knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

Het einde van het socialisme! Leve de sociaal democratie? – bemerkingen bij Carl Devos e.a. ?Rood zonder roest?

10 september 2009

Het einde van het socialisme! Leve de sociaal democratie?

In zowat heel West-Europa ligt het socialistische gedachtegoed en meer nog het zich socialistisch noemende partijtheater op apegapen. En dat is niet alleen het gevolg van het desintegreren van de communistische heilstaten sinds 1989.

Socialisten in het oude westen zijn intellectueel en politiek verstijfd in de fuik van het regentesk beheren van de staat. Om hun verloren aanhang alsnog electoraal te verleiden bekennen ze zich tot plat populisme, o.m. tegen de politieke idealen van de EU. Ze zijn r?cksichtslos meegegaan in het liberalistische fragmenteren van gemeenschapszin tot maximaal (als ?gratis? bejubeld) consumentisme. De dynastieke pretenties van de oude en nieuwe erfelijke kopstukken verhinderen een verdere mobilisatie van creatief dynamisch talent. Bijgevolg is het ?socialisme? dood met de socialistische partijen terminaal en hun leiders gelaten wachtend op ?euthanasie?.

Enkel een andere benadering van de samenleving ? social binding&bridging ? en een Europees politiek theater van hoog niveau kunnen een boeiende toekomst suggereren. De infrastructuur ? ook digitaal ? is er. De angst overheerst nog. Misschien dwingt de rest van de wereld Europa weer in haar aloude democratische voorbeeldfunctie. Geen regio ter wereld heeft de problemen hierbij zo grondig beleefd, herkauwd en gehuldigd.

Carl Devos & Rudi Vander Vennet (red.) Rood zonder roest, een sociaaldemocratie voor de 21 ste eeuw. Uitg. Van Halewyck 2009-07-21

?Rood zonder roest? is een verouderde en dus vergeefse poging om een aanzet te vormen tot ?een sociaaldemocratie voor de 21ste eeuw?. Vooreerst semantisch: roest afbikken leidt tot een verlies aan kracht, roest beschermt ijzer tegen verdere oxidatie. De kracht van het Waalse Corten staal rust precies op de beschermende werking van geoxideerde lagen. Nochtans is het meest essenti?le aan ?rood? in alle organische stoffen precies dat geoxideerde ijzer, tot in ons eigenste bloed. Dank zij hun cli?ntelisme weten ze daar bij de PS in Walloni? alles van. Eens de overmacht kwijt, zal ook ginder het alles bedekkende roest verdwijnen. Enkel nog stof en verontwaardigde verbittering zal resten.

Ergo, zonder roest geen ?rood?.

Omdat links in de hoek zit. Omdat minstens het gevoel bestaat dat links op achtervolgen, op reageren aangewezen is. Links is defensief, moet uitverdedigen, heeft niet de leiding in het maatschappelijk debat (?) Links is niet dood. De sociaaldemocratie is niet dood. Ze heeft wel een trap onder de kont nodig. Het is een kwestie van tijd vooraleer de sociaaldemocratie weer trots rechtop staat. En van mensen die daaraan willen meewerken?, pleiten de auteurs en initiatiefnemers, inclusief de financierende Gerrit Kreveldstichting.

Nochtans blijft van al deze gewekte verwachtingen in ?Rood zonder roest? nauwelijks meer over dan enkele interessante passages, hoogstens en paar opmerkingen.

In iedere bijdrage is het allemaal een beetje meer en/of een beetje minder. Nergens, maar dan ook nergens gaat het over ?anders??En dus wordt het niks met die sociaaldemocratie van de sp?a – ?sociaal? -?progressief? – ?anders? – ?alternatief? of niets, het maakt allemaal niets meer uit. Ook in Vlaanderen, Nederland, Engeland,? is de sociaal democratie terminaal.

In Frankrijk verklaren intussen steeds meer PS bonzen en hun hofhouding dat hun partij dood is. Zelfs de Sarkozy aanhang roept om een levende PS. De eigen glans verbleekt immers bij gebrek aan spiegeling in de nederlaag van een imploderende PS.

Toch is de poging van dit boek ook verdienstelijk. ?Rood zonder roest? is een meesterlijk bewijs van onkunde, van gebrek aan durf, aan zelfkritiek: een ode aan de saaiheid van het grote gelijk waar de als begunstigden omschreven toeschouwers zich voor hoeden, zoals de gordijnen sluiten wanneer de getuigen van een andere Jehova in de Dorpsstraten militeren . Er worden ook enkele interessante processen gepresenteerd ? al hebben eminente potenti?le auteurs het laten afweten. Maar de teneur van het geheel blijft dat pijnlijke gewriemel van hier wat meer en daar wat minder. De oude krokodillen durven niet vervellen al was het maar omwille van de toekomst van hun eigen gebroed. De oude theoretici en experts zweren bij hun al dan niet ontroest mantra. Jonge theoretici rijden zich wanhopig vast in uitgeslepen sporen of wentelen zich in de identiteit van hun ooit succesvol promotieverhaal.

Dirk Jacobs roept zelfs om ruimhartigheid wegens de Vlaamse emancipatiestrijd beslecht: ?Laat Vlaanderen nu wat meer van zijn ruimhartige kant tonen. Het zou het communautaire samenleven op federaal vlak een stuk vergemakkelijken.? (40)

En zo staan veel bijdragen stijf van clich?matige kreten en gefluister, verongelijkt geween en tandengeknars.

Niet dat het bij ?Groen!? beter gesteld zou zijn. Daar gingen ze ooit nog sjakosjen maken van oude krokodillen. Het draaide erop uit dat een oude krokodil met smaak haar eigen gebroed degusteerde tot haar lever het meer dan zat was. Ook bij Groen! is de bloedarmoede troef en klampen de militanten zich krampachtig vast aan het geloof in de opwarming van de aarde en de volgens hen verlossende daling van de menselijke CO2 uitstoot. Alsof het verdwijnen van de mensheid ook maar iets substantieels zou veranderen aan het klimaat op aarde. Een pleidooi voor flexibele anticipatie op klimaatsveranderingen ligt hen even moeilijk als een inhoudelijk onderbouwde visie over de economie die verder gaat dan soberheid en tuchtigende ascese.

Zo ook in de inleiding ?Links leeft? van de redacteurs in ? Rood zonder roest?. Nog steeds wordt socialisme gedefinieerd als ?gelijke vrijheid voor iedereen? (12) terwijl het steeds duidelijker wordt dat een 21ste eeuws socialisme de taak van ?social binding & social bridging? zal moeten waarmaken. ?Socialisme is ook een moreel project en verzet tegen de algemene verzakelijking van de menselijke verhoudingen? (15) lijkt er al meer op maar de uitschuiver over ?solidariteit tussen ongelijken?? (17) zit er dan weer compleet naast. Solidariteit voor en tegen wie of voor en tegen wat?

?Het socialisme is goed voor alle mensen, maar zolang de socialistische maatschappij niet bereikt is, is het socialisme beter voor de ene dan voor de ander?, klinkt als de vroege Marx en daar is ook nooit wat van gekomen behalve in de geschriften van wijlen Pater Louis Van Bladel s.j.

Carl Devos en Patrick Vander Weyden hebben nochtans ook het lef om in hun bijdrage over de organisatie van een sociaal democratische partij Roberto Michels te citeren met zijn ?ijzeren wet van de oligarchie? uit 1925. Gelijkheid, solidariteit en democratie hadden de Duitse Sociaal Democraten ? toen de grootste, oudste en machtigste in zijn soort – hoog in het vaandel, maar de machtsconcentratie aan de top was onge?venaard en de invloed van de leden en militanten nauwelijks bestaande. De strakke hi?rarchie moest de partij als strijdorganisatie naar de macht voeren. Het heeft niet mogen zijn. Erger nog, de Duitse sociaal-democratie heeft het finaal moeten afleggen tegen het nationaal-socialisme. Maar ook driekwart eeuw later blijft de intussen zelfs erfelijk belaste partijtop van de sp.a eenzelfde machtsconcentratie hanteren om ?goed te kunnen doen voor de mensen in de dorpsstraat?, waar de kabinettenstraat bedoeld wordt.

?Een partij organiseert en verenigt mensen rond een politiek doel en gedeeld ideologisch streven en probeert daarvoor ook een maatschappelijk draagvlak te cre?ren. Partijen zijn aanspreekpunten waar mensen terecht kunnen voor analyses en voorstellen, maar moeten ook zelf in de samenleving aanspreekpunten hebben.? (67) Daartoe hebben ze drie concrete voorstellen: herwaardering van het lidmaatschap, defini?ring van de verantwoordelijkheden en het uitbouwen van een sterke studiedienst en denktank als voorwaarde en vorm voor? netwerking.

Allemaal goed en wel, maar net zoals in vele andere Europese landen ? Frankrijk, Engeland, Nederland, Itali? niet in het minst – is die vraag naar een flexibele partijorganisatie niet echt meer aan de orde.

Historisch zijn de socialistische partijen groot geworden omdat ze beantwoordden aan de noodzaak een middenklasse tot ontwikkeling te brengen: een sociale promotie voor de onderste maatschappelijke lagen als blijvend lokaas en streefdoel. Eens zover, eens 70% van de bevolking het gevoel heeft in die situatie te verkeren, laten precies de socialisten hen in de steek. Dan komt het verhaal van solidariteit met de 20% zwaksten, immigranten, asielzoekers, de hele geglobaliseerde wereld tot en met armlastige zakenbankiers en speculanten. Dan verschijnt het generatiepact waardoor degenen die heel hun leven gewerkt hebben zich bijzonder scherp gepakt voelen. En dat terwijl grootkapitaal en banken ? ook vroegere overheidsbanken die door socialistische ministers in handen gegeven werden van priv?kapitaal, inclusief het spaargeld van de noeste werkers ? zich niet of hoogstens voor de vorm even aangesproken voelen wanneer de belastingbetaler zich borg mag stellen voor hun financi?le avonturen.

Zelfs uit deze nooit geziene financi?le en economische crisis weten socialistische partijen, leiders en studiediensten geen programmapunt meer te puren. De stilte is beangstigend, maar begrijpelijk want van de oorspronkelijke idealen van sociale promotie rest reeds lang niets meer. Diepte-interviews in kranten en tijdschriften met de nieuw gelanceerde generatie sp.a-coryfee?n ? die toch een degelijke coaching als kabinetschef of ?adviseur achter de kiezen zouden moeten hebben – galmen van ijdele leegte. In wezen is ook de nieuwste generatie van de sp.a-top terminaal aangevreten door regentesk rentmeesterschap. Het enige waarvan ze nog kunnen dromen is het optimaal beheren van de staat in de ijdele hoop dat zij daarbij onmisbaar zijn.

Een partij die erin geslaagd is een van haar belangrijkste strijdpunten ? vrede en welvaart in Europa ? in een populistisch anti-EU discours om te buigen, kan natuurlijk nog gekkere sprongen maken.

Maar in Vlaanderen zijn er teveel tekenen aan de wand.

Of zoals oud Agalev-voorman Jos Geysels in zijn bespreking van ?Rood zonder roest? opmerkte: ?Misschien is het interessant eens terug te lezen wat Luc Huyse, Kris Deschouwer, Marc Elchardus, Marc Swyngedouw en anderen in hun evaluatie van de verkiezingen van 1991 (Zwarte Zondag) schreven: ‘Partijen die doen alsof ze op een markt zitten, worden alsmaar banger, bevreesd als ze zijn voor de grillen van de kiezer-koper. Ze zijn overgeleverd aan de deskundigen van de marketing en aan de nieuwsjagers van de media. Het alternatief is het herstel van de ideologische band met de kiezer. Pragmatisme is niet uit den boze. Het kan, maar het moet gekoppeld zijn aan iets wat nog het best met het eenvoudige ‘droom’ aan te geven is. Men kan slechts pragmatisch zijn als men een ideologie heeft. Andere soorten pragmatisme noemt men beter electoralisme.’

Ik weet wel zeker dat ook in Vlaanderen heel wat intellectuelen bekommerd zijn om de toekomst van het socialisme. Vanuit hun zelfbewustzijn, de idealen die ze zich hebben aangemeten om hun zelfbeeld te vormen of op te kalefateren, de verwachtingen van hun omgeving of van wie er voor hen ooit toe deed die ze in hun hoofd koesteren als de engel die over hun schouder meekijkt. Het speelt allemaal een grote emotionele rol bij de reconstructie van het beeld dat ze menen te spiegelen in het oog van de ander.

Ik kan het weten. Ik beken, ik ben een van hen.

Ook ik werd bij de keel gegrepen door de razendsnelle desintegratie van het communisme, de dictatuur van het proletariaat, het socialisme, de als links en progressief verklaarde maakbaarheidideologie in West-Europa en Vlaanderen. Tenslotte liggen niet alleen de historische wortels van dit verhaal in datzelfde West-Europa, de mestvaalt van de geschiedenis blijkbaar evenzeer.

Vandaag bloeien geen honderd bloemen op die toch zo vruchtbare bodem. Vandaag zijn er nog lang geen honderd scholen die kunnen wedijveren. Er is zelfs geen allesoverheersende ideologische autoriteit die nadien met een zwaai van zijn ideologische zeis de koppen kan snellen van wie ? al was het maar intellectueel ? boven het maaiveld uitsteekt. Hoe graag hij het ook zou willen, Steve Stevaert kan die allures van Grote Voorzitter moeilijk nog waarmaken. Al meende hij zichzelf nog eens in het harnas te kunnen hijsen om na de voorstelling van voornoemd boekwerk van Carl Devos c.s. in de Gentse Vooruit eind februari 2009, de aanwezige fellow travellers, politieke horigen en loonslaven te tuchtigen met een bijtende betoog over hun saaiheid. Na zijn tweede vaandelvlucht als politiek leider ? sinds de Vlaams-Europese verkiezingen ook als gouverneur achter de schermen ? mag zijn zelfbeeld nog wel intact lijken, het wordt eenzaam en gevaarlijk scherven ruimen voor zijn vroegere hovelingen.

Al helpt het begrijpen waarom de geliefden van farao?s, Chinese keizers en autoritaire leiders enthousiast, levend en wel hun heerser volgden in hun graf. Het kon hen immers veel leed besparen in een verder aardse leven.

De aangekondigde dood van de socialistische partijen:

klink op onderstaande link om verder te lezen

De kroniek van de aangekondigde dood van de socialistische partijen

Reacties graag naar mailadres.