knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

NARUC Philadelphia- USA, Ofwat Birmingham UK- november 2001

12 februari 2006

De reis naar het Einde van de Nacht!

Studiereis van de leden van de Commissie Leefmilieu, Natuurbehoud en Ruimtelijke Ordening van het Vlaams parlement aan de nationale NARUC conferentie te Philadelphia, USA en bij Aquafinaandeelhouder Severn Trent Waters International te Birmingham UK

 

Philadelphia, PA, USA, 10 november 2001

Maar liefst drie uur voor tijd in Zaventem door een opgejaagde parlementaire chauffeur die ons vooral zeer vroeg moest ophalen, wegens de onzekere dreiging in de luchthaven na de definitieve Sabena-landing. Een lange rij wachtenden voor de enige toegangsdeur waarmee men een toevloed van ontevreden personeel hoopte te keren. Ze hadden daar al eens 150 federale politieagenten op hun dak gekregen in plaats van sociaal overleg. Maar zelf leek het resterende Sabena personeel nog in katzwijm na het voor hen blijkbaar onverwachte einde in de loop van de vorige week: het is immers niet zo makkelijk ontwaken uit een paradijselijke droom.
Binnen was het na een intense en soms vrij intieme ondervraging aan de balie van USAirways nog zoeken naar de Amerika vluchten op het einde van de B poort waar nog eens een extra ondervraging en bagagecontrole  werd doorgevoerd. Bij het inchecken bij US Airways werden we door een stel dames intensief aan de tand gevoeld met belachelijke vragen, waarop één van ons een lachend antwoord gaf en dan afgevoerd werd voor intense controle van bagage en kleding.
Er mocht absoluut niet gelachen worden met de angsten en irrationele maatregelen bij US Airways.
De vlucht zelf viel redelijk mee, we zaten in een soort betere economy class in een halfvol vliegtuig zodat slapen voor sommigen haalbaar leek.
Het eten was redelijk, de witte Amerikaanse wijn treffelijk en de rode Franse matig. Ik heb tijdens de vlucht redelijk goed kunnen doorlezen en de besprekingen voor het NARUC congres kunnen voorbereiden. Volgens mijn broer – ervaren Amerikareiziger – was het best om tijdens die negen uur durende vlucht en de periode erna zolang mogelijk wakker te blijven om in de USA zo snel mogelijk aangepast te kunnen zijn aan de gewijzigde uurregeling, in het terugkomen zou er meer moeten geslapen worden om de retrograde jetlag te ondervangen.
Ik herinner me eigenlijk niets van een dergelijk fenomeen toen ik destijds in het begin van de tachtiger jaren naar China vloog met de eerste rechtstreekse vlucht van Parijs naar Beijing in een ongeveer lege Boeing 767 van de CAAC. Ik was toen nog jong en gezond en vooral nog vol verwachting om dat socialisme daar te leren kennen.
Dat hielp tegen de vermoeidheid van de jetlag, nu tegen al te veel goedgelovigheid.
De vlucht zelf was al tekenend voor het gedrag van de Amerikanen. De stewards waren erg vriendelijk, soms een beetje té maar zeer professioneel oppervlakkig. Ik kon mijn handbagage niet uit de bagagekoffer halen omdat het tv scherm open geplooid was. De ene dame zei me dat ze dan de toestemming moest vragen aan de kapitein om de film opnieuw te starten, de oudere zei dat het niet nodig was. Er keek in onze semi betere klasse toch geen kip naar de onnozele film van Lara Croft of nog erger een belachelijke Amerikaanse comedy.
Leuk was wel dat één van de geluidskanalen klassieke muziek speelde, een ander een knap jazz verhaal.
A plane with a view!

Eens boven Canada was het mooi weer zodat we een helder uitzicht hadden – A plane with a view, naar Woody Allen – over de kustlijn langs New York naar Philadelphia, waar we in een eindeloze slang naar de immigratieambtenaren werden geleid die nog eens dezelfde belachelijke vragen begonnen af te dreunen: wapens, voedsel – angst voor mond- en klauwzeer – waar een paar dagen later een van onze collega’s nog wat droge hondenbrokken uit zijn jaszak toverde en een aangelijnde hond aan een winkelcentrum voerde (!) – terwijl boven onze hoofden continu nieuwsoverzichten werden afgedraaid op de vele TV schermen: continu het verhaal van America in War, America strikes back, lopende ondertitels over anthrax gevaar en overal vlaggen van klein naar zeer groot: “God bless America” en “United we stand”.
Eens onze dienstpassen als dusdanig werden herkend, liep het wel sneller en met de nodige egards, zij het dat de immigrationofficer me eerst nog had gevraagd of ik van plan was om in de US te blijven. Het lag me op de lippen te verklaren dat ik aan zoiets niet eens zou willen denken.
Vanaf de luchthaven met een taxibus die door Gerald K. van de CD&V was opgeroepen – hij lijkt ongelooflijk op de acteur van In de Gloria Tom Van Dijck, intelligent, grappig, kent US zeer goed van herhaalde reizen – en die ons voor maar liefst 4000 BEF naar het hotel bracht op amper 20 km van de luchthaven, langsheen de suburbs – rommelige laagbouw waar uitsluitend zwarten wonen, langs snel- en spoorwegen. In de verte het stadscentrum met zijn rechte wegen en wolkenkrabbers. Wel een prachtig zicht onder en schitterende zon, wat droge en koude wind, maar voor ons behoorlijk warm.
Een zeer duur – 190 U$ zonder ontbijt – doch matig hotel door de externe relaties van het parlement geregeld op een paar honderd meter westelijk van de enorme City Hall aan Market Street. Een eerste wandeling door het centrum viel enorm mee. Philadelphia lijkt een zeer Europese en aangenaam stadscentrum te hebben. Prachtige pleinen, waarop zwarte daklozen slapen of medebedelaars ontvangen onder geelrode herfstkleuren van de bomen in afgedankte directeursstoelen op kartonlagen boven de verluchtingsroosters van de underground.
Het Stadhuis is indrukwekkend met een enorm bronzen beeld van William Penn op de toren, overal herdenkingsplaten in brons, want de stad is de oorsprong van de Amerikaanse onafhankelijkheid en democratie en ze zijn daar verschrikkelijk trots op, zeker nu na 911 zoals 11 september hier genoemd wordt, tevens het noodnummer voor politieoproepen!
Tegenover de City Hall staat de immense wasknijper, links ervan een enorm brons van een Italiaanse burgemeester, een kluwen vechtende apen (waarmee de democratische volksmassa’s bedoeld worden) en een immense Benjamin Franklin, schootsvel omgegord, die aan een drukpers staat te worshippen tegenover het kerkachtige tempelcomplex van de Grootloge van Vrije en Eerlijke Mannen dat wegens aanpassingswerken gesloten was. Ze moeten daar fameus veel geld hebben om het binnen naar verluidt zo goed te voorzien van Egyptologie en aanverwante parafernalieën.


Do you have me a dime, brother?

Veel wind, droog, snijdend koud, met vlagen warme lucht uit de vele roosters op de voetpaden. Heel weinig autoverkeer voor zo’n anderhalf miljoen inwoners tellende stad, zeker op zaterdagnamiddag wanneer de winkels nog allemaal open zijn. Drie kwart van het centrum is bewoond door zwarten, die het duidelijk niet zo fantastisch hebben: op ieder hoek bedelaars – “wisselgeld, heb je niet wat nikkel voor mij of koop me een koffie of een broodje” waarop zelfs bij bedankend afwijzen steeds “May God bless you, sir”.
’s Avonds vindt onze Gerald als geboren burgemeester van een Limburgs kerkdorp de Lombardi’s een onooglijke pizzatent, die nadien tot de beste van de US blijkt gerekend te worden, waar we enorme en zeer lekkere pizza’s binnenwerken doch geen alcohol kunnen krijgen. Paul W, onze VLD delegatieleider met Gerald naar een drankwinkel voor zes flessen behoorlijke wijn die we in dat restaurant zelf mogen soldaat maken. De ober drinkt mee als we aandringen.
Andere klanten houden het op halve liters Cola waarin de helft ijs, en vreten halve meter grote pizza’s met hun overjassen en sjaals aan, waar wij zitten te zweten in onze hemdsmouwen.
Enfin, een leuke bende. Dat belooft voor de volgende dagen.
Ontbijt zondagochtend is walgelijk, erger dan Engels, geen fatsoenlijk brood te krijgen en bovendien hallucinant duur – ik zal de volgende dagen ontbijten in het congrescentrum: daar heet het continental dus geen spek, eieren, kaars, bonen in tomatensaus, worsten, maar afschuwelijke donuts, brownies en andere zoete troep, maar met vers fruitsap en miezerig koffie, naar believen in enorme bekers of grote mokken.
De eetcultuur is hier lichtelijk verbijsterend, waarover later meer.

Zondag 11 november 2001, bij ons Wapenstilstand, Morgen is het hier Veterans Day.

Heel vroeg wakker ondanks uitgeput inslapen, bij ons is het 7 uur, hier 1 uur ’s ochtends, mijn inwendige klok is nog intact. Gelukkig val ik terug in slaap na wat zappen op de eindeloze reeks krankzinnige nieuwszenders die allemaal dezelfde flashes geven.
Stadswandeling levert een uitgestorven beeld op. Alles gesloten, alleen bij Magiano’s Little Italy – helemaal nagebouwd met alle nostalgie van het originele maffiahok in Chicago – zijn de negerslaven aan het kuisen en kan je in het café ernaast koffie drinken: eindelijk fatsoenlijke cappuccino , doch in een enorme kartonnen beker, en zoals alles hier verdomd duur.
Het congres begint met een ontvangst door de board of directors van Naruc, de US regulator voor dienstverlenende bedrijven. Veel blabla en officieel gezever en dan moet Paul W. onze delegatie voorstellen en onze interesses omschrijven wat hij in een verschrikkelijk lijzig Amerikaans Engels doet – hij heeft in het begin van de zeventiger jaren na een handelsingenieursdiploma aan de KUL een jaar in Chicago zijn MBA gehaald en niets geleerd en zich alleen maar verveeld en daar de Amerikaanse cultuur heeft leren kennen: zonder roots, oppervlakkig, banaal.
Hij sleurt ze er de hele reis door tot op het bot, slechts zelden snapt de Amerikaan in kwestie zijn imiterende ironie. Hij waarschuwt ons om het vooral niet te doen met hun vlag, volkslied en andere nationale symbolen, want daar kunnen ze niet overheen.
Daarna een Zuidafrikaanse delegatie en dan Janssens en Jansen onder de vorm van de voorzitter van de Amerikaanse WaterWorks – maatschappij en de PDG van de Thames Water; een Engels Duitse firma die de AWW heeft opgekocht en daarvoor een akkoord moet zien te krijgen van de NARUC, waar sommigen zich afvragen waarom dat buitenlands kapitaal hùn water moet gaan beheren. Ze hebben zelf geen geld genoeg in de eigen water – voorzieningsbedrijven om de totaal verouderde en lekkende infrastructuur te vervangen. Gemeentebesturen  durven geen belastings- of kostenverhogingen aan om de kiezers niet tegen de borst te stuiten. RWE Thames Water wil graag investeren omdat ze reeds fabrieken in de US hebben die in de sector machinerie en pijpwerk maakt. Uiteraard willen ze dan de eigen technologie gebruiken voor de vernieuwing, wat volgens ons niet correct zou zijn en tegen de antimonopolieregels van de Amerikanen zelf. Enfin, er heerste verwarring bij de Amerikanen, die de vergadering afhandelden als een reeks formaliteiten, waarbij één lid de Marakesh conferentie over Kyoto CO2 had bijgewoond en boudweg verklaarde dat het een goeie zaak was dat de US daar niet aanwezig was geweest want anders zou er zeker geen akkoord haalbaar geweest.
Men ging gewoon verder met de agenda, niemand had vragen.
Eén van de aanwezige commissionars was zelfs een oudere man uit Georgia die als beroep opgegeven had: boer en  soldaat. Hij was reserve kolonel bij de National Guard.
Rare club die Naruc: ze zijn blijkbaar net als de meeste Amerikanen die we later nog zouden  ontmoeten niet of nauwelijks geïnteresseerd in wat dan ook buiten de USA.
De kern van ons bezoek draait rond een analyse van de regulatoren in een sector die moet verlost worden van een monopoliesituatie.

Monopoly or not to be, that’s the question!

Wanner we nu een maatschappelijke evolutie analyseren, zien we overal waar mensen samen zijn, zich settelen en samen gaan wonen in dorpen en steden – dus vanaf de periode dat er aan landbouw gedaan wordt – relaties en technieken ontstaan waarbij basisbehoeften van zo’n gemeenschap waargenomen worden door de leden, of door gedelegeerde leden. Het was wellicht in oudere maatschappijvormen die nomadisch waren ook reeds het geval: de onderscheiden tussen krijgers, jagers, verzamelaars, stielmannen en barende en zogende vrouwen.
Destijds in China was dit het adagium waarmee de Volkscommunes werden aangeprezen: alleen kan je er als boer niet bovenuit, indien je met z’n allen samenwerkt, dan kan je irrigeren, machines aankopen en dus sneller en beter en vruchtbaarder werk leveren waardoor een economisch surplus voor meer te voeden monden, minder hongerdood, meer tijd en energie voor de aangename dingen des levens, zoals cultuurbeleving, oorlog voeren, enz.
Enfin accumulatie van kapitaal in zijn meest primitieve vorm.
Evenzo aan het einde van de 19° eeuw in de verstedelijkte gebieden die bij het begin van de industriële revolutie ten onder dreigden te gaan aan tyfus, cholera, TBC, syfillis en aanverwante gezelligheden van veel volk onder elkaar.
Een oplossing was: verder uit elkaar wonen, waardoor minder kans op epidemieën, maar dan weer veel meer tijdverlies voor transport en verlies aan het lekkere wijgevoel met z’n allen in gruwelijke huizenblokken. Onze voorvaderen kropen toch ook lekker bij elkaars luizen aan het kleine vuurtje in de zeer grote hutten. Dat het zaad al eens elders terechtkwam, was met het oog op genetische diversificatie mooi meegenomen, maar nog niet geweten.
’t Was gewoon verandering van spijs die deed eten.
Een andere oplossing: stromend water, riolen, verwarming, gas, elektriciteit en collectieve transportmiddelen!
De meest vooruitstrevende en rijkste gemeenten zetten de toon: waterleiding en andere nutsvoorzieningen tot zelfs scholen en hospitalen.
Initieel allemaal gemeentelijke monopolies en net zoals in de middeleeuwen in ons landje ‘poortersbrieven’ noodzakelijk waren om van de ene stad naar de andere te reizen, moest je in de nieuwe tijden ook van de club zijn of je kwam niet aan die nutsvoorzieningen toe.

Ik krijg vandaag nog patiënten met dat soort van ‘poortersbrieven’ over de vloer: doorgaans asielzoekers die aan een ver en landelijk  OCMW werden toegewezen en die de steden en stadjes van dit land afdweilen op zoek naar verstaanbare stam- en lotgenoten, daar al eens ziek willen worden en dan een imposant schrijven uit hun binnenzak toveren waarin de secretaris van het OCMW van huppeldepup, mede ondertekend door de voorzitter met de doorgaans grootste en meest zwierige handtekening – in die kleine dorpjes doen ze immers nog alles zelf en met de hand! – verklaart dat drager van dit bescheid de garantie heeft dat kosten voor ziekte en behandeling door deszelven OCMW zal worden terugbetaald – niet zonder een even omvangrijk en imposant schrijven onzerzijds om ze tot betaling van de gemaakte kosten te bewegen.
Dit ‘eigen volk eerst’ was in ieder geval de basis van de clans, stammen en aanverwante verbanden waarin onze voorouders leefden en stierven.
Dit gaat gepaard met het herkennen van elkaars geur, vandaag elkaars dialectisch idioom, the extended family. Dit gaat gepaard met een identificatie met de ‘ander’ opdat deze als ‘gelijke’ of minstens ‘van dezelfde stam’ zou kunnen ervaren worden.
Zijn wij niet voortdurend op zoek naar de gelijkenis in de ontmoeting?
Lenen wij onze oren – en mutatis mutandi andere grotere en kleinere lichaamsopeningen -  niet voor een steeds intiemer tasten van de tong- en andere punten van wie ons nabij wil zijn?  In essentie zijn we dus ongelooflijk narcistisch: de herkenning van iets gemeenschappelijks, al was het een uitspraak van een bepaalde klank, een blik van herkenning – mensen flirten met hun ogen in tegenstelling met bijna alle andere zoogdieren! – en tegelijk is dit natuurlijk de meest tragische situatie: wie enkel zichzelve ziet, wie enkel beweegt temidden van zijn/haar gelijken gaat alleen al om redenen van dalende genetische variatie, intellectuele inspiratie, technische creativiteit en eender welke stimulerende uitdaging ten onder.

Stress, ja graag – maar met mate (n)!

De kern van mijn betoog zal wel altijd het pleidooi voor stress blijven, zoals ik ooit eens op een BBTK congres “Stress, Neen bedankt!” als gastspreker de organisatoren verraste met mijn voordracht “Stress, ja graag!” waarin ik pleitte voor de nodige portie stress als drive voor ieder menselijk handelen. Ik had me toen nog eens in de dan heel nieuwe membraantheorie verdiept: initieel element van ontstaan van leven is eigenlijk de bipolariteit van de watermolecule, waardoor deze een scheiding kan maken tussen hydrofiel en hydrofoob en dus membranen kan doen ontstaan, wat op hun beurt de aanleiding vormt tussen een milieuverschil, een spanningsverschil tussen binnen de membraan en de wereld erbuiten, waarbij allerlei homeostatische technieken ontwikkeld dienen te worden om die homeostase te behouden.
Enfin, wie dus in zo’n gemeenschap van mensen enige homeostase wil realiseren moet zorgen voor goed draaiende nutsvoorzieningen en ook dat die anderen, de vreemden daar niet zomaar gebruik van kan maken.
Het primitieve communisme door Engels zo mooi in zijn Duitse Boerenoorlog geconterfeit, ging – ook bij de Wederdopers en aanverwante gelovigen in het grote verlossingsverhaal zeer ver – zeker wanneer ze gelukkig en afgelegen konden worshippen in the land of hope and glory, afgesloten van al wie hen niet gelijkend was!
Een van oorsprong zeer schoon, levensreddend, solidariteitsverhaal van de club, stam, kudde, roedel, om het eigen genetisch patrimonium te vermenigvuldigen, wordt dus een verhaal van uitsluiting, racisme, eigen volk eerst.
De Erfgooiers in Nederland waren daar vrij recent nog een levend voorbeeld van.
Wie in de 16° eeuw lid was van het juiste geloof, werd van vader op zoon – voor de dames was dit even gemakshalve niet van tel – eigenaar van de immense stukken gemene gronden die door hen ontgonnen werden en tot vruchtbare landbouwgrond werden omgetoverd.
Alle gronden waren gemeenschappelijk bezit, tot in de jaren 1970 wanneer de grondprijs dermate hoog geworden was (de omgeving van Utrecht – Hilversum – Soestdijk, de sjieke rug van Nederland) dat de oude landbouwgrond aan een nieuwe bestemming toe was: die van de ‘Gooise matras’.
Der paar duizend mannelijke afstammelingen van die Erfgooiers (eigen volk eerst) over de hele wereld uitgezaaid werden door een rijk wordend notariscollectief aangeschreven tot na jaren van onderhandelen, bidden en smeken, het hele Eigen Volk getekend had dat de Erfgooigronden mochten verkocht worden, waarna zij allen een ferme duit ontvingen, na aftrek van de kosten evenwel, en dat allemaal na bijna 400 jaar eigen volk geweest te zijn.

In de USA is het niet anders gegaan, want veel van dit soort Founding Fathers behoorden tot gelijkaardige stammen die in de knoei geraakt waren met de Europese machthebbers die liever hun eigen religie geïnstitutionaliseerd hielden. Op dat “geen gezeik, iedereen rijk” hadden zij het niet zo begrepen.
En weer vertrok dat wiel van de geschiedenis: geïnstitutionaliseerde min of meer democratische samenlevingsvormen verdreven de dissidenten die op hun beurt ene nieuwe maatschappij opzetten op basis van doorgaans zeer democratische regels en prachtige solidariteitsprincipes. Voor het eigen volk, uiteraard, dat wel!
Steeds weer die tegenstelling, die spannende drijfveer tussen herkennen en erkennen, tussen wij en zij, tussen de gelijke en de andere, waardoor deze nieuwe samenlevingen en hun nederzettingen ontaardden in autoritaire structuren en geïnstitutionaliseerde vormen van versteende en verdrukkende rituelen waarbij de rechtstreekse verkiezingen als summum van democratische regels tot rituele toneelstukken werden, waarbij de regie en de afloop reeds lang vooraf bepaald was.
Enfin, die dorpen – in Pennsylvanië maar liefst 2200 – ieder een eigen watermaatschappij.
Een enorme investering voor de gemeenschap waar de leden en de inwoners soms 150 jaar lang een goeie gezondheid aan te danken hebben gehad, doch waar nu fenomenale investeringen nodig zijn om deze totaal opgebruikte infrastructuur te renoveren, zoniet helemaal nieuw op te zetten.
Waar vroeger onder het zingen van psalmen, of communistische voorliederen al naargelang de regio, de sleuven gegraven werden en de buizen gelegd werden door vrijwilligerswerk – in de USA niet op zondag wegens worshippingsday op een geestelijk niveau, in de USSR uitsluitend op zondag wegens ‘communistische vrije dagen’ – zal dat in de huidige context van de samenleving vermoedelijk niet te best vlotten.
En vermits negerslaven niet meer bereid zijn tot zo’n zwaar werk voor een hap en een snap, zit er niet veel meer op dan dergelijke openbare monopolies op grote nutsvoorzieningen uit handen te geven aan private firma’s, die beloven veel geld in te brengen en die het wel zien zitten om het eigen volk eerst verhaal te  verruimen én te vernauwen tot wie betaalt voor zijn water, krijgt het ook! Ergo, de rest niet!
Van enig gemeenschapsgevoel zal in deze niet veel te merken zijn.
Vergeten we niet dat de input van bijvoorbeeld RWE Thames Water van zo’n 51 miljard U$ in de AWW – neen, niet die van Antwerpen waar de voorzitters van de raad van beheer zopen en vraten op kosten van de watermaatschappij, maar zichzelf zoals ieder werknemer toebedeelden dat alle medicatie ook terugbetaald werd. De heren dienden dus immense rekeningen voor vetafdrijvende en vermageringspillen in, gepaard aan besmuikte kortingsbonnen voor heelder dozen Viagra waarmee ze hoopten hun lid te doen rijzen bij het reizen – uiteraard ook op kosten van AWW – dan wel de auto met chauffeur naar Amsterdam te sturen om daar aangepaste lingerie te halen voor hun deuxième, troisième, tantième bureau! – enfin, dus dat die kapitaalsimput op de NARUC commissie wel gepresenteerd werd als een daad van vaderlandsliefde vanwege de Engelse CEO van de voornamelijk Duist firma.
De American Water Works -  president stond er borg voor want hij had hem wegens het tekenen van het contract op 11 september leren kennen als een man met het hart op de juist plaats. Hij ging staan en in houding, de hand op het hart, zijn stem stokte, iedereen zweeg, de boer-soldaat uit Georgia keek op, ik dacht een bepaald moment dat ze allemaal zouden gaan wenen dan wel rechtstaan en het ‘God Bless America’ aanheffen.
Het bleef gelukkig tot stilte en tranen beperkt.

United we stand

Die americanofiel(t) met Duits- Engels en Europees geld zou de arme dorpsbewoners van hun problemen afhelpen om aan proper water te geraken, waarvan de norm misschien kon verlegd worden van drinkbaar water tot voor de brandweer geschikt water met voldoende druk en zuiverheidsgraad.
Dat is daar letterlijk gezegd, door een senior prof van de Ohio State University  met de onwelriekende naam van John Wilhelm!
In tijden als deze was het onontbeerlijk dat ‘United we Stand’ alle kleine maatschappijen werden samengevoegd tot één grote om weerstand te bieden aan het gevaar dat onze way of life bedreigt. Alleen kunnen die kleine maatschappijen toch hun doelen voor terroristische aanslagen niet adequaat beschermen: hun pompinstallaties, hun watertanks moesten anthraxveilig worden.
Op mijn opmerking nadien aan betrokken professor dat in mijn simpele geest de beste beveiliging tegen terroristische aanslagen op watervoorzieningen precies de opdeling in kleine onderling onafhankelijke segmenten was, repliceerde de geleerde mens dat hij daar volmondig mee akkoord was, maar dat zij in een grote eenheid toch betere controle konden uitoefenen en grotere garanties konden bieden. Wat onmiddellijk door de generaal van dienst werd bevestigd, want die kleine gemeenschappen hadden geen verstand van militaire beveiliging en zij konden daarvoor vanuit de federale overheid prima mee overweg.
(let wel wat ik hier schrijf is geen grap hoor!)

Zo komen we dan in de fase van “the land of the free, where freedom will be lost.”
Het is werkelijk een godgeklaagde toestand: in naam van de vrijheid, van de vrijheden – altijd grote woorden eerst aldaar- wordt iedere vrijheid ingeperkt, komen er steeds grotere monopolies en wordt iedere vorm van vrijheid om zeep geholpen!

Musea voor volwassen kinderen

Zondagavond nog snel met de Phlash bus die toeristische rondjes draait doorheen de centrale stad (tussen de twee rivieren Delaware en Shoolckyl) naar het Philadelphia museum of Art: ’s zondags gratis toegang, enfin je mocht geven wat je wou. Een prachtig museum met een fantastische collectie waarbij grote vleugels gewijd aan Europese kunst van de middeleeuwen (inclusief hele kloosterbinnentuinen over kerkgevels, complete zalen vol wapenuitrustingen van Duitse ridders waarvoor enorme belangstelling bij jongeren. Maar ook renaissancekunst (fantastische Prometheus van Rubens, schitterende ijzige bijgefakkeldeVenus van Goltzius) en reeksen impressionistische werken van Manet, Monet, Degas, Cézanne, een paar Van Goghs, Rodins, een paar Mondriaans, enfin de hele santeboetiek, inclusief hele interieurs van Europese renaissance en barokkastelen met meubilair en gordijnen. Ook Hollandse huizen, Engelse kamers, Chinese en Hindoetempels, een Japans theehuis, allemaal tot in de details gereconstrueerd. Een grote vleugel is voorzien voor de lokale geschiedenis: Pennsylvanië was het thuisland van ondermeer de Shakers, een Engelse secte die gesticht door Mother Ann tijdens hun godsdienstbeleving aanvallen van beven en shaken kregen. (Ik stel ze me voor als een soort Soefi’s of draaiende derwishen)
Ze kenden in de 19° eeuw een ferme opstoot maar zijn sinds de vijftiger jaren van de vorige eeuw op retour. Hun landbouw en huisvlijtproducten blijven echter populair bij de rest van de regio. Hun interieurs alsmede allerlei huis-, tuin- en keukenprullaria van bedenkelijk allooi worden in het museum tentoongesteld als voorbeelden van de eigen cultuurgeschiedenis.
Het Museum of Art zou nadien het enige blijken dat de moeite is.

Natural Science, Benjamin Franklininstitute en de vaderlandslievende hoogtepunten – Philadelphia heeft een heel park ter ere van “Independance” met ondermeer de Libertybell waar rijen US moddervette citizens staan aan te schuiven onder begeleiding van de Rangers in olijfgroen met grote cowboyhoeden naast een groep Chinezen die mediteren als protest tegen de behandeling van hun Falun Gong geestesgenoten in China – blijken in het beste geval een soort kinderlijke opvatting van geschiedenis en wetenschap te huldigen, tot absolute troep tentoon te stellen.
Het allerschrijnendst is dit in het Afroamerikaans museum van Philadelphia dat zich net als het Natural History museum afficheert als het beste in zijn soort in de hele US. Na 8 U$ entrée schuifelden Dirk DC, IPC Taalunie voorzitter van VU-ID en tijdens de reis van partij veranderd van Toekomstgroep naar Spirit wegens het Congres van zijn partij in Antwerpen terwijl hij op het vliegtuig zat, en ikzelf door dit fameuze museum waar een groep exclusief zwarte schoolkinderen onder begeleiding van een monitor een bezoek brachten.
Dit was tragisch, ik zou mij als zwarte voor dit museum beschaamd en razend voelen. Het hele verhaal ademde een hoog Oom Tom gehalte. Bijna uitsluitend brave negers: goed in de keuken – blijkens een paar erotische schilderijen in een zijzaaltje ook in bed – geen woord over hoe ze in USA terechtgekomen waren, ze waren er gewoon en hadden het in het begin niet zo best. Kan gebeuren niet?
Het beterde snel want er was een dikke neger die Kolonel – of een neger die kolonel en dik -  geworden was dank zij zijn moed in de strijd tegen de Pancho Villa revolutie in Mexico: de ene onderdrukte groep mocht de andere gaan bestrijden! Hij had een goud geschilderd plaasteren borstbeeld gekregen. Op de randen waren er stukjes afgesprongen en was de witte plaaster te zien! Verder een paar kerststallen van gekleurd papier met een zwarte koning op bezoek en waaiers waarop allerlei naïeve familie- en boerenscènes geschilderd. De lerares legde uit dat dit een oude Afrikaanse traditie was in het Zuiden: waaiers tegen de warmte met dagelijkse taferelen op getekend vroeg wat men daar vandaag op zou schilderen als het nog zou gebruikt worden. Er kwamen antwoorden over religieuze figuren, auto’s tot en één slimme opmerkte: “Publicity, mam!” 
De vliegtuighelm van de eerste zwarte viersterrengeneraal waarop met viltstift een zwarte panter getekend – geen toelichting daarover – alle mogelijke attributen van zwarte dansers en zangers, een namaak Ku Klux Klan kostuum, wat pentekeningen en home made recepten voor negerlekkers. Een ode aan alle zwarten die in dienst van het Amerikaans imperialisme gesneuveld waren. Een paar pamfletjes over de Nation of Islam en Malcolm X als enige illustratie van een beweging waarmee de zwarten probeerden een eigen religie te introduceren om zichzelf te emanciperen tegen de christelijke secten  van de blanken. Een paar zielige foto’s van Martin Luther King en een march voor Freedom en tegen Segregation.
Ik word oud want ik herinner me nog zeer levendig de tv beelden uit de vroege jaren zestig over de marsjen van de zwarten met een occasionele blanke om een einde te maken aan de Amerikaanse apartheid. Dit verhaal staat hier al in een museum te verpieteren.
En dat moet dan doorgaan voor een belangrijk museum: een ware schande, een eindeloze leugen om zwarten dom, arm en kalm te houden! Ik voel plaatsvervangende schaamte, treurnis en compassie voor een dergelijke samenleving.
Volgens mijn inschatting is er niet veel veranderd: armen zijn steevast zwart, alle onderbetaalde slavenjobs van vandaag worden door zwarten gedaan: straatkeerders, luizenjobs bij de flikken en lager personeel in stadsdiensten, alle keukenpersoneel en het laagste allooi in restaurants, één commissionar in de NARUC als overduidelijke neger van dienst. Anderzijds waren er ook zwarten in zeer dure outfit met een hele hofhouding die president waren van een company waarvan de titel meestal hun eigen naam vermeldde – en die overigens net op dezelfde kinderlijke manier hun tafelgerief gebruikten als hun blanke klassegenoten (dat houd je niet voor mogelijk, maar daarover later meer!)
Ons zondagavond diner wordt georganiseerd in een Ierse pub waar onze intussen al wat oudere Paul W. na de openingswiskeys in de jeugdige en pittige serveuse een evenbeeld herkent van hartsvriendin Heather uit zijn MBA-jeugd in Chicago – intussen handelt hij in textiel en vezels vooral uit Azië en India, is hij bestendig afgevaardigde in Oost Vlaanderen geweest en speelt hij nu volksvertegenwoordiger én gemeenschapssenator. En hij is een verdomd progressieve en serieus belezen liberaal, ik sta soms te kijken van zijn haarscherpe ‘marxistische’ economische analyses.
Het wordt daar een uitputtingsslag met literse flessen chardonay, met een beetje nasmaak wat bij de helft een verschrikkelijke kater achterlaat. Het vlees is best lekker, altijd allerlei slaatjes erbij waarvan het gebrek aan smaak gecompenseerd wordt door geforceerde sausjes. De Italiaanse keuken heeft zelfs haar sporen op een Ierse spijskaart nagelaten. Nadien nog ruim een uur doorgepraat met de Ierse serveuze die voor Bush gestemd had en ons een wat helderder inzicht in de Amerikaanse politiek opleverde.
De horeca betaalt hier nog een stuk slechter dan bij ons (150 Fr. per uur!) wat met forse tips moet gecompenseerd worden, aldus het evenbeeld van Pauls Heather, die wij dan ook als dusdanig gesoigneerd hebben.

Maandag, 12 november 2001, Veteransday.

Op JFK Plaza zit een kerel van mijn leeftijd met een been in een rolstoel in een t shirt: “Vietnam Veteran”. Hij houdt een kartonnen beker voor zich uit.
Er is meer  volk op straat, ze haasten zich naar het werk, toch nog weinig in auto’s, meer in bussen en metro.  Ongeveer iedereen loopt met een kartonnen halve liter beker rond en een kartonnen doosje of papieren zakje waarin hun ontbijt, al dan niet gekocht in de toch wel mooie inox rijdende kotjes op iedere straathoek waarin ongeveer alles verkocht wordt: eten, kranten, sigaretten – ze zijn hier zeer streng op roken in gebouwen en restaurants – condooms, tot zelfs Chinees en Arabisch voedsel en frituurvreten.
Een zware nacht voor een drukke ochtend in het Marriott hotel waar het congres plaatsheeft en waar de officiële opening start met onvoorstelbare scènes: een volle zaal volwassenen recht om met de hand op het hart het “God bless America” te zingen na de Stars & Stripes die ik me nog herinner van de Star Spangled Banner parodie die Jimmy Hendrix er in Woodstock van maakte. Dan nog een scheut “Land of Hope and Glory”, ik moest bijna braken, en ik was niet alleen. De rest van de delegatie, inclusief onze CD&V collega’s waren geschandaliseerd van de patriottische onzin en de waanzinnige toespraken. Ze begroetten elkaar in hun stinkend dure maatpakken – allemaal een copie van de krijtstrepen en blauwe toestanden van Bush – op het podium waar een reusachtig videoscherm continu een CNN compilatie van Ground Zero vertoonde, met de militaire groet zoals je die belachelijke presidenten dat hier altijd ziet doen: de rechterhand aan hun voorhoofd, en dat zonder hoofddeksel én in burger. Indien wij dit destijds in het leger hadden gedurfd, hadden we gegarandeerd een model C aan de broek!
De agenda was trouwens grondig omgegooid: alle onderwerpen hadden een sectie ‘How to protect our country against terrorist attacks?’
Intussen bleek een AA Airbus in New York op spectaculaire wijze in een woonwijk bij Queens gedoken na staart en motor kwijt geraakt te zijn. Alle TV schermen startten met live uitzendingen en de draagbare telefoons begonnen te trillen en te zoemen.
Heel de omgeving van het hotel en het Conventiecentrum is behangen met Amerikaanse vlaggen, kleine op de auto’s, worden aan iedere straathoek aangeboden en gekocht, en in China of Korea gemaakt!
Het patriottisme lijkt erg op dat van de nazi’s: niemand durft ertegenin te gaan uit schrik voor een rammeling of lynchpartij. Alle, werkelijk alle winkels en restaurants – zeker de Arabische en Chinese en andere niet christelijke culturen – wedijveren met elkaar in de creatiefste, grootste en belachelijkste uitingen van vaderlandsliefde. Ralph Lauren heeft op de ramen van zijn poepsjieke zaken een tekst laten aanbrengen dat 10% van alle verkoop wordt gestort voor de slachtoffers van 911 in het WTC. Het Rode Kruis heeft nog een enorme donatiecampagne lopen (ruim een half miljard dollar op een paar weken tijd) maar zal de gulle gevers hun geld terugstorten, wegens malversaties waaronder de uitgelekte plannen om grote delen van dat geld achter de hand te houden voor de nog aan te komen rampen.

De Amerikaanse eetcultuur, een ervaring!

Onze aparte discussie met de Naruc internationale commissie draait op niets uit. Ze snappen  eigenlijk niet wat wij precies willen weten, ze kennen het doorgaans zelf niet of willen er liever niets over zeggen wegens te gevoelig in eigen club, of erger nog classified information!
Enfin, heel wat gepalaber leidt tot een afspraak voor dinsdag met een paar deskundigen, in een face to face meeting.
’s Avonds is het presidents diner, in de grote ballroom en de gewenste kledij is in het programma precies omschreven als business casual, met als minimum een jasje aanhebben. Een enorme wel 48m² grote Star Spangled Banner tegen de muur, een vijf meter hoge kopie van het Vrijheidsbeeld midden de zaal, op alle tafels de bloemen in de US kleuren, voor ieder een vlaggetje en een opgerolde oud gemaakte copy van de handgeschreven onafhan-kelijkheidsverklaring met een witte veer waarmee ze geschreven werd! De servietten zijn afwisselend in rood en blauw!
Een onvoorstelbare ervaring: drie bonnetjes voor drank – redelijke wijn, ook de rode -  redelijk lekker eten, maar je wordt onpasselijk als je die Amerikanen ziet eten! Zelfs de sjieke PDG’s en hun behangen dames eten niet met mes en vork: ze hanteren een mes om alles op hun bord aan stukken te snijden en dan verhuist de vork naar hun rechter hand, en de linker hand krabt hun geslacht, al dan niet verscholen in hun broekzak.
In het beste geval prikken ze met hun vork de stukjes eten op. Erger wordt het als ze de hele boel eerst onder elkaar zetten en prakken en nog erger wanneer ze dan hun hoofd naar het bord brengen om ietwat slurpend hun bek vol te duwen met hun vork.
Je houdt het echt niet  voor mogelijk.
Ik waande me op een congres van kleuters en mentaal geretardeerden.
De kabinetschef van D. vertelde dat hij eens een stel hoge Amerikanen moest onderhouden in een zeer sjiek en duur restaurant in Brussel waar die heren zich ook qua tafelmanieren lieten opvallen, niet in gunstige zin. Om je onder tafel te schamen als gastheer. Hun arrogantie heeft hen gevaccineerd tegen ieder schaamtecomplex.
Wel niet echt smakelijk voor ons wanneer we met hen aan tafel zitten.
Eten is duidelijk geen onderdeel van hun cultuur. Eten is voedsel tot zich nemen, op eender welke manier, op ieder moment van de dag en de nacht. Er is geen enkele eetcultuur: om 19 uur in een restaurant, snel alles binnenstouwen en dan na een uurtje weg wezen. Uiteraard is het niet zo bij iedereen, maar ik heb er nu toch wel heel, heel veel gezien, en niet bepaald het uitschot en de sukkels van de Amerikaanse maatschappij die zich zo gedragen.
Ze lopen de godganse dag rond met reuzengrote bekers of flessen waaraan ze te pas en te onpas zuigen. De Amerikaanse cultuur is er een van onmiddellijke orale bevrediging, zuigen aan alles, zie Clinton die er ook aan liet zuigen. De bekers die ze steevast meezeulen hebben een deksel waarin een gaatje om aan te lebberen. Dat deksel met gaatje heeft niets met warmhouden te maken, neen, dat is een vorm van speen waar ze op kunnen zuigen. De drinkflessen zijn  ook allemaal voorzien van een speciale stop waar je aan kan zuigen, genre wielrennersbidon. Blikjes worden ook als zuigspeen gehanteerd. Het doet erg denken aan kleuters die wanneer ze ongeveer beginnen te lopen wel eens graag een hele dag rondzeulen met een papfles waar ze aan tutteren wanneer er enige frustratie in hun ontdekkingstocht ontstaat. Een dikke (letterlijk en figuurlijk) dame van een NARUC panel, waggelde de hele dag rond met een enorme reistas op wieltjes waarin bij haar regenkleding en zakken popcorn. Aan de buitenkant een anderhalve liter colafles met zuigtop en een dito fles sprite tegen de zak geriemd, waar ze ongegeneerd gebruik van maakte, zelfs tijdens de zittingen waar ze panellid was.

Een heel volk in een orale zuig- en prakfase lijkt gefixeerd op zichzelf en zijn primaire behoeften die overal en altijd onmiddellijk bevredigbaar moeten zijn.

Het geeft een heel raar gevoel wanneer je dat plots begint te beseffen: ze worden vet als hangbuikvarkens wegens die cultuur van de godganse dag snoepen en zuigen – op tv een item over het probleem dat hun soldaten veel te vet zijn en dus zelfs niet eens meer deftig in hun tanks kunnen oorlog voeren. Ze zijn emotioneel dermate naïef en oppervlakkig, zonder roots, zonder problemen, altijd en overal positieve peptalk, ze zijn alleen met zichzelf bezig, de rest van de wereld bestaat niet of is slecht en ze reizen het hele land rond op zoek naar werk en wonen voor velen zonder sociale banden met een vaste omgeving.
De auto’s van de lokale Telecommaatschappij – voor een fors gedeelte in handen van Europees kapitaal – rijden rond met Amerikaanse vlaggen en een bordje: ‘Buy American!’
Ik ben natuurlijk nieuw in het land, en ik beken, ik ben vooringenomen, maar anderzijds zoek ik me suf naar verstandige normale mensen. Er zitten daar toch verstandige mensen die dikke boeken schrijven, die wel cultuur hebben, die wel de wereld kennen en andere talen spreken?
Joehoe!! Waar zijn jullie??
Niet op Naruc, alleszins niet!
Ook niet aan de standjes van de vele firma’s en actiegroepen die komen lobbyen bij de lokale monopolies en regulatoren en omgekeerd.
Niet aan de ontbijttafels waar ze doorgaans met elkaar tot akkoorden proberen te komen of tegen elkaar opbieden over de carrières die ze gemaakt hebben, aan het maken zijn en meer nog: zullen maken.

NARUC is een regulatorcomité. Wanneer je die lokale monopolies in de nutsvoorzieningen wil opbreken (hoe kan je al die kleine waterbedrijfjes nu opsplitsen???) moet je als overheid ene neutrale derde creëren: dat is zowat het adagium.
Je pompt die vol geld en die gaan dan als neutrale macht bepalen wat de normen, voorwaarden ed zijn waaraan een bedrijf moet voldoen om toestemming te krijgen om als gedereguleerde een monopolie op te breken of naar het mij voorkomt over te nemen.

Onze professor Wilhelm had er een schitterend oog in! Voor hem had je de eerste macht zijnde de president en regering, de tweede macht zijnde justitie, de derde macht het congres dat alles goedkeurde en de vierde macht, nog nieuw en relatief onbekend: de regularoren!!
Alleszins een schitterende interpretatie van Montesquieu’s Esprit des Loi.

Later zullen we zien dat het niet alleen scheurtjes en barsten zijn in de blinkende flanken van de regulatorentheorie, wanneer dergelijke ‘lapsussen’ vallen.
In zo’n gestroomlijnde maatschappij waar alles een goed nieuwsshow moet zijn, tot en met de geur uit je bek, kan ik als onervaren bezoeker enkel op basis van die barsten en scheuren concluderen dat de zaak binnenin de schitterende verpakking een brij van stront en bedrog is.

Dinsdag, 13 november 2001 – gek dat ze die 13 ° niet hebben afgeschaft: in het hotel geen 13 ° verdieping, geen kamernummer met 13 te vinden!

Om 8 uur ’s ochtends worden we vergast op een exclusieve view inside Ground Zero waar een vrouw als veiligheidschef en nog een ongelooflijke generaal – ze lijken hier allemaal op elkaar en vertellen allemaal dezelfde patriotische onzin – beelden toont van ground zero en de technische problemen die ze moesten overwinnen om gas, telecom, water en electriciteitsvoorzieningen terug aan de praat te krijgen. Het duurde dagen eer ze iets konden doen aan de vuurhaarden die aangestookt werden door gebroken gasleidingen. Een jonge vrouw van 25 jaar die een paar weken voordien bevallen was – steeds het kleine menselijke detail erbij – kwam op het idee om de kaart van de gasleidingen met de kleppen te leggen op de kaart waar ze thermografische opnamen vanuit de lucht gemaakt hadden waarop ze de haarden van hogere temperatuur konden zien en dus op die manier de nog te sluiten kleppen op de gasleidingen konden vinden. Eens thuis blijkt dat twee maanden na 911 de hitte op sommige plaatsen nog steeds ondragelijk is en dat er allerlei scheikundige reacties meewerken aan het onderhouden van de hittebronnen. Onder de resten van de WTC  torens smeult de hel, grommelen de ingewanden, lijkt wel een meltdown van een kernreactor aan de gang. Als er al geen radioactiviteit vrijkomt, vrees ik dat de immense hoeveelheden asbestvezels  hun langzaam dodend werk zullen doen voor New York binnen dertig of vijftig jaar, want dan sterven ze aan mesothelioom.
Daarna lezingen over hoe water beschermen tegen terroristische aanvallen. Om je in een deuk te lachen. Hebben ze toch een National Guard generaal opgevoerd die daar als veiligheidsdeskundige de ene enormiteit na de andere komt verkondigen. Naast mij zit een wat intellectueler type -  zie je aan zijn outfit , droeg en tweed jasje en leren ellebooglappen – die er ook bedenkelijk bij kijkt, maar toch entoesiast applaudisseert, samen met de rest van de zaal. Onze generaal staat te oreren over de steun die zij aan het bedrijfsleven kunnen en willen en moeten geven, en over fabrieken die voor hun veiligheid op het leger en de national guard en de FBI beroep moeten doen, want zij kennen daar immers zelf niets van!
De grofste redeneringen komen nu naar boven. Onder leiding van Naruc moeten de regulatoren waken over de kwaliteiten van het bedrijfsleven en de organisatie van de nutsvoorzieningen om monopolievorming te vermijden. John Wilhems denken ziet de regulatoren als de kernorganisaties in de samenleving wegens met alle drie van de andere machten in voortdurend contact!
In het kort komt het er volgens mij op neer dat de Amerikaanse samenleving zich liberaal noemt en daarop prat gaat in de hele wereld, maar eigenlijk veel meer gemonopoliseerd is dan de Europese samenleving. Voor de nutsvoorzieningen rijst zeker bij de watervoorziening een enorm probleem: in zowat de hele US lokale gemeentelijke bedrijven die volgens hen onvoldoende garanties kunnen geven voor kwaliteit en door de afkeer van lokale te verkiezen burgemeesters voor prijsverhogingen geen kapitaal kunnen opbouwen voor de verbetering en onderhoud van hun distributieapparaat. Dat gaan ze dan elders zoeken en daarmee verkopen ze hun apparaat aan een multinational, die enorme bedragen moet inbrengen om infrastructuur die dikwijls bijna honderd jaar oud is, te vernieuwen en te beveiligen en daar bovendien een flinke stuiver aan willen verdienen! Concreet is dit natuurlijk vanuit veiligheidsstandpunt waanzin: er is een veel kleiner gevaar via het drinkwater wanneer je die vele duizenden kleine lokale maatschappijen aanhoudt, die niet eens onderling verbonden zijn, en die dus hoogstens een klein beperkt doelwit kunnen zijn van terroristische aanslagen.
Dat geven ze dan toe, maar ze gaan er gewoon niet verder op in. De prof vergeleek de maatschappij met een schommelwip waar de kinderen links en rechts de consument en de nutsvoorzieningsbedrijven zijn en zij als regulatoren de steun  in het midden die ervoor zorgt dat de zaak in balans blijft. Op mijn vraag wat er gebeurt wanneer het nutsvoorzienende kind niet meer wil of kan meespelen, erkende hij dat er in de algemene nutsvoorzieningen een probleem kon ontstaan, zeker als het over watervoorziening – nu belangrijker voor de brandweer dan voor drinkwater – voor elektriciteit waarmee ze na de deregulatie van de staatsmonopolies in California de meeste ellende meemaakten wegens dagdagelijks geen stroomleveringen meer! Ook in telecommunicatie is het hier ellende: nauwelijks iemand kan er nog aan uit, de tarieven veranderen gestaag, firma’s komen en gaan. Een zwarte buschauffeur had blijkbaar Jan Blommaert gelezen in zijn repliek op Patrick Janssens Gelijke Kansen verhaal in Samenleving en Politiek. Hij reageerde spontaan op mijn vraag naar die vrije concurrentie dat het een ongelooflijk gezeik was en dat enkel wat wizz kids er voordeel uithaalden. Stel je voor als bejaarde of al wat oudere persoon, wat moet je dan met tien verschillende aanbiedingen van telefoonbedrijven met tariefonderscheiden waar ze zelf niet eens meer aan uit kunnen. Die mensen vragen enkel een  fatsoenlijke telefoon verbinding die niet te duur is, en geen 25 soorten gsm’s. Die zogenaamde concurrentie die tot betere dienstverlening en lagere tarieven leiden zal in nutsvoorzieningen was volgens hem je reinste onzin.
De glasvezelinfrastructuur werd de voorbije jaren bij de tienduizenden kilometers gelegd en dan ging het bedrijf in kwestie failliet en hebben Amerikanen nauwelijks breedband internetverbindingen. Bush heeft zijn ranch waarheen hij nu met Poetin naar toe is, wel een glasvezel breedband laten aanleggen! Het is hier op het vlak van internet ed een onvoorstelbare ellende in het grootste deel van het land. In Europa, en zeker in Vlaanderen staan we heel veel verder. Maar dat lijkt bij ons omzeggens niemand te begrijpen en Van Mechelen laat Degraeve met het e-VRT platform maar aanmodderen in een proefopstelling in Kapellen, het Texas van Van Mechelen.

Lokale first lady’s en anthraxverhalen

Ik heb hier ondermeer naar aanleiding van de dagelijks aangewakkerde anthraxpsychose het gevoel dat er een dubbele agenda is. Ze weten zeer goed dat er in de US endemisch anthrax aanwezig is bij het vee, dus zijn heel veel Amerikanen in aanraking geweest met anthrax en hebben ze antistoffen gemaakt. Toch blijven ze er allerlei onzin rond vertellen en grootse ontsmettingsshows opvoeren. Bayer wordt zelfs gedwongen om haar prijs voor ciproxine, eerste keus bij anthraxbesmetting, te halveren of Bush veegt het patentrecht aan zijn broek en laat generische vormen aanmaken wegens ‘landsbelang’. Diezelfde US farmaceutische bedrijven willen wel niet over landsbelang praten als het over eigen productie van gepatenteerde anti aids, anti worm, anti malaria middelen gaat waar toch de halve wereld lijdt en sterft!
Het anthraxverhaal is een vaudeville zonder einde. Het is nu toch ongeveer anderhalve maand bezig en er zijn reeds fantastische verhalen gepresenteerd over de US en de rest van de wereld onder de Anthraxdreiging. Op de vrt blijven ze er dan bijvertellen dat er reeds 4 gevallen van anthraxbesmetting overleden zijn. Dat is ‘reeds’ meer dan vier weken het geval en dus nog steeds groot nieuws!
De lunch van de president wordt gebruikt om de leden van de board in de bloemetjes te zetten. Een journalist naast de kabinetschef van D weet te vertellen dat die hele jaarlijkse Naruc conventie een excuus is voor de grote cheffen om met de hele familie uitgelezen locaties in de hele US te bezoeken en voor de industriëlen om te lobbyen bij de Naruc committees voor hun sectoren.
De financiering gebeurt door meewerkende firma’s en onderdelen van de Naruc, het lijkt wel de farmaceutische sector op een congres voor artsen.
Dan komt de president ons zijn echtgenote voorstellen, opgetelloord als in een Amerikaanse tv serie, genre Dallas of hoe die dingen weer heetten: de kledingmode voor de first lady’s lijkt toch niet erg veranderd in die twintig jaar. Tanden en lippenelastiek evenmin. Het Amerikaanse vrouwelijke schoonheidsideaal is in die voorbije zestig jaar ook nog geen fluit veranderd. Voor serieus vrouwvolk dat als versiering mee aan tafel mag, is het grotere tietenwerk (zuigreflex) essentieel, een ferme kont idem, hoog opgespoten haarnest, eindeloze rek in de glimlach, lange armen en nog eindelozere benen op steile hakken.
Een andere hoge pief komt nog wat opjuttende taal spuien over hoe belangrijk zij allemaal zijn om de strijd tegen het terrorisme te voeren: America strikes Back! En dan hebben we weer een generaal – wel steeds in burger, dat moet gezegd.
Ik kon het niet meer aanzien en ben maar doorgegaan, om een beschaafd museum te zoeken, maar niet gevonden.
De Bush administratie heeft door de aanslagen op WTC de gedroomde kans gevonden om er politiek wat van te brouwen: een slome ingeslapen zelfgenoegzame maatschappij die economisch aan een terugval begonnen was, wordt plots door elkaar geschud, in paniek gebracht en bereid gevonden of gemaakt om ongeveer alles te aanvaarden wat ze als grondlegger van de vrijheid steeds hebben afgewezen. Hij jaagt de ene ondemocratische wet na de andere door het Congres. Nu zelfs de instelling van een soort militaire uitzonderingsrechtbank die niet Amerikanen in het geheim kan veroordelen op verdenking van terrorisme. Onder het mom van een strijd voor de eigen vrijheid en de bescherming van de vrijheid in de maatschappij die door de founding fathers daarvoor was opgericht wordt dit hier en totalitaire fascistische staat. Het lijkt wel de weg op te gaan van Nazi Duitsland in de jaren dertig. Een ijsjesverkoper die ooit nog als officier zijn legerdienst in Mannheim Duitsland gedaan had, vreesde zelf zo’n ontwikkelingen. Hij bekloeg zich ook over de kosten van huur, slechte nutsvoorzieningen in Philadelphia centrum waar de compleet gepolitiseerde gasmaatschappij gedurende zeven dagen iemand langs stuurde om een meter na te kijken die door de eerste reeds gerepareerd was. Ook volgens hem bepalen Amerikanen hun woonoptie op basis van kosten van nutsvoorzieningen, lokale belastingen, de kwaliteit van de scholen – gisteren een betoging aan het stadhuis van bijna uitsluitend zwarten tegen de uitverkoop van de public schools aan een private firma omdat het stadsbestuur niet meer in staat is om die scholen deftig te runnen – hij woonde dus in New Jersey, net over de Delaware rivier, waar de blanken uit de stad zich lijken terug te trekken wegens de klassieke grootstedenproblematiek.
Zelfs hier is duidelijk dat de stedencultuur een foute benadering is: mensen wonen en werken op verschillende plaatsen, winkels en restaurants zijn geconcentreerd op de plaatsen waar ze werken of aan de rand van de stad: bijgevolg ’s avonds leeg en onaangenaam, en overdag de perifere woonwijken leeg en verlaten. Dit soort ellende moeten we in Europa kost wat kost proberen te vermijden. Onze stedelijke cultuur is traditioneel een combinatie van al die functies zoals in Rome tijdens de blitse herfstvakantie nog zeer duidelijk te zien was!

Om in dit land een kritische intellectueel of vakbondsman te zijn, moet je volgens mij suïcidale neigingen kunnen  overwinnen. Ik kan me niet ontdoen van een gevoel van walging en medelijden, compassie met een maatschappij die door de halve wereld wordt uitgespuwd en gehaat en die kapot gaat aan interne tegenstellingen, waarbij burgers en politici enkel met zichzelf bezig zijn, niet merken wat er in de rest van de wereld gebeurt, laat staan wat er bij de eigen etnische groepen aan de hand is en dan plots verrast worden door het voor hen absoluut ondenkbare: de vergelijking van Bush met de Cycloop die door Odysseus ‘Niemand’ gezellen wordt blindgemaakt, waarna ze hem hangend aan de buik van zijn eigen schapen door de handen glippen, is beeldend.
Het is natuurlijk beangstigend wanneer die blinde Cycloop van pijn en woede om zich heen begint te slaan. Ze zijn hier overduidelijk aan een nieuwe Monroedoctrine van isolationisme toe, al springen ze nu van geluk over de val van Kaboel van de ene generaal naar een andere veiligheidsadviseur op alle zenders. Op CNBC werd initieel een luchtmachtgeneraal buiten dienst afgeblaft omdat hij opmerkte dat door de val van Kaboel de oorlog nog lang niet over is in Afganistan. Diezelfde topjournalist merkte de dag voordien al op dat het toch onbegrijpelijk is dat Amerikaanse liberals en intellectuelen Bush blijven bekritiseren ondanks het feit dat Nelson Mandela, een toch onbesproken figuur in de wereldpolitiek, zijn volle steun aan Bush’ strijd tegen het terrorisme verklaarde. Onbegrijpelijk voor hem.
De pers is hier niet alleen op alle tv zenders om te gillen, ook de kranten vermelden geen blad, zelden een kleine column over de ontwikkelingen in de rest van de wereld. Het gaat enkel over binnenlandse zaken en het buitenland is slechts bestaande in de mate dat er Amerikaanse belangen mee gemoeid zijn. Niet Amerikaanse kranten zijn nauwelijks te vinden, zelfs niet in Philadelphia. Toch zijn er een paar knappe boekhandels met een uitgebreid literatuuraanbod, ook van Engelse boeken buiten de US (en vertalingen van Spaanse en Franse topwerken. Maar wie komt er in zo’n winkels, wie leest zo’n boeken? Wellicht nog minder dan bij ons.

The Roots of the Founding Fathers

Philadelphia is de oude Amerikaanse hoofdstad. Hier liggen de roots van de founding fathers.
‘Roots’ is ook de naam van een lokale drank die als bier verkocht wordt: een soort kruidendrank, genre hoestfles zonder alcohol, met een afdronk van maagzout waarbij je maag  uren nadien nog de smaak van carafa opgooit uit pure verbijstering om de benaming ‘beer’.
Die roots van de democratie zijn ook een paar leuke overwegingen waard.
Die founding fathers – waarvoor ze dus nu van heinde en verre naartoe komen om in katzwijm te vallen bij hun Liberty Bell, het huisje waar de eerste stars and stripes ooit genaaid werd, het huis waar Jefferson zijn ontwerp voor de grondwet schreef, het eerste Amerikaanse congresgebouw en de eerst stockexchange beurs – waren toch wel geen uilen, ondanks de mare dat ze vol uitschot zaten dat Europa ontvlucht was voor de galeistraffen die ze zouden krijgen voor hun misdaden.
De heren waren met een kleine, knusse gemeenschap, in kleine knusse huisjes (de oude stad heeft een zeer hoog kneuterigheidsgehalte, genre Hollandse binnensteden, waar de huisjes dertig jaar geleden voor een dollar per stuk verkocht werden en nu vlotjes een half miljoen U$ halen) toch maar goed af dat ze hun sociaal-godsdienstig experiment eens konden uittesten in het ware leven, zij het ver van huis.
En behoorlijk geïsoleerd in kleine gemeenschappen. Als er voor de tweede wereldoorlog nog dorpen waren in Pennsylvania waar men na 300 jaar nog steeds een soort Nederduitsch sprak, geeft dat alleszins te denken voer de onderlinge contacten en uitwisselingen.
Iedereen kende iedereen, en het ging er behoorlijk rechtstreeks en democratisch aan toe. Dus werd de presidente, de rechter, de sheriff, de congresman rechtsreeks verkozen door zijn volk, zijn dorps-, clan- en soortgenoten.
Prima regeling, wanneer je tenminste niet met heel veel leden van een gemeenschap tot een beslissing moet komen.
Prima regeling zolang het bij wijze van spreken alleen in de eigen familie blijven kan.
Een ware ramp wanneer dergelijk systeem van directe democratie en rechtstreekse verkiezingen wordt toegepast op een immens land met een immense bevolking, waar niemand mekaar nog kennen kan.
Want waar halen de kiezers hun betrokkenheid, waar halen ze hun informatie om een oordeel te vellen over welke kandidaat ze zullen kiezen als het verder gaat dan het eigen gehucht?
Precies: uit de populaire massamedia, als daar zijn die tientallen commerciële tv-stations met hun onvoorstelbaar slechte nieuwsprogramma’s en hun debiele soaps die voortdurend onderbroken worden voor reclame uitzendingen.
Op zondag bleek zelfs een kerkdienst rechtsreeks uitgezonden te worden, met ook veel mooi negergezang in koren, waarbij de voorganger ongeveer om het kwartier zei dat ze er nu even uitgingen voor een korte break! But we’ll be back soon!
Een dergelijke vorm van rechtstreekse democratie aangehouden in een dergelijke dimensie, is vragen om problemen.
Bij geen stemplicht en zelfs de noodzaak om zich actief op de kieslijsten te laten registreren, zullen de zwaksten het makkelijkst laten afweten. Niet eens de helft is nog gaan stemmen bij de laatste presidentsverkiezingen. Wie het meeste geld heeft als kandidaat, kan een campagne kopen en daarmee de media afschuimen op zoek naar de aandacht van het potentiële kiespubliek, dat op zich al wat intellectueel zwakjes is geworden door al die commerciële zenders en de troep die ze brouwen. Het worden dus allemaal één – lettergreepkreten en standpunten van vijf woorden die goed in het oor liggen.
Waar de realiteit doorgaans een ietsepietsje complexer oogt.
Putnams analyse dat de Amerikaanse gemeenschap aan de deconstructie van de jaren zestig niets dan negatiefs heeft overgehouden, nlk. het compleet opbreken van alle sociale verenigingsleven, is wellicht niet ver bezijden de ellende.
Eind 19° en begin 20° ste eeuw stroomden de migranten binnen uit Europa en ze probeerden allemaal bij elkaar te kruipen om ghetto’s te vormen waarbinnen ze de herinneringen aan een ver land waar het toch allemaal wel anders en voorwaar zelfs fijner was geweest, koesterden.
Dat was hun identiteit die verre van Amerikaans was.
Ik vermoed dat de eerste wereldoorlog de hele winkel bij elkaar geveegd heeft en dan ook het verenigingsleven heeft aangepookt, tot een eerder ghetto overschrijdende stroming, waarin mensen iets aan elkaar hadden. Dat was voor Putnam de basis van de Amerikaanse economische expansie en het begin van de American dream. Na de tweede wereldoorlog had je nog de forse expansie, de eerste puberale gevoelens van een grootmacht in wording, de hulk gelijk, moet een ongelooflijk kick gegeven hebben, te voelen dat je land het nu eens zal gaan maken, de hele wereld een lesje zal leren, iedereen met open armen en benen uitkijkt naar je chocolade, kauwgom, sigaretten, dollars en zaadcellen.
Om dan in het Verre Oosten aan de versukkeling te beginnen en na de grote kruistocht tegen the Evil Empire als ontegensprekelijke overwinnaar op je lauweren te rusten en met één enorme klap uit je zelfgenoegzaamheid gewekt te worden.
Het moet verschrikkelijk zijn. Onoverkomelijk.
Blijkt nu opeens dat de rest van de wereld echt en dus geen Disneyworld is, waar de slechten ook maar van bordkarton en dom en de goeien allemaal Amerikanen en great!
Wat een cultuurschok! Ik vrees dat ze er de volgende vijftig jaar niet meer van zullen bekomen. Zeker met de zeer democratische evolutie die er nu bezig is, waar de xenofobie hoogtij viert, stel je even voor als Libanese homosexuele wasserij uitbater in een midwest stadje. Het zal je huis maar wezen! Of als Indische of Arabische computerdeskundige die er voor de helft van het loon van een Amerikaan werkt en zijn green card ingetrokken weet. Of als je als Aziaat vele duizenden dollars betaalt om er te mogen studeren en dan de toegang geweigerd krijgt wegens verdacht sujet!
Dit is op termijn het einde van de US hegemonie. Ze trekken zich terug op zichzelf en mogelijk wat randvoorwaarden aan de noord- en zuidgrens. Als Fidel dood is – wat niet zo heel lang meer duren zal – kopen ze een nieuwe Battista om eens lekker exotisch naar de hoeren te gaan. Daniel Ortega hebben ze zelfs drie keer na mekaar op z’n knieën gekregen – maar die kende naar verluidt de genupectorale houding al langer, van toen met zijn stiefdochter!
Economisch lijkt me dit land overgeleverd aan een zeer chaotisch systeem van monopolies waar de blauwste liberaal in Europa zelfs niet meer van wil dromen uit pure schaamte.
Ruim de helft van hun inwonerspotentieel toert uitzichtloos en angstig rond op zoek naar werk, zekerheid en morgen. Of heeft zelfs geen zin meer in toeren en bedelt de stad leeg.
Een sociaal netwerk als vangnet is onbestaande: ieder voor zich, is ook maar alleen als je een dodelijke val dreigt te maken.
De overheid reguleert er nauwelijks wat en belastingen worden zeker NIET gebruikt als middel voor inkomensverdeling, integendeel.
Enorme investeringen in mensen en middelen verdwijnen tot nutteloze vervuiling wanneer de geprivatiseerde monopolies dan toch failliet gaan.
Het kan toch niet zijn dat al die Amerikanen dit soort ellende willen blijven tolereren.
Oorlog en externe vijanden en nu dus zeker ook de interne vijand kan je een tijd blijven opvoeren als boosdoener en als bindmiddel om de samenlevingssaus te stijven, maar die zever blijft toch niet eeuwig duren.
En waarom zouden ze tenslotte ook niet op zichzelf en op hun kluit blijven zitten.
Job was immers zeer godvrezend en ook hem werd alles ontnomen, van zijn veestapel, zijn rijkdommen en zijn vrouwen tot zijn zonen en zijn gezondheid. En met zwerende lepra geslagen bleef hij op de mesthoop zijn god loven en prijzen.
En ziet als beloning kreeg hij alles in honderdvoud terug van zijn god.
’t Is daarom dat ze dat op hun geld zetten: “In God we Trust!”
Een levensverzekering voor de oude en zieke dag, veel goedkoper dan een echte polis natuurlijk!

In Europa daarentegen…, maar dat is een ander verhaal! Dat zien we morgen misschien.


“The final diner at ‘Bookbinders’”, een dure tent met visgerechten, waar vis en schaaldieren  redelijk, de wijn matig, en de rekening verbijsterend was. De tafels en stoelen van een bedenkelijk allooi, het gedrag van de vrouwelijke zaalcheffen te joviaal en het publiek weer met de handen alleen of  met de vork in de rechterhand aan de slag.

Woensdag 14 november 2001: een verstandige buschauffeur over taxes en het leven.

Vroeg op langs congres en wegens niets zinvols behoudens de Ohio prof die ons graag een studie door zijn diensten wou verkopen, want zij hadden tenslotte de deskundigheid die wij nodig hadden (de sukkels), met de Sphlash nog eens door de stad om wat foto’s te trekken voor de kinderen. Een zwarte gepensioneerde buschauffeur die ook over het water in New Jersey woonde waar hij gebouwd had. Hij kluste wat bij gedurende twee dagen in de week, want hij reeds na 38 jaar nog steeds graag met de bus omdat hij dan wat praatjes kon maken met de reizigers. Trots op zijn stad maar wel verstandig: hij was de eerste die  – in een lege bus weliswaar en na enige openingszetten mijnentweegs over de compassie die ik voelde met het Amerikaanse volk waar ik weer de armen en zwarten zag opdraaien om elders hun bloed te offeren voor the land of hope and glory – mij vertelde dat volgens hem 90% van de mensen geen fluit geloofden van de tv verhalen en de Bush propaganda. Hij interpreteerde de lage opkomsten bij verkiezingen eerder als een uiting van politiek woede dan van desinteresse. Hij dacht dat zijn volk niet zo stom was dat ze al die onzin zouden blijven slikken als puntje bij paaltje zou komen en ze ten oorlog mochten trekken. Hij bevestigde eerdere vermoedens over de belastingssystemen: er bestaat geen BTW of vergelijkbare centrale belasting op consumptiegoederen. Iedere stad, iedere staat heft eigen taksen op alle producten die er verkocht worden, behalve in Pennsylvanie op kleding. Zo was hij in september met zijn zoon naar Delaware gereden voor een taksvrije computer en dan bleek de hele staat Pennsylvania in november een maand lang alle computertaksen af te schaffen om de verkoop te bevorderen.
Voor normale mensen nauwelijks aan uit te kunnen, laat staan dat de reeds erg zwak geletterden in grootsteden nog iets snappen van de talloze verschillende telefoon-, electriciteits- en andere nutsvoorzieningsmaatschappijen die hen bestoken met allerlei steeds interessantere doch niet te snappen voorwaarden voor aansluiting.
De lonen voor stielmannen en geschoolde werkvolk leken vrij goed te liggen, hij haalde als oudere buschauffeur ruim 2 miljoen per jaar voor 50 uur per week, want ze mochten zoveel uren werken als ze maar wilden. Belastingen op het inkomen zijn er nauwelijks en de sociale zekerheid wordt aan je eigen interesse overgelaten, of via de busmaatschappij geregeld.
Na mijn bezoek aan het Rodin Museum, zat ik terug bij hem in de bus, hij wou verder praten over Europa en de rest van de wereld en het uiteenvallen van de sociale banden in de oude volkswijken van Philadelphia. Hij moest mijn hand lang vasthouden als ik uitstapte en zei nog eens nadrukkelijk ‘Take care sir, for yourself!’ Toch nog eens een verstandige zwarte buschauffeur tegengekomen. Misschien wel omdat ikzelf zo’n verstandige was wanneer ik destijds met bus en tram de MIVA en de Antwerpse binnenstad onveilig maakte en dus een hoog inlevingsvermogen heb behouden voor mijn collega’s wereldwijd.
Neen, dat kan niet, want wanneer ik gistermorgen aan de American Mint, waar ze al hun muntgeld slaan aan de chauffeur vroeg waarom ze op die munten niet het bedrag in cijfers slaan, begon hij te tieren en te roepen en ging hij me voor de deur afzetten van de Mint want daar wisten ze dat, en daar werden ze voor zo’n vragen te beantwoorden betaald, en hij niet en daarmee basta. Wie zet er nu goddamned cijferwaarden op coins.
Wat een debiele vraag!
In de ogen van de wat ongelukkige collega buschauffeur dan toch.

Rodin was prachtig: een knappe collectie, mooi gepresenteerd in een paleis speciaal daarvoor gebouwd aan de sjieke boulevard naar het Museum of Arts. CD ram voorstelling was ook erg goed. Het publiek van versuikerde, ietwat gekrakkeleerde Amerikaanse dames op leeftijd met en verlepte boezem, verslapte billen en van die enorme brillen was daarentegen erg luidruchtig. De vrijwilligster van het winkeltje was zeer voorkomend en begon spontaan over de taksverschillen tussen steden en staten, want het boekje dat ik bij haar kocht stond weer lager geprijsd dan wat ik moest betalen.

Tijdens de koffie en middagpauze staan aan de enorme verzekerings- en bankgebouwen tientallen werknemers aan hun sigaret te zuigen, binnen mag dit onder geen beding.
De enorme zwarte dame in de supermarkt war ik mijn foto’s probeer te ontwikkelen, spreekt me aan met “How y’doing SWEETIE!” Dat was even slikken: “Pardon, M’am, I’m not your sweetie!”
De obers in een restaurant permitteren het zich om een tafel aan te spreken met “You guys, what do ye want?” of ‘You Folks, ye mustn’t sit there, come over here, man”.
Daar sta je als gematigd opgevoede Europeaan toch wel even van naar adem te happen.

Op het vliegveld begon een drie en een half uur durende marteling van de ene rij naar de andere, want overal werden wij met 7 parlementairen uitgekozen om een extra onderzoek te ondergaan: X rays, dan valies met vuile was helemaal leegmaken want er zaten een paar boeken in, dan handmatig fouilleren, enz. Ze zouden eens laten zien hoe goed ze het wel niet deden. Gevolg Paul W. geen ticket voor Birmingham vanuit Parijs en niet meer terug mogen van de national guards neger en witte officier. Bij het inchecken opnieuw met z’n allen in een glazen kooi waar ik uitgebreid bepoteld werd door een dikke negerin: eerst met een apparaat, dan jas en overjas uit en handmatig fouilleren. Ze ging niet erg hoog in mijn kruis waar ik nog makkelijk een nagelvijl in mijn reet had kunnen verbergen.
Een overvol vliegtuig  voor 9 uur naar Parijs, nauwelijks een oog dicht gedaan wegens veel te smalle behuizing en dan maar Spinoza afgerond en de Vloek van Wittgenstein begonnen.


Donderdag 15 november 2001: Birmingham met een tussenstop

In Parijs met toestanden naar Birmingham niet zonder nog eens gefouilleerd geweest te zijn op Charles de Gaulle en dan zonder bagage aangekomen.
Stinkend en afgepeigerd in de City Inn in slaap gevallen met een half uur voor de eerste vergadering aankomst van onze koffers met de tweede vlucht uit Parijs.
Dus toch nog wat opgefrist en verkwikt naar Ofwat, de grote waterregulator die erover moet toezien dat de gedemonopoliseerde watermaatschappijen zich wel houden aan de door de overheid opgelegde taken. Deels boeiend, deels dramatisch gezeur van een wat oudere chief weet ik veel wat die ons de ‘reporter’systemen eens uit de doeken deed en bleef doen en nog verder deed.
www.ofwat.gov.uk  is een wel werkend, en soms goed werkend voorbeeld van een regulator. Toen Thatcher haar liberaal adagium wou waarmaken en de nutsvoorzieningen wou privatiseren, bleek al gauw dat dit niet zomaar vanzelf zou gaan. Voor water en waterzuivering startte de regering dan the Office of Waterservice als onafhankelijke economische regulator voor water en waterzuivering in Engeland en Wales. In 1989 begonnen is het hele Engelse waterverhaal uiteraard nog steeds een fijn monopolie, zij het nu van zes of zeven grote firma’s die de hele zaak onder elkaar geregeld hebben.
Ofwat probeert tarieven te stellen en met allerlei regelneverij de privé – maatschappijen zover te krijgen dat ze een wereldklasse dienstverlening presteren voor goed geld van de gebruikers.
In de loop van de ontwikkeling krijg je hier ook die sigma-curve, waarbij de eerste vijf jaar enorme investeringen moeten gebeuren in de totaal verouderde installaties en infrastructuur en het propere en drinkbare water dus flink duurder wordt voor de gebruikers. Dan heb je een periode van vijf à tien jaar waarin de efficiëntie maximaal wordt, de prijzen gelijk blijven en soms zelfs wat dalen om dan in een laatste vijfjaar periode een stagnatie intreedt, wegens niet de volle honderd procent gehaald of haalbaar tenzij enorme investeringen.
Dan stelt zich de volgende uitdaging onder de vorm van een nieuwe sigma-curve, maar die zit dan wel op een heel ander niveau en de gapende afgrond tussen die top van de eerste en de basis van de tweede is niet zo simpel te overbruggen wegens een totaal ander redenerings- en creativiteitsniveau. En dus niet zomaar simpelweg aansluitbaar aan de eerste.
In Engeland – zeker ook in de USA, maar ook bij ons in veel bedrijven, heb je die stagnatie periode in veel nutsbedrijven, waarbij aan de afvlakkende top van die sigma een enorm probleem ontstaat door institutionalisering, tevreden indommelen in een zelfbeschermend proces waarbij uiteraard ook de vakbonden als legitieme vertegenwoordigers van alleen hun eigen leden, en dus niet de gemeenschap, een remmende rol spelen.
De Belgische spoorwegen, post, Belgacom ed. zijn er pijnlijke voorbeelden van, die de volgende weken tot maanden ruim bemeten aan bod zullen komen.
Vanuit de intussen liberale – want de consument ook al is hijzelf lid van de bond in zijn eigen bedrijf wil een beter dienstverlening, onderwijs voor zijn kinderen, enz  en stemt dus tegen de partijen die de belangen van de vakbonden in hun ogen verdedigen – en zie alles wordt nieuw! -  overheid wil men iets aan die ingedommelde geïnstitutionaliseerde monopolies doen voor een betere, goedkopere en creatievere dienstverlening.
Er zijn volgens mij ook andere technieken dan de hedendaagse deregulatie en privatiserings- truukjes gebruikt.
Zo herinner ik mij een schitterende en aanslepende discussie uit de prehistorische – je wordt in deze al snel prehistorisch – heldentijd van de prille zeventiger jaren (blijkt overigens dat toen Johan Vanhecke dank zij de steun van de trotsen (Ral) voorzitter is geworden van VVS waar de jaren voordien Amada zijn geld en goederen sprokkelde via de ferme hand van MLB de eigen studentorganisatie ) dat de trotskisten reeds een handje weg hadden van “arbeiderszelfbestuur” waar wij als hondstrouwe pekinezen uiteraard een verderfelijke strategie in ontmaskerden, die er alleen op uit was het kapitalisme te hervormen en dus te laten bestaan, te helpen overleven, enfin, je kent dat soort mantra’s wel.

Arbeiderszelfbestuur of privatisering?

Ik heb daar ooit eens goed over nagedacht – dat mocht wel niet, maar dat deed ik lekker toch en gelukkig maar of mijn brein was ook preseniel dement geworden – en herkende in die strategie een poging om een verstofte en uitgeperste structuur tot nieuw leven te wekken, een truuk om van de afgevlakte bovenste ‘integraal’ sigmakromme de grote sprong voorwaarts te wagen naar de onderkant van de volgende sigma. Onze Chinese kameraden hadden een nog veel betere en bloederigere truuk bedacht: de Grote Proletarische Culturele Revolutie, waarbij heelder delen van de bevolking opgejut werd om ‘ook’ de macht te grijpen en de oude verstofte bureaucraten te liquideren – letterlijk dan wel.
Iedere organisatievorm heeft de neiging tot zichzelf in stand houden, de wet van de remmende ontwikkeling. ’t Is toch goed omdat het goed is. Mensen lijken wel gelijkend te willen zijn en blijven, en de meesten zijn geneigd om zich te wentelen in hun situatie indien hen deze aangenaam voorkomt, tot ze als wentelteefjes in het hete vet gebakken worden.
De drive moet dan volgens sommigen van buitenaf komen: een revolutie of een privatisering met een onafhankelijke regulator. Van binnenuit heet dat dan arbeiderszelfbestuur. Nu zit je in heel die kwestie met een vervelend verschijnsel voor de toekomst: we zullen op Europees bevel (Van Miert heeft daar zijn sporen verdiend en is nu voorzitter van de poenige pseudo- unief aan de Vecht Nijenrode én naar verluidt lid van de raad van bestuur van …. RWE Thames Water) nu stelselmatig de concurrerende creativiteit aanwakkeren en de hele reutemeteut van gemeenschaps- en nutsvoorzieningen privatiseren en demonopoliseren.
Ziet er reuzeleuk uit voor wie met zijn centen niet echt weet waar naartoe.
Maar, binnen n-aantal jaren krijgen we onvermijdelijk dezelfde fenomenen aangediend in die geprivatiseerde sector, want is niet een van de basiswetten van het kapitalisme de dwingende drang tot monopolievorming! Welke suffige Naruc commissaris zal RWE Thames Water ervan weerhouden om na de fusie met AWW hààr fabrieken van pijplines, pompen en zuiveringsinstallaties aan te spreken via een uiteraard openbare en geheime offerte om een beste prijs te maken voor deze know how die ze zelf in huis hebben? Of dat nu de best haalbare, efficiëntste en vooral beste techniek is, valt in deze zeer te betwijfelen.
Waarom zouden ze elders te biechten gaan, als ze zelf een systeem hebben, misschien niet echt even goed, maar toch, the way we’ll do it!
Je krijgt dus nieuwe monopolies ook in ruimte en tijd die dan weer aan de wetten van de remmende sigmacurvetop gaan lijden en dringend moeten gedereguleerd worden. Cfr de eindeloze Microsoft soap in de USA.
New Labour is daar een mooi voorbeeld van.
In alle betekenissen en richtingen.
De basis van Blairs succes: simpele peptalk en helmboswuivende mediaoptredens.
Maar tegelijk een ontwrichte maatschappij die haar sociaal netwerk, binding and bridging ziet afbrokkelen en lijdt onder de clashes tussen de verschillende culturen binnen de Engelse samenleving.
Wat hebben de gewone Sam of Bill in de straat aan heel dit verhaal?
Is de Europese traditie van getrapte vertegenwoordiging en verkiezingen niet veel beter voor het voortbestaan van die broodnodige social binding en bridging, zeker in een dergelijke immense gemeenschap van verschillende landen, culturen en talen. Bij ons bezoek aan de vertalers en tolkendiensten van de Europese Commissie viel me de diversiteit  (11 werktalen die er zo’n 20 zullen worden binnen een paar jaren met de aansluiting van Oost Europa) op als een rijkdom! Geen diensten ter wereld hebben zo’n ongelooflijk know how op vlak van taal en vertalen, tolken, electronisch vertalen. Wat een immense rijkdom end at alles voor de schattige prijs van 2€ per Europeaan
Wel ik vrees dat het echt Europees zal zijn of niet zal zijn. Dus rechtstreekse burgemeesterverkiezingen zijn “een sotternij en doen’t niet wel.”
Willen we Amerikaanse toestanden in Europa moeten we vooral dat soort van directe democratie inclusief de mediahipes, babes en bv’s verder aanzwengelen. Zit er nog zeker eens goed aan te komen voor de volgende verkiezingen- misschien al in het voorjaar omdat de begroting en werkloosheid dermate dramatisch evolueert, dat een nieuwe missie voor een nieuwe regering  – maar ze willen wel voortgaan met dezelfde groep, zij het andere ministers en de onverlaten van Ecolo eruit – zich aanduidt: de besparingsrondes. Nu de CD&V aan interne tegenstellingen ten onder dreigen te gaan, valt daar immers ook nog wat loslopend wild voor de brede Vlaamse volkspartij te recruteren.

Babes en politiek bv’s

De babes en bv hypes zullen dan capsones krijgen als de stemmenmonsters als Bert, Steve, Jean Marie en de anderen, en ook nog eens waar voor hun snuit, kont en kutwerk eisen – boter bij de vis – en niemand zal nog bereid gevonden worden om voor hen zijn of haar hand in het vuur te steken, laat staan de boer op te trekken om hun affiches, oneliners en aanverwante te slijten aan de potentiële kiezers, tenzij dit allemaal een soort kwijlende debielen geworden zijn door een gestage overconsumptie van teveel commerciëel tv werk en big brother toestanden.
Wat moet je erdan mee?
Verder veel geld versieren om op tv tekeer te gaan, of via huis aan huisblaadjes die uitbesteed moeten worden aan derden voor productie én bedeling, waar vroeger de eigen achterban immer paraat stond om de brievenbussen van de buurt te bevuilen van puur entoesiasme.
Wanneer het geloof in de boodschap, de missie, en dus het zendelingwerk verdwijnt, is het moeilijk mobiliseren. Er staat ons dus nog heel wat te verwachten.
Een van de belangrijkste argumenten waarom iemand actief is in een politieke partij is het eigenbelang, direct of uitgesteld. Direct impliceert: voordelen krijgen voor oompje en oompjes kinderen,  postjes jagen (soms zeer irrëel- maar als ze zover zijn, zien ze zich allemaal als schepen of zelfs minister), een eigen ego en imago creëren, mee in de slipstream geraken van de lokale Cesare Borgia, om waar te eindigen?  Binnen sp.a wordt dat een drama indien ‘we er niet meer bij zouden zijn’ zoals ons collectieve angstbewustzijn dat schijnt te omschrijven. Want onze ministers – behalve Frank Vdb dan met zijn apothekersristornokruideniersvingertje  die de laatste tijd flink aan populariteit inboet – scoren enorm goed in de opiniepeilingen van de Libre Belgique, waar ze mee opstaan en gaan slapen, maar onze partij scoort helemaal niet navenant! En dergelijke koffiedikellende meer, die we regelmatig opgelepeld krijgen.
Met de bv-babes ed. is het uiteraard overduidelijk dat de te bedelen plaatsen voor de doorsnee partijdoodwroeter – zeker met het vervrouwelijkende lijsten ritssysteem – verder beperkt worden en in een krimpende partij worden zo de zitjes smal, tot zeer smal!
De VLD denkt zich nog aan expansie te kunnen verwachten en verspreid dan ook nog steeds de geur van koeienstront, waarop de dikke vliegen van elders graag neerstrijken.
Bij Spirit zou het nog wel eens kunnen meevallen in de toekomstige ontwikkeling: theoretisch onder Bertjes paraplu nog veel ruimte voor mandaten (direct) én tegelijk ook interessant uitgesteld eigenbelang mogelijk: er is een missie in de maak die dermate kaduuk is dat eenieder ze zelf kan invullen en er zich dus zal kunnen thuisvoelen. De toenemende tegenstellingen bij een verkiezingsnederlaag of overloperij naar warmere stallen zullen het vonnis vellen.
Uitgesteld eigenbelang is er zeker ook bij Agalev in hoge mate bij. Wat daar bij elkaar zit en bijeen gehouden wordt en allerlei tegenstrijdige dingen vertelt voor waarheid en partijlijn, houd je gewoon niet mogelijk. Er was er een die mij zonder blozen wist te melden dat een rechtse Agalever toch nog altijd veel linkser is dan een linkse sp.a-er. De brave man besefte niet eens wat hij zei. Straks ga ik nog de leuze ‘Eens tsjeef, altijd tsjeef!’ voor waar moeten aannemen.
Enfin over rechtstreekse democratie en technieken om de getrapte te verfijnen nog een woordje over de referenda, die misschien een poging tot doorbreken van het zelfversterkende gezapige immobilisme kunnen worden. Als dan de stemplicht afgeschaft wordt, zitten we in de rats, want na verloop van tijd wordt het dan ook op Amerikaanse wijze: vermits er toch geen veranderingen te realiseren zijn op middellange en zeker niet op korte termijn, stijgt de afkeer en desinteresse van de burger, haakt hij/zij af van het politieke gebeuren waartoe de media hem/haar zouden moeten aanporren. Een blik bier tijdens de onderbreking, zuipt ook fijntjes weg.

Ofwat en Engelse gastronomie te Birmingham

Terug naar Birmingham waar we met een uur vertraging wegkomen bij Ofwat en haar duffe kantoren voor de presidentsdinner van Severn Trent Water International na een drink in Banks, the new place to be in het helemaal vernieuwde Birmingham, victoriaans en prachtige moderne gebouwen aan de andere kant van de fameuze Midlands kanalen met die smalle bootjes. Vandaar naar Le Petit Blanc, een filiaal van de eerste Engelse sterrenchef uit Oxford aan de overkant van de Plazza met schuimende fonteinen. Poepsjiek en vooral heel duur. Wegens wij allemaal uitgeput geen socialisingavond meer, geen bezoek aan de schitterende music hall, noch aan een jazz café, we zaten er met z’n allen compleet door.
Het eten was onvoorstelbaar exquis: een pap van preistukjes met gebakken parmaham en knolselderpuree, een communie normandische tong rond een stukje gestoomde zalm met wat schilaardappelen en boontjes.
De heren directeuren aten tenminste wel met mes en vork en dat was voor ons reeds een hele opluchting.
De witte wijn viel mee, de rode was een Pays d’Oc.
Toestanden die je in een ordinair Vlaams wegrestaurant of  Lunchgarden beter geserveerd krijgt.
De CEO was zich zeer bewust van het probleem, wegens voor 20% aandeelhouder van Aquafin en dus zeer beslagen in de Belgische Horecawereld, en bleef zich maar verontschuldigen. Iemand van ons merkte op dat een doorsnee jonge kok van een Belgische kokschool hier schatrijk zou worden met zijn basiskunsten!
’s Anderendaags werkte de wekdienst van het splinternieuwe hotel niet en was het heksen om met z’n allen aan Severn Trent Water International te arriveren voor de boeiendste halve dag van de hele reis: een stel proffen met een analyse van regulatoren en marktevoluties, absoluut het beste wat ik tot dan toe gehoord had, goeie toelichting van het bedrijf zelf. Om iets te leren waren we beter NIET naar de US geweest waar ze van de hele zwik toch nauwelijks kaas gegeten blijken te hebben. Uiteraard weten we nu tot in de pijnlijke details hoe erg het er is gesteld.
In de UK zijn ze heel veel verder in bepaalde systemen, vandaar dat de heren zo graag naar de rest van Europa en ook de USA willen uitwijken met hun know how.
Na de schets van de Aquafin toestand en hun visie terzake, een paar boeiende uiteenzettingen waarbij ze openlijk de stok van de klimaatsveranderingen – het heet daar “facing the reality of climate change  = key issues!” – gebruiken om de brave burgers tot nieuwe sigmacurven te drijven: ze gaven openlijk toe dat ze de beelden van de overstromingen van de laatste jaren in Midden Engeland én van de droogstaande waterreserves in andere jaren dankbaar aanwenden in alle mogelijk campagnes om hun klanten en dus de publieke opinie te bewegen tot een ander gedrag tov water en rioolwater, en vooral uiteraard tov hun centen die eraan zullen besteed gaan worden: “ Who pays? The polluter pays – Wo are the biggest polluters? We all are!!”
Toch fijn, als je met eerlijke mensen aan de gevulde tafels zit, niet?

John Owen presenteerde een knap verhaal over de economische regulator van water in UK.
Cfr bijlage. Zeer de moeite waard vond ik, en geen gezeik eromheen.
Hij zag de evolutie in water en aanverwante structuren eerder als een soort exponentiële curve waarbij in een eerste zacht oplopende historische fase subsidies noodzakelijk waren (input gemeenschapsgelden), waarna een gestage stijging van investeringen gepaard gaat met een dalende efficiëntie en impact, in de sneller stijgende kostencurve worden grote investeringen gevraagd maar is de consument niet tevreden wegens minder correlerende efficiëntieverbetering. Tot slot zal de curve ten top stijgen doordat de hele zaak van verschillende maatschappijen op nationaal niveau en wellicht supranationaal door fusies en monopolievorming ene nog hogere efficiëntie en toegang tot nog grotere kapitaalsmarkten verwerven waarbij de vraag rijst hoe het verder moet: dienen we dan voedsel te taxeren op het relatieve vervuilende aspect ervan en die gelden gebruiken om vb. waterzuivering te organiseren. Enfin, ik zie het hie ral gebeuren. Waar ze nog niet eens uit de vuilophaling uit zijn. In Engeland is de watervoorziening en distributie dan nog spotgoedkoop in vergelijking met Vlaanderen. In Turnhout wordt het volgende week nog een fijne gemeenteraad gezien onze goede en jeugdige VLD schepen opteert voor een nieuw vuilophaalsysteem. Gedaan met de 20 gratis grijze zakken, gedaan met de GFT bak, glasbak, blauwe plastiekzak in ruim voor zo’n 3000 Fr. per jaar.
Onder het motto de vervuiler betaalt, worden de zakken aan één € verkocht en zijn ze bordeaux gekleurd, moet je stickers plakken voor je nooit volle gft waar je dan mee wacht tot hij vol zal zijn en in plaats van gft bak een soort compostbak geworden is met ene immense kolonie wormen die allemaal ontpoppen tot van die blauwgroen vettige vliegen. Het leven op een appartement met zonnig terras wordt nog leuk de komende zomer. In ruil voor deze inspanningen gaat er een paar honderd frank af van de jaarlijkse belasting voor huisvuil.
Het zwerfvuil zal niet meer bij te houden zijn, de straatvuilbakken zullen weer heelder pakken vuile luiers bevatten. Enfin: hou Turnhout proper! Is de slogan van de huisvuilophaling!

Het walking bufet was matig en werd geserveerd door een wereldfirma Aramtax geloof ik met een Nederlandse ober die met een meid uit Birmingham getrouwd was, maar de wijn was zeer goed. De PDG hield van goeie wijn en kende er duidelijk iets van.
De fouille op Birmingham airport was niet dramatisch: wel zoals steeds de laptop opstarten om te zien of hij wel werkt en niet voor andere doeleinden voorbestemd was.

Het was leuk om de parlementaire chauffeurs terug te zien, alsof we weer thuis waren na een helse week, waarover nu nog een grondigere analyse van de problemen.
Herman Decroo verklaarde na het Sabenadebacle dat hij vroeger thuis was als hij in het Sabenavliegtuig zijn schoenen kon uitdoen en z’n stinkende zweetvoeten over de mat kon wrijven. Wij zijn thuis als we de parlementaire bodes zien, die bij ons bij toerbeurt zowat alles doen: cappuccino zetten, soep serveren, documenten kopiëren, ronddragen, gidsen in het parlement, chauffeur spelen voor de eminente leden en de voorzitter.

Enfin een heel reisverhaal voor wie zover geraakt is.
Ik doe er de interessante documenten bij voor de liefhebbers via die powerpoint.

Voorwaar, voorwaar ik zeg u: Nadlers Spinoza en de Vloek van Wittgenstein hebben me recht gehouden, of ik had de USA niet overleefd.
Soms moet een mens afstand kunnen houden van de realiteit waar hij in gesukkeld is. Beide boeken kunnen je daarbij helpen.
Ik geef toe, het is een lang verslag van een korte reis. Mar de trip was vreselijk intens en zoals reeds gezegd: “ik heb een verschrikkelijke neus, ook voor details, scheuren en barsten op voorwaarde dat ik genoeg afstand kan houden van de materie”
Ik geef toe, als analyse van de US is het zeker wat magertjes en zeker gekleurd, maar desalniettemin niet alleen mijn compassieus gevoel bij het verlaten van dit land in crisis.
Graag zou ik ook nog eens intelligente en kritische Amerikanen leren kennen. Ze zijn er zeker. Maar met hoeveel? En waar, Op internet? In ingekorte boeken van Chomski bij Epo?…

“Take Care, sir”, zoals die zwarte buschauffeur mijn hand te lang vasthield, placht te zeggen.

Ik heb met dit de lezershand ook wat te lang vastgehouden, maar ik doe het ook omdat ik je graag zie.


 

Leave a Comment

Please note: Uw reactie wordt bekeken voor publicatie, dit kan even duren.