knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

John Gittings, The changing face of China ? From Mao to market.

20 juli 2009

?


John Gittings, The changing face of China ? From Mao to market.?


?


?


John Gittings vat in dit boek zijn jarenlange ervaring en bespiegelingen over China samen in een begrijpelijke analyse van de continu?teit in het Eeuwige Rijk van het Midden.



Hij opent met een interessant verband tussen de vertaling van de term ? communisme? door Mao als ?Grote Harmonie?. Deze ?Da Tong? dateert uit de vierde eeuw vC en werd ontwikkeld door de filosoof Mozi. Voor Mao lag de Grote Harmonie al bestorven in de mond van de XIXde eeuwse hervormer Kang Youwei die de Manchu keizer hervormingen probeerde aan te praten. Mao hoopt hiermee vooral het onbetwiste leiderschap van de Chinese Communistische Partij veilig te stellen tegenover de falende Kuo Min Tang.


Vandaag ligt dezelfde terminologie aan de basis van het pleidooi voor Tweevoudige Harmonie van de Chinese partij- en staatsleiders.


Maar de Grote Voorzitter maakte zich reeds vroeg zorgen over kinderen van de partijkaders die zich gedragen met een superieur air en die beter aan het verstand gepeuterd zouden worden dat ze niet op de positie of martelaarschap van hun ouders moeten steunen maar uitsluitend op zichzelf.


?


Gittings analyseert de personencultus rond Mao en wijst op de doordachte strategie die er vanuit ging om de macht over de massa?s te veroveren tegen de rest van de partijtop in. Mao verklaarde eens tegen de Amerikaanse fellow traveller Edgar Snow dat de Russische partijleider Kroetsjev wellicht van de macht was verdreven omdat hij zelf ? in tegenstelling tot Stalin? – geen personencultus rond zich had georganiseerd. (43-44)


?


Mao Zedong was een held voor vele miljoenen? Chinezen, maar meer nog een held in zijn eigen ogen.? En dat werd alleen maar erger naarmate hij ouder werd .?


Waar de helden van de revolutie in zijn vroegste gedichten omschreven werden als ? soldaten van de hemel? die de Chinese arbeiders en boeren tot steun en toeverlaat waren door de corrupte slechteriken te straffen, was er tegen 1960 nog slechts een held: Koning Aap die in de Chinese mythologie wonderen verrichtte voor de armen en de zwakken.?


Hij vergeleek zich ook graag met Stalin als opperbevelhebber. In 1958 liet hij zich op de Chengdu Conferentie nog door de verzamelde partijkaders toeroepen: ? Wij geloven blind in de Voorzitter, wij gehoorzamen hem blind!??


?


Mao Zedongs opvatting over revolutionair leiderschap uitte zich ook in de manier waarop hij de Rode Gardisten aanspoorde tijdens de Culturele Revolutie. Vijftig jaar vroeger had hij een essay geschreven over de noodzaak van lichamelijke oefeningen, waarbij hij het Confucianistische mensbeeld omschreef als gecultiveerd en beleefd, terwijl volgens hem de Chinese natie mensen nodig heeft die ?wild en ruw? tekeer gaan zoals vroegere leiders van boerenopstanden. Revolutionairen zijn dan als Koning Aap met een magische en allesomvattende kracht omdat zij de onoverwinnelijke Gedachte Mao Zedong tot de hunne hebben gemaakt: ?Wij kunnen de wereld op zijn kop zetten, in stukken gooien, verpulveren, chaos cre?ren en hoe groter de troep die we maken, hoe beter ! Lang Leve de Revolutionaire Rebelse Geest van het Proletariaat!? ( Aldus een vroeg manifest van een middelbare school bij de Qinghua Universiteit in Beijing)


?


Als jonge man had Mao in de zomervakantie van 1916 het platteland bereisd, als bedelaar gekleed bedelend om voedsel. Hij trachtte hiermee in de voetsporen te treden van de eerste grote geschiedkundige Sima Qian die in de II de eeuw vC? notities maakte over acteurs en bedelaars, koningen en generaals terwijl hij doorheen het land reisde.


Een halve eeuw later dienden de Roodgardisten hier een voorbeeld aan te nemen: ? Leren van het leed van de arme boeren? in plaats van met het hoofd in de boeken. (60).


?


De Culturele Revolutie stuurde op die manier tussen 1968 en 1976 12 miljoen studenten naar het platteland. Mao had voordien reeds scherpe kritiek geleverd op het onderwijs- en examensysteem dat alleen maar herkauwers opleverde. ? We moeten niet te veel boeken lezen?, deelde Mao zijn verbijsterde collega?s in de partijtop mee. ? We moeten Marxistische boeken lezen, maar ook niet teveel. Een dozijn of zo volstaat wel. Gorky had ook maar twee jaar lager onderwijs gevolgd en Franklin was een gazettenverkoper die toch maar elektriciteit uitvond.?? (82)


?


Gittings analyseert eveneens de ontwikkelingen nadien. Hoe moeilijk het voor de partijtop wel leek te zijn om de echte slachtoffers van de culturele revolutie en de roodgardisten te rehabiliteren, hoe voorzichtig Deng Xiaoping een nieuwe economische koers probeerde uit te zetten en hoe Sjanghai daar moedwillig buiten gehouden werd uit schrik voor het nieuwe elan dat de stad zou kunnen krijgen. Het werd nadien wel wat goedgemaakt waardoor Sjanghai nu alom erkend wordt als het? Manhattan van Azi?.?


’ From Mao to Market’ geeft tal van voorbeelden hoe moeilijk en pijnlijk de overgang van een staatsgeplande naar een vrije markteconomie verliep en hoe vandaag steeds meer het milieu ten prooi valt aan een niets ontziende razend snelle industri?le ontwikkeling.


?

Reacties graag naar mailadres.