knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

Peter De Graeve & Tinneke Beeckman: Het Gravensteen gereconstrueerd

14 januari 2009

Het Gravensteen gereconstrueerd

Rudy Aernoudt meent het eerste Gravensteenmanifest te kunnen ‘deconstrueren’ met behulp van de Franse filosoof Derrida (DM 5/1). Het is vreemd dat wij in Arnoudts kritiek weinig of niets hebben herkend van de idee?n van de Gravensteengroep – of van Derrida. Dat betekent dat er, op zijn minst, misverstanden in het spel zijn. Als filosofen en leden van de Gravensteengroep willen wij die uit de wereld helpen.

Jacques Derrida (1929-2004) is ??n van de leidende figuren van een filosofische strekking – de ‘deconstructie’ -, die met engelengeduld teksten leest, vergelijkt en van subtiele wijsgerige commentaren voorziet. Van die methode heeft Aernoudt alvast geen last: hij stelt zich tevreden met de lectuur van ??n enkele tekst van de Gravensteengroep, hoewel er daarvan intussen al vier zijn verschenen. Door lukraak citaten uit te kiezen, geeft Aernoudt van de Gravensteengroep bovendien een eenzijdig, ongenuanceerd en aan zijn wensen aangepast beeld. Met deconstructie heeft dit weinig te maken. Met een constructief debat nog minder.

Laten we eerst de context van de gekozen citaten reconstrueren.

?

1. ‘Met onze Franstalige vrienden als het kan, zonder als het moet.’ Aernoudt sluit zich aan bij diegenen die in deze uitspraak een bewijs van separatisme zien. Dat is foutief. De Gravensteengroep is voorstander van een politiek gebaseerd op de vriendschap. Politiques de l’Amiti? is ook de titel van een belangrijk werk van Derrida. Een basiswaarde van de vriendschap is wederkerigheid. Dat wil onder meer zeggen dat een politiek van de vriendschap niet kan samenvallen met eigenbelang. Welnu, zolang Franstalige partijen de idee van de wederkerigheid wel kunnen waarderen als het om economische solidariteit (dus om sociale verschillen) gaat, maar haar afwijzen op het vlak van de culturele solidariteit (van de taalverschillen) en van de politieke solidariteit (samenleven in een volwaardig federale staat), kan er van een politiek van de vriendschap geen sprake zijn. Aan het belang van de solidariteit heeft de Gravensteengroep daarbij een tekst gewijd (tweede manifest). De correcte interpretatie van het citaat is dus als volgt. Wij willen vrienden zijn, omdat we democraten zijn. Maar wie ons, als democraten, niet voor het volle pond aanvaardt, gedraagt zich niet als vriend. ‘Met jullie in vriendschap en democratie, of zonder jullie’ is wat de Gravensteengroep zegt. Maar in Belgi? wordt het samenleven in vriendschap, dus in wederkerigheid, voortdurend bemoeilijkt. Dat ondermijnt de democratie. Aernoudt draagt hiertoe bij.

?

2. ‘Het Gravensteenmanifest vraagt de onschendbaarheid van taalgrenzen.’ Dat klopt. Maar niet omdat de wet de wet is (‘dura lex, sed lex’, dixit Aernoudt), of de grens de grens, en daarmee uit. Wij vragen onschendbare taalgrenzen omdat zonder vriendschap en respect, zonder wederkerigheid, zonder democratische gezindheid, elke grens vertrapt en elke wet omzeild wordt. De Gravensteengroep onderschrijft het belang van een internationale rechtsorde (derde manifest). De toepassing van internationale spelregels zou Vlaanderen helpen om voor zijn ‘politiek van de vriendschap’ ook in het buitenland de nodige steun te vinden. Daarom pleiten wij ervoor om de idee van een internationale rechtsorde vaker als een voorbeeld te nemen (tweede en derde manifest). Aernoudt beweert, in navolging van Derrida, dat de klassieke natiestaat een verouderd model is. Wij zijn het roerend met hem eens. Maar daarmee is meteen ook de Belgische natiestaat veroordeeld. We pleiten er juist voor om het kader van de Belgische natiestaat en het daarbij horende nationalisme voorgoed te verlaten, en over Belgi? na te denken vanuit de Europese context. Jawel, de Belgische taalgrenzen zijn gebaseerd op taalwetten. Maar de geest van deze wetten was, en is nog steeds, om (historisch) bestaande ongelijkheden op te lossen of het ontstaan van nieuwe ongelijkheden te voorkomen. Zonder de idee van gelijkheid is een politiek van de vriendschap onmogelijk. De taalwet is daarom een fundamenteel gegeven in de wankele Belgische democratie. Zonder respect voor deze wet is de democratie hier ten dode opgeschreven, en stellen wij ons bloot aan subtiele (en minder subtiele) vormen van geweld. Een belangrijk boek van Derrida heet Force de loi. De Gravensteengroep is pleitbezorger van democratisch respect voor een levenskrachtige rechtsorde. Wij verwerpen het uitzichtloze belgicisme, dat steeds verder wegzinkt in een juridisch, constitutioneel, sociaal en cultureel moeras. Belgicisten als Aernoudt kunnen maar niet begrijpen dat rechtvaardigheid, taal en cultuur, solidariteit, wel degelijk aan groepen en grenzen gebonden zijn. Ze zijn een collectief goed. Aernoudts ‘Belgische droom’ berust daarentegen op je reinste individualisme.

?

3. ‘De taalgrens heeft de kracht van een staatsgrens.’ In een vroeg werk, Marges, beschrijft ook Derrida het fundamentele belang van de grens. De grens als eindpunt, als beginpunt, de grens als overgang? Grenzen aanvaarden betekent onder meer de menselijke begrensdheid erkennen. In Belgi? betekent dit de aanvaarding van de taal van de ander, als een collectief goed, als een erfgoed. Voor zover Belgi? een federale staat is (Belgische Grondwet, artikel ??n), verdeeld in gemeenschappen en gewesten, krijgt de taalgrens de betekenis van een verdeling tussen landsdelen. De taalgrens is het einde van het ene deel, en het begin van het andere. Ze is een overgang en een spelregel. Ze is een teken van onze verscheidenheid. Wie de grens niet respecteert, respecteert ook de verscheidenheid niet. Vandaag groeien die verdeling en verscheidenheid (steeds verder) uit tot een splitsing, doordat ieder respect voor de taalgrens met voeten wordt getreden door wie in Vlaanderen het gebruik van het Nederlands misprijst of verwerpt, en haar in de fluwelen salons van de Raad van Europa verdacht maakt. Aernoudt maakt een interpretatiefout wanneer hij denkt dat Belgi? alleen zal blijven bestaan indien taalgrenzen kunnen verdwijnen. Het is andersom: Belgi? zal pas kunnen bestaan zodra de taalgrens wordt gerespecteerd. Het lot van Belgi? hangt niet af van ‘grensverleggende taalregimes’, maar van een democratisch systeem dat de grens, en het respect ervoor, als fundament heeft. ‘Tot hier en niet verder’ is een uitspraak die al menige vriendschap van de verbittering heeft gered. Enkele decennia geleden heeft ze zelfs Europa van de tirannie gered.?

?

Met zijn verwijzingen naar Derrida heeft Rudy Aernoudt weinig anders uitgehold dan zichzelf. Zijn ‘filosofie’ is een alibi voor ongebreideld ego?sme, liberalisme en democratisch m’en-foutisme. Deze giftige politieke cocktail stelt aan al het waardevolle in dit land geen grens, maar een einde: aan de mogelijke bescherming die de wet en de grens bieden, aan de idee van de gelijkheid, aan de communautaire pacificatie, aan de toekomst van de democratie in Belgi?. ?Net die mentaliteit drijft ons in de afgrond. ?Wat Aernoudt voorstelt is helemaal geen ‘deconstructief’ denken, het is destructie zonder meer.

?

Wij roepen alle progressieve krachten in Vlaanderen op om de angst en de onverschilligheid te verlaten. Progressief zijn betekent volgens ons de ontmaskering van ego?sme. Het betekent op dit punt in de geschiedenis het Belgische monster kritisch in de ogen kijken. Wegkijken van de realiteit heeft de democratie nooit vooruit geholpen. Aernoudt representeert dan ook alles behalve vooruitgang.?

Onze wijsgerige idealen zijn daarentegen helderheid van geest en kritische zin. Die staan dichter bij Derrida dan Aernoudts gegoochel met ‘disseminatie’ en de ‘relativiteit van grenzen’.?

Wie de teksten zelf wil raadplegen: www.gravensteengroep.org

?

Peter De Graeve, UA.

Tinneke Beeckman, VUB.

Reacties graag naar mailadres.