knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

Peter Greenaway, Nightwatching & J?Accuse (2007 – 2008) over Rembrandt en de Nachtwacht.

27 augustus 2010

Peter Greenaway, Nightwatching & J’Accuse (2007 – 2008)

De Britse filmmaker Peter Greenaway woont tegenwoordig in Nederland en dat is te merken aan zijn biografie van Rembrandts ‘Nachtwacht’.
HIj heeft een van de bekendste schilderstukken uit de wereldgeschiedenis ( Rijksmuseum Amsterdam) op een verbluffende wijze ontrafeld en weer in elkaar gepuzzeld als de paukenslag die de ondergang aankondigde van Rembrandt Harmenszoon van Rijn.
Rembrandt is een van de weinige kunstenaars die heel de wereld bij zijn voornaam kent. Van herkomst een molenaarszoon uit de buurt van Leiden hoopte hij door zijn kunst en kunde, door zijn kennis, passie en emotie, ooit deel uit te maken van de Amsterdamse betere klasse.
Hij had reeds heel wat prachtige portretten afgeleverd waarbij zijn virtuoos penseel en zijn priemende intelligentie en mensenkennis zorgden voor een heel nieuwe benadering van de beeldcultuur. Doorgaans lichtte hier of daar ook een mild ironische of soms sarcastische kritiek op voor toeschouwers van toen die veel afwisten van het zwijgen op het doek.
Dat werd hem door zijn opdrachtgevers niet altijd in dank afgenomen, maar de virtuoze uniciteit van zijn werk hielp het overleven door de eeuwen voor ons. Na enkele decennia was door het vergeten en het fysieke verscheiden van de betrokkenen de bijtende kritiek niet of nauwelijks meer af te lezen. Zo maakte hij een magnifiek portret uit 1639 van Andries de Graeff burgemeester van Amsterdam, met zijn rechter handschoen op de grond. Diezelfde handschoen komt later terug in de ?Nachtwacht? of De compagnie van kapitein Frans Banning Cocq en luitenant Willem van Ruytenburgh waar de centrale figuur Kapitein Banning Cocq deze bij de wijsvinger vasthoudt in zijn eigen geschoeide rechter hand, terwijl zijn ontblote linker hand naar de toeschouwers wijst en de schaduw het geslacht beroert van zijn aanvallige luitenant.
De Graeff staat majestueus patrici?r te wezen voor een benagelde deur naast een pseudo Romeins stijl, wat destijds door velen herkend werd als van een etablissement waar naast dorst ook andere primaire behoeften werden bevredigd.

Greenaway gaat in ‘Nightwatching’ op zoek naar het wie, wat, waarom en hoe op de ?Nachtwacht? die geschilderd werd tussen 1639 en 1642.
Hij doet dit in een filmische reconstructie van het voor die tijd baanbrekend en verrassend schuttersstuk. Hij weet in de film ?Nightwatching? niet alleen Rembrandt in zijn hemd te zetten, maar laat ons ook de verwaande nachtridders ontbloten: hoe ze aan hun fortuinen kwamen, hoe ze hun titels kochten als nieuwe geldadel en hoe ze te keer gingen met wie hen onderdanig hoorde te zijn.

Soms wat traag, soms wat onduidelijk maar al bij al een fascinerende visie op het ontstaan van de ?Nachtwacht? als Schuttersstuk van de Kloveniersmilitie die een grote rol speelde in het Amsterdam en de Republiek van die tijd.

Misschien is het handiger om bij het bekijken van de film eerst de dvd ?J’Accuse? onder ogen te nemen, waarin Greenaway als speurder en aanklager de verschillende personages van de Nachtwacht en de omgeving van Rembrandt aan de tand voelt over wat er precies vooraf ging aan de schilderij.
Op die manier weet hij een hele reeks fascinerende details van de Nachtwacht te ontrafelen.
Hij onthult de ?Nachtwacht? als een aanklacht in de vorm van een groot theaterstuk van Rembrandt over gekonkel, moord en doodslag bij de Amsterdamse oligarchenfamilies die net met veel moeite hun huik van de Franse naar de Engelse wind probeerden te verhangen tot meerdere eer en glorie van de Republiek en vooral zichzelf.

Ik heb de ?Nachtwacht? voor het eerst gezien in april 1971 na een memorabele fietstocht naar Amsterdam en ik herinner me nog steeds hoe ik door het Rijksmuseum dwaalde en steeds meer mensen tegenkwam in de verder vrijwel lege gangen en zalen. Tot plots de menigte verzameld leek voor een enorm werk dat prachtig belicht mij dwong te kijken. Een uitnodigend gebaar, een spel van licht en donker, vol verstilde beweging, verstomd lawaai dat zich in mijn geheugen brandde: verbluffend intiem, adembenemend indringend.
En vooral zeer raadselachtig, weinig licht en veel donker.
Die raadselen werden door Peter Greenaway op een heldere manier opgelost.
Pijnlijk en ontluisterend voor de Hollandse geldadel van Amsterdam. Pijnlijk voor de figuur van Rembrandt die dacht te zullen overleven door zijn kunst, maar niet wou noch kon beseffen dat wraak koud wordt geserveerd. Ook jaren later wanneer hij geen opdrachten meer kreeg van de nieuwe rijken, wanneer zijn werk nog genialer werd maar te fel als aanklacht werd begrepen. Tegen die koude woede hadden zijn virtuoze penselen met hun licht en donker spel geen weerwerk te bieden.
Greenaway doet Rembrandts geniale kunst recht door te wijzen op de werkelijke wereld achter de verbluffende portretten die de opdrachtgevers destijds goed herkenden aan de vele tekenen en de aanrakingen. Zij hoopten dat die met het stof der jaren onleesbaar zouden worden voor al wie na hen komen zou, zodat alleen nog de zwierige glorie van hun beeltenis voor het nageslacht zou oplichten uit de duisternis van de wisselende gevechten om de macht.
Of zoals een van Rembrandts leerlingen ooit zei: ?Zijn oeuvre is zo een sprookjesachtige uitvinding en heeft zo een slimme compositie, is zo vol kracht, dat alle andere schilderijen hierbij vergeleken op speelkaarten lijken.?

Reacties graag naar mailadres.