in een la en keek er nooit meer naar. Daarna schreef hij nog een aantal verhalen, allemaal donker van toon, waar hij nooit meer iets over hoorde nadat hij ze had opgestuurd. Na zijn afstuderen bleef hij als docent verbonden aan de universiteit en trouwde hij met zijn vriendin. ‘
https://www.volkskrant.nl/boeken/het-is-bijzonder-dat-een-auteur-van-zhang-yuerans-generatie-schrijft-over-de-culturele-revolutie~b8a3a1dd/?
https://www.standaard.be/cnt/dmf20240311_97215765
Lees verder »
Archief
Shi Tiesheng, Notities van een theoreticus
uitg. Van Oorschot 2024
‘Shi (Shi is zijn familienaam, Tiesheng, ‘de Staalgeharde’, zijn roepnaam) werd geboren in 1951 in Peking, twee jaar na het ontstaan van de Communistische Volksrepubliek. Omdat zijn oma afstamde van ‘grootgrondbezitters’, moest de familie zich gedeisd houden. In het klassenbewuste China van die tijd werd je voor minder als verdacht beschouwd. Hard labeur in een maoïstisch tewerkstellingskamp en verwaarloosde rugklachten leidden ertoe dat zijn benen verlamd raakten. Vanaf zijn eenentwintigste was Shi tot een rolstoel veroordeeld, wat hem de dubieuze bijnaam ‘rolstoelschrijver’ opleverde.
In ‘Notities’ nodigt hij je uit in zijn ‘schrijversnachten’. Al vanaf de eerste pagina’s word je ondergedompeld in Shi’s bedachtzame manier van denken, raak je verslingerd aan zijn delicate, meanderende overpeinzingen en zijn aandacht voor het menselijke en kwetsbare. De vertellende ‘ik’ (die erg op Shi zelf lijkt) herinnert zich een memorabele herfstavond in een verlaten park. Uit de opwellende stroom van herinneringen komt een gezelschap van personages tevoorschijn: dokter F en dichter L, schilder Z en regisseuse N, de weemoedige O en de banneling WR.
Het zijn mensen die hij heeft gekend en liefgehad en die hij volgt op hun weg door het leven. Shi schetst het portret van een generatie, zíjn generatie, en van een tijdperk dat werd getekend door de chaos en het geweld van de Volksrepubliek en de Culturele Revolutie. Maar gaandeweg begin je te begrijpen dat zijn ambities veel verder reiken dan dat.
Geleidelijk aan beginnen de personages over elkaar heen te schuiven. Er zijn beelden en herinneringen die ze met elkaar delen, en die ook in de verteller resoneren. ‘Ik kan hen niet creëren’, klinkt het. ‘Ik word door hen gecreëerd. Maar ik ben geen optelsom van hen, ik ben een wirwar, een mengeling van hen, ze vermengen zich tot mij. In mij worden ze lukraak met elkaar verbonden, overlappen ze elkaar, raken ze vermengd met elkaar, loopt alles door elkaar heen zonder duidelijke grenzen.’
Shi is geen kroniekschrijver en ook geen autobiograaf. Hij is een denker die gefascineerd is door het raadsel van de menselijke conditie. Hij wil doorgronden wat het ‘ik’ nu precies is, het ‘ik’ dat als ‘een knoop in het net van de wereld is geweven’. Hoe krijgt dat ‘ik’ vorm, waar bestaat het uit en hoe evolueert het in de tijd? Het zijn complexe vragen waar deze roman in zijn geheel het poëtische, genuanceerde en overweldigend ontroerende antwoord op vormt.
Het lijkt alsof ze intuïtief worden opgerakeld, maar onder het weefsel van herinneringen schuilt een magistrale compositie van terugkerende thema’s en variaties, overrompelend en veelzijdig als een symfonie. Applaus ook voor vertaler Mark Leenhouts, die erin is geslaagd Shi’s bezwerende, ritmische proza om te zetten naar een haast bedwelmend Nederlands. Het maakt deze grootse en tijdloze roman des te aantrekkelijker.’
Jan Dertaelen De schrijversnachten van de Chinese grootmeester Shi Tiesheng in De Tijd 19012024
Lees verder »
Archief
Simon Schama De geschiedenis van de Joden – Deel 1 de woorden vinden 1000 v.C. – 1492 – Deel 2 Erbij horen 1492-1900
uitg. Atlas Contact 2013
Dit is het boek dat Simon Schama altijd al heeft willen schrijven: Possibly the greatest story ever told, een grootse geschiedenis van het Joodse volk in de geschiedenis van de wereld. Van Mozes tot psychoanalyse, van de Bijbel tot de Westelijke Jordaanoever, van de cultuur tot en met de wetenschap: op al deze terreinen zijn Joden van een beslissende invloed geweest op de ontwikkeling van de wereld. Zoals John Adams, de tweede president van de Verenigde Staten ooit schreef:De Joden hebben meer bijgedragen aan de beschaving van de mensheid dan willekeurig welk land. Schama vertelt dit verhaal met de weidse blik die hem tot een van de beste historici van onze tijd maakt: een geschiedenis waarin schoonheid en gruwelen een even grote rol spelen.
Lees verder »
Archief
Jonathan Haidt Het rechtvaardigheidsgevoel
Jonathan Haidt Het rechtvaardigheidsgevoel
Waarom wij niet allemaal hetzelfde denken over politiek en moraal
Uitg. Ten Have 2021
105. Specifieke regels en deugden verschillen per cultuur en daarom zul je in ‘voltooide boeken’ tevergeefs zoeken naar universaliteit. Je zult geen alinea vinden die gelijk is in de verschillende culturen. Maar als je op zoek gaat naar verbanden tussen evolutionaire theorieën en antropologische observaties, kun je een aantal weloverwogen gissingen doen bij de vraag wat er in het universele concept van de menselijke natuur heeft gestaan. Ik heb geprobeerd vijf van dergelijke gissingen te maken (en te rechtvaardigen):
Lees verder »
Archief
Ismail Kadare, Onenigheid aan de top.
Ismail Kadare, Onenigheid aan de top.
Vertaald door Roel Schuyt. Querido, Amsterdam. 2018-2022
58. Het aureool waarmee een schrijver of kunstenaar wordt omgeven, heeft door de hele geschiedenis heen de nodige problemen opgeleverd, want altijd was er een dag waarop de zucht naar roem, met alle na-ijver die daarmee was verbonden, schaamteloos aan het licht kwam. Een glanzend aureool van roem in de naam die op ieders lippen lag en de ene dag kon worden verheerlijkt en de dag daarop verguisd, het paste allemaal in een eindeloze cirkelgang met in het middelpunt, of hij dat wilde of niet, een schrijver of wat voor kunstenaar dan ook. Tegenover hen stonden – en ook voor hen gold: of ze dat wilden of niet – de politieke leiders, patriarchen, vorsten en nationale idolen, voor wie roem en bekendheid, in positieve dan wel negatieve zin, andere gevolgen hadden dan voor intellectuelen en kunstenaars, en dat leverde een grote verrassing op: als een politiek idool in zijn goede naam werd aangetast, kon dat desastreuze gevolgen hebben, maar voor een kunstenaar leverde dat weinig problemen op. Meer nog: ze werden daar door het publiek juist des te interessanter om gevonden.
Heeft hij last van hallucinaties of zit er bij hem een steekje los? Loopt hij achter de vrouwen aan of drinkt hij graag? Dat moet hij toch zelf weten? Vind je niet dat hij geweldig kan schrijven? Nou dan, daar gaat het toch om!
Ziedaar de paradox waar men in elke historische periode en in elke samenleving anders mee om ging, maar waar vooral de communistische staat het buitengewoon moeilijk mee had.
In de eerste jaren van de Sovjet unie verwachtte men dat de duistere kanten van het kunstenaarschap vanzelf zouden verdwijnen. De compromitterende geheimen die elke schrijver of schilder met zich mee droeg, hoefde maar openbaar gemaakt te worden en ze zouden in het helder schijnsel dat de figuren van Marx en Lenin uitstraalden vanzelf in het niets oplossen.
Lees verder »
Archief
Tom HollandPax. Oorlog en vrede in het gouden tijdperk van Rome.
Tom Holland
Pax. Oorlog en vrede in het gouden tijdperk van Rome.
Vert. Arian Verheij uitg. Athenaeum 2023
‘Pax is in twee opzichten klassieke geschiedenis: op basis van het onderwerp en door de sterke nadruk op keizers en andere leden van de Romeinse elite. Het is het derde deel van Hollands trilogie over het Romeinse Rijk. Eerder verschenen Rubicon. Het einde van de Romeinse Republiek (2008) en Dynastie. Opkomst en ondergang van het Huis van Julius Caesar (2015).
Ook nu weer is het onderwerp in vertrouwde handen. Hollands achtergrond als classicus maakt dat hij beslagen ten ijs komt. En dat hier een non-fictieschrijver actief is die ook successen vierde met fictie, betaalt zich uit in leesbaarheid. Met speels gemak lardeert de Brit de grote lijn met inkijkjes in het denken en doen van de Romeinen in die dagen. Bijvoorbeeld over de visie op vrijheid en slavernij. ‘ Trouw 22072023
Persoonlijk vind ik zijn vroegere boeken boeiender omdat hij daar dieper ingaat op fundamentele vragen over de betrokken periode, personen en gebeurtenissen,
Pax lijkt meer op de zeer onderhoudende interessante podcasts die hij tegenwoordig maakt met Dominique Sand en die op DSpodcasts te beluisteren zijn.
https://www.standaard.be/cnt/dmf20220209_98406061brook.
13. Blij worden van dekolonisatie is typisch westers.
De Romeinen zelf hadden geen problemen met het uitoefenen van koloniaal geweld. Voor hen was een kruis geen symbool van de uiteindelijke overwinning van de gemartelden, zoals voor de christenen. Het tegendeel was het geval: voor hen symboliseerde het kruis het recht dat ze zichzelf toekenden om opstandigheid zo wreed en meedogenloos de kop in te drukken als ze maar wilden. Van schuldgevoelens was bij hen geen sprake; die kwamen pas met het christendom. En al is de kerkgang in het Westen tegenwoordig misschien niet meer wat ze geweest is, de haat van de vroege christenen jegens de Hoer van Babylon is in onze samenleving hetzelfde gebleven – bij classici natuurlijk evenzeer als bij ieder ander’
Archief
Ismail Kadare, ‘Een breuk in april’
Ismail Kadare, ‘Een breuk in april’, uitgeverij Van Gennep
https://mappalibri.be/?navigatieid=61&via_navigatieid=17&recensieid=10221
23. Al snel begreep hij, enigszins tot zin verbazing, dat de regels om iemand ter dood te brengen maar een klein onderdeel van het gewoonterecht vormden in vergelijking met alle regels die niets met bloedwraak te maken hadden. Toch warn al die regels als door tientallen draden met elkaar verbonden en niemand wist waar de regels rond de bloedwraak ophielden en de andere begonnen. Alles scheen zo te zijn opgezet dat de ene regel de andere voortbracht; wit een regel om iemand te doden kon een bepaling voortvloeien die daar los van stond, en andersom, en zo werd het jaar in, jaar uit van geslacht op geslacht doorgegeven.
Lees verder »
Archief
Het Manifest van Bild DB 02112023
- BUITENLAND
Letterlijk: Het Manifest van Bild DB 02112023
2/11/2023
Siegfried Bracke
Bild, de grootste krant van Duitsland, luidt de alarmbel en schrijft een vijftig punten tellend manifest. Siegfried Bracke schreef er over in Deutschland, wir haben ein Problem. Dit is de integrale versie van de opmerkelijke tekst. Voor de liefhebber: de originele Duitse versie vindt u onder de vertaling.
Lees verder »