knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

ROTHKO IS GROOT, ROTHKO IS ROOD – Gemeentemuseum Den Haag

4 oktober 2014

ROTHKO IS GROOT, ROTHKO IS ROOD


De overzichtstentoonstelling van Mark Rothko (1903 – 1970) in het Gemeentemuseum van Den Haag vergeet je niet licht als bezoeker, misschien kom je er wel nooit meer van af. En dat is ook goed. Iedereen draagt in zijn of haar lange of korte leven beklijvende belevenissen als een Madeleinekoekje, het parfum van een tuin of geliefde, het geluid van de stilte, de smaak van zout, de kleur rood of blauw. Die blijven in je geheugen haken en lokken nu en dan oude emoties in de mozaïek van je persoonlijkheid.


Intimiteit


In het Haagse architectonische meesterwerk van architect Berlage schuifelen hoogbejaarden, ernstig zieken, ingetogen jongeren en uitgelaten kleuters langs de reusachtige schilderijen van Mark Rothko. Rolstoelen en zuurstof?essen maken het naderen tot de beleving nog een laatste keer mogelijk. Opluchting is nodig bij het terugtreden of achterover leunen.Hoe dichter bij het doek, hoe intiemer en verleidelijker, hoe sacraler de emotie.


Wij zijn met velen. We koesteren elk onze stille verbazing of visuele herinnering. Na zoveel jaren met bedrukkende pijn, serene aanvaarding tot zelfs bevrijdende vreugde. Hoe jonger hoe nieuwsgieriger. Kinderen vallen voor de zwarte draad die tot afstand dwingt bij de laag hangende doeken. Zij brengen beweging in de gewijde stilte en slaan de snaar tot een geluidloze golf. Jonggeliefden poseren als Rothko’s vroege theater?guren solidair in hun paardenstaart, cool in ladderkousen en zakkende broek. Met weidse armgebaren baltst een Haagse heer om de nieuwe geliefde. Zij geniet beloftevol van zijn inspanningen als haar particuliere audiogids. Een oude Chinese man fotografeert nog ieder werk. Breekbaar schuifelt zijn levenspartner op enige afstand achter het enthousiasme aan.


Emotioneel


Anderen luisteren op Berlages banken ingetogen naar de voortreffelijke verhalen op de audiogids. Rothko’s werk ontroert, soms zelfs adembenemend. Nog lang na zijn zelfgekozen dood spelen zijn ‘classical’ doeken zonder titel uit de jaren ’50 en ’60 in een driehoeksverhouding. Schilderij en bezoekers onderling treden stilzwijgend in een emotionele relatie.


‚Ik besef dat grote schilderijen historisch gezien bedoeld zijn als iets heel grandioos en pompeus. De reden waarom ik ze schilder – en ik denk dat dit opgaat voor de andere schilders die ik ken – is juist omdat ik heel intiem en menselijk wil zijn. Als je een klein schilderij maakt, plaats je jezelf buiten je eigen ervaring, kijk je naar de ervaring als door een toverlantaarn of een verkleinglas. Hoe je een groot werk ook schildert, je maakt er altijd zelf deel van uit. Dat is iets wat je niet in de hand hebt.’ - Mark Rothko, 1951


Rothko’s werk is de ervaring zelf. Meer nog hij biedt de toeschouwer de gelegenheid om erin te verzinken. Zoals in de (Vlaamse) polyfonie menselijke stemmen als een emotionele zee weerklinken, zo bieden Rothko’s grote schilderijen toeschouwers een religieuze beleving.


Mark Rothko ben ik vier decennia lang nooit vergeten, maar Piet Mondriaan was ons jaren liever. Het waren de jaren van de rechte lijn, de primaire kleuren in ons denken. We geloofden nog in het ene en de ware, de loepzuivere zekerheid van een maakbare wereld. Iedere lijn was een onwrikbare stelling. Het duurde jaren eer we ons konden verlossen van die axioma’s en wazige grenzen leerden waarderen.


Verlopen grenzen


In het Haagse Gemeentemuseum hangen ze ook naast elkaar. Mondriaans fenomenale Victory Boogie Woogie bevestigt Rothko’s kritiek op De Stijl, maar het laat ook de tederheid zien die Mark in Piets kleurzetting herkende. Rothko’s grenzen zijn overgangszones. Niets is wit noch zwart. Gradueel verlopende tinten omarmen je, zoals het leven zelf. Broeierig, weifelend, verleidelijk, naarmate je dichterbij komt en het doek je hele gezichtsveld inneemt. Je wordt de kleuren ingezogen zoals een empathische verbondenheid met alle mensen die zich voor menselijkheid nog een beetje proberen open te stellen.


Piet Mondriaan kwam van de natuur, de zee en het land, de bomen en de bloemen. Hij kende er het spel van licht tussen schemer en donker. Hij schilderde bomen als kathedralen en rosettes, maar hij verankerde zich in de klare lijn en de dwingende kleuren. Voor Mark Rothko waren vormen – vanuit zijn ?loso?sche achtergrond – meteen theater?guren op’s werelds schouwtoneel. Hij schilderde ze van multiforms naar lagen in kleuren die zich in elkaar verliezen. En toch verlenen zijn werken in de Houstonkapel – in de tentoonstelling op videobeelden – ontroerende rust. In de grijs, zwart en groene zijkamers van Berlage kan je je even alleen voelen met Rothko’s grijs, zwart en groen. Vrolijk licht nog een afsluiter op met lachend geel op glinsterend blauw.


‚Kijkend naar de Sixtijnse Madonna ontwaart ons tijdperk zijn eigen lot. Zo aanschouwt elk tijdperk deze vrouw met het kind in haar armen, en ontstaat een tedere, ontroerende, droeve broederschap tussen mensen van verschillende generaties, volken, rassen en eeuwen. De mens wordt zich bewust van zichzelf en zijn kruis, en plotseling begrijpt hij de wonderlijke samenhang tussen de eeuwen, hoe wat nu leeft verbonden is met alles wat ooit geleefd heeft en zal leven’ - Vasili Grossman, Een klein leven


Bij de tentoonstelling verschijnt een rijk geïllustreerde catalogus met artikelen van onder andere Joost Zwagerman, Franz- W. Kaiser en Harry Cooper.

Reacties graag naar mailadres.