knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

Manfred Spitzer, Digitale Dementie. Hoe wij ons verstand kapot maken

15 oktober 2013

Manfred Spitzer, Digitale Dementie. Hoe wij ons verstand kapot maken. uitg. Atlas Contact vertaald door Marjolein van Velzen 2013

De Duitse neuropsychiater Manfred Spitzer heeft met zijn ‘Digitale Dementie’ een ferme knuppel in het digitale hoenderhok gegooid. De kippen stuiven op, hanen kraaien verontwaardigd en toch worden de eieren gezellig verder gelegd. Tenslotte gaan in het digitale hoenderhok van het onderwijssysteem grote bedragen om. Er spelen grote – ook economische – belangen.

Spitzer trekt vol passie en met goed doorwrochte argumenten ten strijde tegen de digitale verslavingsactiviteiten die kinderen, kleuters zelfs reeds worden opgelegd. Hij doet zich zelf wel eens onrecht aan door te vurig en te bezwerend te keer te gaan.

Maar de kern van zijn betoog is zeker zinvol en het onthouden waard.

Meer nog, Eurocommissaris van de digitale agenda, Neelie Kroes, en de vele onderwijsministers die dromen van laptops, ipads en digitale onderwijsprogramma’s gedragen zich als publieke dealers van digitale wiet en crack. Scholen moeten elkaar overtroeven met digitale media terwijl schrift-training met pen en papier een grotere invloed lijkt te hebben  op uiteindelijke schrijfvaardigheid.

In heel wat Amerikaanse staten werd intussen reeds het aanleren van handschrift in het lager onderwijs opgeheven.

Digitale spelletjes zijn ook op school belangrijker geworden.

Kinderen die als ‘digital native’ worden opgevoed in een digitale wereld  missen de voor het leren noodzakelijke diepte van mentale arbeid. Die is vervangen door digitale oppervlakkigheid. De vorming van de komende generatie wordt zo aan de digitale markt overgelaten.

Spitzer vergelijkt het aanleren van basisvaardigheden voor het denken en analyseren van problemen om tot bruikbare oplossingen te komen met mentaal bodybuilden. Hoe beter hersenen getraind zijn, hoe langer ze werken bij aftakelingsprocessen van ouderdom.

Internetgebruik leidt volgens Spitzer tot een verslechtering van het geheugen en, ondanks vele loftuitingen over de vaardigheden van ‘geboren computergebruikers’, ook tot een afname van het vermogen om naar informatie te zoeken. Door digitale media op kleuter- en basisschool in te zetten wordt kinderen in wezen een verslaving bijgebracht.

Digitale kunstjes leiden tot veel slechter geheugenwerk: ‘De eigen ontevredenheid met een bepaalde oplossing leidt tot betere inprenting van feiten, althans wanneer de ontevredenheid de aanleiding is over dingen te blijven nadenken.’

‘Digitale Dementie’ houdt ook een vurig pleidooi tegen het passief en actief beleven van geweld zoals in computerspelletjes. Veertig jaar geleden werd reeds bewezen dat frequent blootstellen van jonge mensen aan geweldfilms hen ongevoeliger maakt voor geweld in de reële wereld: ‘Ons stelsel van waarden, berustend op vrijheid, gelijkheid en socialen gerechtigheid, gaat uit van het algemene vermogen tot medemenselijkheid; alleen zo kan onze samenleving functioneren. De hier beschreven experimenten en onderzoeken geven het onaangename inzicht dat actieve of passieve consumptie van fictief geweld tot meetbare afstomping jegens écht geweld leidt.’

‘269. Mediapedagoog Martin Geisler vindt de dood in ‘de besloten omgeving van het spel ‘helemaal ok’, vindt het ‘idioot’ om te geloven dat deze games een negatieve invloed kunnen hebben op jonge mensen, en prijst gewelddadige  games de hemel in zoals de Suddeutsche Zeitung zonder commentaar (!) bericht in een artikel met  de titel ‘Computergames zijn cultuurgoed’. Daar kunnen we tegen inbrengen: wanneer ons cultuurgoed werkelijk games bevat waarbij mensen beloond worden om realistisch weergegeven medemensen af te slachten en er meer punten te behalen zijn naarmate ze zich afgrijselijker gedragen, dan is er iets mis met onze  cultuur!’

 

86.

Op school gebruiken de leerkrachten de nieuwe hulpmiddelen amper, en er komt geen werkelijke academische vooruitgang. Dit leidt op zijn beurt keer op keer tot dezelfde veronderstellingen: er is niet genoeg geld aan besteed, de leerkrachten saboteren de boel, of het ligt aan de verlammende bureaucratie op school. De boude beweringen van de voorvechters van de nieuwe techniek worden echter door niemand in twijfel getrokken. Maar, zeggen die voorvechters: omdat de beloofde vooruitgang (om financiële, persoonlijke of bureaucratische redenen) op zich laat wachten, worden uiteindelijk de machines verantwoordelijk gesteld voor het mislukken van het experiment. En even later wordt de volgende generatie technische hulpmiddelen verkocht, en begint de winstgevende cyclus van voor af aan. En zo kwamen radio, televisie, cassettespeler, taallaboratorium, film en video in de klas. In zijn boek Silicon Snake Oil (‘Kwakzalverij uit Silicon Valley’) trok Clifford Stoll al in 1995 de vergelijking tussen computers op school en de films die daar vroeger vertoond werden. In een interview met The New York Times zei hij: ‘Wij waren er dol op, want dan hoefden we een uur lang niet na te denken. De leerkrachten waren er dol op, want dan hoefden ze een uur lang geen les te geven, en de ouders waren er dol op omdat het een teken was dat hun school technisch gezien goed kon meekomen. Maar er iets van opsteken… nee, dat niet». En nu is dan de beurt aan de digitale media. De beloften zijn identiek, de feiten zien er beroerd uit, en de holle kreten, de loze beloften, zijn des te onverdraaglijker. Als we kennelijk van de geschiedenis moeten leren, waarom beginnen politici en pedagogen daar dan niet eens zelf mee?

236.

STRESS IS FALENDE ZELFBEHEERSING. Veel mensen zullen verbaasd opkijken dat er een duidelijk verband is tussen stress en zelfbeheersing. Te pas en te onpas wordt het woord stress gebruikt, zonder dat we erbij nadenken wat stress nu eigenlijk is. Stress is het gevolg van een gebrek aan zelfbeheersing. Stress wordt niet veroorzaakt door objectieve voorvallen, maar door de mate waarin we onze beheersing over de situatie van dat moment subjectief beleven.

251.

Zo kon voor het eerst bij de mens worden aangetoond dat slaapgebrek leidt tot een verminderde functie van de alvleesklier, die normaal gesproken na de opname van voedsel insuline afscheidt om de met het voedsel aangevoerde energie naar de lichaamscellen te brengen. Deze afscheiding van insuline na een maaltijd is bij chronisch slaapgebrek verstoord, met een verhoogde bloedsuikerspiegel als gevolg. Slaapgebrek veroorzaakt dus veranderingen in de stofwisseling die op suikerziekte lijken. Bovendien werd een afname van circa 8 procent gemeten in het basaalmetabolisme, dat wil zeggen het energieverbruik in ruststand. Het is gemakkelijk uit te rekenen dat dit leidt tot een gewichtstoename van circa 5 kilo per jaar. En het is allang bekend dat chronisch slaapgebrek gepaard gaat met een verhoogd overlijdens risico.’

260.

Slapeloosheid, depressies en verslaving zijn zeer gevaarlijke bijwerkingen van digitale mediaconsumptie, waarvan de betekenis voor de gezondheidsontwikkeling van de nu nog jonge generatie amper overschat kan worden. ‘Wat maakt het nou uit als we een keertje niet slapen?’ zullen velen denken. Maar onderzoeksgegevens maken duidelijk dat chronisch slaapgebrek niet alleen voor chronische vermoeidheid zorgt, maar ook voor overgewicht en diabetes. Daar komt bij dat overgewicht juist de afgelopen jaren steeds meer in verband wordt gebracht met een neiging tot verslavingen.

270.

Het is een schandaal dat openbare fondsen worden gebruikt om software eervol te onderscheiden die de jonge generatie aanzet tot geweld; het is een schandaal dat politici en pedagogen verworden tot marktkooplui en dat binnen het complete politieke spectrum een volledige immuniteit heerst voor wetenschappelijk bewezen inzichten. Politiek links ziet zichzelf graag als vooruitstrevend en is dus vóór de nieuwe media; de liberalen willen economische vrijheid en zijn dus tegen regels of verboden; en het conservatieve kamp vertegenwoordigt de winstgevende industrie en wil bovendien graag strijden tegen het imago van ‘hoeder van de traditie’ en probeert dus bij de media in het gevlij te komen. De klap op de vuurpijl van de politieke uitzichtloosheid van het in dit boek ingenomen standpunt is de enige nieuwe politieke macht in Duitsland, de Piratenpartei. Die huldigt de digitale media, de anonimiteit en de grenzeloze vrijheid van het individu. En daarmee is één ding helder: van de politiek, van welke partij dan ook, hoeven we niet te verwachten dat er ook maar iets gebeurt.

 

Reacties graag naar mailadres.