knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

‘Fin du si?cle, d?but du mill?naire’ Decennium-bedenking I

1 januari 2010

Luc Devoldere in ’ Lucifers bij de brand’ :

Stephen Toulmin onderscheidt in de moderniteit twee tradities.
De ene is die van de zeventiende-eeuwse Descartes: het is de traditie van de abstracte en economische rationaliteit, die met zo weinig mogelijk inspanning een maximaal rendement wil realiseren. De abstracte rationaliteit wil de mens met zijn ondoordringbaarheid, zijn massieve en concrete lichamelijkheid wegredeneren, de werkelijkheid bekijken sub specie aeternitatis, vanuit het gezichtspunt van de eeuwigheid, buiten elke context. Het symbool van deze traditie is het meetkundig traktaat; de grote metafoor ervan, de machine die afstelbaar, organiseerbaar en voorspelbaar is. Natuurlijk heeft deze rationaliteit voor een ongekende vooruitgang gezorgd op alle terreinen van het menselijk leven. De industri?le en technologische revolutie zijn zonder haar niet denkbaar.
Maar deze cartesiaanse rationaliteit heeft een andere traditie van de moderniteit verdrongen: die van de zestiende-eeuwse Montaigne, die van de sceptisch-humanistische redelijkheid en van het essay. Die traditie heeft oog voor context, voor de concrete situatie en de aan plaats en tijd gebonden mens, en voor het belang van literatuur. In literatuur wordt immers onnadrukkelijk en zijdelings een diep inzicht over de mens aangereikt.
Literatuur biedt geen oplossingen voor problemen, maar ze kan door de schepping van een symbolische wereld de werkelijkheid wel inzichtelijker maken.
Het is niet doordat de menswetenschappen (recht, geschiedenis, ethiek, politiek, esthetica) niet het abstracte rationaliteitsmodel vertonen van de wiskunde en de positieve wetenschappen, dat er niet ook gedacht en geredeneerd wordt: alleen blijven de conclusies bij de menswetenschappen controversieel. ‘

Luc Devoldere ?Lucifers bij de brand?, uitg. Atlas p.34-35

Overigens is het intussen reeds lang duidelijk dat de echt grote spelers in de Beta- en Gammawetenschappen, net als die van de Alfa?s, begrijpen dat de premisses en pradigmata van hun eigen vakgebieden vooral geen beperking mogen en kunnen vormen voor een gestalt benadering van de werkelijkheid en wat wij ons daarvan voorstellen. Tenslotte is niets wat het lijkt en wit nooit geheel tegengesteld aan zwart.

Reacties graag naar mailadres.