knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

Archief

Gravensteengroep: Politieke solidariteit, een noodzaak voor de democratie

4 juli 2008

Politieke solidariteit: een noodzaak voor de democratie

België kreunt onder een gebrek aan politieke solidariteit. Recente gebeurtenissen illustreren dit scherp. Franstalige politici hebben opnieuw een aantal beslissingen van het Vlaams Parlement en de Vlaamse regering verdacht gemaakt in de Raad van Europa. Ook de Verenigde Naties werden onlangs in dit proces ingeschakeld.
Dit zijn zorgwekkende feiten. Redelijke en rechtvaardige Vlaamse standpunten worden voortdurend geassocieerd met een extreem rechts gedachtegoed, zoals het eerste Gravensteenmanifest reeds stelde. Die kritiekloze aanname creëert een klimaat waarin de Vlamingen als onverdraagzaam worden voorgesteld. Er zijn Franstaligen die zich nu verheugen omdat men in het buitenland denkt: 'Vlaanderen is racistisch'. Alsof dat zelf geen racistische gedachte is. Dergelijke praktijken verzieken de omgang tussen Vlamingen en Franstaligen.

Internationale spelregels
Een consequente toepassing van Europese principes in België zou het Vlaamse standpunt vooral bevestigen. In het huidige Europa kan een grens niet langer worden beschouwd als een slagboom, of het grondgebied als een slagveld. De binnengrenzen van Europa functioneren vandaag veeleer als spelregels. Wie Luik verlaat richting Aken, of Kortrijk richting Parijs, komt voorbij de voormalige staatsgrenzen weliswaar in een andere taal en cultuur terecht, maar gelukkig niet langer in een andere wereld, of een ander Europa.
Vandaag hebben Fransen rechten in Duitsland. Ze genieten er, zoals alle EU-burgers, de bescherming van Europese wetten en verdragen. Ze kunnen er wonen, werken, studeren, leven'? Maar ze hebben er ook plichten. Ze worden geacht de taal en cultuur te respecteren van het land dat hun gastvrijheid biedt. Er zijn spelregels: elke grensovergang is als het betreden van een nieuw vakje in een gezamenlijk spel.
De Gravensteengroep gaat uit van een '? voorwaardelijk '? vertrouwen in de onomkeerbaarheid van de Europese eenwording. Dit Europa is nog niet ideaal. Maar het is zeker niet langer de speeltuin van een Bismarck, of een Napoleon.
Als de negentiende-eeuwse versie van de natiestaat achterhaald is, dan geldt dit ook voor België. De Gravensteengroep vraagt niets anders dan dat Europese en dus inter-nationale regels ook in ons land worden gerespecteerd. Het territorialiteitsbeginsel maakt daar deel van uit, als de politieke basis voor een vreedzaam samenleven in federaal verband. Maar ook het respect voor de meerderheidsregel behoort tot die regels, evenals de politieke verantwoordelijkheid van de bestuurders voor het gevoerde beleid ('no taxation without representation').

IJzeren Rijn
Wij wensen dat de Franstaligen in België eindelijk ophouden onze problemen vanuit een eng nationaal kader te benaderen. Dat bovendien een deel van de Vlamingen onze zoektocht naar een democratische en Europese benadering niet bijtreedt, blijft een probleem. Zelf kritiekloos de Belgische natie verdedigen maar anderen nationalisme verwijten, is niet ernstig.
Het aankaarten van het democratisch deficit in België is het tegendeel van 'Vlaamse navelstaarderij'. Hoe meer je onze buurlanden bestudeert, hoe duidelijker blijkt dat de basisprincipes van een volwaardig, democratisch federalisme in ons land niet worden toegepast. Eén van die principes is de politieke solidariteit. In het tweede Gravensteenmanifest stelden we dat solidariteit het eigenbelang overstijgt. Politieke solidariteit betekent onder meer dat politici van het ene landsdeel niet moedwillig handelen tegen het belang van een andere deelstaat in.
Een illustratie van dat laatste was het optreden van het Waalse Gewest in het dossier van de 'IJzeren Rijn'. De Vlaamse regering heeft jarenlang moeizaam onderhandeld met Nederland over de aansluiting van de Antwerpse haven op het Duitse Ruhrgebied via het spoor. Het traject liep niet over Waals grondgebied en kwam niet ten laste van de Waalse begroting. Toch vond de toenmalige minister-president van het Waalse Gewest, Elio di Rupo, in een advies aan het provinciebestuur van Maastricht dat het hele project 'weggegooid geld' was. Terecht noemden de sp.a-ministers deze visie 'ongehoord, inconsequent en dom'. Wie de elementaire principes van de politieke solidariteit niet respecteert, ondermijnt zelf het samenleven in de federale staat België.

Machtsvacuüm
In België wordt de doorwerking van de democratie al decennialang tegengewerkt. Vandaag behoort het tot het politieke spel om de meerderheidregel niet te respecteren. Franstaligen steigeren als in de Kamer van Volksvertegenwoordigers de Vlamingen hun meerderheid gebruiken om een kieswet aan te passen. Nochtans hebben deze laatsten daar volgens de Grondwet het volste recht toe. Anderzijds eisen de Franstaligen dat de meerderheid in een faciliteitengemeente zou mogen beslissen over een aanhechting bij Brussel, terwijl voor een dergelijke procedure geen grondwettelijke basis bestaat. Er wordt geen moeite gespaard om een democratische maatregel als de Vlaamse wooncode voor te stellen als een dwangmaatregel van een racistische overheid.
Door dit alles zijn wij in een crisis van de democratie zonder voorgaande beland. De meerderheid kan haar democratische visie op het toekomstige beleid niet realiseren. Zij wordt voortdurend afgeblokt door de minderheid, die nochtans in de wetgeving ruime bescherming geniet. De scheiding der machten is zonder voorwerp, aangezien er geen macht meer is maar een steeds zorgwekkender vacuüm. Dìt België ter discussie stellen, lijkt ons een daad van democratisch verzet.

Herstel van de democratie
De loodzware taak van de huidige regering is niet alleen het vestigen van goed bestuur, maar eerst en vooral het herstel van de democratie. Dit zal enkel slagen indien het belang van enkele fundamentele regels wordt erkend: De erkenning van het territorialiteitsbeginsel. Waardering, te goeder trouw, voor de democratische spelregels in de Belgische politiek. Respect voor de meerderheidsregel. Verantwoordelijkheid van de verschillende overheden voor het eigen beleid, wat moet leiden tot ruime fiscale autonomie.
Wie het Belgische federalisme nog een toekomst wil geven, stemt ondubbelzinnig in met een institutionele pacificatie, waarvan de vanzelfsprekende splitsing van B-H-V een hoeksteen vormt. Als de Franstalige minderheid werkelijk wil dat dit land, waarvan zij nu enthousiast de vlag hijst, door de Nederlandstalige meerderheid in ere wordt gehouden, dan moet zij voor die meerderheid zelf het nodige respect opbrengen.
De macht uit haar vacuüm en de democratie uit haar diepe crisis halen, zal meer vergen dan 'vijf minuten politieke moed'. Het veronderstelt bij de verantwoordelijken een visie die uitgaat van de dringende behoefte aan politieke solidariteit. Het vereist een overtuigingskracht die daaraan beantwoordt. Zonder politieke solidariteit, zowel bij de overheden als de burgers, wordt verdraagzaam en democratisch samenleven onmogelijk. Alleen de bewuste keuze voor politieke solidariteit zal het land uit het huidige vacuüm halen.
Wij pleiten ervoor dat de stilaan uitzichtloze Belgische crisis wordt benaderd vanuit een democratische, rationele invalshoek. Wij kunnen niet langer aanvaarden dat de redelijkheid van de democratie in heel Europa mag zegevieren, behalve in België. Wij eisen geen grond, geen geld en geen macht. Wij wijzen op principes die moeten leiden tot meer democratie.
www.gravensteengroep.org

Etienne Vermeersch (ere-vice-rector Universiteit Gent), Jan Verheyen (regisseur),
Frans-Jos Verdoodt (em. prof. Utrecht, prof. Universiteit Antwerpen), Tuur Van Wallendael (gewezen journalist, sp.a), Piet van Eeckhaut (gewezen voorzitter provincieraad Oost-Vlaanderen, sp.a), Jan Van Duppen (gewezen gemeenschapssenator en huisarts), Luc Van Doorslaer (docent Lessius, K.U.Leuven, journalist), Jef Turf, (oud-vice-vooritter KP), Johan Swinnen (prof. VUB, Hogeschool Antwerpen, Sorbonne), Bart Staes (Europarlementslid Groen!), Brigitte Raskin (schrijfster), Jean-Pierre Rondas (producer Klara), Yves Panneels (communicatiedeskundige), Chris Michel (journalist), Bart Maddens (prof. K.U.Leuven), Karel Gacoms (ABVV-militant), Paul Ghijsels (voormalig journalist en ambtenaar), Peter Hoogland (bedrijfsleider), Pierre Darge (journalist), Paul De Ridder (dr. historicus, medewerker TV Brussel), Dirk Denoyelle (cabaretier), Peter De Graeve (prof. Universiteit Antwerpen), Eric Defoort (em. prof. K.U.Brussel), Jo Decaluwe (acteur-regisseur), Willy Courteaux (gewezen journalist), Jan Bosmans (arts, auteur), Tinneke Beeckman (dr. filosoof VUB), Ludo Abicht (voormalig prof. Universiteit Berkeley)

Archief

Hugo Claus, 1929 – 2008

20 maart 2008

Bewegen
I

Alsof door de wenteling van je lenden
een heldere nachtmerrie ontstaat
alsof de daimoon in je gewrichten
schokschoudert van het lachen

Dat bewegen van jou en mij
spelingen van het licht

De verwanten zijn ver weg
De liefdes, praat er niet over,
ik registreer alleen die dagelijkse
nonchalante dood van mij
een ridder
vol rare woorden

Uit ‘In geval van Nood’
opgenomen in ‘Hugo Claus – Nu nog, een keuze uit de gedichten’ – De Bezige Bij 2007, p. 345

De Morgen 20032008

‘Nu nog vergeet ik weer de goden en hun ministers,
zij is het die mij versplintert, veroordeelt en vergeet,
zij van alle seizoenen maar vooral van de winter
want zij wordt mooier, kouder naarmate ik verder sterf.’

‘Ik verkies een elegante, goedgemaakte leugen tegenover me te hebben die ik herken als leugen en waar ik mijn eigen hoffelijke en hoofse leugen tegenover kan zetten, in plaats van dat geëtter over de waarheid.’

‘Het enige serieuze is: de wellust.’

‘Poëzie is de kern van mijn werk. Een gedicht is een bliksem, proza is een stroom. Daartussen pendel ik.’

‘Schrijven is knutselen, niet de vloed van de ziel weergeven.’

+++++++++++++++++++++++++++++++++

Op kousenvoeten leek het wel,
Dat zijn dood zou komen
En wachten zou op zijn hoe en waar
Want hij durfde kiezen
Als een ridder van het woord
Die dat zelf gestand deed
Voor wie hem dierbaar was en
Bij wie hij blijven zal
In beelden en zinnen, kleuren
En klanken van een stem
Die de toppen van de ironie
Koesterde als een hoeder
Van de verhalen die niet
Meer zoeken naar een stem..

Archief

Gravensteengroep en Manifest

24 februari 2008

Het Manifest

De ondertekenaars van dit manifest, die zich de Gravensteengroep* noemen, vertrekken vanuit verschillende politieke en ideologische uitgangspunten, maar zijn het eens in hun gehechtheid aan de democratie en de mensenrechten. Zij stellen de waarden van vrijheid, gelijkheid, solidariteit en wederzijds respect centraal, en wijzen alle vormen van racisme en xenofobie radicaal af.
Zij zijn echter verontrust door het feit dat in de recente discussies over de staatshervorming de indruk wordt gewekt dat redelijke en rechtvaardige Vlaamse eisen telkens weer met (extreem-) rechts gedachtegoed worden geassocieerd. Daarom wensen ze de volgende standpunten naar voren te brengen.

Bij het ontstaan van België in 1830 heeft de francofone bourgeoisie de kans schoon gezien haar prioriteiten veilig te stellen, door een regime te installeren dat essentieel op sociale ongelijkheid en discriminatie van de Vlaamse taal en bevolking was gefundeerd. Die sociaal-economische ongelijkheid is mettertijd in grote mate weggewerkt dankzij een strijdbare arbeidersbeweging. Het recht op eigen taal en cultuur hebben de Vlamingen echter moeten afdwingen via een kluwen van ondoorzichtige compromissen. Het resultaat is een omslachtige staatsstructuur, een institutionele doolhof met zeven parlementen en zes regeringen. Onze ‘imago-schade’ in het buitenland wordt niet alleen veroorzaakt door de voorbije formatiecrisis, maar ook door de chaos die de Belgische constructie na 177 jaar lapwerk kenmerkt. De verkiezingsuitslag van 10 juni 2007 in Vlaanderen is mede veroorzaakt door het ongenoegen over deze historische vergroeiing en lijkt een onomkeerbare optie op de toekomst te nemen.

Dat een flink deel van de Vlaamse culturele wereld de intellectuele moed mist om deze analyse te maken, is onbegrijpelijk. Dat ze zich, samen met de oude Belgische elites, vastklampt aan een Belgische status-quo, is onaanvaardbaar. Dit zelfverklaard ‘progressief Vlaanderen’ stelt zich behoudsgezind op en dreigt de trein van de geschiedenis te missen. Ons aanknopingspunt is niet een belegen Vlaams romantisme, maar wel de Verlichtingsfilosofie, het democratisch gelijkheidsbeginsel, een moderne visie rond decentralisatie, subsidiariteit, schaalverkleining en regionale autonomie die overal in Europa aan de orde is, van Schotland tot Kosovo, en van Catalonië tot Estland.

Centraal staat daarin het principe van territorialiteit. In 1962-63 werden de definitieve grenzen vastgelegd van Vlaanderen, Wallonië en Duitstalig België, als taalkundige én culturele ruimtes binnen het Belgisch federaal bestel. Dit nadat al in 1932 de eentaligheid der regio’s mede onder sterke Waalse druk werd aanvaard. De taalgrens heeft hier in dit opzicht de kracht van een staatsgrens. Zo’n ruimtelijke afbakening impliceert bepaalde spelregels, nodig voor een gezond sociaal weefsel. Wereldwijd beschouwt men het namelijk als evident dat een immigrant, mits een aanpassingsperiode, zich inburgert door zich de taal van het nieuwe thuisland eigen te maken. Dit doet geen afbreuk aan de mensenrechten inzake godsdienst, culturele eigenheid of taalgebruik in de privé-sfeer. Laagopgeleide allochtone migranten doen deze inspanning met vrucht, terwijl veelal hoogopgeleide Franstalige inwijkelingen in Vlaanderen dit om principiële redenen niét blijken te doen, hierin gesteund door hun politici. Sommigen menen zelfs dat het volstaat, in een grensgemeente een meerderheid te verwerven, om de grenzen te verplaatsen. Daarmee ondergraven ze het principe van de politieke solidariteit tussen de gewesten, en meteen ook van de Belgische federale structuur op zich. Men kan zich indenken hoe de Fransen zouden reageren, mocht een Duitstalige meerderheid in een Franse grensgemeente eventjes de grenzen tussen beide landen willen wijzigen…

De ondertekenaars van dit manifest vinden daarom dat elke discussie over sociaal-economische solidariteit onmogelijk wordt, indien men de politieke solidariteit, d.w.z. het wederzijds respect voor grens en ruimte niet eerbiedigt. Er is een ommekeer in de mentaliteit nodig bij de francofone politici: wij hoeven dit respect niet ‘af te kopen’. De splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde is een toepassing van dat in de grondwet verankerd territorialiteitsbeginsel. Daarnaast vormt reële tweetaligheid in Brussel, als hoofdstedelijk gewest, de laatste kans voor België om als confederale staat te overleven.

Als een consensus over deze basisbeginselen wordt afgewezen, is elke discussie over staatshervorming zinloos. Noodgedwongen moeten we dan de nodige stappen zetten om de regio’s als onafhankelijke staten deel te laten uitmaken van de Europese Unie. Overigens, in de post-Belgische context van de Europese samenwerking kan interregionale solidariteit maximaal spelen. Wij willen, als welvarende regio, zowel de interpersoonlijke als de interregionale solidariteit in stand houden. Met ons hoofd én met ons hart. Maar niet met een latent onbehagen omtrent cultuurimperialisme, ongezond parasitisme, en verborgen partijpolitieke agenda’s.

Dit België is zonder duidelijke, onherroepelijke afspraken niet werkbaar; wie een hervorming in deze democratische zin afwijst, pleit in feite voor de ontbinding van die staat. In het verlengde van deze moderniseringsgedachte vragen wij transparante politieke structuren, responsabilisering van de regionale besturen, de toepassing van democratische grondrechten, en onschendbaarheid van taalgrenzen. Met onze Franstalige vrienden als het kan, zonder hen als het moet.

Meer autonomie zal eenieder tot voordeel strekken. Gelukkig groeit aan beide zijden van de taalgrens het besef dat ook Franstalig België zijn eigen groeikansen hypothekeert in de mate dat het zich laat gijzelen door politici die zweren bij de status-quo.

De oude vijandbeelden moeten vervangen worden door nieuwe samenwerkingsverbanden, gebaseerd op een evenwicht tussen solidariteit en verantwoordelijkheid. Wallonië als bevriende partnernatie lijkt ons een aantrekkelijker perspectief dan een staatsbestel dat zich van de ene crisis naar de andere voortsleept.

Namens de Gravensteengroep,

Etienne Vermeersch
Jan Verheyen
Frans-Jos Verdoodt
Piet van Eeckhaut
Jef Turf
Bart Staes
Johan Sanctorum
Jean-Pierre Rondas
Yves Panneels

Chris Michel
Bart Maddens
Paul Ghijsels
Paul De Ridder
Dirk Denoyelle
Peter De Graeve
Eric Defoort
Jo de Caluwe
Ludo Abicht

*De groep kwam voor het eerst samen en stelde deze tekst op in de schaduw van het Gentse Gravensteen.

Archief

Lieven Tavernier, wind & rook

26 december 2007

Lieven Tavernier, wind & rook

DE VIERDE CD VAN LIEVEN TAVERNIER IS ER
Wind & rook (de maison bleue sessies) werd de eerste drie dagen van augustus 2007 live opgenomen zonder overdubs in de woonkamer van producer Nils De Caster: What you hear is what you get.

Lieven Tavernier & '?De zondaars'?

Muzikanten
Lieven Tavernier : zang & gitaar
Nils De Caster: dobro, gitaar & mandoline
Yves Meersschaert : piano & accordeon
Bruno Deneckere : gitaar, banjo & mondharmonica
Mario Vermandel: Vaste bassist bij Tavernier & groep. Helaas & diep betreurd, kon Mario niet opnemen wegens tendinitis. Uit totale eerbied voor onze geliefde vriend werd besloten de c.d. dan op te nemen zonder bassist.

Gasten
Sarah D’hondt: zang
Frank Vantroyen: bastuba

Lieven Tavernier is één van de literaire schaduwen uit het noorden.
Ze schuilen onuitwisbaar in het wateroppervlak van onze taal
omdat na ieder woelig worstelen die schaduwen weerkeren
opdat de luisteraar erin zou kunnen verzinken.
Lieven Tavernier maakt met zijn woorden
van het Nederlands een taal vol mededogen.

Uit het noorden

De wind uit het noorden
Voorspelt niet vele goed
Het is de kou die niet meer weggaat
Uit mijn ziel en mijn bloed
En de nachten van augustus
Ze zijn voorbij voorgoed
En ik zal ze niet missen
En dat is goed

Er is de liefste die wegging
Die je nooit meer hebt ontmoet
En je weet dat je liegt als je zegt
Dat het jou niets doet
Want waarom dromen
Dat ze jou nog zoekt
En als je niet wordt gevonden
Ook dat is goed

En tijd is niemands vijand
En tijd is niemands vriend
En tijd kijkt niet om
Of hij jou nog vindt

Er is de dood die staat te wachten
Hij wacht op elke hoek
Hij kent de namen van mijn vrienden
Ze staan in zijn boek
En hij zegt aan mijn liefste
Dat hij mij halen moet
En ik weet dat ze niet luistert
En dat is goed.

Wind en rook

Regen in de morgen
De zon blijft verborgen
De wind waait al mijn dromen
Op een hoop
Het is halfweg oktober
De zomer is over
Ik wacht op de winter en ben rusteloos
Als wind en rook

Er valt licht door de ramen
Van de ziekenhuiskamer
Ik kijk naar mijn vader
Mijn vader gaat dood
En ik weet als ik wegga
Dat ik zonder hem wegga
Dat zijn leven verdwijnt
Als wind en rook.

In mijn donkere dagen

Klokken luiden in de nacht
Donkere doffe slagen
En ik ben zo ver van huis
In de donkere dagen
Regenmantel, hou me warm
In sneeuw en regenvlagen
Laat me nu het licht maar zien
In mijn donkere dagen

En ik loop de straten door
In de stilte van de avond
En ik zie de mensen die
Zitten in hun kamer
Televisielicht dat schijnt
Voor doven en voor dwazen
Misschien is dat wel het licht
In hun donkere dagen

Oude mensen zeggen mij
Jij hebt niet te klagen,
Jij hebt nooit de kou gekend
Van de oorlogsjaren
Nee jij kent niet het verdriet
Van zovele graven
Weet dat het zo erg niet is
Al jouw donkere dagen

Voor de schipper ver van huis
Ver weg van de haven
Voor de vrouw die slapen wil
En niet meer zal slapen
Voor de vreemdeling die wacht
Tot iemand hem komt halen
Hoop ik dat het licht zal zijn
In hun donkere dagen.

Jaren geleden en jaren lang schreef hij met 'Over Water' 1986
een ode aan Gent en haar verborgen water.
In 1991 haalden zijn onvergetelijke parels
van de Nederlandse poëzie (1974-1975) met Jan de Wildes 'HéHé'
de radio waardoor ze het Vlaamse collectieve onbewuste binnendrongen.

De fanfare van honger en dorst

We liepen in Gent rond,
we waren met zessen,
we kwamen van nergens
gingen nergens naar toe,
vanaf de terrassen,
in de koffiehuizen
bekeken we de mensen
en hun drukke gedoe.

We liepen met ons hoofd in de wolken
en werden dan wakker van honger en dorst
en iedereen riep: kijk daar loopt de fanfare,
de fanfare van honger en dorst.

We hadden geen geld om eten te kopen,
maar we wisten voor alles het beste adres,
mosselen bij Leentje
en frieten bij Helga
en Annie bewaarde voor ons wel een fles.

En iedere nacht, nog net voor het slapen
de laatste vijf frank in Eddies joeboks.
'?A hard rain's gonna fall'?,
we zongen 't allemaal samen,
de fanfare van honger en dorst.

En kwam er een vrouw
die een van ons meenam,
dan namen we afscheid en zegden vaarwel,
de fanfare trok verder
met minder leden,
de toon in mineur,
we begrepen dat wel.

Maar er was nooit een vrouw
die mooier kon zingen
dan onze fanfare van honger en dorst
en het duurde nooit lang
of we waren weer samen
met de fanfare van honger en dorst.

Wie van ons had ooit durven denken
dat iedereen van ons voorgoed weg zou gaan,
we hebben toen zelf de fanfare ontbonden,
we hebben als iedereen de prijs zwaar betaald.
De prijs van de vrijheid: in ruil voor wat centen,
een baan bij de bank, een auto, een kind,
maar ergens in de stad zingt
een nieuwe fanfare,
een nieuwe fanfare van honger en dorst
een nieuwe fanfare van honger en dorst.

Eerste sneeuw

Ik werd heel langzaam wakker, ik wreef m’n ogen uit,
ik werd heel langzaam wakker, ik wreef m’n ogen uit,
ik kon het niet geloven, maar voor de vensterruit,
viel zacht naar beneden, de eerste sneeuw.

Mijn mama kwam naar boven, ‘t Is tijd om op te staan,
mijm mama kwam naar boven, kom trek je kleren aan,
mama, lieve mama, kijk eens naar beneden,
ga je met mij mee, in de eerste sneeuw.

Kijk eens naar omhoog en kijk
de lucht is grijs en zit vol vlokken
‘k wou dat dit kon blijven duren
dat het nooit meer zou stoppen.
‘k Voel me zo gelukkig in de eerste sneeuw,
‘k Voel me zo gelukkig in de eerste sneeuw.

Waar is mijn wollen muts nu, waar is mijn dikke sjaal,
waar is mijn wollen muts nu, waar is mijn dikke sjaal,
en ergens in de kelder ligt toch nog die slee,
papa moet me duwen door de eerste sneeuw.

Kijk eens naar omhoog en kijk
de lucht is grijs en zit vol vlokken
‘k wou dat dit kon blijven duren
dat het nooit meer zou stoppen.
‘k Voel me zo gelukkig in de eerste sneeuw,
‘k Voel me zo gelukkig in de eerste sneeuw.

Nu twintig jaren later, heb ik geen zin om op te staan,
nu twintig jaren later, kijk ik weer uit het raam,
mijn mama zal niet komen, mijn mama is lang dood,
ze ligt al lang beneden, in de eerste sneeuw.

Kijk eens omhoog en kijk de lucht is grijs en zit vol vlokken.
‘k Wou dat dit kon blijven duren,
dat het nooit meer zou stoppen.
‘k Voel me zo alleen in de eerste sneeuw,
‘k Voel me zo alleen in de eerste sneeuw,
in de eerste sneeuw

De verdwenen karavaan

Ik sliep in 't diepe duister,
in 't midden van de nacht,
stond iemand in mijn kamer
en zei, je wordt verwacht,
de karavaan staat klaar,
kom op en kleed je gauw
we staan op jou te wachten,
ja, d'r is nog plaats voor jou.

En toen ik uit mijn huis ging
zag ik een groepje staan
herkende hun gezichten
en wist nog ieders naam,
het waren oude vrienden
die ik nooit meer had ontmoet
en ook mijn jeugdvriendinnen
stonden wachtend op de stoep.

Iemand gaf een teken
en wij vertrokken toen,
de vrieslucht sneed bijtend
door mijn jas van licht katoen,
geen mens was in de straten,
er klonk nergens geluid
witte vlokken vielen,
veegden onze sporen uit

En weldra lag de stad
al heel ver achter ons
we liepen zwijgend verder
langs stilstaande wagons
en verder langs de velden
trok de karavaan
de wijzers op de toren
bleven onveranderd staan.

Een kind dat niet kon slapen
heeft ons die nacht gezien
en hoe op onze schouders
de sneeuw zacht nederviel
en hoe mijn jeugdvriendinnen
als zusters dicht bijeen
mijn liefdesbrieven lazen,
lieten vallen in de sneeuw.

Ik keek naar hun gezichten,
bekeek ze van dichtbij,
ze leken zacht en rustig
glimlachten tegen mij,
geen droefheid, geen vermoeidheid
de kou deerde hen niet,
ze liepen zonder aarzelen
naar een onbekend gebied.

En plotseling werd ik angstig
als wist ik niet waarom,
en niet toen ik wou vragen
of ik bij hen blijven kon,
lieten ze me achter
verdwenen een na een,
er werd geen woord gesproken
maar iemand knikte zacht van neen.

Mijn liefste kwam mij wekken,
ze zei, je sliep zo diep
ik wou mijn droom vertellen
ik vond de woorden niet
ik vouwde mijn handen
voor mijn gelaat
en weende zacht en bitter
om de verdwenen karavaan.

Naar aanleiding van de ‘vernieuwing’ van Radio 1 schreef Lieven Tavernier op 6 december 2007 een lezersbrief in De Morgen, die de essentie van een gecommercialiseerd cultuurleven ontbloot.

Nog even een reactie op ‘Radio 1-heidsworst’ (DM 3/12). Daarin deelt muziekcoà?rdinator Radio 1 Evert Venema mee dat er overdag geen muziek meer zal worden gedraaid van Vanuytsel of mij, “alleen nog in de late uurtjes”. We lijken warempel een ietwat hardere pornofilm, alleen geschikt voor ‘de late uurtjes’. Onze songs passen niet in de programmering overdag, “als we daarin een logische lijn willen aanhouden”, dixit Venema.
Ik kan me voorstellen dat Venema’s Berufsverbot niet alleen Vanuytsel en mij betreft, maar nog andere muzikanten. Omdat muzikanten niet altijd weten hoe ze ‘de logische lijn’ moeten aanhouden, stel ik graag het volgende voor. Venema stuurt ons een formulier toe waarin in eenvoudige bewoordingen uitgelegd wordt welke songs we (nog) mogen schrijven, welk tempo het correcte Radio 1-tempo is, welke sessiemuzikanten goede Radio 1-muzikanten zijn, of Radio 1 zelf de mix doet, en of we van elke song twee versies moeten aanmaken: een versie voor overdag en een versie voor ‘de late uurtjes’.
Zou zo een formulier niet dé oplossing zijn voor elke onzekere muzikant, en vooral hoe dankbaar controleerbaar voor regelneef Venema?
Lieven Tavernier, componist

Archief

‘Red de solidariteit’ of ‘Democratische differentie’ Peter De Graeve

7 oktober 2007

Hoe zo solidariteit?

Rik Van Cauwelaert in Knack van 10 oktober 2007.

' (...)In dat licht heeft de petitie Red de solidariteit, georganiseerd door vakbondslui en althans wat de BV signaturen betreft, veelal ondertekend door zelfbenoemde wereldburgers die destijds een groot entousiasme betoonden voor Paars, iets pijnlijks.
De ondertekenaars vrezen immers dat al dat constitutionele gekonkel de solidariteit tussen Vlaam en Waal in het gedrang brengt, ja zelfs zal doorknippen. Om deze funeste onderneming af te blokken, gooien al die BV's zich met ware doodsverachting op de sporen voor de aanstormende trein. Blijkbaar heeft geen van hen zich afgevraagd hoeveel solidariteit er de voorbije jaren al overboord werd gegooid.

Vandaag betalen de Belgen gemiddeld nagenoeg 28% van de gezondheidszorg uit eigen portemonnee '? de cijfers komen uit de gezondheidsindicatoren van de OESO. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) ligt het cijfer nog hoger en betalen de Belgen, nog altijd de zwaarst belaste werknemers in Europa, nu al 33 % uit eigen zak. Ter vergelijking: en Fransman betaalt 24 %, een Duitser 22 %, een Zweed nauwelijks 15%.
Sommige patiënten, langdurig zieken en ouderen, dragen in een aantal gevallen tot 45 % en meer van de kosten voor hun medische verzorging. Elke stijging van de gezondheidskosten treft uitgerekend die kwetsbare groepen.

Dat deze evolutie tot regelrechte persoonlijke drama's leidt hoeft geen betoog. 27% van de Brusselaars leeft momenteel op of onder de armoedegrens. En die wonen niet in de hoofdstedelijk buurten waar momenteel de Belgische vlaggen wapperen. Zij genieten blijkbaar niet van al die heerlijke vetpotten.
Het wereldburgerschap is alleen weggelegd voor de Belgen die het zich kunnen veroorloven, zoals de BV's op de lijsten van Red de Solidariteit. Het is niet weggelegd voor de arme drommels in Brussel en de langdurige werklozen in de Borinage en de Centre.
Het is niet voor hen dat oranje-blauw in de steigers moet, maar om een belastingsverlaging en de continue hold-up van de notionele interestaftrek mogelijk te maken. En om Afrikaanse armoedzaaiers buiten de grenzen van het unitaire België te houden.'

Democratische differentie
Peter De Graeve

Je kunt niet je handtekening plaatsen onder het laatste metafysische begrip '? solidariteit '?, en overgaan tot de orde van de dag: je liedje zingen voor een volle zaal, je versjes schrijven, een ererondje draaien. Sommigen doen nu alsof de hemel op ons hoofd zal vallen indien de solidariteit ophoudt te bestaan. De commotie lijkt naast de kwestie. Nooit eerder was de steun voor de Derde Wereld zo groot. Nooit eerder ging het daar zo slecht. Waar zit het oorzakelijk verband? Op analoge wijze doet men alsof het volstaat te geloven in de solidariteit om het hachje van de natie te redden. Ach ja, links Vlaanderen'? Het leeft met milde hand, het denkt met een mild hoofd. Het heeft zopas zijn eed van eeuwige trouw gezworen op het altaar van de goedgelovigheid. Nu wacht het met ingehouden adem tot de wereld knielt.

Progressief Vlaanderen zit met een probleem. Dat heet: moderne democratie. Wat zich hier links noemt, lijkt het democratisch bewustzijn van onze snel evoluerende moderniteit niet in al zijn finesses aan te voelen. In vroeger tijden volstond het de troepen op te voeden tot politiek bewustzijn, ze 'een geweten te schoppen'. Het kwam erop aan de mechanismen van historische onderdrukking bloot te leggen, en deze vervolgens door gerichte politieke acties te bestrijden. De traditionele emancipatie (daensisme, socialisme, feminisme '? maar ook de vermaledijde 'Vlaamse ontvoogding') beantwoordden aan deze modernistische logica. Het axioma was simpel: slopen en heropbouwen, tabula rasa. Het oude huis gaat eraan, op dezelfde plek verrijst het nieuwe.

Dit soort rechtlijnige bewustmaking behoort definitief tot het verleden '? zoals sp.a nu ervaart. Er is niet langer een 'buiten' van de democratie, waartegen idealistische bevrijders zich kunnen richten. Alles is democratie. De democratie is alles. Vandaag overheerst het 'differentiedenken': etnische, sociale, culturele verscheidenheid. Dit is een fundamentele democratische waarde: leren omgaan met het vreemde '? met de vreemde. Progressief Vlaanderen heeft dringend nood aan wat ik zou noemen 'democratische differentie'. Alle progressieve vrienden die ik ondervraag over de recente communautaire oprispingen zeggen me letterlijk hetzelfde: dit waren de problemen van onze ouders en grootouders, het is niet langer ons probleem. Ze beschouwen het hele gedoe als iets vreemds. Waar het verschijnt, zoals nu, verveelt dit vreemde hen, ergert hen, maakt hen naar eigen zeggen bang. Daarom sluiten ze het liever uit. Liever roepen ze op tot onvoorwaardelijke solidariteit, zonder zich af te vragen waar die precies vandaan komt, of heen moet. Progressief Vlaanderen verdedigt '? en terecht '? de waarde van de differentie op een sociaal, etnisch, cultureel vlak. Tegelijk echter koestert het progressieve Vlaanderen een steeds radicalere indifferentie tegenover datgene wat het als vreemd ervaart in zichzelf, die 'vreemde voorvaderlijke geschiedenis', die nochtans de zijne is. Het discrimineert zichzelf. Daardoor discrediteert het zichzelf. Het blijft blind voor de eigen politieke differentie, die ons, of we dat willen of niet, heeft gemaakt tot wie we zijn.

Links Vlaanderen wordt verslonden door een ijzige onmacht om deze democratische differentie te denken. Het minimaliseert de verwezenlijkingen van de Vlaamse democratiseringsbeweging, omdat het anders verplicht is mee over de herhaaldelijke historische ontsporing ervan na te denken, als iets dat zìjn geschiedenis uitmaakt. Links doet immers nog steeds alsof dat verleden de zaak is van een ander, niet de zijne. Het doet vervolgens alsof dat verleden iets is wat het kan uitstoten, als een exorcist. Dit lijkt mij een oedipale vergissing: je vader niet kennen, en hem omleggen, je moeder vergeten, en er naast gaan liggen. Progressief Vlaanderen doet alsof de ontsporing van de Belgische democratie, in een ver of nabij verleden '? en straks, in de nabije toekomst '? nooit haar probleem is geweest, altijd dat van een ander. Dat is de reden waarom links Vlaanderen Franstalig België ongegeneerd naar de mond kan praten. Ook daar verdringt men de 'democratische differentie' waarin dit land gewrongen zit. Progressief Vlaanderen denkt dat het zijn morele huisje op orde heeft. Maar het pand is gekraakt, en de indringer, het verleden, ijsboert met plompe tred door de kamers, zonder ontzag voor meubelen en huisgerief'?

Links Vlaanderen wordt door de huidige crisis pijnlijk geconfronteerd met de eigen niet geringe verantwoordelijkheid in de ontsporing van de Belgische democratie. Het zou de democratische waarden scherp kunnen stellen op grond waarvan een oplossing van deze crisis denkbaar wordt. Maar links Vlaanderen denkt niet. Het signeert, het emotioneert, het speelt zijn valse morele spel. Het doet er alles aan om dit debat te ontlopen en in de kiem te smoren. Zo decoreerde een nationaal dichtertje mij onlangs in Knack met alles wat naar hedendaagse beschavingsnormen onmenselijk heet: flamingantisme, nationalisme, verlichtingsfanatisme. Nog even en ik was er aan de paal genageld als antisemiet. Hoe hard moet je niet van de realiteit wég willen kijken om zoveel scheels te bedenken? Weldenkend zijn in Vlaanderen betekent blijkbaar vooral één ding: praats hebben. Maar ik weet wat de dichter nog niet weet. Dat onze mooie grijze hemelen geen beton zullen worden. Dat de solidariteit niet zal stilvallen indien je de grondslag ervan democratiseert '? wat wel een politiek debat veronderstelt, geen gemoraliseer. Ik weet dat dit politieke debat, over de kern van de zaak, namelijk de verdere democratisering van België, zijn historisch beslag zal krijgen. Want niemand kan dat verhinderen. Niet links, niet rechts. Geen Vlaming, geen Franstalige. Vorst noch onderdaan. (Ni dieu, ni'? Maingain, nietwaar, linkse vrienden?) België zal democratisch zijn, of het zal niet zijn. Daar zet ìk mijn handtekening onder.

Peter De Graeve is filosoof

Archief

Brussel Halle Vilvoorde: België is een regime, geen democratie – Peter De Graeve

28 september 2007

‘Vlaamse belgicisten laten zich door de Franstaligen een rad voor ogen draaien’, schreef Peter De Graeve op de Opiniepagina van De Standaard (26092007) . ‘België is een royalistisch, antidemocratisch en op egoà?sme gebaseerd regime dat alleen in stand wordt gehouden om Franstalige belangen te verdedigen.’

De ontstemde democratie
door Peter De Graeve

'Regime', volgens Van Dale: een staatsbestel of regeringsstelsel, een wijze van uitoefening van het bestuur. Het woord is afgeleid van het Latijnse 'regimen', en kwam via het Frans in onze taal terecht. 'Regimen' komt van 'regere': besturen, regeren. Reeds in de twaalfde eeuw bestond in het oud-Frans 'regisme', wat toen koningschap betekende. Het Nederlands lijkt de term pas te hebben overgenomen in 1820, tijdens het Koninkrijk der Nederlanden dus, onder het '?regime van Willem I van Oranje-Nassau.

België is onmiskenbaar een regime. De organisatie van het land wordt gekenmerkt door een bewindsvorm, niet door een echt democratisch proces. De zinvolheid van dit Belgische bewind staat vandaag, terecht, ter discussie. Het behoud van het Belgische bewind wordt vandaag, terecht, op het spel gezet. Het al dan niet overleven van dit bewind vormt de kern van de huidige crisis. België is een bewind, geen democratie. De mogelijkheid of onmogelijkheid van een waarlijk democratische hervorming van het Belgische regime zal beslissen over de uitkomst van de huidige crisis. De Vlaamse partijen benadrukken de mogelijkheid van zo'n hervorming (van een 'echt federalisme'). In de Vlaamse publieke opinie daarentegen slinkt, verontrustend snel, het geloof in die mogelijkheid. Dit laatste komt doordat het steeds scherper tot het politieke bewustzijn van heel wat Vlamingen doordringt dat de wil tot democratische hervorming geen adequate echo vindt bij de Franstalige partijen en de Franstalige publieke opinie. De zogenaamde radicalisering van de Vlaamse publieke opinie is daardoor volkomen gelegitimeerd. Ze beantwoordt aan een gerechtvaardigde wil om komaf te maken met het Belgische regime. De Franstalige partijen daarentegen zijn bereid alles in het werk te stellen om het Belgische bewind te behouden zoals het is. Daarom verzetten zij zich met hand en tand tegen de Vlaamse visie op het federalisme, dus tegen de mogelijkheid zelf van een broodnodige democratisering van het land.

Over welk regime gaat het? De grote doorbraak van de moderne democratische gedachte kwam er in ons land, zoals in de buurlanden, bij de invoering van het algemeen enkelvoudig stemrecht, net na W.O.1. Als een gevolg daarvan kwam algauw de democratisering tot stand, ook in haar 'communautaire' gestalte: de vernederlandsing van de Universiteit Gent, van het gerecht, van de administratie. Bijna twintig jaar na W.O.2 werd met het vastleggen van de taalgrens die eerste democratiseringsgolf voortgezet. Maar tegelijk werd de democratie zelf vakkundig ingesnoerd door de invoering van het huidige regime. Een zogenaamde alarmbelprocedure werd ingesteld, zogezegd ter wederzijdse bescherming van de taalgemeenschappen, in feite ter beteugeling van het algemeen enkelvoudig stemrecht, dus van de democratie. Belangrijke politieke beslissingen zijn vandaag enkel rechtsgeldig indien ze zijn goedgekeurd door een tweederde meerderheid in de Kamer van Volksvertegenwoordigers, plus een absolute meerderheid in elke taalgroep. Die procedure wordt doorgaans verdedigd als een democratische rem op de mogelijke ontsporing van een essentieel democratisch systeem. In de praktijk is ze bedoeld ter bescherming van de Franstalige belangen.
Het verheffen van deze zuiver (collectief-)egoà?stische doelstelling tot één van de meest essentiële grondwettelijke regels zorgt ervoor dat de Belgische grondwet in haar geheel niet langer de democratie beschermt, maar een regime, ofwel een wijze van bewindvoering (Van Dale). De democratie is ontstemd.

Het debat over het dossier BHV helpt dit te verduidelijken. Neem als voorbeeld het recente pleidooi van professor emeritus Etienne Vermeersch. De man wil het democratische territorialiteitsbeginsel erkend en dus de faciliteiten afgeschaft zien, in ruil voor de overheveling van vier faciliteitengemeenten naar het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Dit idee is een variant op het voorstel van het FDF om de bevolking van de faciliteitengemeenten via referendum te laten beslissen over een eventuele aanhechting bij Brussel. Welnu, als de grondnorm van het Belgische regime op dit geval moet worden toegepast, lijkt mij de gewenste overheveling alleen rechtsgeldig te zijn indien twee derden van de betrokken gemeentebewoners ermee akkoord gaan, maar met een dubbele meerderheid, binnen elke taalgroep. Met andere woorden, overhevelen kan niet als niet de meerderheid van de Vlaamse inwoners hun toestemming geven.

Waarom zou een grondrecht dat goed is voor vier miljoen Franstalige landgenoten ineens niet goed genoeg zijn voor de Nederlandstalige inwoners van de faciliteitengemeenten? Dat iedereen, inclusief Vermeersch, het evident vindt dat deze dorpelingen wel heel Brussel kunnen krijgen, maar niet dit Belgische grondrecht, bewijst de grondige pervertering van de Belgische democratie. Zo wil Vermeersch het universele respect voor wet en democratie afdwingen door de wet aan zijn laars te lappen en de democratische procedures te omzeilen. Dat is geheel in de geest van het Belgische regime. Om nog te zwijgen over de vraag, o Spiritus Emeritus, waarom de Vlaamse deelstaat territorium moet afstaan om nu net het territorialiteitsbeginsel aan de Franstaligen duidelijk te maken? (Schonk u ook onmiddellijk uw hoofd weg als een student tegenover u koppig bleef?)
Als het territorialiteitsbeginsel dan toch de enige rechtvaardigheidsgrond vormt waarop u een Belgisch democratisch federalisme verdedigbaar acht (en hierin hebt u alvast gelijk), waarom het niet gewoon, heu, toepassen? Vermeersch' voorstel tot aanhechting van vier gemeenten is de Belgische onredelijkheid ten top: na vijftig jaar huwelijkse ontrouw wordt de bedrogen partij gevraagd een pink af te staan om het samenleven te redden. Als internationaal gewaardeerd Professor in Stervensbegeleiding zou Vermeersch moeten weten dat je op die manier geen levens redt.

De radicalisering van de Vlaamse publieke opinie is onomkeerbaar. Wie dit niet willen inzien, zoals de goedgelovige domkoppen onder journalisten en intelligentsia die graag doorgaan voor 'progressief' (d.w.z. die graag over de Braziliaanse, de Congolese of zelfs mondiale democratie nadenken, maar liever niet over de Belgische), staan nog enkele ontmoedigende weken en maanden te wachten. De radicalisering is onomkeerbaar om een eenvoudige maar dwingende reden. De Vlaamse opinie wil namelijk niet weten van een regime waar democratische regels verschillen al naargelang de regio waar men zich bevindt. Ze wil niet weten van een grondwet die alleen die 'demos' in bescherming neemt die het spreken van het Frans verheft tot een universeel recht, maar het Nederlands afdoet als een vervelend regionaal fenomeen. Ze wil, kortom, niet weten van een politieke kaste die zich handig wegstopt achter hoogdravende principes van verdraagzaamheid, democratie (FDF), hervormingsgezindheid (MR), solidariteit (PS) en universeel humanisme (CdH), maar die in werkelijkheid een naar de huidige Europese normen aftands royalistisch, antidemocratisch en op egoà?sme gebaseerd regime verdedigt.

Naar aanleiding van de Verjaardag van België, afgelopen zaterdag, waar nauwelijks een Vlaming aanwezig was, verklaarde Milquet doodleuk dat 'blijkbaar alleen Franstaligen het Belgische federalisme nog verdedigen'. Franstalige politici lipten er, jawel, de Brabanà?onne mee, en kweelden vervolgens een obligaat 'Vive la Belgique'. Maar zolang deze kreet mee inhoudt: 'Vivent les facilités', 'Vive l'élargissement de Bruxelles' en 'Vivent les Francophones de Flandre' zal de Vlaamse publieke opinie blijven radicaliseren. Op dezelfde wijze vormen de ontelbare Belgische vlaggen die dezer dagen de ramen en gevels van de hoofdstad sieren voor de Nederlandstaligen alles behalve de uitdrukking van een reëel verlangen naar meer democratie. Ze zijn simpelweg de uitdrukking van een Belgisch nationalisme dat, zoals Antoinette Spaak onlangs nog in Knack vaststelde, door steeds meer Vlamingen wordt afgewezen, bewust, onbewogen, radicaal.
Une véritable démocratie vaut bien une crise.

De auteur is filosoof

Archief

Erik De Bruyn – Jan Van Duppen op Kanaal Z: ‘Heeft de sp.a nog toekomst?’

24 september 2007

Op Kanaal Z 22 september 2007: een debat tussen Erik De Bruyn, die voorzitter wil worden van de SP.A, en Jan Van Duppen, die de SP.A definitief voor bekeken hield na 1 legislatuur in de nationale, Vlaamse en gemeentepolitiek.

Bekijk het debat van 35 minuten met Veronique Goossens en Rik Van Cauwelaert:
‘Heeft de sp.a nog toekomst?’

http://www.kanaalz.be/CMarticles/ShowArticle.asp?ArticleID=12439&SectionID=143

Archief

Lieven De Cauter, De zaak Slangen vs. Sanctorum – Opniemakers De Morgen 14092007

14 september 2007

De zaak Slangen vs. Sanctorum
door Lieven De Cauter

Voor Open Vld, een partij die de vrijheid van meningsuiting hoog in het vaandel draagt, zijn de intimidatiepogingen vanwege haar huisstrateeg beschamend

Lieven De Cauter e.a. over spindoctors en vrije meningsuiting

Lieven De Cauter is cultuurfilosoof en lid van het platform voor vrije meningsuiting.
Terwijl het verzet tegen de Irakoorlog steeds meer toeneemt in de VS en Groot-Brittannië, kwam pas recentelijk aan het licht hoe tussen 1997 en 2003 Blairs spindoctor, Alastair Campbell, de desinformatie organiseerde rond die oorlog en alle andere aspecten van het beleid. Hij was niet zomaar een woordvoerder of een ‘spreekbuis’ van de premier, maar iemand die controleerde hoe, wanneer en met welk nieuws de overheid naar buiten kwam. Hij zette de pers onder druk en orkestreerde mediacampagnes om politieke tegenstanders monddood te maken.
Het fenomeen is sinds eind jaren 90 schering en inslag geworden in de politieke wereld, die haar discours uitbesteedt aan marketingspecialisten, niet onderhevig aan enige democratische controle. In de schaduw van de legitieme politieke besluitvorming broeden die ‘adviseurs’ strategieën uit om de publieke opinie te manipuleren en in het gareel te houden. Institutionele en overheidscommunicatie verworden van langsom meer tot anticommunicatie, die eigenlijk een (post)moderne versie is van de klassieke propagandatechnieken. De ingehuurde spindoctors zien het publiek als een vijand, of in het beste geval als een te bewerken markt: de invloed van de reclamewereld is dan ook opvallend. Bonafide communicatiewetenschappers ervaren dat als een smet op hun blazoen en willen daarmee allerminst geassocieerd worden.
In mei 2006 publiceerde cultuurfilosoof en freelancejournalist Johan Sanctorum in verschillende bladen een kritisch artikel waarin de machtspositie van de spindoctor aan de kaak werd gesteld. Hij constateerde een groeiende normvervaging in het politieke landschap, die ook gepaard gaat met een afbrokkeling van ideologische profielen: maatschappijvisies zijn steeds minder aan de orde, de kiezer wordt een shoppende consument die moet verleid worden via imagocampagnes.
Onvermijdelijk kwam in dit artikel ook de figuur van reclamemaker Noël Slangen ter sprake, tussen 1999 en 2003 communicatie-adviseur van premier Verhofstadt, en momenteel partijstrateeg van Open Vld. Hoewel Sanctorum als voormalig werknemer niet eens focust op de figuur of het bedrijf van Slangen, maar eerder een globaal-politiek en cultuurhistorisch perspectief ontwikkelt, wordt hij door deze toch voor de rechter gedaagd.
Behalve een exorbitante schadeclaim proberen Slangens advocaten ook een publicatieverbod bij de auteur af te dwingen omtrent teksten waarin zijn figuur ter discussie staat. De schadeclaim wordt handig verpakt als een “eis tot terugbetaling” (namelijk van het integrale loon dat Sanctorum tussen 2000 en 2003 als werknemer ontving, plus RSZ en allerlei andere verzonnen ‘kosten’). De zaak komt in eerste aanleg voor op 26 oktober.
Sindsdien bleef Johan Sanctorum teksten publiceren over het fenomeen van de spindoctor. Alle worden ze gedetailleerd geciteerd in de aanklacht, als “bewijsmateriaal”. Wij vinden dat een verontrustende evolutie. De reactie van Noël Slangen bewijst dat er wel degelijk iets loos is: in de coulissen van de democratie functioneren parallelle krachten die zich boven elke verdenking trachten te stellen. Ze willen de pers controleren maar dulden niet dat ze zelf geobserveerd worden. Het juridisch stalken van critici is daarbij een nieuwe vorm van censuur door intimidatie.
Terwijl journalisten van grote media nog kunnen schuilen onder de paraplu van een machtige persgroep, pakt men momenteel vooral freelancepublicisten en onafhankelijke onderzoekers aan.
Er is sinds 9/11, de antiterrorismewet en de bijzondere opsporingsmethodes een klimaat van repressie en censuur ontstaan: de aanklacht van Electrabel tegen Greenpeace voor bendevorming, de veroordeling van Bahar Kimyongür als terrorist, het afluisteren van activist Didier Brissa en de aanklacht tegen journalist Douglas De Coninck als bendeleider zijn stuk voor stuk onaanvaardbaar.
Daarenboven bestaat het risico dat activistische organisaties en zeker ook individuen aan zelfcensuur gaan doen. Dat is natuurlijk ook de bedoeling. Denk aan de roep om het stakingsrecht in te perken en de reflexen van zelfcensuur in vakbondsmilieus.
Wij vinden dat een democratische rechtsstaat niet alleen de vrije meningsuiting en het recht op activisme moet waarborgen, maar zichzelf ook bepaalde normen moet opleggen inzake openheid van discussie en transparante communicatiestijl – weg met de dictatuur van de marketeers en de spindoctors.
De zaak-Slangen-Sanctorum heeft in al die opzichten een belangrijke symboolwaarde, die de nodige aandacht verdient vanwege de media en de waakzaamheid van alle burgers.
Voor Open Vld, een partij die de vrijheid van meningsuiting historisch toch hoog in haar vaandel draagt, zijn die intimidatiepogingen vanwege haar huisstrateeg beschamend.
Wij verzoeken de heer Noël Slangen, naar eigen zeggen zowat de uitvinder van de ‘opendebatcultuur’, met aandrang om zijn klacht in te trekken.

Een van de gewraakte stukken van Johan Sanctorum kunt u lezen op www.visionair-belgie.be/Artikels/Communicatie.htm.

Archief

Radio 1 De Ochtend: ‘de paplepel als maatbeker’. Op naar een echte NieuwsRadio: NIRA!

9 september 2007

Naar aanleiding van de vernieuwing van Radio 1 ben ik de eerste week van september redelijk wezenloos op mijn honger gebleven, wegens dagelijks ochtendluisteraar en dus verweesd op zoek naar nieuws uit de wereld, de stad en het land.
Dat er vernieuwd wordt, dat er van alles moet veranderd, lijkt een idee-fixe waaruit steeds meer zelfbenoemde creatievelingen financieel een fors slaatje weten te slaan.
De managers, de directeuren en de raden van bestuur of commissarissen weten blijkbaar van geen hout meer pijlen te maken en laten maar wat graag de verfrissende vernieuwing over aan jonge mensen die zelfverklaard bruisen van creativiteit en vooral hun netwerk goed onderhouden om de daaraan gekoppelde onkostennota's te cashen.
Van verweesdheid kwam wrevel. Radio 1 lokt 'bug'-ontwijkend gedrag uit. De meeste medische '? en waarschijnlijk ook vergelijkbare andere – informaticaprogramma's vertonen nogal wat technische 'bugs' die je als intense gebruiker vaardig moet leren ontwijken. Zo ook met Radio 1 waar 'De Ochtend' in de onzalige eerste week het karakter had aangenomen van een verzameling 'bugs': door jingles opgejaagde woordenkramerij, domme vragen van kakelende of kirrende presentatrice Imbo.
Beck brengt wellicht meer rust in de tent…
En dat allemaal om een nieuw en jong publiek te kunnen boeien ?
De intellectuele en sociale emancipatie, toch bij uitstek een hoofdopdracht van de VRT die voornamelijk met gemeenschapsgeld van de belastingbetaler wordt onderhouden, blijkt verworden tot een schrijnende denivellering. De norm wordt getoetst aan mensen die nog steeds geloven dat het leven in deze wereld om hun eigenste zelf en hun onmiddellijke behoeftenbevrediging draait, dan wel zou moeten draaien. Nog steeds lopen er creatieve managers rond die zich graag verliezen in de cultuur van het vleien: het naar de mond praten van de grootste gemene deler van de potentiële luisteraars.
JA!, wij zeggen, wij spelen, wij zenden uit wat u denkt!
Populisme als hoogste cultuuruiting.

En dan kwam er vrede over mij, de vrede van koning Knut waarover John Maxwell Coetzee in zijn 'Dagboek van een slecht jaar' schrijft:

128. Over Engelse uitdrukkingen.
De nieuwe overeenstemmingsregel die opgeld doet, lijkt te zijn dat het getal van het werkwoord niet door het onderwerp wordt bepaald maar door het getal van het zelfstandig naamwoord dat er het dichtst aan voorafgaat. Misschien zijn we op weg naar een grammatica (een zich eigen gemaakte grammatica) waarin het begrip grammaticaal onderwerp niet aanwezig is.
('?)
Als ik naar mijn oudere tijdgenoten kijk, zie ik maar al te velen die verteerd worden door knorrigheid, maar al te velen die hun hulpeloze verbijstering over de gang van zaken het hoofdthema van hun laatste jaren laten worden. Zo zullen wij niet worden, beloven we, wij allemaal: wij zullen de les van de oude koning Knut in acht nemen, we zullen genadiglijk wijken voor het tij van de tijden. Maar heus, het valt niet altijd mee.

Misschien zie ik het fout, misschien merk ik het prachtige manoeuvre niet waarmee geprobeerd wordt om naast ‘Klara’ eindelijk ‘Nira’ op te zetten, een kwaliteitszender voor nieuws en achtergrondinformatie. Een ochtendlijke NieuwsRadio die niet alleen de naam van het Nederlandse Radio 1-programma 'De Ochtenden' heeft overgenomen, maar die ook de rest van die programmering wil volgen: stand.nl; Dingen die gebeuren; kritische indringende en boeiende interviews met gasten over binnen- en buitenlandse thema's.

Je mag als VRT natuurlijk niet té lang wachten om zo'n Nira op te zetten, want anders ben je je luisteraars kwijt aan wie wel veel aandacht besteedt aan nieuws, pers, binnen- en buitenland.
Hier ligt met de vernieuwde Radio 1 een gapend gat in de markt, nog steeds zonder putdeksel!
In De Standaard heeft Marcel Van Nieuwenborgh met zijn column 'Alles welbeschouwd' reeds een paar keer behoedzaam en bezorgd 'De ochtenden van Radio 1' gefileerd:

Epo bij de Radio:
Het jinglepakket dat ze in de studio hebben afgezet, is zo’n beetje het equivalent van flipperkastgeluiden. Ze moeten bij de luisteraar het gevoel van raakheid, trefzekerheid en triomf onderstrepen van alles wat op de zender ten gehore wordt gebracht. De Amerikaanse, met de Pulitzerprijs bekroonde columnist George Will was ad rem toen hij het had over een geà?nfantiliseerde samenleving. Ook bij Radio 1 wordt nu de paplepel als maatbeker gehanteerd. Een schepje voor de contentmanager, een hapje voor de aanbodmanager… Elsschot had die titels niet kunnen bedenken, maar op de VRT bestaan ze echt.

George Will noemt de dubieuze vernieuwingen in de media ‘niet meer dan een verfijndere presentatie van de domheid’. En de ethiek laat zich in deze verkleuterde samenleving volgens de Amerikaanse Newsweek-columnist terugbrengen tot een bejubelen van de eigen keuze. Dat is ook het geval van Radio 1. Binnenkamers blijft men wild enthousiast over de restyling. De voorbereidingen van de vernieuwing hebben langer geduurd dan de vorming van een regering in dit land zou kunnen duren. Ten slotte nam men zijn toevlucht tot wat met een lichtvoetige benaming werd aangeduid als ‘stijlfascisme’. Men zou er de nieuwe verfrissende, snedige stijl desnoods in rammen. Uit voorzorg werd op de zender iedereen boven de vijftig die er bovendien ook nog van verdacht werd te kunnen spellen, naar Klara verbannen. Op Radio 1 zou men voortaan ‘flirten met de actualiteit’, aanraken en uitdagen, proeven en smaken.

Het is gewoon crimineel dat een steengoede nieuwsdienst zoals die van de VRT zich in dat soort formats moet laten dwingen, waarin journalisten nauwelijks ademruimte krijgen om iets uit te leggen, laat staan te nuanceren. Ik geloof niet dat je op zo’n zender nog veel ongemakkelijke waarheden kunt laten horen, laat staan een redenering volledig weergeven.

Men moet niet te beroerd zijn om het roer nog om te gooien. Oudere lezers herinneren zich nog die ochtend in de krantenwinkel toen de kopers van een vertrouwd tv-weekblad zich een hoedje schrokken van de nieuwe, heldere, progressieve restyling die hun blad had ondergaan. Dat magazine heeft, onder protest van zijn klanten, de gedaanteverandering compleet ongedaan gemaakt. Met excuses. Maar misschien zijn de bazen van Radio 1 ondertussen wel Oost-Indisch doof geworden.

Golven bij de Radio:

Lees verder »

Archief

Peter De Graeve, Behaaglijke Leugens op het Feest van de Vlaamse Gemeenschap

6 augustus 2007

Intussen bijna een maand geleden werd onderstaande rede gehouden door de filosoof Peter De Graeve die hier met vaardige hand en spitse taal de behaaglijke leugens waarin Vlaanderen, Wallonië en Brussel zich bijna 2 eeuwen plegen te wentelen analyseert tot een ‘onbehaaglijke waarheid’.
Het verscheen in verkorte versie op de opiniepagina van De Tijd van 12 juli 2007.
Behaaglijke leugens

Rede uitgesproken op de academische zitting ter gelegenheid van het Feest van de Vlaamse Gemeenschap, 7 juli 2007, Merelbeke

11 juli, waarde burgemeester, geachte schepenen, dames en heren, is een vreemde feestdag. Het is de nationale dag van een belangrijke deelstaat van het koninkrijk België. Maar bekijk op die dag de Vlaamse hoofdstad, Brussel: daar wappert nauwelijks een leeuwenvlag. 11 juli is een wat lauwe feestdag, geen dag van trots of vaderlandsliefde. Er wordt niet, zoals in 'echte' nationale staten '? Frankrijk, de VS, Nederland (of België, wat dat betreft) '? de vrijheid gevierd of de onafhankelijkheid herdacht. Wellicht wordt op 11 juli iets gelijkaardigs gevierd of herdacht, maar we weten niet goed wát. Hoe rijkelijk de drank ook vloeit, hoe luid de Vlaamse rock ook uit de boxen schalt, of hoe bevallig het finale vuurwerk '? 11 juli blijft een feest in mineur'? Wij zijn, strikt genomen, niet eens inwoners van een volwaardige deelstaat, zodat je deze dag zelfs geen deelfeest kunt noemen. Waarom vieren wij eigenlijk?
(...)

Op politiek vlak is dit land inderdaad hoogst ongelukkig, zonder meer onmodern. Ik durf te stellen dat België in politiek opzicht zelfs een antimoderne natie is, en dat deze historische eigenschap de ramkoers verklaart waarop het bontgekleurde flottielje van onze staatsinstellingen al jarenlang vaart.
Om dit duidelijk te maken is het aangewezen om enkele behaaglijke leugens, convenient lies, over de Belgische natie tegen de lamp te houden. Dit zijn de belangrijkste:

1. België was van bij de aanvang een progressieve, liberale natie.
2. België is een 'republikeinse monarchie'.
3. België is vandaag een federaal land.
4. De communautaire problemen zijn puur symbolisch, door politici in stand gehouden tegen de wil van de bevolking in.
5. De Vlaming, en de Vlaamse Beweging, is van nature autoritair en rechts.
6. Het Vlaamse nationalisme is de ware bedreiging voor een vreedzaam co-existeren van de gemeenschappen, de gewesten en de individuele burgers in een Belgische multiculturele context.
7. Vlaanderen is onverdraagzaam tegenover zijn Franstalige minderheid.
8. Brussel verdient, als hoofdstad van Vlaanderen, van België én van Europa, en als zetel van enkele mondiale organisaties, meer respect, meer financiële armslag en meer ruimte.

Zelf leg ik daar graag enkele eigen opvattingen naast, die haaks staan op de doorsnee opinie '? mijn inconvenient truth, zo je wil.

Lees verder »

Archief

De processierupsen van cd&v-N.VA:’Nederland is een gidsland’.

9 juni 2007

Bekentenissen aan de overwonnenen.

Op het congres te Genk van kartel cd&v-N.VA op 7 juni 2007 verbijsterde N.VA voorzitter Bart De Wever de aanwezigen en Vlaanderen met de bekentenis:

“De processierups doet hetzelfde als ons kartel. Ze rukt op door heel Vlaanderen en er zijn mensen die er jeuk van krijgen”.

De Nederlandse minister-president Jan Peter Balkenende was present om zijn Vlaamse tegenvoeter een steuntje toe te wensen : “Jij bent een politiek leider, die heeft getoond wat het is karakter te hebben. Jij bent iemand zonder opsmuk, recht door zee, die eerlijk politiek wil bedrijven met een geweldig gevoel van dienstbaarheid wat is nodig om je land sterker te maken”.

Yves Leterme tot zijn Nederlandse steunverlener:

Vandaag is Nederland een gidsland, U bent een voorbeeld voor Vlaanderen.”

Intussen mijmerde de Limburgse gouverneur tussen het bronsgroene eikenhout over de tijd dat hij de Nederlandse PvdA-voorzitter Wouter Bos steun vanuit Limburg verleende in de campagne tegen Jan Peter Balkenende.

Archief

Limburggevoel, of hoe een illusie werkt als een stroopfabriek '?

6 mei 2007

Limburggevoel, of hoe een illusie werkt als een stroopfabriek '?

De site van de oude stoomstroopfabriek van Borgloon heeft in februari de Vlaamse monumentenstrijd op Canvas gewonnen: 500.000 Euro voor een verloederde illusie.

Bij een bezoek aan die site werden we rondgeleid door een begeesterde gids die als de verpersoonlijking van het Limburggevoel zelfs bij de autochtonen enige gêne wist te wekken. Een wandeling langsheen een ondermaatse verzameling bric à? brac en door gebouwen die getuigen van knullig metselwerk en andere huis-tuin- en keukenvlijt van stroopcampagnards buiten de 'campagne', leidt onvermijdelijk tot de vraag hoe het mogelijk is dat Limburg in blok voor deze site stemde bij de Monumentenstrijd van Canvas begin 2007.

Hoe kan 85 procent van een provincie zich wentelen in een Limburggevoel ?
Hoe kan een monument van internationaal niveau zoals de Boekentoren van Henry van de Velde te Gent met vlijt gepasseerd worden door stroop geworden kneuterigheid?

Je hoort een goeie mix van peren, appelen en suikerbieten te koken, waarbij je mensen zover krijgt dat ze zich identificeren met de underdogpositie die hen werd aangepraat door hun leiders, dat ze zich herkennen in een rancuneus gevoel van thuis horen bij de klank van een eigen dialect.
Limburg heeft eeuwenlang rancune kunnen koesteren dank zij de prinsbisschoppen van Luik en de hoge heren uit Brussel.
Met vaardige hand persten de eigen geestelijke leiders een stroop waarmee ze hun gelovigen een krentenbaard smeerden.
En dan kan je zo'n Limburggevoel handig bespelen.
Het heeft iets van Duitsland na het verdrag van Versailles, iets van Polen dat nog niet is verloren, van de Vlaamse Leeuw die ze niet zullen temmen.

Provinciegouverneur Steve Stevaert is een meester in dit genre: “Dat Limburggevoel bestaat. Pas op, de anderen hebben ons geholpen, hoor. Ze deden wat denigrerend over de fabriek, en dat komt ons goed uit. Als je de Limburgers uitdaagt, zijn ze op hun best. ('?)De stoomstroopfabriek is een lekker monument. Het gaat recht naar het hart van de mensen, via de maag. Ik wist dat ze veel kans maakte toen ze werd geselecteerd in de voorronden. Je kunt er een levendig verhaal rond breien, met boterhammen met stroop en andere lekkere receptjes. Bovendien leeft die regio van het fruit.”
Steve herkent onmiddellijk de waarde van het verhalen breien, het opleveren van illusies als drive om de stemmers te bespelen.
Stijn Meuris was als peter van de stoomstroopfabriek wellicht geschrokken van het ingrijpende effect van de stroopmachinatie waarin hij mee moest spelen: “Laten we eerlijk zijn, puur architectonisch en historisch gezien had de Gentse Boekentoren moeten winnen. Maar dan schieten de Limburgers in die vreemde vijfde versnelling. Dat moeilijk definieerbare Limburggevoel is er. Er is maar één schaduwkantje aan: ik hoop dat onze charmante underdogpositie niet ooit omslaat in een arrogante houding.'?
En dan was er 'Het Belang', niet het Vlaams Belang, neen 'Het Belang van Limburg', dat deskundig meehelpt aan de cultuur van één Limburgbelang in krant, radio en tv.

En zo kook je stroperige politieke en sociaal-economische poepgelei die zelfs echte monumenten als de voormalige mijnsites weet te verlijmen, ook al leefden en stierven daar driekwart eeuw lang vele honderdduizenden Limburgers en gastarbeiders uit de buurt en den vreemde. Het afhandelen van het mijnsluitingdossier was een misselijkmakende mix van gesjoemel, verduistering en georganiseerde diefstal met nationale en Europese gemeenschapsgelden. Ook dat is een gevolg van een blind Limburggevoel waarbij gesjoemel als 'eigen' gesjoemel met veel stroop beter verteerbaar moet worden.

Hopelijk behouden de Limburgers hun aangeboren wantrouwen tegen hun heersers.
Niets is gevaarlijker voor een volk dan het geloof in de heer die bezweert het alleen maar goed voor te hebben met zijn onderdanen, in de geestelijke leidsman die de hemel belooft voor aardse ontberingen, in de staat die gedacht wordt het algemeen belang van zijn burgers te vertegenwoordigen.
Een goeie mix van een zoet geloof en het frisse zuur van wantrouwen behoedt ons voor het dwaze en domme volgen van rattenvangers.

In een prachtige streek die fietsende toeristen van heinde en verre kan verleiden tot eigen heerlijkheden, historische landschappen, kastelen, hoeven, mijncités, stedelijk weefsel op mensenmaat en industriële relieken van internationaal niveau, hoort provincialisme niet thuis.
Limburgers kunnen niet anders dan kosmopolitisch leren leven en sterven.

Daarbij hoort ook grootmoedigheid: een collectieve steun aan de Gentse Boekentoren als lichtbaken van intellectuele kracht in Vlaanderen zou de Limburgse leiders sieren.
Eerder dan de kneuterige invulling van rommelige, waardeloze ruà?nes waar zelfs de illusies beperkt blijven tot een gratis pannenkoekenfeest met stroop.

Archief

Ignaas Devisch vs. Fientje Moerman: Van academicus tot publicatiemachine

20 februari 2007

Jonge onderzoekers moeten vaak werken om de publicatielijst van hun professoren aan te dikken, terwijl die laatsten met de pluimen gaan lopen 

 De universitaire scene staat vandaag voor heel wat uitdagingen en om dit kracht bij te zetten gaat minister Fientje Moerman dezer dagen langs hogescholen en universiteiten in Vlaanderen. Zij wil nagaan hoe wij onze concurrentiële positie kunnen verbeteren (http://www.hersentoer.be/). Immers, de universiteiten en hogescholen begeven zich zoals andere economische sectoren in een wereldwijd veld waarin prestaties met elkaar worden vergeleken. Om uit te maken wie boven- of onderaan op de lijst terechtkomt, zijn dus criteria nodig. Over dat laatste wens ik een aantal korte bedenkingen te formuleren.

De criteria waarop een academisch docent vandaag wordt geëvalueerd zijn uiterst formalistisch opgesteld. Hoewel sinds jaar en dag het motto ‘to publish or to perish’ geldt, moeten we nu specifieker zijn: ‘to A1 or to perish’.
Al wie enigszins vertrouwd is met universitaire middens of met academisch onderzoek weet waarover ik het heb. Behalve het feit dat universiteiten onderzoeksgelden moeten binnenrijven en afgestudeerden en doctorandi moeten produceren, moeten zij vooral publicaties afleveren. Niet zomaar publicaties: enkel deze die in (quasi uitsluitend Engelstalige) tijdschriften op het Web of Science zijn gepubliceerd, komen in aanmerking en bepalen of je curriculum ertoe doet of niet. Dat zijn de A1-publicaties. Niet dat er op zich iets fout is met die Web of Science. Het levert ontelbaar vele schitterende teksten en onderzoeksresultaten op en ik ben zeer blij dat dit wereldwijde uitwisselingsforum bestaat. Eerder gaat het mij om de wijze waarop wij ermee (moeten) omgaan en de perverse effecten die het genereert.

Lees verder »

Archief

Filip Rogiers en Jan de Zutter in de strijd tegen de cynische rede…

23 november 2006

In ‘Opiniemakers’ van De Morgen( 10.11.2006) onder de titel ‘Metselaars moeten Metselen’ ziet Filip Rogiers in de door Noël Slangen gestuurde VLD draai naar het georganiseerde  middenveld vooral een illustratie dat de soms krampachtige zoektocht van ‘de politiek’ naar antennes in de samenleving onverdroten voortgaat. Meer nog, hij vindt dit een zoveelste exponent van 'dat nog altijd fantastische streven van mensen die de samenleving willen blijven maken. Cynisme geeft geen pas in de Wetstraat.'
In diezelfde krant had Jan de Zutter, publicist en stafmedewerker van de sp.a, in januari van dit jaar al eens een vurig pleidooi gehouden tegen het cynisme als een slepende kwaal die het fundament van de samenleving aantast:
“De ideologie van de cynicus wortelt inderdaad in een absoluut wantrouwen in goede bedoelingen en oprechtheid. Want de cynicus weet – of denkt te weten – dat er toch steeds een addertje onder het gras schuilt. Cynisme legt daarom de basis voor antipolitiek, voor asociaal gedrag en voor het verwerpen van elke solidariteitsgedachte. De cynicus teert op de zelfvoldane wijsheid dat de wereld slecht en corrupt is, en toont dat aan door middel van wrede en gevoelloze spotternij.”
Wanneer jongeren reeds jaren de boodschap krijgen dat ze aan de slag moeten en ook willen maar niet of nauwelijks aan werk komen, heet het dat de mentaliteit moet veranderen onder de jeugd. Dat zal ongetwijfeld zo zijn.
Wanneer 45-plussers na jaren hun job kwijtraken, is het uitzicht op nieuw werk bijzonder twijfelachtig en toch krijgt het oudere deel van de beroepsbevolking van socialistische minister Frank Vandenbroucke de boodschap dat ze het zeker tot 68 jaar professioneel moeten zien vol te houden. Peter Van Velthoven loopt zich nog wat onwennig in, zeker nu het VW debacle geen Limburgse aangelegenheid is zoals Ford Genk dat met forse Vlaamse overheidssteun tijdelijk kon gekeerd worden in een ééntweetje van Stevaert en Dewael. 

Dit kan enig cynisme kweken bij deze doelgroep.
VLD economie topper Paul De Grauwe weet zelfs te verklaren dat gepensioneerden te lang leven en het hele jaar door met vakantie gaan, terwijl een andere groep moet wroeten als mieren. Is het verwonderlijk dat cynisme een levenshouding wordt bij mensen die zich voortdurend op zo'n manier geschoffeerd weten?
Wanneer honderden tot duizenden personeelsleden van Volkswagen Vorst, van De Post, van Opel Antwerpen en de vele toeleveringsbedrijven ondanks hun inzet en dagelijkse inspanningen om hun behoorlijk zware job fatsoenlijk in te vullen, als overbodige balast gedumpt worden wanneer de economische belangen – dat heet dan meteen in de mond van sommige politici ‘nationalistische belangen’ waar hun voorouders de piotten zingend een wereldoorlog mee tegemoet deden marcheren – dan vraag je je af of deze journalisten en politieke publicisten wel beseffen waarover ze het hebben en wat precies hun positie is tegenover of misschien wel binnen de cenakels van de ‘macht’.
 
Is cynisme niet eerder een gezonde en verstandige levenshouding wanneer je als modale burger geconfronteerd wordt met politici die een verhaal slijten van gratis belastingverlagingen en zich specialiseren in oppervlakkige populistische verhalen.
Een gezonde vorm van cynische rede is een houvast om een maatschappelijk en persoonlijk engagement te blijven voldoen voor mensen die reflecteren op hun positie in de samenleving of wat er van rest.
Wie niet behoedzaam reflecteert over de talloos nieuwe praatjes van politieke kopstukken, reclamegoeroes en vaak ook journalisten en publicisten, dreigt te verstikken in een omarming van een wurgslang.
“En op de bodem van de diepe waters
wordt de globale aarde omkneld
door de gigantische wurgslang
zwelgend in het rituele slijk
allesverslindend en religieus verbindend
.”Pablo Neruda, Canto general
Wanneer vluchten niet meer kan, houden we elkander beter bij de hand in de ochtendschemer '?
 
Politiek is een keihard gevecht om de macht, niets anders dan de macht en dat rond thema's die de organisatie van een maatschappij zouden moeten behelzen. Politici spelen een theater waarmee ze dingen naar de gunst van de kiezer met de belofte dat ze de troon van de macht zullen verlaten als de kiezer dat wil. Toch klampen de partijbonzen zich vast aan die macht en zijn ze grif bereid de potentiële kiezer in alles naar de mond te praten. Niet alleen bij de sp.a wordt het partij- en verkiezingsprogramma bepaald door marktonderzoek en opiniepeilingen. Na het succes van de Nederlandse SP die zich erop beroept de linkse klank van Neerlands Hoop te verpersoonlijken bouwen zelfs de Belgische PvdA – kopstukken hen na met de ontboezeming dat zij als doorwinterde Stalinisten enkel de stem van het eigen volk willen zijn: zij doen enkel wat de mensen willen
Is het dan niet verstandig dat een bezorgde burger een gezonde dosis argwaan koestert wanneer politieke partijen plots hun basisideologie in willen ruilen?
Is het cynisme dat Filip Rogiers opmerkt, niet eerder een blijk van gezond wantrouwen tegenover de goede bedoelingen van onze politieke toppers die zich graag als slangen vervellen om zich aan de troon van de macht vast te klampen? Van een metselaar moet je vakwerk verwachten, van een politicus een standvastig personnage. Het infantiliseren van de kiezer is puur sarcasme vanwege de partijleiders en dat is veel erger dan het cynisme dat zij steeds vaker bij de burgers ervaren.
Jan Van Duppen, gewezen gemeenschapssenator sp.a-spirit.

Archief

Don Verboven en Het Gevolg, 'Paradijs voor futlozen': een tatoeage voor ons collectieve geheugen.

1 oktober 2006

Don Verboven en Het Gevolg tatoeëren met 'Paradijs voor futlozen' ons collectieve geheugen.

http://www.flickr.com/photos/59276281@N00/257289752/

Met 'Paradijs voor Futlozen' heeft Theaterwerkplaats Het Gevolg -  http://www.hetgevolg.be/ - een indringende trigger in het geheugen geplant van de gelukkigen die een van de veertien voorstellingen konden bijwonen van dit stuk van Don Verboven.
Zes keer was er bovendien voor liefhebbers die snel genoeg inschreven een forse wandeling van de Boerderij over de Bootjesvijver, langs de begraafplaats naar de gevangenis. Historica en auteur Leen Huet '? Almanak – presenteerde onderkoeld enkele verhalen van mensen die ooit zelf hun bijdrage leverden aan de Rijksweldadigheidskolonie te Wortel. De oude directeur vertelde over zijn klanten naast de ruà?ne van een ontroerende toegangspoort naast de Bootjesvijver en was nog steeds trots op de verwezenlijkingen van zijn 'mennekes' waaronder creatieve stielmannen, artiesten, geniale levenskunstenaars die vaak faalden en die hem hun verhalen hadden toevertrouwd bij het intakegesprek, zoals dat nu heten zou. Maar in de ogen van de beheerder van het domein, de Stichting Kempens Landschap, zijn de 'monumenten' die zijn 'mennekes' opgericht hebben niet authentiek en dus worden ze afgebroken om de omgeving in een oudere orde te herstellen.
In de intussen tot gevangenis omgebouwde 'kolonie' huizen nog steeds 8 bejaarde landlopers die na 1993 bij het opheffen van de instelling in hun vertrouwde omgeving gebleven zijn, waar ze rustig naast elkaar leven midden een zelfgebouwde huiselijkheid. Directeur David weet discreet en precies het falen van het huidige opvangsysteem te duiden. De Rijksweldadigheidskolonie Wortel was meer dan zelfbedruipend en maakte in het laatste jaar zelfs 6 miljoen oude franken winst met haar boerderij en werkplaatsen. Vandaag worden mensen die zich niet kunnen of willen handhaven in een razende maatschappij opgevangen in vele kleinschalige initiatieven, die vooral de makkelijkste klanten selecteren en zelden of nooit aangepast werk kunnen bieden. Zij vereenzamen nu in kleinschalige stedelijke opvangtehuizen. De Vlaamse Gemeenschap heeft nooit willen begrijpen dat een instelling als Wortel '? ook op vrijwillige basis '? een fenomenaal opvangwerk kan zijn voor de paar duizend ontheemden die hun draai niet willen of kunnen vinden in wat een moderne 'samenleving' heet.

'Paradijs voor Futlozen' kende een boeiende geboorte en is na de veertien opvoeringen lang niet dood.
Regisseur Don Verboven in De Hoogstraatse Maand van september ll.: '?Ignace Cornelissen van het Turnhoutse theatergezelschap Het Gevolg speelde al met het idee om een reeks van vier theatervoorstellingen op te zetten, die hij 'Littekens in het landschap' wilde noemen. Hij wou op vier verschillende plaatsen in de Kempen waar de mens in de loop van de geschiedenis op de een of andere manier een ingrijpende verandering in het landschap had aangebracht, een voorstelling spelen. Het uitgangspunt zou telkens zijn: Hoe heeft die menselijke ingreep in het landschap de mens, de maatschappij en de omgeving van die plek veranderd? In het geval van de kolonies van Merksplas en Wortel was die impact nogal groot. Dat de streek tot heinde en verre bekend is, heeft veel '? zoniet alles '? met de kolonies te maken. Het gevangeniswezen heeft de voorbije twee eeuwen een grote invloed op deze streek uitgeoefend.'?
 
Và?à?r de gebouwen van de Gevangenis te Wortel, naast één van de omroeppalen waarmee de landlopers en bedelaars vroeger '?zoals in de socialistische paradijzen - gesommeerd werden tot handel en wandel, zit Andi -  Nico Sturm – laveloos aan en in de grond. Hij houdt zich tomeloos en uitzichtloos recht tussen een pallet bierblikken en een berg geconsumeerde 33-ers in een spetterende dialoog met het publiek. Hij geniet met volle teugen van zijn finale optreden voor het huis van vertrouwen op de achtergrond waar hij na de sluiting in 1993 nooit meer mag terugkeren. Zijn broer '? ingehouden liefdevol en schuldbewust gespeeld door Bruno Vanden Broecke '? daagt toch nog op in de benevelde herinneringen van de terminale alcoholist die de signalen voelt van de 'andere kant', het echte leven achter de schijn, waar bomen met hun wortels communiceren, waar kabouters spreken en duiven de post brengen. De formidabele dialoog tussen de broers wentelt de toeschouwer langs de groeven van opgroeien en ontsporen, van herinnering en verlangen, van liegen en lijden, van lafheid en levensmoed, van angst en bravoure. Dit patroon werd zo invoelbaar gespeeld dat velen, die ooit zelf langsheen die levensgroeven fietsten maar nog net op tijd de wentelende wielen verlieten om met een klap uit dat ritme te ontsporen, dit beklijvend zullen herkennen. De toeschouwers p de tribune voelen het goed aan in de opstijgende kou met gekrulde tenen onder de paardendekens.
'Paradijs voor Futlozen' speelde in nat gras en een walm van verschaald bier met de drievoudige echo van iedere wanhoopskreet, van ieder schot langsheen muren van bomen omheen de enorme weide và?à?r de Rijksweldadigheidskolonie te Wortel. Het waren de stemmen van de tienduizenden die hier 170 jaar lang met de resten van hun verbrokkelde leven blijvende groeven hebben geslepen in wat eens een woest heidelandschap was. Ze konden zich geen van allen handhaven in een maatschappij waar voor mensen als hen geen plaats werd gehouden. Ze hielden meer van de wereld als een kamp waar de strakke structuur stapstenen waren waarop ze konden steunen met de brokstukken van hun bestaan. Zovele van hen kenden die andere wereld, 'den anderen kant ', maar al te goed en vonden het in Wortel veiliger sterven dan in het razende theater daarbuiten waar de illusie van vrijheid, de roep om creatief ondernemersschap iedere menselijkheid  bleek te verliezen.

Om iets na tien uur wisselde tegen de achtergrond van het reële decor de wacht van de gevangenis met een stoet koplampen van de auto's van cipiers die zich huiswaarts spoedden. Kort daarna verschijnt de geblindeerde Mercedes limousine die de beide broers onder begeleiding van de fanfare De Marckezonen naar hun eeuwige moeder uitgeleide doet.
'Paradijs voor Futlozen' had iets van een hommage aan de boeken van J.M.H. Berckmans '? 'Het zomert in Barakstad' en meer van het geniale fraais dat onze welvaartstaat spiegelt voor wie goed luistert naar de wortels van de bomen en de ogen sluit om elfen en kabouters te zien: niets is immers wat het lijkt.
Don Verboven en Het Gevolg van Ignace Cornelissen hebben hier een paal in de zandgrond van onze herinnering geheid. De witte duiven keren aarzelend maar steeds weer terug naar het glazen hok van onze herinneringen met de boodschappen van 'den anderen kant', tenminste voor wie ze nog durft te aanhoren.

 

Archief

'('?) Lasciate ogne speranza, voi ch'intrate.'

11 februari 2006

Dante Alighieri, La Divina Commedia, Inferno, Canto 3, 1-9

'('?) Lasciate ogne speranza, voi ch'intrate.'

Dante en Vergilius staan voor de poort van de Hel
En lezen het negen regelige opschrift:

'Per me si va ne la città? dolente,
Per me si va ne l'etterno dolore,
Per me si va tra la perduta gente. ('?)

'Door mij komt men in de stad van lijden
Door mij komt men in de eeuwige pijn
Door mij komt men bij de verloren mensheid!

Mijn makker schiep mij uit gerechtigheid
Door goddelijke almacht, hoogste rede
En eerste liefde werd zijn hand geleid.

Niets is er voortgebracht in het verleden
Of het had eeuwigheid, ook ik duur voort:
Er is geen hoop voor wie hier binnentreden.'

(De goddelijke komedie, vert. Ike Cialona en Peter Verstegen, uitg. Athenaeum-Polak & Van Gennep, Amsterdam 2000)

'('?) Lasciate ogne speranza, voi ch'intrate.'

‘(...) Laat varen alle hoop, gij die hier binnentreedt,’

Dit citaat uit Dante’s Divina Commedia heb ik op 13 juni 2004 herhaald voor de VRT verkiezingsuitzending in de koffiekamer van het Vlaamse parlement waar ik afscheid nam van de wapenen. De sp.a-ondervoorzitster was niet bereid met mij in duscussie te gaan voor het oog van de camera op het podium in het halfrond, waar later Yves Leterme na de uitslag van het VB nog tegen Steve Stevaert verklaarde:’Al een geluk dat cd&v nog een kartel heeft met NVA!’

Dit citaat had ik bij het begin van mijn parlementaire carrière al eens aangehaald om de evolutie in de verschillende meerderheidsfracties in het Vlaams parlement te vatten over een motie aangaande tweetalige griffiers in Spiere-Helkijn. Karel De Gucht vroeg toen een schorsing om eerst met Guy Verhofstadt te bellen bij het begin van de eerste paarse coalitie.

Voor een nieuwkomer in een parlement is het veiliger alle hoop te laten varen bij het binnentreden.

Archief

sp.a met Vande Lanotte de partij van iedereen… en dus van niemand!

19 december 2005

In een amechtige poging om het tijdelijke succesrecept – ‘goed voor dé mensen’ (van de Dorpstraat of van de Kabinettenstraat?) van vaandelvluchtig voorzitter Stevaert te kopiëren lanceert Johan met Freya en misschien ergens nog wel een Caroline, maar die lijkt voorlopig voor het zingen de kerk uit te zijn, een nieuw succesvol verkiezingsthema.

Neen, niet onder het motto van ‘I Have A Dream…’

Neen, zo dwaas als Martin Luther K. is Johan niet.

Hij is heel veel slimmer…

Hij vraagt zijn leden, zijn militanten, zijn hardwerkend kader te durven,

te durven dromen…

van goedkope bouwgrond en warmte bij door vrije marktwerking gestegen energie en elektriciteitsfacturen.


Toen hij nog de hyperkinetische kabinetschef was van Louis Tobback presteerde deze excellentie het een jaar of tien geleden geflankeerd door de Gentse brulboei, vader van het consumenten – kletsmarieke een afgeladen zaal kameraden uit de federatie Mechelen Turnhout – ‘in goeien doen’ – te schofferen te Berlaar.

‘Dé mensen’ hadden een doorzonwoning of fermette gebouwd en voor ieder van hun kinderen een stuk bouwgrond gespaard, kortom ‘iedereen’ die zich had opgewerkt werd daar door Louis de maat genomen. Iedereen die in het onderwijs, de ziekenkas of de vakbond de touwtjes aan elkaar had weten knopen als een goede huisvader, c.q. –moeder, als hardwerkende tweeverdieners uit Vlaanderen, kreeg van Louis in groten doen te horen dat het maar eens gedaan moest zijn met dat ‘ikke-ikke-en de rest kan stikken’.

Dat was niet sociaal, niet solidair, niet socialistisch, quoi!

Fons Van Dijck was dan reeds in volle actie met het op punt stellen van de succesvolle verkiezingscampagne onder de slogan ‘Uw sociale zekerheid’ met de breed grijnzende kop van Louis Tobback er bovenop. De vertrouwde strategie van de angst moest de Agusta schandalen onder de mat houden tot na de verkiezingen. De omkoopgelden van een Italiaanse wapenfabrikant voor een helikopterorder van het Belgische leger werden ommers gebruikt voor wat heet ondersteuning van de partijpropaganda in sommige partijfederaties en andere min of meerdere frivole doeleinden, zoals het wippen van Willy Claes in zijn functie van Amerikanenvriend en Navo opperfreak.

Fons zou zijn inspanningen nadien verzilveren als kopman bij Telenet en meer recent als topman van VVL BBDO – waar hij de ‘Petrick’ Janssens heeft afgelost.

Patje heeft zich intussen na een minder succesvolle maar des te lucratievere periode als voorzitter van sp – onder zijn leiding nu ook met ‘.a’ – tot burgemeester van de Koekenstad uitgeroepen en zijn Kamerstek ingeruild voor een vijf jaar vaste zetel in het Vlaams parlement. Zij het dat de daaraan verbonden honoraria niet kunnen geïnd worden in een vennootschap zoals dat met die van sp.a voorzitter wel kon.


Fons zelf werkt zich nu in het zweet voor de VLD om daar het zwalpende schip te keren door de hardwerkende Vlamingen te verleiden, zij het niet met dromen of nachtmerries over verplichte verkoop van bouwgronden aan 60% van de marktwaarde.

De Fons is slimmer…

De enigen die iets aan oorlogen overhouden zijn immers niet de slachtoffers, niet de winnaars en zeker niet de verliezers. De enigen die in een oorlog netto winst opstrijken zijn immers de huurlingen die met hun diensten leuren bij de  meestbiedende.

Met de nieuwe slogan ‘Partij van Iedereen’ – PI - zet de sp.a nog een stap verder in het niets. PI is de halve omtrek van de cirkel gedeeld door de straal: 3,141592653… PI is een oneindig transcendent getal.

Van Werklieden, naar socialisten, andere socialisten en recentelijk consumenten, is het nu de partij van ‘iedereen’, en dus van niemand.

Het lijkt als een versleten hoer die geen succes meer heeft onder het beter gesitueerde clientèle en in arrenmoede zich dan maar aanbiedt aan ‘iedereen’. Neem mij, kies mij, smeekt ze de consument, ik ben er voor iedereen, ei zo na gratis.


Dat belooft voor het ideologisch congres van maart 2006, dat het roemruchte Charter van Quaregnon (1894) moet herdenken en actualiseren. De toenmalige ideologen en partijbonzen hadden op z’n minst begrepen dat de motor van de maatschappij en de geschiedenis op de klassenstrijd draaide.

Vandaag zijn er alleen nog consumenten en producenten die door Freya als een strenge schooljuf met smaak op de vingers werden getikt.
Maar sinds zaterdag zijn zelfs die eraan voor hun moeite wanneer ze nog zouden gedroomd hebben van een kastijding door de meesteres zelve.

Sp.a is er nu zelfs niet meer voor de consumenten. Ze is er nu nog alleen voor ‘iedereen’.

Fons Van Dijck heeft het geweten. Hij heeft Johan met Freya et les autres erin geluisd.

De Blauwe Schuit krijgt de wind in de zeilen onder de vlag van de hardwerkende tweeverdieners, dat lokt onontkoombaar een reactie uit bij de Rozerillerige Boekanier. Die keert zijn huik naar de wind en vaart dan niet langer onder de vlag van de dompelaars, de zieken, weduwen en wezen, de gepensioneerden, de werklozen en de –mensen laat staan de consumenten. Neen, Krentenbaard hijst meteen beverig de zeilen voor ‘Iedereen’. 

En dus voor niemand. Alsof ‘iedereen’ dezelfde belangen heeft.


Het ‘tunnelkijken’ in de Wetstraat is dodelijk. Voor de kijkers en hun entourage. Ze kunnen geen afstand nemen van de macht en klampen zich aan mekaar vast op een wankele troon in een grote gevaarlijke vijver vol krokodillen van het populisme die ze zelf zo genereus gekweekt hebben dat ze tenslotte het grootste offer dienen te brengen: zichzelf naar de uitgang laten begeleiden als voer voor de hellehonden.

Iedereen!


 

Archief

Wanneer vrouwen de troon bestijgen, trekt de macht zich terug in de coulissen'?Wanneer mannen zich wanhopig aan de macht vastklampen, wordt vanuit de coulissen aan de touwtjes getrokken'?

4 december 2005

Wanneer vrouwen de troon bestijgen, trekt de macht zich terug in de coulissen…Wanneer mannen zich wanhopig aan de macht vastklampen, wordt vanuit de coulissen aan de touwtjes getrokken…


Naar aanleiding van het boeiende bezoek aan de tentoonstelling “Dames met klasse” te Mechelen bleef er een tekortkoming door mijn hoofd spoken.
Waarom wordt er niet gesproken over de confrontatie met het opkomende verzet tegen de Spaanse overheerser in die periode.
Bij enig zoekwerk, valt mijn goude carolus met een rinkelende klank op de harde tegels van mijn paleis: het gaat in Mechelen alleen over Margaretha van Oostenrijk en Maria van Hongarije – dames met klasse en landvoogdessen der Nederlanden.
Maar er was ook een derde dame in het regentenspel…

Lees verder »