knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

Archief

Rutger Kopland: ‘Ik ben gewoon uitgeteld’

26 augustus 2012

‘Ik ben gewoon uitgeteld’

Het laatste interview met Rutger Kopland

Door Daan Heerma van Voss

Vrij Nederland 28 juli 2012

Schrijver Daan Heerma van Voss verbleef kort voor Koplands dood enkele dagen bij de dichter thuis. ?Dood is ook iets ontroerends. De geheimzinnigheid ervan, het volledig onbekende.?

Een psychopaat kenmerkt zich door de afwezigheid van empathie. Vindt u dat een dichter empathisch moet zijn?
‘Ik denk dat hij niet anders kan dan empathisch zijn. Empathie veronderstelt de verschrikkelijke hoeveelheid denken, voelen, indenken en invoelen die noodzakelijk is om te kunnen dichten. Empathie is essentieel om in de taal en de woorden van iemand anders te geraken. Een dichter moet zich kunnen verplaatsen in de lezer, die niet dezelfde associaties krijgt als de dichter, en niet bij dezelfde dingen. Een dichter moet zich kunnen verplaatsen in de natuur, in andere dichters, in andere mensen, in andere gedachten. Je moet je in een ander kunnen verplaatsen, en dat altijd met het besef: die ander kan ik nooit worden. Achterberg moet een zekere empathie bezeten hebben. Mooie gedichten komen voort uit empathie, het kan niet anders.’

Wat zijn ‘mooie gedichten’?
‘Gedichten waarvan men na lezing zegt, met iets tussen bewondering en verbazing in: that’s how I feel.’

‘That’s how I feel.’ Het zou ook de slotsom kunnen zijn van een geslaagde therapie.
‘Dat is inderdaad iets wat de dichter en de psychiater gemeen hebben: aanleg voor empathie. En het vermogen iemand in staat te stellen dingen te denken en voelen waarvan hij niet wist dat hij ze te denken of te voelen had. Ik was een goede dokter. Als het moest kon ik erg empathisch zijn.’

(...)

Wat vindt u ervan dat de hersenen de laatste tijd zo in de belangstelling staan?
Kordaat: ‘Terecht.’

Alleen maar terecht?
‘De manier waarop vind ik niet altijd geslaagd.’

U doelt op wat u wel eens ‘het biologisch simplisme’ van de hersenwetenschappers heeft genoemd?
‘Juist. Veel van wat gesteld wordt is van een ongekende simpelheid. Daar ben ik niet blij mee. Omdat het indruist tegen waar ik altijd voor heb gewerkt.’

U doelt op Dick Swaab en zijn bestseller Wij zijn ons brein?
‘Onder andere, ja.’

Kunt u dat succes verklaren?
‘Hij geeft de mensen het gevoel dat ze iets heel ingewikkelds kunnen begrijpen. Bovendien ontslaat het idee dat de hersenen ons gedrag geheel bepalen ons in zekere zin van verantwoordelijkheid. Hoe we ook falen, we kunnen altijd nog de schuld geven aan onze hersenen. Alles wat we kunnen zit in onze hersenen, zeker, ik ontken onze genetische basis en de macht van erfelijke ziektes niet, maar dit alles betekent niet dat wij mensen gedetermineerd worden door ons brein. Hersenen maken gedrag mogelijk, ze produceren het niet. Het is zo verschrikkelijk simplistisch om te zeggen dat de opbouw van onze hersenen helemaal bepaalt hoe wij ons gedragen. Alsof ervaringen, opvoeding, interactie met anderen, gelukte en mislukte liefdes er allemaal niet toe doen! Hersenen zijn cruciaal, maar al die andere zaken ook! De interactie tussen hersencellen en de omgeving, leerprocessen, adaptatie, zonder al deze zaken zouden onze hersenen niets betekenen.
En dan de arrogantie waarmee hij het personage van De Grote Hersendeskundige speelt. Vind ik ook lastig. Er zijn zo veel hersenwetenschappers die zo veel meer weten dan hij, en die er veel gepaster mee omgaan. Het feit dat zo’n boek een bestseller wordt is bedenkelijk. Het scheept de mensen op met een veel te beperkt beeld van hoe mensen in elkaar zitten. Simpelheid is verlossend.’

Is sterfelijkheid altijd een belangrijk thema geweest voor u?
‘Op een indirecte manier. Ik dacht er niet te veel over na. En dat is maar goed ook. Ik heb wel gedichten geschreven die achteraf over de dood bleken te gaan. Daar was ik me al schrijvende dan niet van bewust, maar zoals de dood dat doet, die sluipt er in. Dood is ook iets ontroerends. De geheimzinnigheid ervan, het volledig onbekende. Ik dichtte ooit: “We stonden deze zomer in de bergen. En om ons heen alleen de wind.” De verstilling die ervoor nodig is om zoiets op te merken, dat is de verstilling van de dood. Wat de persoon in het gedicht voelt is: wind, wat de lezer denkt is: dood.’

 

 

Archief

Elsa Osorio, Mika – La Capitana – uitg. Anthos

22 augustus 2012

Elsa Osorio, Mika – La Capitana – uitg. Anthos

Haar leven lijkt wel een roman, maar Mika Etcheb?h?re – Feldman (1902-1992) heeft echt bestaan.

In Argentini? geboren uit Russisch-Joodse ouders die gevlucht waren voor de Tsaristische pogroms werd ze al jong gevangen voor het revolutionaire elan van het marxisme, zij het de anarchistische variant.

Ze trekt dan ook overal ten strijde tegen onrecht en voor de goede zaak van het proletariaat in Frankrijk, Spanje, Berlijn, Spanje, Argentini? en Frankrijk, aan de kant van o.a. de POUM.

?Op basis van talloze gesprekken met mensen die haar hebben gekend, door het lezen van brieven, documenten en manuscripten van Mika en haar grote liefde Hip?lito weet Elsa Osorio het buitengewone verhaal te schetsen van de enige vrouw die tijdens de Spaanse Burgeroorlog een colonne aanvoerde. Mika was door haar sterke uitstraling en haar vermogen te inspireren onmisbaar voor de slecht uitgeruste strijdkrachten, die haar tot ‘capitana’ benoemden. De roman beschrijft de anarchistische kringen waarin Mika verkeert in haar geboorteland Argentini?, haar avonturen in Patagoni? in de jaren twintig, haar deelname aan linkse antistalinistische groepen in Frankrijk, en haar verblijf in het Berlijn van de jaren dertig, dat steeds meer in de greep komt van het nazisme.? aldus de flapteksten.

Mika was ongetwijfeld een schitterende persoonlijkheid die een goeie biografie kan (ver-)dragen.


Ze heeft meer dan genoeg achter de kiezen gekregen en aan ellende verzameld, veroorzaakt en opgezocht om een beknopte geschiedenis van de XX ste eeuw aan haar levensverhaal op te hangen.

Maar een hagiografie is zelden boeiend, meestal zinloos behoudens voor de gelovigen, en doorgaans doet zo?n biografie tekort aan het voorwerp van de persoonsverering – de heilige in kwestie.

Zoals we net nog ?Tiny-Martine in, met, door en wat al niet meer? mochten beleven bij de lectuur van Mari? Due?as, Het geluid van de nacht is het dit keer ?Mika in, met, door en wat al niet meer?, voor de beate gelovigen.

Wat een hoop goed-slecht, wit-zwart, rood-zwart en aanverwant geleuter in dit boek gedistilleerd werd uit Mika?s wellicht enorme persoonlijke archief, is nauwelijks te behappen.

Overigens is de omslagfoto van de Nederlandse vertaling een uitermate verlokkelijke enscenering van de jonge Oekra?ense fotograaf Andrey Korotich – een echte foto van Mika zelf zou wellicht een minder gunstig verkoopprofiel induceren.

Archief

Mari? Due?as, Het geluid van de nacht – Wereldbibliotheek 2012

20 augustus 2012

Mari? Due?as, Het geluid van de nacht – Wereldbibliotheek 2012

 

Natuurlijk heeft de marketing afdeling van de ?Wereldbibliotheek? de oorspronkelijke titel aangepast aan de omslagfoto die dan weer geselecteerd werd met het oog op een spiegelende herinnering aan de bestseller van Carlos Luis Zaf?n – De schaduw van de wind – en het meesterwerk van Antonio Mu?oz Molina – De nacht der tijden.

Natuurlijk was ?El tiempo entre costuras? beter in de markt gezet als ?Tussen het naaien door? en mag ik altijd weer blijven hopen dat de obligate verfilming een spannende erotiserende tv reeks opleveren zal.

http://www.youtube.com/watch?v=OINLio1dm00&feature=player_embedded#!

Het zal zeker weer eens vals blijken, dat hopen van mij.

Alle ingredi?nten zijn ten overvloede aanwezig: historisch belangrijke feiten en personages, voor Madrid, Marokko,?T?touan,?Spanje en de hele wereld, vroeger en later en ook nog morgen.

De plot ruikt heerlijk, de verlokkingen zijn groot, maar het blijft allemaal van het niveau van de legendarische kinderboekenreeks ?Tiny – Martine? van Casterman. Voor meisjes uit het basisonderwijs.

Het naaien beperkt zich dus tot de kruisjessteek, maar dan wel als morsetekens op ingewikkelde patroontekeningen die het spionerende hoofdpersonage als ervaren naaister fabriceert voor de Engelse geheime dienst.

De indeling van Maria Due?as’?debuut ?is ruwweg als volgt:

Tiny in het atelier.

Tiny met naald en draad.

Tiny en de losse steekjes.

Tiny heeft een minnaar.

Tiny verloofd met een schrijfmachine.

Tiny bijna getrouwd, maar nog niet helemaal.

Tiny?s passie en de ongelukkige mama.

Tiny?s onbekende papa.

Tiny?s mama: arm en schoon maar sterk.

Arme Tiny berooid en genaaid.

Tiny en de goede commissaris.

Tiny en de vieze flikken.

Tiny in het vuile pension.

Moedige Tiny en existenti?le angsten.

Tiny heeft geluk.

Tiny?s eigen naaisalon.

Tiny en de vrienden van de vrienden.

Tiny en de buurjongen die zijn mama wil vergeven.

Tiny wordt spionne, buiten haar wil.

Tiny spioneert voor de Engelsen omdat mama het haar vraagt.

Tiny verliefd en verloren.

Tiny van Marokko naar Madrid.

Tiny na de burgeroorlog.

Tiny aan de rand van de grote oorlog.

Tiny met de luxetrein naar Lissabon.

Tiny en de slechte Portugees.

Tiny tussen de gore nazi’s.

Tiny en de goede Engelsman.

Tiny weer bij haar lieve Engelse vriendin.

Tiny met haar nieuwe minnaar in de auto naar Madrid.

Tiny stelt haar nieuwe minnaar voor aan haar baas en aan haar papa.

http://www.cobra.be/cm/cobra/boek/boek-recensie/boek-fictie-recensie/120419-sa-mariaduenas_recensie

En zo gaat dat maar door.

 

Laten we ons troosten met de zekerheid dat een uitgeverij als de ‘Wereldbibliotheek’ naast dit soort witte slipjes-chicklit ook nog Roberto Calasso, Sandor Marai, Alberto Moravia, Goethe en Gogol uitgeeft.

Het leven kan hard zijn voor de lezer.

 

Archief

vrt deredactie.be opinie : Het toucheren van Jan Peumans, het democratisch tekort.

12 augustus 2012




deredactie.be – OPINIE








Het democratisch tekort


02 / 08 / 2012

?De actuele stand van de vrije boodschappenmarkt, die, voorzover men dat kan beoordelen, tevens haar eindtoestand zal zijn, is door Franz Kafka in een kleine parabel uit 1914 exemplarisch opgeroepen: ? Ze werden voor de keuze gesteld koningen of koeriers te zijn. Zoals alle kinderen wilden ze allemaal koeriers zijn, daarom zijn er louter koeriers. En omdat er geen koningen zijn, lopen ze doelloos in het rond en roepen elkaar hun zinloos geworden berichten toe. Graag zouden ze een einde aan hun ellendige leven willen maken, maar vanwege hun ambtseed durven ze dat niet?. Peter Sloterdijk, Sferen.

De actuele voorzitter van het Vlaams Parlement achtte het nodig om via zijn boodschap de stad, de wereld en Vlaanderen kond te doen hoe hij de leden van zijn parlement toucheerde: een derde van hen deed zijn of haar job niet naar behoren. De resterende volksvertegenwoordigers waren heel intens bezig met werk waarop ze volgens hun voorzitter ook nog eens fier zijn. Over wie het dan wel ging, wou Jan Peumans het achterste van zijn tong niet laten zien. Daarover zou de kiezer wel oordelen, toch?

Aan de kiezer om te oordelen

De voorzitter had gesproken, duidelijke taal. Als de meester het al zegt, moet het wel waar zijn. Hij weet immers het best hoe het er in zijn klas aan toe gaat.
Was hij het ook niet die onlangs een ferm deel van zijn als te riant gesmaakte remuneratie nog langer weigerde te ontvangen? Was het ook de meester niet die in alle anonimiteit een deel van zijn inkomsten overmaakte aan een boeddhistisch klooster in Hoei?
Gelukkig wou de primus inter pares van het Vlaams Parlement bij zijn boodschap wel nog kwijt dat het aan de kiezer was om te oordelen over de verkozenen des volks. Zo wordt het immers toch altijd voorgesteld.

Goddelijke Komedie

Bij mijn afscheid als parlementslid (2004) heb ik op de tv – animatie van de verkiezingsavond speciaal voor nieuwkomers – zoals Jan Peumans toen – de tekst voorgelezen die Dante en Vergilius boven de poort van de Hel vinden:

?Door mij komt men in de stad van lijden. Door mij komt men in de eeuwige pijn. Door mij komt men bij de verloren mensheid. (?)Laat varen alle hoop, gij die hier binnentreedt.?

(Goddelijke Komedie, De Hel, Zang 3, 1-9)

De eerste keer dat ik me dit citaat herinnerde in datzelfde Vlaamse Parlement was naar aanleiding van een nachtelijke discussie over tweetaligheid van vrederechters voor Spiere-Helkijn. Plots stokten de stemmingen wegens Karel De Gucht dringend diende te overleggen met de federale premier en partijgenoot Guy Verhofstadt.

De Vlaamse meerderheid zat klem en er dienden ontmijnende handelingen verricht in de coulissen onder een inktzwarte hemel. De manier waarop parlementairen behandeld werden, waarop wetgevend werk gemanipuleerd werd, had iets van die eeuwige pijn bij de verloren mensheid. Zeker voor verkozenen die nog met enige hoop hun intrede hadden gemaakt.

Theatrocratie

Het prachtige halfrond van het Vlaamse Parlement en de ondersteunende diensten met vele technische en legistieke kwaliteiten zijn onmisbaar voor een representatieve democratie.
Maar democratie kan niet zonder het spel van doen alsof, leugens en veinzen. Tot het wezen van een democratische cultuurvorm behoort het besef van theatrocratie.
Of zoals de vroegere hoofdredacteur van Die Zeit, Marion Gr?fin D?nhoff (1909-2002) het formuleerde: ?Het komt niet op de feiten aan, maar op de voorstelling die de mensen van de feiten hebben. Die voorstelling kan je als krant be?nvloeden.? En dat heeft Jan Peumans als voorzitter reeds vaker en indringender getoucheerd dan menig verkozen lid van zijn vergadering.

Immers in de Belgische en bij uitbreiding Vlaamse parlementaire traditie wordt dat ?verkozen worden? van volksvertegenwoordigers zowat exclusief bepaald door de partijtop die de kieslijsten samenstelt.

Ook al beloofden ?s lands toppolitici na ?Zwarte Zondag?, Dutroux en de Witte Marsen de altijd groeiende kloof tussen politiek en burgers te dempen, provinciale kieskringen bleken plots belangrijker voor de partijbobo?s dan kleinere kiesdistricten met dichter bij het volk staande vertegenwoordigers.
Het spreekt voor zich dat in deze constellatie verkozenen van het volk vooral verantwoording verschuldigd zijn aan de samenstellers van de kandidatenlijsten, in casu de voorzitter en zijn hofhouding.

Leenmannen

Parlementari?rs die hun zetel als een promotie ervaren – financieel, maatschappelijk en politiek – zijn daarom geneigd om horen, zien en zwijgen in handen te leggen van die partijleiding.
Daarnaast zijn er parlementairen met een uitvoerend mandaat van burgemeester of schepen. Zij kijken uit naar een zetel in Brussel om de eigen ?fief? en dus hun potenti?le achterban te bedienen.
Meestal blijkt de activiteit van burgemeesters en schepenen van Vlaanderens grootste en kleinere steden in hun parlementair mandaat zeer beperkt.
Zij komen wekelijks het stemknopje bedienen, maar lopen zich vooral in het zweet voor fondsen, decreten en wetgeving in het belang van hun gemeente of provincie.

Volksvertegenwoordigers krijgen van hun fractieleiders commissies toebedeeld waarin het voorbereidende werk gebeurt. Daar kunnen ze regeringsleden ondervragen. Wie van hen in de plenaire zitting wekelijks een actuele vraag mag stellen, wordt bepaald voor de eigen fractieleider.
En die fractieleiders beschouwen zich graag als leenman van hun partijleiders.

In (on-)genade

Voor het parlementaire werk is het natuurlijk zeer belangrijk of je lid bent van een meerderheidsfractie. Dan krijg je wel eens een ?doorgetelefoneerde? vraag doorgespeeld van een eigen minister. Met zo?n een-tweetje hoopt de verkozene even de pers te halen in het schijnsel van minister en kabinet.

Want laat ons wel wezen: wie niet voldoende in de gratie van de partijtop verkeert, riskeert vergetelheid in een theatrocratie waar de toegang tot de b?hne afhangt van de plaats op de kieslijsten. Wat dan weer bepaald wordt door de samenstellers, al dan niet via tactisch gegoochel met plaatsvervangers en elders verkozenen die liever hun mandaat in een ander parlement aanhouden.

De anderen kunnen vanuit de eigen fief strategisch maneuvreren in de coulissen van de partij-hi?rarchie in de doorgaans ijdele hoop nationaal nog eens aan de bak te mogen komen. Voor sommige verkozenen – ooit als geroemde experts, deskundigen, BV?s gelanceerd – is de leegte in ongenade nadien nauwelijks te harden.

Het democratisch tekort

Het politieke bedrijf lijdt dus aan een ingewikkeld kluwen van strategische en tactische spelletjes waar soms een helder en inspirerend verhaal boven de m?lee kan uitstijgen. In ?Het democratisch tekort? betoogde de Franse politieke filosoof Claude Lefort dat de strijd om de macht maar vernieuwend kan blijven wanneer de troon van de macht zelf leeg blijft. Alleen zo?n democratie erkent het onophefbare sociale conflict dat aan de basis ligt van elke maatschappij. Zij is de sc?ne waarop politieke idee?n moeten botsen om het permanente onevenwicht en dus ook de dynamiek in stand te houden.

Om die dynamiek beter in stand te houden alvast nog een goeie tip voor Jan Peumans en de Vlaamse politici: voer nu eens eindelijk het verbod in op cumulatie van een wetgevend en uitvoerend mandaat. Het is immers een flagrante inbreuk op Montesquieu?s trias politica. Volgens het democratische principe van de scheiding der machten kunnen ministers, burgemeesters en schepenen hun uitvoerend mandaat nooit cumuleren met dat van een verkozen mandaat dat precies henzelf moet kunnen controleren.

?Het geheim van een volksmenner is zich even dom voor te doen als zijn toehoorders, waardoor zij geloven even verstandig te zijn als hij? – Karl Kraus (1874-1936)






 

Archief

Shenandoah – Keith Jarrett & Brass bands

12 augustus 2012

http://en.wikipedia.org/wiki/Oh_Shenandoah

Klik om toegang te krijgen tot shenandoah.pdf

in schitterende koper uitvoering