knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

Sándor Márai, Een leven in beelden – Ernà? Zeltner. Wereldbiblitoheek

16 januari 2007

Sándor Márai, Een leven in beelden – Ernà? Zeltner uitg. Wereldbiblitoheek
Sinds het werk van Sándor Márai rond zijn honderdste verjaardag '? bij het nieuwe millennium – op de Nederlandse romanmarkt begon te verschijnen, was ik steeds weer verrast door de formidabele kwaliteit van ‘Gloed’, ‘Land,Land’, ‘De gravin van Parma’, ‘Kentering van een huwelijk’ en ‘De nacht voor de scheiding’, in magnifieke vertalingen bij Wereldvenster.
Márai verscheen voor mij uit de nevelen van Kakanië als Hongaar, als vertegenwoordiger van de nationale democratische burgerij, maar ik kon hem nergens situeren. Hij was een XXste eeuwse Europese intellectueel, lang voor het proces van Europese eenwording begon.
Márai werd door Roberto Calasso in 1989 opnieuw ontdekt in Italië. Calasso herkende in 'Gloed' een verloren meesterwerk, vergelijkbaar met het werk van Thomas Mann en Italo Calvino.
Met 'Gloed' startte postuum het wereldwijde succes voor het werk van Sándor Márai in meer dan 18 landen.
Op 11 april 1900 werd Sándor Grosschmied de Mára geboren in een rijk burgerlijk milieu van gemagyariseerde Saksische juristen in wat toen nog het Hongaarse stadje Kassa was. Vandaag Kosice in Slowakije. Hij studeerde in Boedapest, Leipzig, Frankfurt en Berlijn. Hij vertaalde ondermeer Kafka in het Hongaars en was correspondent voor de Frankfurter Algemeine Zeitung in Parijs. Vanaf 1929 publiceerde hij meer dan 50 romans, verhalen, gedichten, essays en toneelstukken. Gedurende de nazi-tijd leidde hij als schrijver een teruggetrokken leven in Boedapest. Antifascist in hart en nieren, verwierp hij in de jaren 30 en 40 het nazisme. Na de oorlog verzette hij zich tegen het nieuwe totalitarisme van de ‘bevrijders’. Onder de socialistische regering werd zijn werk verboden. Hij verliet Hongarije in 1948  en trok naar Napels. Via Canada verhuisde hij naar New York. Na een nieuw verblijf in Salerno verhuisden de Márais definitief naar San Diego, Californië. Zijn Joodse vrouw en hun adoptief zoon overleden nog voor de auteur die zelf weigerde terug te keren naar Hongarije zolang er geen democratisch verkozen regime heerste zonder buitenlandse bezettingslegers.
In 1989, een jaar voor “Gloed” opnieuw werd uitgegeven in zijn geboorteland, maakte hij een einde aan zijn leven. “Gloed” werd voor het eerst gepubliceerd in 1942 maar bereikte toen de literaire wereld in Europa niet.


Zijn thematiek van menselijke relaties en hun passie en berekening, hart en rede speelt tegen een dreigende, soms nog smeulende achtergrond van wat mensen elkaar aandeden gedurende de eerste helft van de 20 ste eeuw in zijn geliefde Europa. Zijn observaties van menselijk gedrag en drijfveren zijn vaak adembenemend gelaagd en in een schitterende stijl  neergeschreven.

De vele mooie foto's in dit 'beeldenboek' stemmen tot weemoed en melancholie. De biografische gegevens en de toelichtingen uit zijn dagboeken helpen het genie van Sándor Márai te begrijpen. Hij kwam uiteraard niet uit de poesta aangewaaid.
Maar het literaire niveau van 'Een leven in beelden ' verbleekt naast de scherpe foto's.


79.’ Ik heb een slecht geheugen. Periodes, het uiterlijk van mensen, ontmoetingen vallen spoorloos door zijn rooster, ik herinner me alleen naar clusters van gebeurtenissen.(...) Mijn geheugen is ondankbaar.’ Bekentenissen (Berlijn)

146. Als Márai zich over zijn politieke en maatschappelijke positie binnen de nieuwe orde uitsprak, kwam hij altijd openlijk voor zijn burgerlijke wortels uit. Daarbij moest hij ondervinden dat zijn positie in de intellectuele wereld van Hongarije veel weg had van een ’ schaakmat’. ’ Het is om wanhopig van te worden. Aan de linkerkant heb ik niets te zoeken, want uit mijn klasse stappen zal voor mij hetzelfde zijn als morele zelfmoord: ik kan deze klasse alleen van binnenuit kritisch bekijken, al het andere staat gelijk aan verraad. En ook naar rechts kan ik geen enkele stap doen, ben geen moment bereid het achter de fatsoenlijke rechtervleugel met knuppels en semi-automatisch geweer loerende fascisme te ondersteunen. Ik moet alleen blijven, helemaal alleen, met mijn werk dat slechts voor weinigen nog iets betekent, en wel met alle maatschappelijke en existentiële gevolgen vandien.’ Dagboek, 1947

161. ‘Maar ik heb geen zin om naar Duitsland te gaan; krijg geen innrtlijk contact met de Duitsers. Ik zal naar Italië verhuizen, waar niemand en niets op me wacht’.(...) ‘De Duitsers leven weer, werken, ze kopem ook boeken, gaan naar het theater. Zonder hen kan Europa er niet bovenop komen. Zonder hen bestaat er geen uitgeverijwezen, geen wetenschappelijk, geen theater- en muziekleven in Europa’.
Maar in de daaropvolgende bijtende zin ligt alle bitterheid die zich tijdens de oorlog en de enerverende naoorlogse jaren bij hem had opgehoopt:’Als ze zich toevallig niet met van overheidswege georganiseerde massamoord bezighouden, zijn ze heel nuttig.’ (...) ‘Ik voel het aan mijn eigen lijf hoe vreselijk verlamd deze wereld is’, klaagde hij, en hij bezwoer dat ‘men grote eenheden, vrij verkeer van geld en waren moet creëren, anders verkommert Europa’. Dagboek 1948.

180. De ambassadeur van de Verenigde Staten nodigde hem uit voor een gesprek op de Amerikaanse ambassade in Rome. Márai ging erheen en liet zich vertellen welke voordelen het leven in de VS hem zou bieden. De enigszins neerbuigende en voor hem provocerend klinkende mededeling van de ambassadeur dat zijn bestaan als ontheemd schrijver, die hier in Italië nog steeds een vreemdeling was die slechts geduld werd, met het Amerikaanse staatsburgerschap een staatsrechtelijke gegarandeerde status zou krijgen, maakte zijn gast zo kwaad dat deze opsprong en tegenover de verblufte ambassadeur verklaarde: ‘Neemt u er nota van dat ú als Amerikaan hier in Europa een vreemdeling bent, want als de ongelukzalige Columbus niet toevallig precies in die richting was gevaren, wisten we tot op de dag van vandaag niet dat Amerika zelfs maar bestaat. à?k ben in heel Europa thuis, maar ú bent in heel Europa een vreemdeling’ – en daarop liep hij kwaad de deur uit. De zaak heeft vervolgens een jaar stilgelegen, want Márai wilde voorlopig niets meer met de ambassade te maken hebben.

192. Tijdens een kort bezoek aan Mexico stelde Márai diep onder de indruk vast: “Met Mexico heb ik iets gemeenschappelijks. Dat voel ik nu heel sterk. In de afgelopen decennia heb ik vaak, soms met een gevoel van heimwee, aan Mexico gedacht.” De mensen daar herinnerden hem aan de Napolitanen. ‘Dit diepbijgelovige en katholieke volk is oprecht antiklerikaal – net als in Zuid-Italië ‘.

203. ‘De roman die ik afgelopen oktober begon te schrijven, heb ik op de een of andere manier afgesloten: ik noem hem Erà?sità? – De Trooster – moet er nog aan schaven. Het vergaat me net zoals oude ouders, voor wie het pijnlijk is als er na een lang huwelijk onverwacht een baby komt: ze zijn een beetje trots, maar ze schamen zich ook een beetje. Op mijn leeftijd ( 75 ) is het immers niet meer gepast om een roman te schrijven. Maar de mens is zwak.’
 

Reacties graag naar mailadres.