knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

Kenzaburo Oë, Het eigen lot

11 april 2023


uitg. Meulenhoff 1964-1970





30. ‘En  wanneer mijn tijd  komt om te  sterven  zal ik  hem mij misschien  herinneren en als door die herinnering de  pijn  en angst van de dood voor mij toenemen, zal ik een klein  gedeelte van mijn plicht als  vader hebben vervuld.’



112. ‘Op het ogenblik is  mijn  voornaamste zorg een  persoonlijke kwestie, een groteske  baby, ik heb  de werkelijke wereld  mijn rug toegedraaid. Die anderen kunnen gemakkelijk  deelnemen  aan  de lotsbeschikking van  de  wereld  met  hun protestbijeenkomsten; zij hoeven zich  niet te bekommeren om een  baby met een bult op zijn  hoofd.’



116. ‘Kafka, weet je,  schreef in een brief aan zijn vader dat  het enige wat  een ouder  voor een kind kan doen  is  het  te verwelkomen wanneer  het komt. En wijs jij in  plaats daarvan  je baby  af? Kunnen we het  egoïsme dat een  ander leven afwijst goedpraten omdat een man  vader is?’



123. ‘Vogel was  op de vlucht geweest vanaf het  moment waarop hij  zich bewust  was geworden van zijn optimistische vergissing  en  nu kon hij niets anders bedenken dan zich al  vluchtend van  tijd tot tijd om te  keren om zich te verdedigen. Ik moet hun  verbieden te  opereren,  anders zal de  baby mijn wereld binnenmarcheren als een bezettingsleger.



‘Is  er  enige kans dat de baby normaal zal  opgroeien als  u opereert?’ vroeg Vogel  werktuiglijk.



‘Ik kan nog niets met zekerheid zeggen.’



128. ‘In het begin was onze verhouding  alleen seksueel,  ik was  een  seksueel toevluchtsoord waar je  je verborg voor je angst en je  schaamte. Maar  vannacht heb ik me gerealiseerd dat er in mij ook een hartstocht voor Afrika groeide. En dat betekent een nieuwe band tussen  ons, Vogel, nu hebben we een kaart van Afrika die ons bijeenbrengt. We hebben een sprong gemaakt  van een zuiver  seksueel laagland naar veel hogere  grond, iets waar ik altijd  al op gehoopt heb,  en  nu voel ik het echt, Vogel, dezelfde hartstocht! Daarom breng ik je in contact met mijn  vriend  die  dokter is en bevuil ik mijn eigen handen tegelijk met de  jouwe!’



136. ‘In een wereld die door al die anderen werd  gedeeld, gleed de tijd voorbij, de enige tijd die  de mensheid had, en een noodlot dat over de  gehele wereld werd gevreesd  als een  en hetzelfde noodlot  begon  een dreigende vorm aan te nemen. Vogel  hoefde zich daarentegen slechts te verantwoorden tegenover de baby in  het mandje op zijn  schoot, het monster  dat zijn persoonlijke  noodlot beheerste.’



145. ‘Als ik  dit monster eerlijk tegemoet wil  treden in  plaats van het te ontvluchten, zijn er  slechts twee mogelijkheden voor  me:  ik kan de baby met mijn  eigen  handen wurgen  of ik kan hem accepteren  en  grootbrengen. Dat heb ik van het begin af aan begrepen, maar ik heb niet de  moed gehad  het te aanvaarden –’ (…)



‘Als  ik nu een ongeluk krijg en sterf voordat  ik de baby heb  gered, heeft mijn  hele zevenentwintig  jaar lange leven geen enkele betekenis gehad. Vogel werd  bevangen  door een angst die dieper was dan  enige angst die hij ooit had gekend.



147. ‘Deze keer  heb je  je  probleem  werkelijk onder ogen gezien,’ zei de professor.



‘Eerlijk gezegd probeerde ik het aldoor  te ontvluchten.  En dat was  me bijna gelukt.  Maar het  schijnt dat de werkelijkheid je  dwingt op een  behoorlijke manier te leven wanneer  je in de  werkelijke wereld  leeft. Ik bedoel, zelfs al ben je van plan je te laten vangen in een val van zelfbedrog, dan kom je toch  op een gegeven moment tot de ontdekking dat je  geen andere keus  hebt dan die val te vermijden.’ Vogel was  verbaasd om de onderdrukte wrok in zijn  stem. ‘Dat  is mijn ervaring tenminste.’



‘Maar het is mogelijk  op  een  heel andere manier  in de werkelijke wereld te leven,  Vogel. Er zijn mensen  die haasje-over springen van het ene zelfbedrog naar het andere  tot  aan  de dag  waarop ze sterven.’



148. ‘Je bent  veranderd.’ De stem van de  professor was warm van vaderlijke genegenheid. ‘Een  kinderachtige bijnaam als Vogel past niet  meer bij je.’



Vogel  wachtte tot de  vrouwen hem hadden ingehaald en  keek neer op  zijn zoon, die veilig in  de  armen  van zijn  vrouw  lag. Hij wilde proberen de weerkaatsing van zijn gezicht in de  pupillen van de baby te zien. De spiegel van  de ogen van de  baby was van een diep,  helder grijs  en  begon wel een beeld te weerkaatsen,  maar het  was zo uiterst fijn dat Vogel  niet  kon  zien  of hij inderdaad een nieuw  gezicht had. Zodra  hij  thuiskwam zou hij in  de spiegel kijken. Daarna  zou hij het woordenboekje van  de Balkantaal  ter hand nemen  dat Delchef  hem had  geschonken voordat  zijn legatie hem  naar huis had  gezonden. Aan de binnenkant van het omslag had Delchef het  woord voor ‘hoop’  geschreven. Vogel wilde het woord  voor ‘geduld’ opzoeken.’


Reacties graag naar mailadres.