knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

Leonardo '? expo Koekelberg versus Monaldi & Sorti, De twijfel van Salaì.

26 december 2007

Leonardo '? expo Koekelberg versus Monaldi & Sorti, De twijfel van Salaì.

Monaldi & Sorti, De twijfel van Salaì.
De onverbeterlijke leugenachtige en genotzuchtige dief, over de onderzoeken van Ser Lionardo de schilder, zijn leermeester en pleegvader. Gekruid met een pikante novelle van Boccaccio en een brief van Machiavelli die het geval briljant oplost.
Uitg. Cargo De Bezige Bij 2007

‘Talloze malen heb ik in de praktijk van het leven bevestigd gevonden dat antiquaren vaak meer van boeken weten dan deskundig geachte professoren, kunsthandelaren meer verstand hebben van kunst dan kunsthistorici, dat een groot deel van de wezenlijk nieuwe inzichten en ontdekkingen op alle gebieden te danken is aan buitenstaanders. Hoe praktisch, bruikbaar en heilzaam het academische bedrijf voor mensen met een doorsnee talent ook mag zijn, voor individueel productieve geesten lijkt mij overbodig, bij hen kan het zelfs een remmende invloed hebben.' Stefaan Zweig, De wereld van gisteren.

'Neem een leugen, een legende en een aannemelijk feit, en je hebt een traditie' Karl L.

Liefhebbers van gemeenplaatsen, flauwe kul en dure onbenulligheden onder patronage van zijne majesteit Albert II, voorzitter Pà?ttering van het Europees Parlement en Commissievoorzitter Barroso kunnen nog tot 15 maart 2008 terecht in de Basiliek van Koekelberg voor de expo Leonardo Da Vinci, the European Genius – www.expo-davinci.eu.

Reeds ettelijke zomers worden argeloze toeristen in Italiaanse kultuursteden gelokt om voor veel geld de 'originele kopieën' van de beroemde uitvindingen van Leonardo te bestuderen. Steevast ben je dan opgelicht door een stel mechano-friemelaars met houtje-touwtjes- constructies die kant nog wal raken maar vooral de illusie proberen te verkopen dat de ‘uitvinder’ hiervan originele ideeën lang voor de aangewezen tijd kon ontwikkelen. Vaak helpen 3D- modulaties op beeldscherm om de glans van genialiteit te versterken.
Pas veel later zou men het nut van een helikopter, een geniebrug, een tank, een machinegeweer kunnen begrijpen. Zo geniaal was die uitvinder dat hij dingen uitvond waaraan niemand wat had.
Het heeft iets van de Europese commissie die ook graag dingen uitvindt waaraan niemand wat heeft, behoudens de kassa van de tentoonstelling of verwante bedrijfsbelangen.
De roep van genialiteit die 'Leonardo' '? de voornaam volstaat als blijk van de eigen kennis in het armzalig milieu van navelstarende Brusselse bourgeoisie '? dient te dekken en te verkopen, is waarlijk hilarisch.

Vooral voor wie van Monaldi & Sorti 'De twijfel van Salaì ' heeft genoten:

351. De modernste inzichten van het wetenschappelijk onderzoek rekenen af met de figuur van Leonardo als de ‘visionaire’ geleerde, die in zijn projecten vage voorgevoelens aangaande toekomstige machines giet. Het genie uit Vinci was vaak op zoek naar Griekse handschriften waaraan hij grote waarde toekende. (...)
Onder de geleerden komt steeds duidelijker naar voren dat Leonardo niet de toekomst voorspelde, zoals hem vaak is toegedicht, maar het verleden registreerde en probeerde te doen herleven: zoals is aangetoond door de wiskundige Lucio Russo ( La rivoluzione dimenticata. Il pensiero scientifico greco e la scienza moderna, Milaan 1996), putte Leonardo evenals andere wetenschappers en ingenieurs uit de renaissance volop uit het rijke technologische erfgoed van het oude Griekenland, dat in het Romeinse en middeleeuwse tijdperk vergeten of overschaduwd was, maar terugreikt tot in oeroude tijden.

352. Leonardo pakte kortom het Griekse en hellenistische gedachtegoed weer op en ontwierp machines waarvan hij niet altijd het doel begreep, om welke reden ze niet konden werken, en niet omdat hij zijn tijd vooruit was. Om ze te bouwen was kennis nodig geweest die inmiddels verloren was gegaan.
‘De renaissancistische intellectuelen’, schrijft Lucio Russo verder, ‘waren niet in staat de hellenistische wetenschappelijke theorieën te begrijpen, maar als intelligente, nieuwsgierige kinderen die voor het eerst in een bibliotheek komen, werden ze aangelokt door de afzonderlijke resultaten en met name door die welke in handschriften verlucht waren met tekeningen: bijvoorbeeld in willekeurige volgorde: de anatomische ontledingen, het perspectief, de tandraderen, de pneumatische machines, het smelten van de grote werken in brons, de oorlogsmachines, de hydraulica, de automaten, de ‘psychologische’ portretkunst, de bouw van muziekinstrumenten (Russo, p. 112.)

Maar 'De twijfel van Salaì' heeft meer in petto dan een ontmaskering van de mythe rond Leonardo.

Monaldi & Sort hebben er met het zevendelig magnum opus 'Imprimatur '? Secretum '? Veritas' ( Mysterium- Unicum -'? volgen nog in het Nederlands) hun handelsmerk van gemaakt om aan te tonen dat niets is wat het lijkt: 'Neem een leugen, een legende en een aannemelijk feit, en je hebt een traditie'

En aan die wetenschappelijke, historische en politieke traditie sleutelen zij met brio en kunde, tot afgrijzen van de zelfbenoemde erflaters uit de academische hofhouding.
Hun ontdekkingstocht naar de lastercampagne rond Alexander VI, de roemruchte Borgiapaus, hebben ze verwerkt in een brievenboek van de aangenomen zoon en hulpje van Leonardo, Salaì.

10. De jonge en weinig onderlegde, maar gewiekste Salaì is een volmaakte vertegenwoordiger van onze 'popolino scarpe grosse cervello fino' ( de kleine man op grove schoenen, maar met een fijn verstand), die buiten de grenzen van ons Schiereiland zo moeilijk tegen te komen is en misschien in hoofdzakelijk niet katholieke landen ook niet te begrijpen valt: een babbelzieke en toch eeuwig sceptische individualist, zonder vetes en hiërarchieën in zijn hoofd, een onbevooroordeelde waarnemer en daarom scherp van geest.

Door de ogen en de volkse intelligentie van Salaì demonstreren Monaldi & Sorti het Rome van die tijd, de zwendelaars in macht en waarheid, de menselijke kanten van 'Ser Lionardo' en zijn speciale en geniale voorkeuren, de manier waarop de wereld gedreven wordt door de zoektocht naar de drie 'G'-s : Gat, Geld en God '? zij het dat die in Rome in tijd, plaats en ruimte samenvielen.
De rol van de Borgia paus bij een ultieme poging om de Roomse Kerk in rustiger water te krijgen wanneer de golven van de reformatie aan kracht wonnen, de betekenis van de Elzasser humanisten en hun geschiedvervalsing met ‘De Germanen’ van Tacitus als ideologisch manifest voor de historische rol van het zuivere en krachtige, onbezoedelde Duitse volk'?het passeert allemaal langs het nietsontziende oog van Salaì. En passant maken de auteurs onderbouwd komaf met het zootje Da Vinci Code – aanhangers en fezelaars in demarge van de postmoderne mythevorming.

342. Als de leenman zijn hofnar in het openbaar aan het woord laat en hem toejuicht als een redenaar, dan zijn alle redenaars gedwongen een ander beroep te kiezen.
De enige manier om tegen de overheersende pulp in te gaan was dus door dezelfde wapens te gebruiken, maar dan omgekeerd: de hofnar aan het woord laten, maar met de argumenten van een redenaar. Als elke domoor die maar even zijn mond opendoet wordt toegejuicht, dan heeft de simpele salaris ook het recht om tussen kwajongensstreken en kromde zinnen door iets serieus te vertellen. Aan de andere kant is die omkering van rollen typerend voor onze tijd: heeft de serie romans met het grootste wereldsucces van de laatste tijd, geschreven door een bekende Engelse schrijfster voor de hersens van twaalfjarigen, geen miljoenen volwassenen lezers veroverd?

343. Het maakt niet uit of de brieven van Leonardo’s pleegzoon nooit zijn ontdekt; de hoofdzaak was ontmaskeren, getrouw het toneel herscheppen samen met de heersende sfeer. Niet toevallig is het enige serieuze citaat in onze bij elkaar gefantaseerde inleiding de literaire verwantschap van de brieven van Salaì: Boccaccio, Pulci, Folengo, Berni enzovoorts. En onze oude docent professor Nino Borsellino moge het ons vergeven dat we hem naast denkbeeldige collega’s hebben geplaatst en ten gunste van Salaì wat hebben gepikt uit zijn oordeel over Pietro Aretino (Gli anticlassicistici del Cinquecento, Rome-Bari 1973, p.31) en uit zijn definitie van Leonardo als ‘irregolare’(p.10). lijkt zijn analyse, die zegt dat bij de anticlassicisten ‘de wereld eerder vanonder dan van bovenaf wordt waargenomen, beschreven vanaf de bodem van het fysiologische, instinctieve bestaan in plaats vanaf de buitenkant van de schone schijn (p.13) – en die eigenlijk slaat op Folengo, Ruzante en Celini -, ook niet op Salaì’s maat gesneden?

356. Elke ideologie heeft zijn monstrum absolutum, het negatieve paradigma dat bijna de impliciete immoraliteit ervan lijkt aan te tonen er tegelijkertijd het toppunt en de belichaming van vormt: voor het fascisme Mussolini, voor het communisme Stalin, voor het islamitische extremisme Bin Laden.
Hoe ruwer en demagogischer het is, hoe beter het spelletje lukt. Dezelfde werkwijze kan op landen worden toegepast en dan is het klassieke exemplum voor de Italiaanse oneerlijkheid de maffia, voor de maniakale Franse grandeur de Zonnekoning. En voor de eeuwige corruptie van de kerk? Daar heb je uiteraard de Borgia's voor, een naam die iedereen kent en belangrijker, een andere zouden ze niet zo één, twee, drie kunnen noemen. De demonische legende van Alexander VI en zijn verwanten is een onvervangbaar strijdwapen voor iedereen met scherpe kritiek op de kerk op het moment van Luthers komst.
Het zou krankzinnig zijn om het historisch gehalte van een Stalin en Mussolini te ontkennen (ook al heeft iemand zelfs geprobeerd het bestaan van Napoleon te weerleggen), maar paus Borgia was en is juist een zondebok die iedereen, ook katholieken, uitkomt om geen ongemakkelijker en ingewikkelder waarheden uit de geschiedenis te hoeven oprakelen.
Tot op de dag van vandaag hebben historici geprobeerd het ontzaglijke bedrog jegens de Borgia's te verdoezelen door ieder die de donkere legende van Alexander VI ter discussie probeert te stellen zonder meer te demoniseren..

369. De academische wereld drijft vooral op discussies en woordenwisselingen. Als het debat toeneemt, wordt het aantal publicaties groter; naarmate de vakgroep meer syllabi en boeken produceert (en misschien wel afgestudeerde studenten) groeien ook de openbare en privé-subsidies, waarmee de macht (en/of het narcisme) van de hoogleraren die er aan het roer staan wordt gevoed. Daarom verafschuwt de academische cultuur, vooral op het gebied van geesteswetenschappen, definitieve oplossingen die de poten onder de stoel van het gerucht wegzagen. Die roeping delen overigens nog meer intellectuele categorieën. Zoals een bekende Italiaanse hoofdredacteur van kranten, Claudio Rinaldi, ooit schreef “is de journalistiek een vak dat vooral uit geklets bestaat”. Er zijn dus beroepscategorieën die, welbeschouwd, geen onweerlegbaar gedocumenteerde feiten verdragen, geen onaanvechtbare stellingen waardoor je wel moet zwijgen of met net zo’n accuratesse reageren. Als iedereen wil opvallen, is het van wezenlijk belang dat de discussie niet wegebt. The show must go on. Je kunt de paus dus maar beter middelmatig verdedigen, zijn flank ongedekt later voor een nieuw bezwaar van de tegenstanders en zo de polemiek voortzetten. Zo konden Soranzo en zijn collega’s, ook degenen die Rodrigo Borgia verdedigen, het zorgvuldig vermijden om de definitieve bewijzen van De Roo te citeren (en dus te bediscussiëren) en zodoende het baantje houden door het toneel van het academische geklets voort te zetten en er vrolijk in mee te spelen.

371. Als je de monografie van de Belgische priester uit Brugge Peter De Roo (Material for a History of Pope Alexander VI, his relatives and his time, Bruges 1924) leest, komt er een landschap naar voren dat niemand kent, dat verbluft en tegelijkertijd verontrust: eeuwenlang heeft geen enkele historicus de documenten over de Borgia’s bestudeerd, de bronnen correct weergegeven, de feiten kritisch en onpartijdig in ogenschouw genomen. Van meetaf aan ging het erom een monster te scheppen (de hele familie Borgia) en een vonnis zonder hoger beroep te vellen. Zo hebben Pastor, Picotti en vele andere geleerden inderdaad gewaarschuwd: laat niemand het wagen om de duistere reputatie van Alexander VI te verbeteren. Dat is een dogma en daar mag niemand aankomen. Ieder werk dat de officiële versie probeerde ter discussie te stellen, is ruw afgekapt, genegeerd, regelrecht weggemoffeld. Een operatie van waar intellectuele fascisme, waar elke moderne historicus die zich met de Borgia’s bezighoudt en slaafs de ‘geautoriseerde’ werken kopieert, vandaag de dag objectief medeplichtig aan is.
www.attomelani.net/?page id=143

393. Het opschrift ‘Argentina’ in vergulde letters kwamen daadwerkelijk voor op de toren van Burckards Palazzo, maar al een paar decennia na zijn dood was men vergeten dat de machtige ceremoniemeester van Alexander VI het palazzo had laten bouwen. Tot op de dag van vandaag denken de Romeinen dat de aangrenzende piazza Argentina, het kloppende hart van het oude Romeinse binnenstad, zijn naam heeft te danken aan het Zuid-Amerikaanse land, terwijl het eenvoudigweg herinnert aan het stempel dat vijf eeuwen terug door de machtige Staatsburger lobby op het hart van Rome is gedrukt. ( Straatsburg heette ten tijde van de Romeinen Argentina). Pas in 1908 ontdekte de kunsthistoricus Dominico Gnoli, argwanend geworden door die merkwaardige laat gotische woning in het renaissancistische Rome, dat het palazzo waar de toren bijhoorde (achtereenvolgens afgebroken en weer toegevoegd) was gebouwd en bewoond door Burckard. het fraaie paleisje, dat in de loop van de 20e eeuw diverse malen is gerestaureerd staat tegenwoordig voor een bescheiden bedrag van 2,00 € open voor eenieder die nieuwsgierig wil ronddwalen op de plek waar Johannes Burckard en Michel Sander woonden – en een lastercampagne op touw zetten. (...)

De belachelijk dreigende oproepen van de Wimpheling, de hoogdravende nationalistische en xenofobische ijver waarin het Duitse humanisme ontstaat, zijnde de voorbode van toekomstige bloedbaden passen tegenwoordig niet meer in het straatje van iemand die de oorsprong van de lutherse afscheiding wil voorstellen als de noodzakelijke, roemrijke vooruitgang in de geschiedenis van de mensheid; vergeten wordt waarmee men zich voedde: de bewering van de Duitse raszuiverheid door middel van De Germanen van Tacitus, achterdocht en minachting voor andere culturen (bij de Wimperheling vooral voor de Italiaanse en de Franse), de verheerlijking van het Germaanse verleden en de kwaliteiten van het Duitse volk, het nijvere zoeken naar legitimering en herdenking door ‘goed geà?nformeerde’ historici. Begin 20e eeuw zal Georg von Schà?nerer, de bij Hitler geliefde denker met zijn politieke beweging Los-vom-Rom letterlijke het parool van de Elzasser humanisten weer oppakken. In naam van de Germaanse identiteit en tot schande van de kerk van Rome zal Schà?nerer met steun van de Duitse evangelische kerk ongeveer 15.000 Duitse en Oostenrijkse katholieken tot een massale overstap naar de hervormde godsdienst trachten te bewegen.

395. Het werk van Tacitus vormt niet alleen het begin van de Duitse geschiedschrijving over Duitsland, maar ook het vertrekpunt van elk ideologisch en politiek concept waarin de Duitsers centraal staan. Welbeschouwd hebben de 46 hoofdstukken van de beschrijving van Tacitus waarachtig geschiedenis gemaakt. Volgens de historicus en filoloog van de klassieke wereld Luciano Canfora ( La Germania di Tacito da Engels al Nazismo, Napels 1979) zal in de loop van de eeuwen elk zuchtje pangermanisme, elke poging om de Duitse bodem tot het centrum van Europa (of zelfs de wereld) te maken uitgaan van De Germanen. Het ziekelijke ideologische perspectief dat Hitler tot valse sleutel heeft gediend om de oorlog en alles wat er uit voortgekomen is te ontketenen, is geen gevolg van een onverwacht oplaaien van collectieve moordzucht, noch van groeiende Duitse frustratie na Versailles, maar van een pluriseculaire propaganda waarmee het gif van de minachting en de argwaan jegens alles wat niet Duits is, stilletjes in de aderen van een heel volk is ingedruppeld. Het was noodzakelijk om te doen geloven dat de wortels van Duitsland reiken tot in het verre mistige verleden van Romeinse oudheid. Het was noodzakelijk om steen op steen te bouwen en op grond van Tacitus, via Wimpheling en daarna via het idealisme van de 19e eeuw over te gaan op de extreme gevolgen van het Hitler regime. De krachtige politieke boodschap van de Germanen riep de Duitsers op tot de ontdekking van een verloren gegane nationaliteit en tot revanche, waarbij ze opnieuw de rol aannamen van vrome, vermetele, ruwe, maar dappere krijgers. Zoals door behalve Canfora ook duidelijk is aangetoond door D. Mertens ( Die Instrumentalisierung der ‘Germania’ des Tacitus durch die deutschen Humanisten – Berlijn 2007) vindt de mythe van de raciale superioriteit en de Duitse nationale volkscultuur haar oorsprong in ‘De Germanen’ van Tacitus en in de befaamde tweede paragraaf ervan, door Salaì argwanend gelezen, waaraan de oude Germanen zuiver, oud bloed wordt toegeschreven en een ononderbroken heerschappij over hun gebied. Het geheel heeft, let wel, altijd op vervalsingen berust: zoals de oplichterij van Annio da Viterbo in zijn Historia Antiqua (1498) waarin, zoals het Elzasser prelaatje aan Salaì vertelt, de Italiaanse humanisten een fragment van de Babylonische geleerde Berossus publiceert (in werkelijkheid uit zijn duim gezogen), waaruit is afgeleid dat de god Tuisto, die in het werk van Tacitus aan de top van het Germaanse pantheon voorkomt, van Noach afstamde. Op die manier koppelt Annio de oorsprong van de Germanen aan de verste bijbelse geschiedenis, waaruit hij later een hele fictieve Germaanse genealogie reconstrueert. Een meesterzet: tientallen jaren lang zullen de Duitse humanisten geloven (of doen alsof ze geloven) dat de Germanen terecht aanspraak kunnen maken op oeroude wortels, ja de oudste van heel Europa. Wanneer het bedrog ontmaskerd wordt (1530), zal Luther inmiddels al lang zijn befaamde stellingen aangespijkerd hebben.
Met het derde rijk geraakt het gewicht van De Germanen als basis voor de mythe van de Germanen van stokoude afkomst, van zuiver ras, strijdlustig en onaangetast van zeden, aan de paradox.

398. Wat Himmler in De Germanen raakte, was de beroemde, omstreden passage in het vierde hoofdstuk, waarin Tacitus zich aansluit bij de opvatting ‘dat de Germanen niet door huwelijken vermengd zijn geraakt met andere volkeren maar een geheel eigen volk vormen, zuiver van ras en met niets te vergelijken. Ook wat Tacitus er meteen met kritische bedoelingen aan toevoegt (‘een groot postuur. Hun kracht zit alleen in de aanval’) en andere passages die een primitief volk beschreven, zag Himmler in een positief licht.

403. De journalist (een kopstuk binnen het Romeinse blad ( L’Espresso) had eerst grote belangstelling getoond en zelfs voorgesteld enkele door ons ontdekte historische documenten op de site van het blad te zetten. Daarna, nadat hij de roman gelezen had, sloeg hij helemaal om. ‘Dat is een gevaarlijk boek van jullie! grauwde hij meermalen hysterisch aan de telefoon, terwijl wij stilvielen van verbazing; ‘het suggereert dat de geschiedenis één vervalsing is, dat boeken van de historici leugens verkopen. Zal ik jullie eens wat zeggen? Ik hoop echt dat het publiek niets van jullie boek zal horen en dat geen enkele krant er een regel over schrijft!

5 reacties

  1. Dupslog » Blog Archive » Monaldi & Sorti, Het ei van Salaì. Zegt:

    [...] dienst doet bij Lionardo da Vinci die door het auteurskoppel Monaldi & Sorti in hun eerste ' Twijfel van Salai' ontdaan werd van zijn mythische proporties. Beide Italiaanse sterauteurs geven hem in ' Het ei van [...]

  2. Dupslog » Blog Archive » Monaldi & Sorti, Het ei van Salaì. Zegt:

    [...] dienst doet bij Lionardo da Vinci die door het auteurskoppel Monaldi & Sorti in hun eerste ' Twijfel van Salai' ontdaan werd van zijn mythische [...]

  3. Dupslog » Blog Archive » Erasmus in beeld - Boijmans-van Beuningen Rotterdam - Monaldi & Sorti, Het ei van Salaì. Zegt:

    [...] De betekenis van Erasmus voor de splitsing van de Roomse Kerk – tegen het geloof in unam, sanctam, catholicam et apostolicam Ecclesiam – is niet gering en historisch veel belangrijker dan de talloze maatschappelijke liflafjes die in Rotterdam worden tentoongesteld. De historische betekenis van de figuur en het denken van Erasmus verdient meer en beter. Hij was ondermeer zeer invloedrijk binnen het Elzasser netwerk dat binnen de Roomse kerk eerst van binnenuit de macht probeerde te grijpen, waarnaar Monaldi & Sorti onderzoek doen en dit laten doorschemeren in o.m. 'Het ei van Salaì ' en 'De twijfel van Salai' [...]

  4. Dupslog » Blog Archive » Monaldi & Sorti, Het ei van Salaì. Zegt:

    [...] dienst doet bij Lionardo da Vinci die door het auteurskoppel Monaldi & Sorti in hun eerste ‘Twijfel van Salai’ ontdaan werd van zijn mythische [...]

  5. Dupslog » Blog Archive » Monaldi & Sorti, Het ei van Sala Zegt:

    [...] dienst doet bij Lionardo da Vinci die door het auteurskoppel Monaldi & Sorti in hun eerste?‘ Twijfel van Salai’?ontdaan werd van zijn mythische [...]