knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

vrt deredactie.be blog: Uitkleden oogt weinig fraai

4 februari 2014




Vreugdevuur


In België doven gelijke kansen vreugdevuren der ijdelheden zachtjes uit. Gratis openbaar vervoer voor iedere 65 plusser en een bus op minder dan 750 meter van je voordeur heet nu een ijdel streven naar gelijkheid. En dat is natuurlijk wel zo want streven naar gelijkheid houdt weinig rekening met ongelijke omstandigheden en verschillen onder de mensen zelf.

Iedere religie met beloften voor een heerlijk leven in de hemel of maakbare gelijkheid op aarde kon eeuwenlang zijn gelovigen voorhouden dat het later allemaal beter, veiliger, makkelijker en aangenamer zou worden. Op voorwaarde dat de gelovigen maar goed wisten waarin te geloven en waarvoor ze in het zweet hun aanschijns werken. Vandaag lijkt dit alsmaar minder geloofwaardig wegens onze wereld onttoverd en onderhevig aan de bezweringen van importtovenaars.




IJdel streven


Met een toename van productie en productiviteit blijft ook de werkloosheid toenemen in het westen. Hard (willen) arbeiden loont vaak niet of gering, zeker bij grootschalige herstructureringen en afdankingen ondanks Obama’s manmoedig pleidooi voor een minimumuurloon van 10,1 dollar.

Tweeverdieners uit de middenklasse werken zich te pletter. Ze kunnen zichzelf en hun gezin nauwelijks staande houden in een hels werk- en levensritme met blijvende gevolgen voor hun gezondheid en welbevinden. Ook voor wie hen nabij is. De voorzichtig vooruitziende spaarders zien hun reserves bedreigd door voor hen onontkoombare taksen en lasten. De groep van chronisch werklozen, zwakken, zieken en maatschappelijk misselijken breidt uit.

Steeds minder rijken bezitten steeds meer. De armste helft van de wereldbevolking heeft intussen evenveel als de 83 rijkste mensen. De rijkste één procent van de wereld bezit 110 biljoen dollar of 65 keer wat de armste helft te verhapstukken heeft. Van een gelijke verdeling van vooruitgang blijkt geen sprake. De onderlinge verschillen zijn alleen maar toegenomen.




Zelfbeeld


De ‘zwaksten’ worden gedegradeerd tot passieve consumenten. Ze krijgen een leefloon omdat of opdat zij leven. Wat hun zelfbeeld in een wereld die triomfen viert op het ritme van consumptie en uiterlijk vertoon geen goed doet. Zeker niet als ze nog eens verslonzen in een passief receptieve cultuur van generatie armoede.

Nu worden bijstandsgerechtigden in de Nederlandse participatiemaatschappij gemobiliseerd voor vrijwilligerswerk in de plantsoen-, zorg- en gemeentelijke diensten. Hiermee zou enige werkroutine gestimuleerd worden en doen de leefloners iets terug voor de maatschappij. Ten nadele van laaggeschoolden die nog aan de slag waren. Ten gepasten tijde worden hun stemmen met toeslagen of lastenvermindering geronseld om het beleid te legitimeren. Terwijl de politiek-economische elite zelf financiële ravages aanricht onder het mom van globalisering.

Dit circus van het leven lijkt een moderne kopie van ’brood en spelen’ wat ooit menig welvarend rijk tot een tamme en vadsige prooi maakte voor de ’barbaren’.




Fopdiploma’s


Nog steeds worden we bezworen met het mantra van scholing. Een aangepast diploma leidt statistisch makkelijker tot werk, inkomen, kortom een beter leven. Maar ook tot langer op school en minder snel in de uitkeringsstatistieken. Onderwijsstructuren blijken echter vooral zichzelf in stand te houden en willen daartoe graag illusies verlenen als diploma. Vermits de financiering van onderwijsinstellingen spoort met het aantal afgeleverde gediplomeerden, stijgen die behaalde targets uiteraard mee.
Het brutale ’meten is weten’ voert tot pervers genot zoals fopdiploma’s, getimede zorgverlening en onzinnige beoordelingen.




Voetbalspanning


In dit tijdsgewricht concentreert meer dan de helft van de wereldbevolking zich in stedelijke agglomeraties. Bovenvermelde priesters van het vooruitgangsgeloof grijpen dit aan voor een litanie van het leuke multicultureel verrijkende stedelijke leven. Maar niet iedereen woont in groene villawijken of ecologische woontorens. En de middenklasse-buffer tussen arm en rijk krimpt.

In Argentinië, Indonesië, Turkije, Zuid-Afrika, Brazilië, Thailand en India devalueren de munten en verarmt vooral die hard werkende middenklasse. De spanning tussen het gros van de bewoners in slums, favella’s en het representatieve deel van de stedelijke machtsstructuur stijgt snel. Te snel voor de nakende wereldbeker voetbal in Brazilië. De socialistische regering voorziet tijdens het voetbalfeest tienduizenden troepen om gewelddadige manifestaties onder controle te krijgen in de gaststeden.




Informele economie


Migranten trekken wel nog naar grote agglomeraties maar komen niet aan de slag in fabrieken of vinden geen regulier werk. Zij vormen een enorme reserve die drukt op de stedelijke openbare voorzieningen. Zij houden voor eigen rekening en risico een uiterst flexibele informele economie aan de praat: ’Ieder voor zich en god voor ons allen’ met bij uitbreiding: ’Eerst oompje en dan oompjes kinderen’. Met een derde van de werkende stedelijke bevolking in armoede houden Amerikaanse veiligheidsdiensten rekening met een ’lage-intensiteit oorlog’ tegen ’gecriminaliseerde segmenten van de stedelijke armen’. In Mexico doet de overheid afstand van haar falend geweldsmonopolie in de strijd tegen drugskartels en corruptie ten voordele van burgermilities.

Ondertussen worden heel onze handel en wandel tot zelfs onze diepste gedachten in de reële en virtuele wereld gescand, opgeslagen en geanalyseerd ten behoeve van het hogere veiligheidsdoel: optimaal maatschappelijk functioneren. Storende elementen horen daar niet thuis, ook niet binnen die informele economie. Participeren moeten we immers leren.

’We dachten dat we in een verlichte en ontnuchterde wereld leefden, aantoonbaar en verifieerbaar. In plaats daarvan verkeren we in een wereld waar alles een ‘fabel‘ blijkt. Hoe moeten we ons oriënteren? Op welke fabel moeten ons verlaten, terwijl we weten dat die misschien door een andere fabel aan het oog wordt onttrokken? Dat is de verlamming, de kenmerkende onzekerheid van de moderne tijd, een verlamming die we sindsdien allemaal gewaarworden.’ Roberto Calasso, De literatuur en de goden.



Reacties graag naar mailadres.