knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

Michael  Ignatieff, Troost  Als licht in  donkere  tijden

22 mei 2023


Michael  Ignatieff, Troost  Als licht in  donkere  tijden



Uitg Cossee 2021



14. We  kunnen dit opvatten als een aansporing om een zekere kritische zelfbeheersing te bewaren ten aanzien  van de verhalen die ons  bewustzijn  binnendringen en de tijd  waarin we leven vormgeven. Als  het in 1783  aanstellerij was om wakker te  liggen van het verlies  van Amerika, zou het  nu  zeker overdreven zijn om het hoofd te laten hangen vanwege  een dreigende milieuramp, ineenstorting van de democratie of  een door nieuwe  plagen geteisterde toekomst. Geen van deze  problemen, hoe schrikwekkend  ook, is gemakkelijker te  overwinnen  door te geloven  dat ze ongekend zijn.  In dit  boek komen we mannen en  vrouwen tegen die  hebben overleefd  ondanks de  pest, het  verlies van de  republikeinse vrijheid, massa-uitroeiing, vijandelijke bezetting  en catastrofale militaire nederlagen.  Hun verhalen plaatsen onze tijd in de juiste  context en  we kunnen  inspiratie  putten uit  hun luciditeit. Als we onszelf in  het licht van  de geschiedenis  zien, kunnen we onze verbinding  herstellen met dat wat onze voorouders troost  bood  en onze verwantschap met hun ervaringen ontdekken.’



145. ‘Niemand  had ooit een dramatischer lofzang  opgetekend  op de mondiale energie  van het kapitalisme,  en ook  daarna zou die er niet meer  komen. Je ziet zo waarom.  Het kapitalisme  vaagde  alles weg wat Marx  verachtte: de  nostalgische  waanideeën van radicale handwerkslieden, die  alleen maar naar het verleden  keken, de vrome, troostende praatjes van de kerk, het ideologische gezwatel  van  de  Europese  vorstenhuizen,  kortom, alles wat  in de weg  stond  van  de revolutionaire  opstand van het proletariaat:



==



Alle verkalkte, bevroren verhoudingen,  met hun  sleep  aan oude, alom geëerbiedigde  vooroordelen en meningen, worden weggevaagd, alle  nieuw gevormde raken verouderd voor ze kunnen fossiliseren.  Al wat vastigheid geeft, gaat in rook  op, al wat heilig is, wordt ontheiligd, en  uiteindelijk zal  de mens nuchter  onder  ogen  moeten  zien  tot welke toestand  hij en zijn relaties met anderen zijn gereduceerd.’



149. Dat was wat het  jonge echtpaar in Parijs geloofde  en  omdat  ze het  opnamen tegen het  hele erfgoed van het westerse geloof, was dit nog  wel de belangrijkste droom die  ze koesterden.  Hun  visioen inspireerde werkende mannen en vrouwen  die daar de  volgende honderdzeventig jaar voor hebben gestreden en er hun  leven voor hebben gegeven. Het was de  best uitgewerkte poging om religie te ontstijgen en  de troost die het geloof  bood te  vervangen door gerechtigheid, hier op aarde al. De  kritiek die deze utopie altijd heeft gekregen is  de vraag of ze wel te verwezenlijken is. De  juiste vraag zou weleens kunnen zijn of een wereld waarin troost  geen rol  meer  speelt een  wereld is die nog  iemand aanspreekt.’



195. ‘Achmatova schrijft haar herinnering aan deze gebeurtenis aan het begin van haar Requiem, de gedichtencyclus die ze in  de loop  van twintig jaar  heeft geschreven ter nagedachtenis  aan  de miljoenen slachtoffers die door het regime van Stalin van de aardbodem zijn  weggevaagd of naar de goelag gestuurd:



 ==



 Voor  jullie heb  ik deze wijde wade geweven,  uit de  nederige woorden



 Die ik  jullie hoorde  gebruiken.  Overal, eeuwig, voor altijd,



 Zal  ik nooit ook  maar één ding  vergeten.



 ==



 Requiem was  het monument dat ze optrok  namens elke vrouw die in  de jaren dertig  bij Russische gevangenissen stond te wachten en  ook namens hen die daar zaten opgesloten, wachtend  tot ze werden verhoord, gemarteld, verbannen of  een kogel in hun nek kregen. Ze  heeft  gezegd  dat  als er  ooit  ter nagedachtenis van haar een  monument zou worden opgericht, dat  daar moest komen, bij de  ingang van de  Kresti-gevangenis, waar ze met al die anderen had staan wachten.’



‘Nu  zal  ik  er nooit in  slagen om  te ontrafelen



 wie een  dier  is en  wie  een mens



 Noch hoelang ik zal wachten  tot  het doodvonnis



 wordt voltrokken.’



‘De kalme Don  stroomt rustig



 En  de gele maan  betreedt mijn huis.



 Hij komt binnen, zijn  hoed scheef en



 ontmoet een schaduw, de gele  maan.



 Het gaat  niet goed met deze vrouw,



 Deze vrouw is helemaal  alleen.



 Echtgenoot in  het  graf, zoon  in de gevangenis,



 Bid alstublieft  voor mij.’



226. ‘We herinneren ons Václav Havel  nu  vooral vanwege  één  uitspraak, zijn antwoord aan een journalist, die hem in 1986, drie jaar voor hij zijn land naar de vrijheid  leidde, bevroeg  over de bronnen waaraan hij zich in zijn leven  had gelaafd:



==



Hoop  is  bepaald niet  hetzelfde als optimisme.  Het  is niet de overtuiging dat  iets goed gaat komen, maar de  zekerheid dat iets zinvol  is, hoe het uiteindelijk  ook  uitpakt.’



246. ‘Vaak denken  we dat  de  dood het  eenzaamste moment uit  ons  leven is. Maar  Saunders  begreep dat de dood  een van  de meest  publieke en  sociale ogenblikken van ons bestaan is en  dat voor die dood een  institutionele omgeving nodig is waarin respect kan  worden betoond aan die sociale, familiale en publieke  aspecten. Ze begreep dat stervenden een plek nodig hadden waar troost  mogelijk was, en dat die  stervenden ook hun laatste dagen wilden gebruiken  om anderen te troosten. En ook  dat het  bieden van  troost van wezenlijk belang was  voor het  ontvangen ervan.’



251. ‘Falen  is een goede  leermeester, en  dat geldt  ook voor ouder  worden. Naarmate ik ouder werd, is ten  minste één valse troost weggevallen. Van alle  voordelen die ik  genoot – liefhebbende ouders,  klasse, ras, opleiding  en  de plek waar mijn wieg  stond – was  het  hardnekkigste existentieel:  het idee dat ik op  de  een of andere manier speciaal was, dat  ik een  passe-partout voor een vrije doorgang door het leven bezat. Dat was natuurlijk absurd, maar het was een  illusie die  maakte  dat ik  kon doen wat ik deed.  Door mislukkingen  en het stijgen  der jaren weten de meesten van ons na verloop  van  tijd beter. Je werpt elke  illusie af dat je een speciale status hebt die je  vrijwaart  van stommiteiten en pech en je gaat  accepteren, gewild of ongewild, dat  je net als  ieder ander  bent, ten prooi aan misvattingen, zelfbedrog en  alle kwalen die het vlees eigen  zijn. Je realiseert je dat de passe-partout moet worden ingeleverd en  dat  er in ieder  geval een deur voor je ligt die niet opengaat. Het vergt tijd om het gevoel van solidariteit  met de rest van de mensheid te aanvaarden, dat begint  te  dagen  wanneer je die pas inlevert wanneer je beseft  dat je eerdere liberale, abstracte solidariteitsbetuigingen  onecht waren, wanneer het eindelijk tot  je doordringt  dat  je samen met alle  anderen in een gemeenschappelijk  lot verbonden bent.  Maar dit besef is  een onvermijdelijk onderdeel van  het ouder worden, en het wordt  een  soort van troost. Je bent  dan misschien  niet speciaal,  maar je hoort erbij. Dat is  niet zo’n somber idee en  ook niet zo moeilijk  te  accepteren. Misschien krijg  je zelfs  wat meer oog voor de problemen en tegenslagen van anderen en word  je ontvankelijker voor de  oude  wijsheid  die er  altijd is geweest om  ons te manen niet zo ijdel en  dwaas  te zijn.’


Reacties graag naar mailadres.