knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

Archief

Turnhouts Burgemeester Marcel Hendrickx, de kroniek van een aangekondigd ontslag.

9 februari 2008

Gevraagd door Knack om een bijdrage voor het regionale addendum over het nakende ontslag van Marcel Hendrickx als burgemeester van Turnhout hierbij de volledige tekst:

Marcel Hendrickx is een burgemeester die Turnhout niet licht zal vergeten, noch in de galerij van zijn voorgangers, noch in wat hij voor de stad gerealiseerd heeft.
Na bijna 150 jaar absolute meerderheid is hij erin geslaagd om zijn christen-democraten verder op de stedelijke troon te laten balanceren met een liberale partij. Eindelijk konden zo de stadsfinanciën gesaneerd worden.
Wanneer zijn liberale partner voor het leven aan verjongde overmoed ten onder ging, werd ze behendig ingeruild voor een nieuwe onzekerheidsfactor van minder overmoedige sociaal-democraten.
Ook in de eigen zuil was Marcel Hendrickx een charmante evenwichtskunstenaar, die Machiavelli’s precepten voor het behoud van macht met bedrevenheid kon hanteren: behoedzaam en indringend op het openbare theater van het stadsbestuur, uitputtend en hard waar het in de coulissen nodig werd geacht.
Turnhout en de lokale cd&v voeren er goed bij: na een gemiste fusie werd Turnhout toch maar één van de Vlaamse centrumsteden – zij het de kleinste – met de Warande als beste Cultureel Centrum. Burgemeester Hendrickx viel binnen de Kempense cd&v op omdat hij een ‘stedelijke samenlevingsconcept’ herkent als de toekomst van Vlaanderen, waar het leuke landelijke leven immers nooit meer terugkomen zal. Hij wist zijn ploeg te sturen in een ongeziene public relations campagne voor de hoofdstad der Kempen. Hij buitte daarbij de kracht van het uitgangsleven vakkundig uit met zijn zomerse Vrijdagen. Intussen zijn deze podiumacts tot ver buiten de grenzen een begrip met artiesten van over de hele wereld. Het lokale bedrijfsleven werd daarbij grondig bevraagd, wat een probleem kan worden want zijn krediet lijkt in deze eerder persoonlijk en dus moeilijk overdraagbaar.
Wie zo lang op de voor- en achtergrond van het Turnhoutse politieke leven gespeeld heeft, als spits en spelverdeler, heeft ongetwijfeld pijnlijke dingen meegemaakt en veroorzaakt. Hij heeft veel al dan niet zelfbenoemd aanstormend talent moeten teleurstellen.

Het dilemma van de troonopvolging is immers altijd verscheurend. Zeker voor wie zo lang de hamer van de burgervader heeft gehanteerd, loert de eenzaamheid om de hoek.

Marcel Hendrickx heeft tijdens al die lange jaren ook in enkele grote dossiers gefaald. De eindeloos aanslepende stadskanker van de oude Brepols fabrieksgebouwen op wandelafstand van de Grote Markt had hij veel sneller en eleganter kunnen oplossen. De fusie van het OCMW ziekenhuis St Elisabeth met het St Jozefziekenhuis heeft – ondanks een uitsluitend christen-democratische aangelegenheid – veel te lang aangesleept en kost de stad nog decennialang handenvol geld. Ook op het commerciële voetbalgebeuren heeft hij zijn tanden stukgebeten en een groot deel van het openbare stadspark uit handen gegeven voor een nieuw stadion met randgebeuren.
Er is nu mede dank zij de burgemeester een extra treinverbinding naar Brussel via Antwerpen, maar Turnhout blijft als kopstation voor de spoorwegen het einde van de wereld.
De omgeving van de Nieuwe Kaai met de sanering van de oude ijzergieterij van Allard en de Anco fabrieksgebouwen is een verhaal geworden van vallen en opstaan. De oorspronkelijke evenementenhal flopte, al keert de stad zich dankzij de jachthaven en de nieuwe woonprojecten steeds meer naar het water.

Daarin herken je een van de sterkste eigenschappen van de Turnhoutse burgervader. Ik heb hem zes jaar vanuit de oppositie in de gemeenteraad kunnen observeren en al die tijd is hij in mijn achting gestegen. Met zijn 72 jaar is deze vitale grootvader vaak in staat gebleken flexibel en efficiënt te reageren op problemen en kansen die zich aandienen. Recent nog herken je dat in zijn benadering van het probleem met hangjongeren en druggebruik in het stadscentrum. Feilloos kon hij de lammeren van de dealende wolven scheiden. Nog zo’n voorbeeld: Janssen Pharmaceutica bouwde fabrieken in China en de burgemeester van Turnhout (40.000 inwoners) zag kans om te jumeleren met Hanzhong (3,5 miljoen) in de provincie Shaanxi.
In China plegen gerenommeerde politici na hun carrière goudvissen te kweken. Het sierlijk wentelen van de vissen is een metafoor voor het eeuwig wentelende wiel van de geschiedenis. Het biedt rust aan de rand van het spiegelende water. Het houdt de geest vitaal, lijf en leden behoedzaam. Dat wens ik Marcel Hendrickx dan ook toe.

Archief

Voor 2008 wensen wij eenzelfde lankmoedigheid en een warme waardigheid…

5 januari 2008

Rembrandt 1654 Jan Six

Jan Six (1618 '? 1700) door Rembrandt in 1654.

Vrijheid gaat in rood gekleed met gouden randen,

zacht gemzenleer schoeit vuile handen

om arbeid toch in mededogen te leiden

en de paarden van de macht te mennen;

de vuisten soepel en vingervlug gekoesterd

wanneer we weten hoe de wereld draait

en voor offers keert zodat we lankmoedig

en met warme waardigheid ons hullen

in de mantel die ons behoedt voor de hitte

van de passie en het vuur van de strijd

omdat alles van waarde zich moet verweren.

'Alles van waarde moet zich verweren'*

Daarom wensen

wij u en al wie u

lief is voor

2008

eenzelfde lankmoedigheid

en een warme waardigheid.

  • ' De gedachte was te veel dat de vrijheden zich als vanzelf zouden verdiepen, maar het lijkt erop dat de vrijheid in diskrediet aan het raken is en de roep om veiligheid steeds luider klinkt. Wanneer we de bekende dichtregel van Lucebert '? 'Alles van waarde is weerloos' '? op zijn kop zetten, kunnen we zeggen: 'Alles van waarde moet zich verweren.' – Paul Scheffer, Het land van aankomst. p.409

'Hollanders in beeld' nog tot 13 januari 2008 in het Mauritshuis, Den Haag

Archief

Ziek tussen lichaam en geest – Museum Dr. Guislain Gent

21 december 2007

‘Ziek tussen lichaam en geest’ in het Museum Dr. Guislain te Gent, nog tot 27 april 2008

“Ziek. Tussen lichaam en geest”

is een samenwerking tussen STAM - Gent Cultuurstad, het Museum Dr. Guislain en het Bijloke Muziekcentrum Gent naar aanleiding van 700 jaar ziekenzorg in de Bijloke, 200 jaar Broeders van liefde en 150 jaar Guislain-instituut..

De tentoonstelling 'Ziek’ in het Dr. Guislainmuseum doet een '? beperkte '? poging om een antwoord te suggereren op de vraag waarom iemand ziek is. Maatschappelijke, culturele en antropologische trends worden aangeraakt. Soms hilarisch, soms ridicuul, soms rommelig, soms onduidelijk, soms beklemmend, soms verbazend en finaal met een merkwaardige doorkijk naar de hedendaagse iconografische kunsten: figuratief en abstract, symbolisch en wetenschappelijk. Want met de tentoonstelling kreeg het museum een opknapbeurt voor haar vaste collectie waardoor de medisch wetenschappelijke iconografie van rà?ntgen tot MRI beter tot zijn recht komt. Daar wordt helder dat niets is wat het lijkt, zeker niet in de geneeskunde met wetenschappelijke pretenties.
Wellicht ongewild, maar het museum Dr. Guislain licht een tip van de sluier op waarin zich de helende werking pleegt te hullen van sjamanen, heilpraktikers, handelaren in elixir, handopleggers, genees-, heel en verloskundigen. Zeker waar het de rol van de iconografie betreft in de zich regulier noemende geneeskunde.
Het helend effect dreigt immers te falen wanneer het mechanisme van de angst onthuld wordt.
Wie de nodige angst in de hoofden van zijn potentiële clientèle kan planten, weet zich verzekerd van een vlotte stroom offers in natura of klinkende munt.
Een gezond en eeuwig leven, een ultieme verlenging van het lijden van een dierbare is best een flinke stuiver waard, niet? En dan helpt de macht van het beeld, de cultuur van het icoon als begrijpelijk symbool van pijn en lijden. Dat hoort gevisualiseerd in een beeldcultuur, dat hoort voorgebeden in een orale traditie van mantra's en bezwerende woorden.
Die helende mantra's zijn in vijftig jaar hun kracht verloren bij westerlingen sinds film en televisie het indringend kijken tot onovertroffen zelfhypnose heeft verheven.
De cultuur past zich aan, de beleving van ziekte en pijn evenzeer.
'Ziek tussen lichaam en geest' lijkt eerder een illustratie voor 'Ziek van lichaam en geest'.

Ivan Illich formuleerde het in zijn Medical Nemesis in 1976 – Grenzen aan de geneeskunde: het medisch bedrijf – een bedreiging voor de gezondheid? glashelder:
In de technische evolutie volgen twee types ontwikkelingen elkaar op: de eerste biedt soelaas en hulp voor velen en vergroten zelfredzaamheid en welzijn, de tweede leidt tot grote afhankelijkheid van specialisten die dure kunsten bedrijven waarbij hun clientèle vooral van de onmisbaarheid overtuigd moet blijven. Geleidelijk aan ' democratiseert ' de toegang tot dit soort specialiteiten wat de commerciële waarde ervan opdrijft.
Gezondheid op de vrije markt maakt van de geneeskunst een kostelijke illusie.
Wie de moed heeft, zich aan deze commerciële wetmatigheid te onttrekken en op een stoà?cijnse manier de dood in de ogen durft te zien, dan wel in een sociale omgeving steun en geborgenheid kan vinden voor zichzelf en zijn nabestaanden, verwerft met het gezond verstand een grote vrijheid.
De beperking van de mateloze dans van de toverdokters en veelbelovers levert een waardevolle zelfredzaamheid en gemoedsrust.

In het Gentse Dr. Guislainmuseum proberen de inrichtende machten in verschillende kabinetten een sfeertje te creëren met de klassieke gruwelbeelden en de gesel van de venerische ziekten die bij voorkeur schrikbarende stigmata in het aangezicht opleveren. Door seksualiteit te demoniseren zou de menselijke driftenergie in feesten van angst en pijn gekanaliseerd worden. Wie zich aan lustvol genot overgaf, zou zich verstoten weten door de gemeenschap. Ja zelfs de eigen familie en geliefden zouden zich beschaamd afwenden van de mateloze bedrijvers van ontucht.
Er waart een merkwaardige geest doorheen dit museum: de menselijke tronie in onbegrijpelijke pijn en akelige grimassen die medelijden moet wekken en tegelijk dreigen als de gesel die het vlees zal tuchtigen.
De broederlijke en liefdevolle zorg voor de minsten onder de Zijnen was een onderdeel van een dubbele moraal: verstedelijking ging gepaard met ontheemding. Verscheurde familiale samenlevingsverbanden konden geesteszieken niet langer handhaven.
Stedelijke samenlevingen bergen ook meer mensen die hun denken niet langer op een rij houden. Stadslucht bevrijdt, maar alleen voor diegenen die het aandurven de gezellige warmte van de schaapskooi te verlaten. Voor anderen is de gedwongen ontheemding een drama dat ze nooit meer te boven komen. Voor hen werden instellingen geschapen waar de Broeders van Liefde hun hemel verdienden. Kerkers werden tuchthuizen, gevangenissen werden tehuizen met een strikte collectieve continuà?teit die het leven weer overzichtelijk maakte voor kolderieke schapen die in zichzelf verdwaalden.
Bezoekende familieleden vervulden hun christelijke plicht en droegen het omen rond om wie uit de band dreigde te springen in de hand te houden met lugubere verhalen over het leed achter de muren en de moderne behandelingen als feesten van angst en pijn.

Ik heb in Guislain al heel wat betere tentoonstellingen gezien dan 'Ziek tussen lichaam en geest': inhoudelijk te licht bevonden, technisch vaak te zwak belicht of te laag geplaatste relieken die dan nog eens veel te summier worden toegelicht, zelfs rolstoelgebruikers hebben er nauwelijks wat aan.
Het begeleidende boek zou dit moeten compenseren, maar blijft naar mijn aanvoelen te oppervlakkig en fragmentarisch. De tekeningen van Félicien Rops zijn schitterend in een passende belichting. Daarvoor kan je in Namen terecht in het Musée Provincial Félicien Rops.

De esthetisering van het medische arsenaal is echter van een ondraaglijke schoonheid: art-deco dokterskasten in glas waarin iedere arts van enig niveau zijn martelwerktuigen aan de patiënt pleegt te tonen, worden nu gepresenteerd in een prachtige symfonie van chroom en glas: steriliseerdozen en labmateriaal met verduurde gummislangen. Een eens zo duur en waardevol instrumentarium vol levensreddende glans en pijnverlichtende klank verstilt hier tot schoonheid met eeuwigheidswaarde.

Maar er leeft alweer een mirakel te Gent.
De affiche van de tentoonstelling ‘Ziek tussen lichaam en geest’ belooft in blauw en rood een boeiende schizofrene inkijk, die je echter nergens kan terugvinden.
In het Museum voor Schone Kunsten kan je daarentegen wel terecht voor 'British Vision' waar 'Mrs. Mounter at the breakfast table '(1916-1917) van Harold Gilman veel goedmaakt: een stilleven waar zijn hospita iedere ochtend schuilt achter het theeservies voor de kwellingen die gedurende de eindeloze dag haar deel zullen zijn.
Bij ‘British Vision’ vind je ook een ruim aanbod van psychopathologische wendingen van de menselijke geest, tot soms prachtige kunst verheven.

Archief

Michael Moore '? Sicko of ‘going Dutch’ – nu ook in Nederland

22 november 2007

Best pijnlijk en grappig, snijdend en vileinig, ook wel ontroerend en tenenkrullend, hilarisch en beschamend om te zien hoe Michael Moore met Sicko hét thema van de Amerikaanse presidentsverkiezingen probeert te bepalen.
Hij toont hoe ondermeer Hillary Clinton en haar entourage en tal van heren senatoren en congresleden het schuchtere Health Care Plan van 1993 hebben laten naaien voor geld, heel veel geld en schitterende postjes in de medische en farmaceutische sector.

Het scenario is subversief, het verhaal is in de bekende overdrive met lapidaire tussenwerpsels gepresenteerd. Maar het draagt ongetwijfeld bij tot de agenda van de politieke en sociale evolutie in de V.S.A.
De volgende presidentsverkiezingen zullen draaien om de toekomst van de Amerikaanse gezondheidszorg. Althans dat wil Michael Moore en vele Amerikanen met hem.

Zijn film – net uit in Nederland – haalt hier ruim de nationale media: er speelt immers horror, de angst voor herkenning, en de spiegelparade van Nederland als gidsland.
De liberale minister Hans Hoogervorst (gewezen socialist en sinds dit jaar ruim gehonoreerd als voorzitter van de Autoriteit Financiële Markten: 270.000 euro per jaar) heeft met het vorige kabinet Balkenende de nieuwe zorgverzekering doorgedrukt.
De tucht van de markt zou een grotere rol krijgen waardoor de zieke zorginkoper meer waar voor zijn of haar geld beloofd werd.
Niets is natuurlijk minder waar want het zorgaanbod is '? in tegenstelling tot de Belgische plethora – te beperkt, waardoor zelfs met vastgelegde tarieven de prijzen voor de zorg zullen blijven stijgen.
Privaat kapitaal zal de weg vinden naar de sector en daar met de nodige commercie aan het privatiseren slaan met als netto resultaat: minder zorg voor meer geld.
En dus snelle fusies tot monopolievorming met het oog op betere cijfers voor investeerders.

In de V.S. is dit fenomeen na 1945 goed op dreef gekomen onder de dwingende leiding van de Amerikaanse artsenvereniging (AMA), die zich met succes verzette tegen enige overheidsinmenging in de gezondheidszorg wegens meer winst en hogere honoraria in het vooruitzicht.

Michael Moore speelt met Sicko handig in op de groeiende verontwaardiging van de Amerikaanse middenklasse die steeds beklemmender lijdt onder de forse winsthonger van de zorgverzekeraars: bedrijfsgebonden verzekeringen die je verspeelt bij ontslag of faillissement, koppelverkoop van gezondheidszorg in aangewezen ziekenhuizen waar de schadeverzekeraar het niveau van de behandeling bepaalt en 50 miljoen mensen die zonder enige verzekering aan de goden overgeleverd worden.

De vlucht voorwaarts is in zo’n politieke situatie belangrijk voor de grote spelers op de markt: 'going Dutch' wordt het ordewoord van de toekomst: eenieder betaalt voor zichzelf, maar de excessen moeten met overheidsgeld en '?regulatie getemperd.

Vandaag kloppen de Amerikaanse beleidsmakers en zorgverzekeraars aan bij hun Nederlandse collega's zodat de politieke leiders van het oude gidsland zich warempel weer in alle glorie hersteld weten.
Zij het dat het nieuwe Nederlandse zorgstelsel nog geen twee jaar draait en al voor behoorlijke problemen zorgt: falende ziekenhuizen en zorgverleners, dalende kwaliteit van de zorg aan huis en in verzorgingstehuizen door de steeds scherpere concurrentie tussen de aanbieders op de markt van welzijn en geluk.

De tucht van de markt tuchtigt vooral de zorgzoekers, de zieken, de zwakken en de misselijken.

Sicko slaagt erin om de kern van de discussie helder te presenteren in een boeiende babbel met de Old Labour partijleider Tony Benn:

'?Before we had the vote, all the power was in the hands of rich people. ... What democracy did was to give the poor the vote, and it moved power from the market place to the polling station, from the wallet to the ballot. ('?)I think democracy is the most revolutionary thing in the world. If you have power you use it to meet the needs of you and your community. And this idea of choice which capital talks about all the time, choice depends on the freedom to choose and if you're shackled with debt you don't have the freedom to choose. People in debt become hopeless and the hopeless don't vote, so they always say everyone should vote, but I think if the poor in Britain or the United States voted for people who represented their interests if would be a real democratic revolution. And so they don't want it to happen. See I think there are two ways in which people are controlled. First of all frighten people and secondly demoralise them. An educated healthy and confident nation is harder to govern. And I think there's an element in the thinking of some people we don't want people to be educated, healthy and confident because they would get out of control. The top one per cent of the world's population own eighty per cent of the world's wealth. It's incredible that people put up with it but they are poor, they're demoralised and they're frightened and therefore they think the safest thing to do is to take orders and hope for the best.'

Hier laat Michael Moore de oude en fragiele Tony Benn met een voorhamer een mokerslag uitdelen aan zijn New Labour opvolgers zoals Tony Blair om tot de kern van de zaak te komen: een maatschappijvorm waar 'going Dutch' tot norm wordt verheven kweekt angstige burgers die gauw geneigd zijn om in hun vertwijfeling de strijdende leider te volgen, of het nu tegen de duivel, dan wel de terreur, dan wel de binnenlandse vijand is.

Als er iets in 'Sicko' verpletterend duidelijk wordt, is het wel de angst waarmee staats- en regeringsleiders een zelfbewuste gepolitiseerde kudde onderdanen het hoofd moeten bieden met het oog op hogere kapitaalsbelangen die toe zijn aan ‘cashen’ '? deze keer in de gezondheidssector.
De gemeenschap en de belastingsbetaler draaien telkens weer bij het ‘scheiden van de markt’ op voor grote kapitaalsintensieve investeringen met langlopende risico's zoals infrastructuur, gezondheidszorg, onderwijs, fundamenteel wetenschappelijk onderzoek.
Wanneer de tijd rijp lijkt, kan daarop een nietsontziende privatiseringsgolf los gelaten worden, al dan niet na een dwingend verzoek van de Europese Commissie.
Zo wordt de kudde weer grootschalig kopschuw gemaakt door de tuchtigende wanorde van de markt tot ze voldoende bewonnen, wanhopig en neurotisch na grote traumata en met het oog op de nakende kostenstroom weer aan een zalvende collectivisatie of socialisatie wordt onderworpen.

De voorbeelden uit de Verenigde Staten van Amerika die in Sicko tegenover de gezondheidszorg in Canada, Engeland en Frankrijk geplaatst worden zijn karikaturaal duidelijk.

Het ommetje langs de enige plaats in de V.S. waar van staatswege gratis gezondheidszorg wordt geleverd is hilarisch. Vanaf de goed uitgeruste gezondheidsvoorzieningen op Guantanamo Bay trekt Michael Moore met zijn gekwelde fanfare van honger en dorst naar het beloofde land van Cuba, waar hij met zijn 9/11 helden met open armen wordt ontvangen voor prima medische zorg en spotgoedkope medicijnen.
Het Cuba-hoofdstuk was erover, en geen klein beetje.
Dus kon je er goed mee lachen, wat niet het geval was voor alle zieke 9/11 – helden.

Er staat de zieken, zwakken en misselijken nog een bittere lijdensweg te wachten, ook in Europa.

Temeer daar de medische mallemolen nog steeds volop preekt over het eind van alle kommer en kwel, van het vele leed en het nog grotere leedvermaak, dank zij nieuwe technieken, patenten, producten voor de komende ziekten van te veel honger en dorst, de angst voor de pijn van het zijn en voor het verlossende einde van alle leed.

Gidsland Nederland trotseert alweer als eerste de stormen met een nieuwe invulling van het beroemde 'going Dutch'.

In België bleek de reactie op Sicko begin oktober eerder marginaal want daar klinkt de privatiseringsboodschap nog niet zo luid.
Het pluimen van de zieken, zwakken en misselijken verloopt in België immers subtieler maar efficiënter: een derde van de totale zorgkost (remgelden, niet verzekerde kosten) wordt door de zieken zelf opgehoest in kleine beetjes, bij iedere zorgprestatie, bij ieder medicijn.
De Belgische helers en genezers van overheidswege weten immers hoe vele kleine beetjes toch een forse slok op de bittere borrel worden.
Maar tijdens de regeringsvormende ezelsdracht begint ook in België wat te roeren: – een kwart van de bevolking heeft het nu al moeilijk om de kosten van hun gezondheidszorg te betalen. – driekwart gelooft intussen dat er een financieringsprobleem ontstaat in de gezondheidszorg. – privéverzekeraars zien daar brood in, of eerder zoetekoek want voornamelijk geà?nteresseerd in de dure extraatjes waar forse winsten lijken te lonken zoals de hospitalisatieverzkeringen.

Het lijkt wel of ze niet willen begrijpen dat de zorgverstrekkers de zoete geur van dat zachte geld niet kunnen ruiken en hun dienstverlening vlot zullen aanpassen met het oog op een maximaal rendement bij patiënten die over een geurige verzekeringspolis beschikken.

Privéverzekeraar DKV maakte op 20/11/2007 de resultaten bekend van een zorgenquête in samenwerking met Knack, Trends, Plus, Le Vif en De Zondag:

‘Een meerderheid van de bevolking stelt dat de overheid de kosten van de gezondheidszorg niet alleen zal kunnen dragen, en dat de privésector een rol moet spelen. De aanvullende hospitalisatieverzekering stimuleren zien de meesten als het ideale middel om te besparen op de gezondheidszorg, en het fiscaal aftrekbaar maken is voor de overgrote meerderheid (83 procent, nvdr) de beste stimulans.’

Toch raar dat de meerderheid van de bevolking zoiets ‘stelt’ als ze volgens dezelfde enquête niet eens blijkt te beseffen dat ze jaarlijks 25 Euro per kop moet betalen voor een verplichte Vlaamse zorgverzekering!

Dit soort zorgenquêtes zijn dan ook een onderdeel van de grote stemmingmakerij met het oog op een oranje-blauwe tuchtiging die in de gezondheidszorg de deur moet openwrikken voor ‘going Dutch’, maar dan op z’n Belgsich, met heel veel bittere kleine beetjes.
Merkwaardig dat de christelijke ACW, ACV en CM vleugel dit sociale sloopwerk lijkt te tolereren bij de vorming van een nieuwe regering.

‘Sicko’ van Michael Moore was bij wijlen een ontroerende en tedere ode aan 'going European' in plaats van 'going Dutch'.

In Europa koesteren we nog de illusie van een samenlevingsideaal: samenwerken, samenstaken, samen ziek zijn, samensterven.
Het oogt veel aangenamer. Het sluit veel beter aan bij het menselijke oergedrag.
In een zelfbewuste kudde is het immers beter grazen en paren.
Sicko lijkt wel een Europese film!
Er wordt dan ook veel gelachen tijdens vertoningen in Europa.

Archief

Radio 1 De Ochtend: ‘de paplepel als maatbeker’. Op naar een echte NieuwsRadio: NIRA!

9 september 2007

Naar aanleiding van de vernieuwing van Radio 1 ben ik de eerste week van september redelijk wezenloos op mijn honger gebleven, wegens dagelijks ochtendluisteraar en dus verweesd op zoek naar nieuws uit de wereld, de stad en het land.
Dat er vernieuwd wordt, dat er van alles moet veranderd, lijkt een idee-fixe waaruit steeds meer zelfbenoemde creatievelingen financieel een fors slaatje weten te slaan.
De managers, de directeuren en de raden van bestuur of commissarissen weten blijkbaar van geen hout meer pijlen te maken en laten maar wat graag de verfrissende vernieuwing over aan jonge mensen die zelfverklaard bruisen van creativiteit en vooral hun netwerk goed onderhouden om de daaraan gekoppelde onkostennota's te cashen.
Van verweesdheid kwam wrevel. Radio 1 lokt 'bug'-ontwijkend gedrag uit. De meeste medische '? en waarschijnlijk ook vergelijkbare andere – informaticaprogramma's vertonen nogal wat technische 'bugs' die je als intense gebruiker vaardig moet leren ontwijken. Zo ook met Radio 1 waar 'De Ochtend' in de onzalige eerste week het karakter had aangenomen van een verzameling 'bugs': door jingles opgejaagde woordenkramerij, domme vragen van kakelende of kirrende presentatrice Imbo.
Beck brengt wellicht meer rust in de tent…
En dat allemaal om een nieuw en jong publiek te kunnen boeien ?
De intellectuele en sociale emancipatie, toch bij uitstek een hoofdopdracht van de VRT die voornamelijk met gemeenschapsgeld van de belastingbetaler wordt onderhouden, blijkt verworden tot een schrijnende denivellering. De norm wordt getoetst aan mensen die nog steeds geloven dat het leven in deze wereld om hun eigenste zelf en hun onmiddellijke behoeftenbevrediging draait, dan wel zou moeten draaien. Nog steeds lopen er creatieve managers rond die zich graag verliezen in de cultuur van het vleien: het naar de mond praten van de grootste gemene deler van de potentiële luisteraars.
JA!, wij zeggen, wij spelen, wij zenden uit wat u denkt!
Populisme als hoogste cultuuruiting.

En dan kwam er vrede over mij, de vrede van koning Knut waarover John Maxwell Coetzee in zijn 'Dagboek van een slecht jaar' schrijft:

128. Over Engelse uitdrukkingen.
De nieuwe overeenstemmingsregel die opgeld doet, lijkt te zijn dat het getal van het werkwoord niet door het onderwerp wordt bepaald maar door het getal van het zelfstandig naamwoord dat er het dichtst aan voorafgaat. Misschien zijn we op weg naar een grammatica (een zich eigen gemaakte grammatica) waarin het begrip grammaticaal onderwerp niet aanwezig is.
('?)
Als ik naar mijn oudere tijdgenoten kijk, zie ik maar al te velen die verteerd worden door knorrigheid, maar al te velen die hun hulpeloze verbijstering over de gang van zaken het hoofdthema van hun laatste jaren laten worden. Zo zullen wij niet worden, beloven we, wij allemaal: wij zullen de les van de oude koning Knut in acht nemen, we zullen genadiglijk wijken voor het tij van de tijden. Maar heus, het valt niet altijd mee.

Misschien zie ik het fout, misschien merk ik het prachtige manoeuvre niet waarmee geprobeerd wordt om naast ‘Klara’ eindelijk ‘Nira’ op te zetten, een kwaliteitszender voor nieuws en achtergrondinformatie. Een ochtendlijke NieuwsRadio die niet alleen de naam van het Nederlandse Radio 1-programma 'De Ochtenden' heeft overgenomen, maar die ook de rest van die programmering wil volgen: stand.nl; Dingen die gebeuren; kritische indringende en boeiende interviews met gasten over binnen- en buitenlandse thema's.

Je mag als VRT natuurlijk niet té lang wachten om zo'n Nira op te zetten, want anders ben je je luisteraars kwijt aan wie wel veel aandacht besteedt aan nieuws, pers, binnen- en buitenland.
Hier ligt met de vernieuwde Radio 1 een gapend gat in de markt, nog steeds zonder putdeksel!
In De Standaard heeft Marcel Van Nieuwenborgh met zijn column 'Alles welbeschouwd' reeds een paar keer behoedzaam en bezorgd 'De ochtenden van Radio 1' gefileerd:

Epo bij de Radio:
Het jinglepakket dat ze in de studio hebben afgezet, is zo’n beetje het equivalent van flipperkastgeluiden. Ze moeten bij de luisteraar het gevoel van raakheid, trefzekerheid en triomf onderstrepen van alles wat op de zender ten gehore wordt gebracht. De Amerikaanse, met de Pulitzerprijs bekroonde columnist George Will was ad rem toen hij het had over een geà?nfantiliseerde samenleving. Ook bij Radio 1 wordt nu de paplepel als maatbeker gehanteerd. Een schepje voor de contentmanager, een hapje voor de aanbodmanager… Elsschot had die titels niet kunnen bedenken, maar op de VRT bestaan ze echt.

George Will noemt de dubieuze vernieuwingen in de media ‘niet meer dan een verfijndere presentatie van de domheid’. En de ethiek laat zich in deze verkleuterde samenleving volgens de Amerikaanse Newsweek-columnist terugbrengen tot een bejubelen van de eigen keuze. Dat is ook het geval van Radio 1. Binnenkamers blijft men wild enthousiast over de restyling. De voorbereidingen van de vernieuwing hebben langer geduurd dan de vorming van een regering in dit land zou kunnen duren. Ten slotte nam men zijn toevlucht tot wat met een lichtvoetige benaming werd aangeduid als ‘stijlfascisme’. Men zou er de nieuwe verfrissende, snedige stijl desnoods in rammen. Uit voorzorg werd op de zender iedereen boven de vijftig die er bovendien ook nog van verdacht werd te kunnen spellen, naar Klara verbannen. Op Radio 1 zou men voortaan ‘flirten met de actualiteit’, aanraken en uitdagen, proeven en smaken.

Het is gewoon crimineel dat een steengoede nieuwsdienst zoals die van de VRT zich in dat soort formats moet laten dwingen, waarin journalisten nauwelijks ademruimte krijgen om iets uit te leggen, laat staan te nuanceren. Ik geloof niet dat je op zo’n zender nog veel ongemakkelijke waarheden kunt laten horen, laat staan een redenering volledig weergeven.

Men moet niet te beroerd zijn om het roer nog om te gooien. Oudere lezers herinneren zich nog die ochtend in de krantenwinkel toen de kopers van een vertrouwd tv-weekblad zich een hoedje schrokken van de nieuwe, heldere, progressieve restyling die hun blad had ondergaan. Dat magazine heeft, onder protest van zijn klanten, de gedaanteverandering compleet ongedaan gemaakt. Met excuses. Maar misschien zijn de bazen van Radio 1 ondertussen wel Oost-Indisch doof geworden.

Golven bij de Radio:

Lees verder »

Archief

Caroline Gennez en Dirk Van der Maelen als kandidaten voor het sp.a voorzitterschap?

26 augustus 2007

Caroline Gennez en Dirk Van der Maelen flankeren een rode Marianne die tegen de blauwe achtergrond wegvlucht van hun gebeuzel op de profetische foto van Bob Van Mol in De Morgen van vrijdag 24 augustus 2007.
Caroline heeft als sp.a-ondervoorzitter en gewillige meid voor alle werk met graagte en ingehouden gretigheid haar kandidatuur gesteld voor het voorzitterschap van een imploderende partij. Tenslotte is ze al zolang jong en vrouw en onder diverse voorzitters dat ze zichzelf nu wel rijp genoeg acht voor het voorzitterschap zelf.
Om haar met enige sérieux te maquilleren mag de aloude Kamerfractieleider Dirk Van der Maelen haar flankeren als 'running-mate'. Dirk draagt op dezelfde fenomenale foto een Groen! hemd en blikt in de lens met een grijns van kiespijn. Hem werd na jaren als trouwe zweepdrager door de scheidende voorzitter de bullepees van het fractieleiderschap ontnomen ten voordele van de scheidende vice-premier en minister van begroting en consumentzaken, Freya, die dan op de valreep eerder opteerde voor de kinderen.
Caroline noch Dirk beseffen dat jaren als zweepdrager in het Vlaams parlement of de Kamer nog wat anders is dan fractieleider van een oppositiepartij. In de oppositie wordt je fractie verondersteld inhoudelijk, verbaal en mediageniek weerwerk te bieden aan de regeringsmeerderheid. Dat is fundamenteel verschillend van jarenlang de kunst van het zwijgen en doen zwijgen te beoefenen, het instemmen en doen instemmen, het frustreren en ridiculiseren van de fractieleden met zachte of harde dwang, met valkuilen, lokaas en de dreigende bullepees.
Wie dit soort politieke kunstjes jarenlang op bevel van de meester hebben opgevoerd, klinken raar wanneer ze beweren dat ‘de sp.a moet afstappen van de angst voor het debat’.

Het programma dat zij meenden te moeten presenteren voor hun voorzitterschapsambities '? nu Hans Bonte op het geblaf van honden zijn ambities weer eens heeft bijgesteld '? is tekenend voor dezelfde implosie van hun partij, al presenteren ze het graag pront en parmantig met een lijzige sneer naar de Patrick uit de Koekenstad die de opdracht kreeg om een analyse van die implosie te fabriceren en dit met enig dédain overlaat aan zijn koelies.
Daarbij valt immers geen eer noch baat te rapen.

Ze lijden dan ook aan de ziekte die J.M.Coetzee in zijn 'Dagboek van een slecht jaar' voor de Australische sociaal-democraten weet te omschrijven:

108. Na de ene electorale nederlaag na de andere te hebben geà?ncasseerd krijgt de Australische Labor Party '? ALP - nu de kritiek dat ze haar leiders uit een te beperkte politieke kaste rekruteert, van mensen die geen levenservaring buiten de politiek en buiten de partij hebben. Ik twijfel er niet aan dat die kritiek terecht is. Maar de ALP staat daarin geenszins alleen. Het is een elementaire misvatting te concluderen dat omdat in een democratie politici het volk representeren, politici representatief voor het volk zijn. Het besloten leven van de typische politicus lijkt sterk op het leven in een militaire kaste of in de maffia of in Kurosawa’s bandietenbendes. Je begint je carrière op de onderste sport van de ladder, met boodschappen doen en spioneren; als je hebt bewezen loyaal en gehoorzaam te zijn en bereid om rituele vernederingen te ondergaan, word je ingelijfd bij de bende zelf; daarna geldt je eerste plicht de bendeleider.

Met enige vertraging waaien ook bij de sp.a – al dan niet met spirit – de poppetjes van de dure marketeers door hun ondraaglijke lichtheid als overbodige pluisjes weg van de reële wereld.

Coetzee wijdt in hetzelfde Dagboek een 'Uitgesproken mening' aan Tony Blair die ook menig sp.a-spirit wonderboy of '? girl niet misstaat:

113. Over Tony Blair.
Het verhaal van Tony Blair zou regelrechte uit Tacitus kunnen komen. Een doodgewoon jongetje uit een kleinburgerlijke milieu met alle correcte standpunten van dien (de rijken moeten de armen subsidiëren, het leger moet streng aan banden worden gelegd, burgerrechten moeten verdedigd tegen een aantasting door de staat), maar zonder filosofische scholing en met een gering vermogen tot introspectie, en zonder enig innerlijk kompas behalve persoonlijke ambitie, gaat scheep voor de politieke reis, met al zijn vervormende invloeden, en eindigt als een liefhebber van de hebzuchtige ondernemersgeest, als een oorlogshitser, een medeplichtige aan het martelen en doen 'verdwijnen' van tegenstanders. ('?)

Wat gewone mensen de keel uit begint te hangen is om verklaringen van hun regeerders te moeten aanhoren die nooit helemaal waar zijn: een beetje minder dan waar, of een beetje bezijden de waarheid, of met een draai eraan die de waarheid doet wankelen. Ze wilden af van de voortdurende uitvluchten. Vandaar hun honger (een lichte honger, zo moet worden toegegeven) om te horen hoe welbespraakte mensen van buiten de politieke wereld – academici of geestelijke of geleerden of schrijvers – over openbare aangelegenheden denken.

En dan komen Caroline en Dirk met een programma op de proppen waar alleen maar meer van dezelfde doorgedraaide gratis belastingverlagingpraatjes van cafébazen en zelfstandige ondernemers blijven hangen. Het toetje voor de duurdere elektriciteitskosten is helemaal een giller want het was de grote inspirator zelf die de marktwerking in de sector overhaast heeft doorgedrukt, waarna de al zo dure elektriciteit alleen maar duurder bleek te worden.
En verder veiligheid, zekerheid en vrijheid van keuze en meer nog een programma voor het genieten van het goede leven.

109. Over links en rechts.
Wat mij het meest beviel aan Australië toen ik het in de jaren 90 van de vorige eeuw voor het eerst bezocht, was de manier waarop de mensen zich in de dagelijkse omgang gedroegen: openhartig, eerlijk, met een ongrijpbare persoonlijke trots en even ongrijpbare ironische gereserveerdheid. Maar nu, 15 jaar later, hoor ik hoe het zelfbewustzijn dat in dat gedrag werd belichaamd in brede kring wordt gekleineerd als behorend bij een vroeger Australië dat uit de mode is geraakt.

Interessant, hoe op het moment in de geschiedenis waarop het neoliberalisme verkondigt dat, nu de politiek eindelijk bij de economie is ingelijfd, de oude categorieën links en rechts versleten zijn, mensen over de hele wereld die zichzelf graag als gematigd beschouwen – dat wil zeggen, wars van de excessen van zowel links als rechts – beslissen dat in een tijd van rechts triomfalisme het idee van links te kostbaar is om overboord te zetten.
In de orthodoxe, neoliberale visie is het socialisme bezweken en gestorven onder zijn eigen contradicties. Maar zouden we er niet een alternatieve versie van het verhaal op na kunnen houden: dat het socialisme niet is bezweken maar neergeknuppeld, dat het niet is gestorven maar vermoord?.

Het komt me voor dat iedere poging tot herijking of nieuwe definiëring van het socialisme als een progressieve wereldvisie vooral werd vermoord door de eigen beoefenaars van deze eredienst.
De resultaten zijn er naar, niets of niemand zal hun machteloos geleuter nog ernstig nemen. In een regering, aan de vetpotten van de macht en belangenverdeling, kunnen de hovelingen nog verwachten een hap toegegooid te krijgen. Kost wat kost deelnemen aan een regering is voor dit soort partijen een politieke, electorale en vooral machtstechnische plicht: hun acolieten smachten naar het matsen in de coulissen.
Het schitterende maneuver van de scheidende voorzitter en grondwetsdeskundige die met veel zin voor drama tegen een achtergrond van leed en lijden voor de mensen, door de mensen, met de mensen op 11 juni 2007 de doek in de ring gooide, bracht enkel de mediagenieke poppetjes – sommigen zelfs met tegenzin – op de scène. Zij mogen nu schaduwdansen in het Kabuki theater van de Belgische politieke scène, hét kenmerk van de sociaal democratische toneelvorm: pakkende maar onbegrijpelijk monotoon gezongen thema’s voor en over de gewone man die zelf reeds lang naar de karaoke bars is verkast om daar zijn gram te halen.

Het ware machtsspel speelt zich af op andere plaatsen waar een prachtig schaakspel wordt voorbereid maar nauwelijks nog iemand weet waar het schaakbord zelf gebleven is.

Mocht het toch niet lukken om er weer bij te zijn in het belang van de mensen – wie anders dan de sp.a verdedigt immers de belangen van de mensen uit de Dorpsstraat? De Kabinettenstraten worden intussen uitgezuiverd en van balast ontdaan – dan is er nog altijd de Vlaamse regering waar het goed heersen is op thema’s die van België eindelijk een echt federaal land zullen maken.
En de keer daarop zijn de echte socialisten er immers weer bij – zonder de PS kan volgens hen dit land niet verder.

Geef toe, een heerlijk spel van geven en nemen, prachtig pokeren op de achtergrond terwijl de oranjeblauwe geschelpten ondertussen vakkundig hun pijnlijke populisten weten te kisten, tot de tijd rijp is voor de langverkondigde, de ultiem gewenste tripartite van het ware staatsmansschap: na de promotie van gemeentebesturen als afspiegelingscolleges, eindelijk ook een federale regering als een afspiegelingscollege: iedereen blij, want niet alleen Bart Somers verklaarde zich ooit als minister-president burgemeester van Vlaanderen, Plopsaland.

Voor de sp met of zonder ‘A’ zullen nieuwe programma's moeten geschreven worden, die verder gaan dan populistische praatjes of gespin op basis van dure maandelijkse peilingen naar de kiesintenties en interesses van de burgers.
Er zullen andere representanten moeten gevonden worden dan de huidige sp.a voorzitterkandidaturen, die zich menigmaal onsterfelijk hebben gemaakt met boekjes over wat Europa allemaal niet mag zijn voor het ressentiment van de brave kiezers dan wel korting aan de benzinepomp voor de eigen partijleden eerst.

Het wordt moeizaam zoeken in de snel leeglopende korf van wat zichzelf bij de sp.a enig al dan niet erfelijk politiek talent meende te moeten toedichten: inteelt leidt altijd tot degeneratie.
Een nieuwe brede beweging met alle andere progressieve partijen en organisaties is de enige mogelijkheid tot een verkoopbare illusie van bronvernieuwing. Daar kan dan nieuw politiek talent bovendrijven.
Maar dat zal ongetwijfeld nog vele jaren aanslepen. En niet alleen in België, Nederland, Frankrijk en Duitsland.

Archief

Berlijn, Mijn Duitsland, Good Bye Lenin, Polen en nog zijn we niet verloren…

26 juni 2007

Mazurek D?browskiego is het nationale volkslied van Polen
van de hand van Jà?zef Wybicki uit 1797.

Het gaat mij vooral om die eerste regel.
'?Jeszcze Polska nie zgin??a: Nog is Polen niet verloren!'?
Dat heeft iets van dat andere volkslied:
'?Zij zullen hem niet temmen, de fiere Vlaamse Leeuw,'?'?

Mensen die dit soort volksliederen koesteren, mankeren iets. Zij lijden aan een onduidelijk maar schrijnend, rancuneus en eeuwigdurend gevoel van woede en verongelijktheid wat ze zichzelf hebben aangepraat. Het gaat steevast om een mythisch verleden waarmee ze zich gaarne laten opzwepen tot grootse heldendaden, voor eigen gebruik, in de keuken, bij de haard of voor tv bij voetbalwedstrijden of andere oorlogsspelletjes.
Dit soort volkscultuur is pijnlijk provinciaal, in zichzelf gekeerd en wezenlijk angstig voor wat onweerstaanbaar komen zal.
Dit soort liederen is als roepen in het donker, 's nachts kouder dan buiten, eigen aan mensen die zichzelf zien als een eeuwige underdog, de keffende kuitenbijters die als alternatief ook wel eens de eigen staart beproeven.
Blaffen tegen de maan terwijl de karavaan onverstoorbaar verder trekt.

Lees verder »

Archief

Voor de overwonnenen, de sp.a : democratie ligt ons nauwer aan het hart dan ‘ socialisme ‘.

11 juni 2007

Op woensdag 28 april 2004 publiceerde De Standaard en De Morgen een uitgebreid interview met mij toen ik de ‘strijdplaats’ na het nodige gekonkel op de lijst van Patrick Janssens weigerde.

De Standaard plaatste mijn ‘politiek testament’ op haar website.

Verrassend om dit vandaag nog eens te herlezen.
De nood aan een nieuwe ‘linkse’ beweging in Vlaanderen wordt eens te meer duidelijk.
Dat dit niet zal uitgaan van wat er nog van de sp.a-spirit rest, mag intussen ook meer dan duidelijk zijn, behoudens misschien na een zengende en zuiverende, langdurige oppositiekuur.

Dat ‘links’ in Vlaanderen én Wallonië én Nederland én Frankrijk én Engeland én Duitsland én’.... zich grondig zal moeten bezinnen, is evident.
De oude verhaaltjes hebben afgedaan, de kiezer is mondig geworden en kiest veel meer ‘autonoom’ in functie van de hype van het moment, de kracht van een reclamecampagne én/of zijn of haar eigen grondige overwegingen. De kiezer – ook de ‘linkse’ – kiest steeds meer strategisch.
Dat dit een gevolg is van de personencultus en de presidentiële allures die sommige kopstukken zich menen te moeten aanmatigen is evident en onomkeerbaar.

Begin 2004 was het mij meer dan duidelijk dat de democratie ons nauwer aan het hart ligt dan ‘socialisme’ en dat het mij hoe dan ook onmogelijk zou gemaakt worden door de sp.a – partijtop op te komen voor die democratie tegen het heersende populisme.

Democratie is een bloedernstig spel, te belangrijk om er een populistische karikatuur van te laten maken

De SP.A-politicus en huisarts trekt zijn kandidatuur op de SP.A-Spirit-lijst voor de Vlaamse parlementsverkiezingen in. Hij stapt uit de politiek: ,,Een autoritaire partijleiding en een populistische partijlijn maken het voor mij onmogelijk nog langer zinvol politiek werk te verrichten’‘, geeft hij als reden op.
In zijn ‘politiek testament’ geeft Van Duppen meer toelichting.

Lees verder »

Archief

Limburggevoel, of hoe een illusie werkt als een stroopfabriek '?

6 mei 2007

Limburggevoel, of hoe een illusie werkt als een stroopfabriek '?

De site van de oude stoomstroopfabriek van Borgloon heeft in februari de Vlaamse monumentenstrijd op Canvas gewonnen: 500.000 Euro voor een verloederde illusie.

Bij een bezoek aan die site werden we rondgeleid door een begeesterde gids die als de verpersoonlijking van het Limburggevoel zelfs bij de autochtonen enige gêne wist te wekken. Een wandeling langsheen een ondermaatse verzameling bric à? brac en door gebouwen die getuigen van knullig metselwerk en andere huis-tuin- en keukenvlijt van stroopcampagnards buiten de 'campagne', leidt onvermijdelijk tot de vraag hoe het mogelijk is dat Limburg in blok voor deze site stemde bij de Monumentenstrijd van Canvas begin 2007.

Hoe kan 85 procent van een provincie zich wentelen in een Limburggevoel ?
Hoe kan een monument van internationaal niveau zoals de Boekentoren van Henry van de Velde te Gent met vlijt gepasseerd worden door stroop geworden kneuterigheid?

Je hoort een goeie mix van peren, appelen en suikerbieten te koken, waarbij je mensen zover krijgt dat ze zich identificeren met de underdogpositie die hen werd aangepraat door hun leiders, dat ze zich herkennen in een rancuneus gevoel van thuis horen bij de klank van een eigen dialect.
Limburg heeft eeuwenlang rancune kunnen koesteren dank zij de prinsbisschoppen van Luik en de hoge heren uit Brussel.
Met vaardige hand persten de eigen geestelijke leiders een stroop waarmee ze hun gelovigen een krentenbaard smeerden.
En dan kan je zo'n Limburggevoel handig bespelen.
Het heeft iets van Duitsland na het verdrag van Versailles, iets van Polen dat nog niet is verloren, van de Vlaamse Leeuw die ze niet zullen temmen.

Provinciegouverneur Steve Stevaert is een meester in dit genre: “Dat Limburggevoel bestaat. Pas op, de anderen hebben ons geholpen, hoor. Ze deden wat denigrerend over de fabriek, en dat komt ons goed uit. Als je de Limburgers uitdaagt, zijn ze op hun best. ('?)De stoomstroopfabriek is een lekker monument. Het gaat recht naar het hart van de mensen, via de maag. Ik wist dat ze veel kans maakte toen ze werd geselecteerd in de voorronden. Je kunt er een levendig verhaal rond breien, met boterhammen met stroop en andere lekkere receptjes. Bovendien leeft die regio van het fruit.”
Steve herkent onmiddellijk de waarde van het verhalen breien, het opleveren van illusies als drive om de stemmers te bespelen.
Stijn Meuris was als peter van de stoomstroopfabriek wellicht geschrokken van het ingrijpende effect van de stroopmachinatie waarin hij mee moest spelen: “Laten we eerlijk zijn, puur architectonisch en historisch gezien had de Gentse Boekentoren moeten winnen. Maar dan schieten de Limburgers in die vreemde vijfde versnelling. Dat moeilijk definieerbare Limburggevoel is er. Er is maar één schaduwkantje aan: ik hoop dat onze charmante underdogpositie niet ooit omslaat in een arrogante houding.'?
En dan was er 'Het Belang', niet het Vlaams Belang, neen 'Het Belang van Limburg', dat deskundig meehelpt aan de cultuur van één Limburgbelang in krant, radio en tv.

En zo kook je stroperige politieke en sociaal-economische poepgelei die zelfs echte monumenten als de voormalige mijnsites weet te verlijmen, ook al leefden en stierven daar driekwart eeuw lang vele honderdduizenden Limburgers en gastarbeiders uit de buurt en den vreemde. Het afhandelen van het mijnsluitingdossier was een misselijkmakende mix van gesjoemel, verduistering en georganiseerde diefstal met nationale en Europese gemeenschapsgelden. Ook dat is een gevolg van een blind Limburggevoel waarbij gesjoemel als 'eigen' gesjoemel met veel stroop beter verteerbaar moet worden.

Hopelijk behouden de Limburgers hun aangeboren wantrouwen tegen hun heersers.
Niets is gevaarlijker voor een volk dan het geloof in de heer die bezweert het alleen maar goed voor te hebben met zijn onderdanen, in de geestelijke leidsman die de hemel belooft voor aardse ontberingen, in de staat die gedacht wordt het algemeen belang van zijn burgers te vertegenwoordigen.
Een goeie mix van een zoet geloof en het frisse zuur van wantrouwen behoedt ons voor het dwaze en domme volgen van rattenvangers.

In een prachtige streek die fietsende toeristen van heinde en verre kan verleiden tot eigen heerlijkheden, historische landschappen, kastelen, hoeven, mijncités, stedelijk weefsel op mensenmaat en industriële relieken van internationaal niveau, hoort provincialisme niet thuis.
Limburgers kunnen niet anders dan kosmopolitisch leren leven en sterven.

Daarbij hoort ook grootmoedigheid: een collectieve steun aan de Gentse Boekentoren als lichtbaken van intellectuele kracht in Vlaanderen zou de Limburgse leiders sieren.
Eerder dan de kneuterige invulling van rommelige, waardeloze ruà?nes waar zelfs de illusies beperkt blijven tot een gratis pannenkoekenfeest met stroop.

Archief

MO* – Mondiaal Magazine – Een beetje twijfel.

8 april 2007

MO* – Mondiaal Magazine – Een beetje twijfel.

www.mo.be

MO* Mondiaal Magazine is met een archief van ruim 10 jaar een vaste journalistieke waarde geworden, met veel te weinig weerklank in Vlaanderen, ondanks de vaak boeiende thema's.
MO* is absoluut de moeite, al was het maar om de soms controversiële standpunten van de oude generatie rechtgelovigen in het lijden van de medemens dat de ander tot goedheid moet drijven of tenminste tot solidariteit hoopt te bewegen.
Het eigen discussieforum lijdt echter aan de leegte van een ijdel vat vol tegenstrijdigheden.
Vaak klinken de oude waarden als laatste anker in een wereld die zich lijkt te verhullen.
'Wie goed doet, goed ontmoet' '? was het devies dat velen voor zich uitdroegen wanneer ze enkele jaren van hun leven besteedden aan missioneren, in de grote traditie van 'Vlaanderen zendt zijn zonen (en dochters) uit'. Maar dit bleek dikwijls een gazen sluier of een burka raster waaronder West-Europese ontwikkelingshelpers in de toenmalige derde wereld om zichzelf draaiden en keerden.
Ontwikkelingshulp werd in de loop der tijden steeds meer gesofisticeerd: van Gods woord over scholing en infrastructuur tot ontwikkelingshulp en steun aan de gewapende strijd. Tegenwoordig zijn er zelfs nieuwe categorieën te leasen zendelingen in marketing, management en kunstvoorwerpen. Is dit als antwoord bedoeld op de vaststelling dat er na al die jaren investeringen van veel geld, mensen en opleiding, doorgaans geen beterschap te bespeuren blijkt? In de meeste Afrikaanse landen is de situatie vele malen erger dan 25 jaar geleden.
Maar na al die jaren intensieve campagnes en doorgedreven solidariteit beklijft de onbeantwoorde vraag naar het resultaat, hier en ginder.
'Doe wel en zie niet om' leidde dikwijls tot ontgoocheling en pijn, hier en ginder.
Zelden werd en wordt er omgekeken naar de toekomst waar we zoals de engel van de geschiedenis naartoe schrijden, terugdeinzend bij de aanblik van wat we hebben aangericht.
De gazen sluier van onze goedbedoelende maakbaarheidsideologieën en missioneringsdrang verhinderden een blik naar de toekomst achter ons.
De gevolgen zijn na al die jaren navenant.
'Een beetje twijfel' is het editoriaal van hoofdredacteur Gie Goris in MO* van april 2007.
Hij citeert Willy Brandt '?die ooit zei dat een vredespolitiek begint met het verwerpen van één enkele waarheid en het aanvaarden dat er meerdere waarden en  waarheden zijn. Vrede begint bij twijfel: 'Twijfel is productief. Ze stelt bestaande zaken in vraag. Ze kan sterk genoeg zijn om versteend onrecht te verbrijzelen. Twijfel was waardevol tijdens het verzet. Ze is taai genoeg om nederlagen te overleven en om overwinnaars te ontgoochelen.' Zou een heel klein beetje twijfel soms niet beter kunnen zijn? '?
Diezelfde twijfel zou ook meer aan bod mogen komen in MO*, waar nog te weinig het spel van de ware bedoelingen '? hoe cynisch helder ook '? gefileerd wordt.
'? De wereldpolitiek wordt vandaag teveel gedreven door het geloof dat de grote idealen van de mensheid '? democratie, algemeen welzijn, vrijheid, mensenrechten, menselijke waardigheid '? eenduidige begrippen zijn die simpelweg vanuit de westerse ervaring gedefinieerd kunnen worden. Bovendien geloven politici als George Bush en Tony Blair blijkbaar dat die eenzijdige visie met inzet van militaire superioriteit opgelegd kan worden. De chaos die regeert van Pakistan tot Palestina zou hen intussen de ogen geopend moeten hebben, maar er is voorlopig weinig dat daarop wijst.'?
Misschien is dit uitgangspunt noodzakelijk: naà?ef gespeelde verontwaardiging en verbazing van de goedgelovige om de goede bedoelingen van de andere en zichzelf. Zelfs wanneer het om de machtigen gaat in het politieke landschap thuis en in de wereld die met de chaos en het leed dat ze berekend creeëren enkel de belangen van hun eigen clan of politiek-economisch conglomeraat behartigen onder grote woorden van strijd tegen terreur, voor beschaving en democratie.
Misschien is zo'n gesluierde kokerblik onmisbaar om het beeld van zo’n verleden en heden voor onszelf draagbaar te kunnen maken.
Misschien is dat geloof in een moreel hooggeschat handelen van anderen en zichzelf onontbeerlijk om verder te kunnen leven bij de aanblik van wat mensen hebben aangericht, vaak met de beste – geventileerde – bedoelingen.
Misschien kan je geen mondiaal magazine maken wanneer die twijfel sterker wordt dan 'het beetje' waarover Gie Goris het heeft.
Teveel twijfel kan wellicht teveel pijnigen en tot stilstand leiden.
Zeker wanneer ambities drijven op invloed bij politieke structuren en besluitvorming omtrent internationale spanningen en ontwikkelingssamenwerking, federaal dan wel regionaal.
Op de markt van welzijn en geluk '? ook op de internationale markt van welzijn en geluk -  gelden uiteraard de wetten van iedere markt, nlk.  die van behoud van energie, van passie en van macht.
Daaraan helpt geen beetje twijfel.

Misschien kan een grondige cynische houding soelaas brengen voor de overlevenden opdat zij hun herinnering aan de overledenen draaglijk kunnen houden.

Een gezonde vorm van cynische rede is een houvast om een maatschappelijk en persoonlijk engagement te blijven voldoen voor mensen die reflecteren op hun positie in de samenleving of wat er van rest.
Wie niet behoedzaam reflecteert over de talloos nieuwe praatjes van politieke kopstukken, reclamegoeroes en vaak ook journalisten en publicisten, dreigt te verstikken in een omarming van een wurgslang.
'?En op de bodem van de diepe waters
wordt de globale aarde omkneld
door de gigantische wurgslang
zwelgend in het rituele slijk
allesverslindend en religieus verbindend.'?
Pablo Neruda, Canto general

Wanneer vluchten niet meer kan,
houden we elkander beter bij de hand
in de ochtendschemer '?
 

 

 

Archief

Nationale Gedichtendag 2007

25 januari 2007

Ter gelegenheid van de nationale gedichtendag
mijn aanvulling bij het vers ‘Palpar’
uit ‘Salamandra’ van Octavio Paz (1914-1998)


Palpar

Mis manos
abren las cortinas de tu ser
te visten con otra desnudez
descubren los cuerpos de tu cuerpo
Mis manos
inventan otro cuerpo a tu cuerpo

Octavio Paz, Salamandra, 1958-1961
“Todo es presencia, todos los siglos son este Presente”
Nobelprijs Literatuur 1990, Mexico

Voelen


Mijn handen
openen de gordijnen van jouw zijn
kleden je met een andere naaktheid
onthullen je lijf en leden.
Mijn handen
verzinnen een ander lichaam
voor het jouwe.

Mijn vingers tekenen verlangen
herkennen ieder woord dat jij wil horen.

Mijn vingers lezen geen dromen
die wij door schroom hebben vervangen.

Mijn armen voelen warmte die jij
bij mijn aanraking niet kan verhullen.

Mijn armen die jouw naaktheid omhullen
sluiten de rimpelgordijnen
voor ons zo oude spel.

Jan Van Duppen, 25 januari 2007
Nationale gedichtendag

http://www.geocities.com/poesiamsigloxx/paz/paz.html
http://www.flickr.com/photos/59276281@N00/364966295/

Archief

Sjanghai, de Stad der Wonderen 2006

24 december 2006

Sjanghai, de Stad der Wonderen

Na meer dan 26 jaar heb ik eindelijk de moed gehad om opnieuw te dwalen doorheen de Franse Concessie in Sjanghai. Het had iets melancholisch. Ik wist 26 jaar geleden reeds '? net zoals driekwart van onze delegatie van het populaire weekblad, zusterkrant van de Renmin Ribao '? dat er niet echt van socialisme sprake kon zijn in China. Het socialisme dat ons voor ogen stond en dat een soort kwadratuur van de maakbaarheid vormde, bestond uiteraard enkel in de theoretische bijbels die wij toen reeds jaren spelden op zoek naar de enige ware leidraad voor het mensenpark, waarbij ons geloof in die maakbaarheid rotsvast leek te zijn.
Sjanghai en wellicht heel die memorabele Chinareis in het voorjaar van 1980 had zeer veel scheuren en barsten veroorzaakt in die ideologische rots, waarin het sijpelen van de twijfel en de ijzige vorst het nodige erosieve werk zou doen. Die twijfel werd gelukkig fundamenteel.

Misschien hoopte ik hier in 2006 mijzelf tegen te komen, hoe ik 26 jaar geleden gelukkig in de knoei van mijn zekerheid en twijfels doorheen de straten met platanen wankelde en tegen de immense stroom Chinezen probeerde in te gaan. Ik kon me toen enkel redden door beschutting te zoeken achter een pui: in die jaren liep heel Sjanghai nog naar zijn of haar werk, wegens geen metro, een enkele bus en fietsen als luxe artikel.
Ik ben bij dit bezoek mijzelf niet tegengekomen, ik was toen al dissident en het zou er alleen maar beter op worden.

Deze reis naar Sjanghai heeft voor mij iets van het schrijven van de rekening, de boekhouding van de misleiding, van de leugenaars, de goedgelovigen en hun priesters van het grote gelijk dat steevast op massaslachtingen uitdraait wegens de cultus van de ideologische zuiverheid als enige behoeder tegen revisionisme en dwaalwegen in de juiste leer.
Toen waren we er reeds heel ver in meegegaan, maar hadden we gelukkig ook reeds de scheuren in het behang gezien en een blik kunnen werpen op de werkelijkheid achter de schijn van het politieke festijn, ook in het China van 1980!
Toen begrepen we nog niet de noodzaak van het veinzen, de reddende kunst van de leugen, laat staan de cultus van het theater van de macht.
Maar de confrontatie met Sjanghai en de megasteden van vandaag in een reusachtig land dat de pretentie van een derde wereldland te zijn stilaan heeft afgelegd, leidt tot het fundamentele besef van het einde van de maakbare samenleving.
Dit is een bewustwording die aan mij vreet als wroeging en mijn hart doet wenen om Sjanghai en iedere Chinees die nog lijkt te geloven in de glorierijke weg naar rijkdom voor de rijken waardoor betere levensvoorwaarden voor de armen, in de oproepen van de partij en de bestuurlijke overheden tot een harmonieuze weg naar het heil der mensen in het Rijk van het Midden

Enkele foto's op flickR:
http://www.flickr.com/photos/59276281@N00/

Lees verder »

Archief

Platform Michel Houellebecq – NTGent

22 december 2006

De WARANDE Turnhout, donderdag 1 februari 2007 - 20.15 uur  

Vooraf causerie met Johan Simons, e.a. voor de liefhebbers…

NT Gent, Platform in regie: Johan Simons '? naar: 'Platform' van Michel Houellebecq '? tekstbewerking: Tom Blokdijk '? met: Wine Dierickx, Els Dottermans, Maartje Remmers, Steven Van Watermeulen, Oscar Van Rompay en Ward Weemhoff '? dramaturgie: Koen Haagdorens
Met 'Platform' voorspelde Michel Houellebecq ruim een jaar vooraf de zelfmoordaanslagen van moslimfundamentalisten op exotische vakantiecentra in Zuid Oost Azië. De betekenis van Houellebecq als auteur heeft echter niet alleen te maken met dit soort profetieën en deprimerende toekomstbeelden. Hij analyseert in zijn werk zonder enige terughoudendheid  de essentie van onze beschaving, van menselijke samenlevingsvormen: “Het liberale kapitalisme heeft het denken in zijn greep genomen; tegelijkertijd hebben ook het mercantilisme, de reclame, de absurde, schaapachtige cultus van het economisch rendement en de allesoverheersende, tomeloze zucht naar materiële rijkdom zich doen gelden. Erger nog, het liberalisme heeft zich uitgebreid van het economische naar het seksuele vlak. Alle sentimentele fabeltjes zijn aan diggelen geslagen.” (uit 'Lovecraft')
In 'Elementaire deeltjes' gaf hij een paar voorzetten. Met 'De mogelijkheid van een eiland' biedt hij een boeiende variant op Aldous Huxley's 'Brave New World', visionair en pijnlijk in de schetsen over het leven van de nieuwe mens, tussen goden en wilden: de nieuwe wilden.
Michel Houellebecq is een geslepen schrijver met een groot gevoel voor de wetten van de mediagenieke beeldcultuur. Hij weet als de beste door te dringen tot de onderhuidse realiteit en onbeschaamd houdt hij zijn lezers de onloochenbare drijfveren voor: het liberalisme met de ultieme orgastische vrije markteconomie is het einde van de liefde en het samenleven van mensen. Houellebecq is een diepgefrustreerd romanticus op zoek naar de wortels van zijn pijn in de wereld waar hij moet leven en wij het met hem proberen vol te houden.
Vandaag hebben de sommige politieke spindoctors het Licht gezien na de studie van Houellebecqs 'De wereld als Markt en Strijd'. Zij zullen in de komende maanden appel doen op de diepgewortelde romantische verlangens naar een gevoelig middenveld en een zorgzame samenleving, een verhaal dat door andere reclamestrategen reeds geruime tijd verlaten was: verandering van spijs doet eten'?hoewel overgewicht een ernstig gezondheidsprobleem oplevert.
Houellebecq zal echter niet meestappen in deze strategische wending.
In 'Leven, lijden, schrijven '? methode' uit 1991 verklaart hij ,,een diep ressentiment jegens het leven als noodzakelijke voorwaarde voor elke waarachtige kunstuiting. ('?) Spit onderwerpen uit waarover niemand wil horen. De achterkant van de faà?ade. Hamer op ziekte, lelijkheid, verval. Spreek over de dood, over de vergetelheid. Over afgunst, onverschilligheid, frustratie, liefdeloosheid. Wees abject, dan bent u waarachtig.('?) Wees niet bang voor het geluk; het bestaat niet.’’
Michel Houellebecq kent een eenvoudige remedie voor de monotheà?stische cultus van de onmiddellijke behoeftebevrediging die het westen in zijn greep heeft: ,,Elk individu kan bij zichzelf een soort koude revolutie ontketenen door buiten de informatief-publicitaire stroom te gaan staan. Dat is heel gemakkelijk, het is zelfs nog nooit zo eenvoudig geweest als nu om je ten opzichte van de wereld in een esthetische positie te plaatsen: je hoeft alleen maar een stap opzij te doen. Je hoeft alleen maar een pauze in te lassen, de radio uit te doen, de televisie af te zetten; niets meer te kopen, niets meer te willen kopen.’’
In 'Platform' propageert hij een ruileconomie met goedkope geheel verzorgde seksreizen als nieuwe vorm van lucratieve ontwikkelingssamenwerking: ,,Aan de ene kant zie je honderdduizenden westerlingen die alles hebben wat ze willen, maar geen seksuele bevrediging meer kunnen vinden,  aan de andere kant zie je miljarden individuen die in erbarmelijke omstandigheden leven en niets anders meer hebben om te verkopen dan hun lichaam en hun onbedorven seksualiteit. Dit is een ideale ruilsituatie. De poen die daarmee te halen valt is haast onvoorstelbaar'?. 
Het cynisme van Michel Houellebecq is dan ook oprecht en maakt hem tot een waardige opvolger van Franse literaire grootheden als Franà?ois Villon en Louis Ferdinand Céline die ieder in hun tijd de lezer een blik gunden in de coulissen en achter het decor van de maatschappelijke machtsverhoudingen.
Met de toneelversie van Johan Simons en het NTG wordt het dramatische einde van 'Platform' een nieuw begin. De piste die Houellebecq terloops lijkt open te houden tijdens de race naar de catastrofe, wordt in het toneelstuk blootgelegd:  warme gevoelens voor en van een ander kunnen zelfs in ijswoestijnen de illusie wekken waaraan iemand zijn overleven dankt. Het is als een zomers bloemtapijt op de zompige taiga waar we altijd in het veen kunnen verdwijnen met ons verlangen naar menselijke warmte die bij de eerste sneeuw voor altijd ingevroren wordt. Maar wie niet waagt, zal het nooit halen. Wie wel blijft zoeken en openstaat voor een ontmoeting met een ander, loopt kans te overleven en een zinvol gevoel te krijgen bij zijn of haar leven met anderen. Zelfs in de meest erbarmelijke omstandigheden blijven mensen zich vragen stellen die door niets en niemand tot zwijgen kunnen gebracht worden. Dat is dan ook onze sterkte en veel meer dan een ongemakkelijke waarheid.

Jan Van Duppen – in de Podiumbrochure van C.C. De Warande – Turnhout

 

Archief

2007 – Il faut cultiver son jardin…

21 december 2006

Wij waren zoals jij met velen toen.
En elke voornaam was jij.
Wij lagen niet dwars in de mythe
Van onze familie.
Wij leerden geen rol dan de jouwe
Van mij en de mijne van jou.
Wij speelden onszelf in een helder theater.

Wij waren toen met velen zoals jij.
En praten was geen theorie.
En theorie was heel ons gevestigde vlees en bloed
Van hogerhand.
Wij kregen voor niks een begin
Van God en de koning.
En niemand stampte zichzelf uit de grond.

Wij waren zoals toen met velen jij.
En niemand nam onze mond in zijn handen
En knoeide met tongen.
Wij waren uniek als een iris.
Wij waren uniek als het regenboogvlies van een blinde.
Wij waren uniek als de vingerafdruk van doofstommen.
Toch waren wij geen vergelijking.

Leonard Nolens
Bres IV-2. Derwisjgedichten.
Uitg. Querido

252381961_c929baf061[1].jpg

http://www.flickr.com/photos/59276281@N00/252381961/

Juan Muà?os, Plaza -  K21 Düsseldorf

 

'?Il faut cultiver son jardin'?

In 2007 hebben mensen
en hun omgeving zorg nodig,
een hand van ieder van ons.
Wij wensen u dan ook een zorgzaam nieuwjaar.

Globalisering is volgens Peter Sloterdijk de (her)inrichting
én het behoud van het mensenpark.
Het bestaan en voortbestaan van parken is het resultaat
van een voortdurende zorg van mensen voor hun leefwereld
waarvan ze afhankelijk zijn en waarin ieder van hen een rol speelt.
Parken zijn als beloken hofkes, waar mens en natuur elkaar ontmoeten.
Walter Benjamin zag de vooroorlogse politiek vooral bedreven in de antiekhandels.
Vandaag lijkt het een zaak van botanisten en tuiniers geworden.
De hele aarde wordt een hortus conclusus, jardin clos'?

Vrij naar René Boomkens,
De nieuwe wanorde
, globalisering
en het einde van de maakbare samenleving.
 
Uitg. Van Gennep – Amsterdam

Archief

Afscheid van de wapenen.

19 december 2006

Afscheid van de wapenen.

Turnhout, 18 december 2006

Geachte heer Burgemeester,
Heren Schepen, Collega raadsleden,
In al uw graden en hoedanigheden,

Op deze laatste gemeenteraadszitting van de oude raad wil ik mij voor u en voor de Turnhoutse kiezer verklaren voor mijn zwijgen tijdens de voorbije jaren.
U zal ongetwijfeld begrepen hebben dat dit verband hield met de manier waarop mij reeds in 2003 de mond werd gesnoerd door de sp.a bonzen op nationaal en provinciaal vlak tot en met het de facto beroepsverbod dat mij als huisarts na 18 jaar werd opgelegd door de huisbaas van mijn praktijk.
Sommige van die partijbonzen hebben, zoals ik toen al meende te moeten voorspellen, het zekere voor het onzekere gekozen midden het bronsgroene eikenhout, ver van het populistische geschreeuw op de markt van gratis belastingverlagingen.
Het geeft u een idee van hoe het politieke métier bedreven wordt in dit land, bij sommige, zoniet de meeste partijen '? toch zeker bij die het gevecht leveren om de troon van de macht die in een democratie steeds leeg moet blijven, maar die in deze context quasi permanent bezet wordt.

Ik citeer hier graag een boek dat ik u allen met veel overtuiging wil aanraden van Hanne Vibeke Holst, Koningsmoord, over de machtswissel in Denemarken na een decennialang sociaal democratisch bestuur dat eindelijk vervangen werd en  waar de strijd om de macht binnen de partij losbarstte. Zij weet op een hyperrealistische manier het verhaal van de macht en de mensen van de macht te schrijven.
'?In de Deense politiek gaat het erom dat je je machtswellust zo min mogelijk laat zien. We doen alsof we de macht delen. Je moet beslist niet laten merken waar je op uit bent. Hoewel iedereen weet dat nummer twee per definitie wacht op het juiste moment om nummer één te wippen, om daarna zelf koning te worden. Net zoals iedereen weet dat nummer één van zijn kant uit alle macht alles zal proberen om de kansen van nummer twee te ondermijnen. Het is niet zo bloedig als in de tijd van Shakespeare, maar wee je gebeente als je betrapt wordt met bloed aan je handen.'?

Deze tijden van zwijgen waren voor mij loden jaren, wegens zwijgen niet mijn sterkste kant.
Toch heb ik in de voorbije zes jaren door te horen, te zien en te zwijgen velen onder u leren appreciëren, met uw sterke en uw zwakke punten, met uw al dan niet oprechte '? maar voor sommigen zelfs passionele – inzet voor deze stad en haar bewoners.
Dat siert deze leden van het college.
Dat siert deze leden van de gemeenteraad.
Dat siert deze personeelsleden van deze stad.

Ik kan niet verhullen dat ik ondanks dit loden zwijgen verheugd ben dat een nieuwe generatie socialisten in deze stad zelfbewust en los van demonen uit het verleden naar voor is getreden uit de slagschaduwen van de voorbije eeuw en voor het eerst zal deelnemen aan het bestuur van deze stad.

Hen wijs ik graag op het levensmoto van de Nederlands-Portugese Jood Baruch of Benedictus de Spinoza: 'Caute! '? Wees behoedzaam!'. Hij was een oud leerling van de Antwerpse uitgetreden jezuà?et Frans van den Enden en een van de vroegste en belangrijkste grondleggers van de Verlichting en het vrije denken.

Sommigen onder hen hebben de voorbije jaren van zeer nabij de minder fraaie kanten van de strijd om de macht, ook binnen de eigen politieke formatie mogen meemaken. Zij hebben tijdens de voorbije verkiezingscampagne ook mogen ondervinden waartoe de arrogantie van het grote gelijk, de pretentie van de eigen waarheid en het vermeende eigen kunnen kan leiden.
Opdat mensen elkaar niet zouden afslachten moeten zij van elkaar kunnen accepteren dat er meerdere 'waarheden', meerdere leugens en misleidingen kunnen bestaan en moeten bestaan, eenieder de zijne of de hare. Uiteraard weten de spelers en de toeschouwers dat het een spel is, dat het toneel is, maar zij accepteren dit politieke spel als alternatief voor de oorlog, voor een moordend en dodelijk handgemeen.

Ik heb leren begrijpen dat arrogantie in dit theater ongepast is.
Ik wens u dit dan ook toe.

Het ga u allen en deze stad verder goed.

Jan Van Duppen
Uittredend gemeenteraadslid Turnhout
Gewezen gemeenschapssenator

Archief

Filip Rogiers en Jan de Zutter in de strijd tegen de cynische rede…

23 november 2006

In ‘Opiniemakers’ van De Morgen( 10.11.2006) onder de titel ‘Metselaars moeten Metselen’ ziet Filip Rogiers in de door Noël Slangen gestuurde VLD draai naar het georganiseerde  middenveld vooral een illustratie dat de soms krampachtige zoektocht van ‘de politiek’ naar antennes in de samenleving onverdroten voortgaat. Meer nog, hij vindt dit een zoveelste exponent van 'dat nog altijd fantastische streven van mensen die de samenleving willen blijven maken. Cynisme geeft geen pas in de Wetstraat.'
In diezelfde krant had Jan de Zutter, publicist en stafmedewerker van de sp.a, in januari van dit jaar al eens een vurig pleidooi gehouden tegen het cynisme als een slepende kwaal die het fundament van de samenleving aantast:
“De ideologie van de cynicus wortelt inderdaad in een absoluut wantrouwen in goede bedoelingen en oprechtheid. Want de cynicus weet – of denkt te weten – dat er toch steeds een addertje onder het gras schuilt. Cynisme legt daarom de basis voor antipolitiek, voor asociaal gedrag en voor het verwerpen van elke solidariteitsgedachte. De cynicus teert op de zelfvoldane wijsheid dat de wereld slecht en corrupt is, en toont dat aan door middel van wrede en gevoelloze spotternij.”
Wanneer jongeren reeds jaren de boodschap krijgen dat ze aan de slag moeten en ook willen maar niet of nauwelijks aan werk komen, heet het dat de mentaliteit moet veranderen onder de jeugd. Dat zal ongetwijfeld zo zijn.
Wanneer 45-plussers na jaren hun job kwijtraken, is het uitzicht op nieuw werk bijzonder twijfelachtig en toch krijgt het oudere deel van de beroepsbevolking van socialistische minister Frank Vandenbroucke de boodschap dat ze het zeker tot 68 jaar professioneel moeten zien vol te houden. Peter Van Velthoven loopt zich nog wat onwennig in, zeker nu het VW debacle geen Limburgse aangelegenheid is zoals Ford Genk dat met forse Vlaamse overheidssteun tijdelijk kon gekeerd worden in een ééntweetje van Stevaert en Dewael. 

Dit kan enig cynisme kweken bij deze doelgroep.
VLD economie topper Paul De Grauwe weet zelfs te verklaren dat gepensioneerden te lang leven en het hele jaar door met vakantie gaan, terwijl een andere groep moet wroeten als mieren. Is het verwonderlijk dat cynisme een levenshouding wordt bij mensen die zich voortdurend op zo'n manier geschoffeerd weten?
Wanneer honderden tot duizenden personeelsleden van Volkswagen Vorst, van De Post, van Opel Antwerpen en de vele toeleveringsbedrijven ondanks hun inzet en dagelijkse inspanningen om hun behoorlijk zware job fatsoenlijk in te vullen, als overbodige balast gedumpt worden wanneer de economische belangen – dat heet dan meteen in de mond van sommige politici ‘nationalistische belangen’ waar hun voorouders de piotten zingend een wereldoorlog mee tegemoet deden marcheren – dan vraag je je af of deze journalisten en politieke publicisten wel beseffen waarover ze het hebben en wat precies hun positie is tegenover of misschien wel binnen de cenakels van de ‘macht’.
 
Is cynisme niet eerder een gezonde en verstandige levenshouding wanneer je als modale burger geconfronteerd wordt met politici die een verhaal slijten van gratis belastingverlagingen en zich specialiseren in oppervlakkige populistische verhalen.
Een gezonde vorm van cynische rede is een houvast om een maatschappelijk en persoonlijk engagement te blijven voldoen voor mensen die reflecteren op hun positie in de samenleving of wat er van rest.
Wie niet behoedzaam reflecteert over de talloos nieuwe praatjes van politieke kopstukken, reclamegoeroes en vaak ook journalisten en publicisten, dreigt te verstikken in een omarming van een wurgslang.
“En op de bodem van de diepe waters
wordt de globale aarde omkneld
door de gigantische wurgslang
zwelgend in het rituele slijk
allesverslindend en religieus verbindend
.”Pablo Neruda, Canto general
Wanneer vluchten niet meer kan, houden we elkander beter bij de hand in de ochtendschemer '?
 
Politiek is een keihard gevecht om de macht, niets anders dan de macht en dat rond thema's die de organisatie van een maatschappij zouden moeten behelzen. Politici spelen een theater waarmee ze dingen naar de gunst van de kiezer met de belofte dat ze de troon van de macht zullen verlaten als de kiezer dat wil. Toch klampen de partijbonzen zich vast aan die macht en zijn ze grif bereid de potentiële kiezer in alles naar de mond te praten. Niet alleen bij de sp.a wordt het partij- en verkiezingsprogramma bepaald door marktonderzoek en opiniepeilingen. Na het succes van de Nederlandse SP die zich erop beroept de linkse klank van Neerlands Hoop te verpersoonlijken bouwen zelfs de Belgische PvdA – kopstukken hen na met de ontboezeming dat zij als doorwinterde Stalinisten enkel de stem van het eigen volk willen zijn: zij doen enkel wat de mensen willen
Is het dan niet verstandig dat een bezorgde burger een gezonde dosis argwaan koestert wanneer politieke partijen plots hun basisideologie in willen ruilen?
Is het cynisme dat Filip Rogiers opmerkt, niet eerder een blijk van gezond wantrouwen tegenover de goede bedoelingen van onze politieke toppers die zich graag als slangen vervellen om zich aan de troon van de macht vast te klampen? Van een metselaar moet je vakwerk verwachten, van een politicus een standvastig personnage. Het infantiliseren van de kiezer is puur sarcasme vanwege de partijleiders en dat is veel erger dan het cynisme dat zij steeds vaker bij de burgers ervaren.
Jan Van Duppen, gewezen gemeenschapssenator sp.a-spirit.

Archief

37ste Poetry International Rotterdam – Le Poseur de la Parole

21 juni 2006

http://www.flickr.com/photos/59276281@N00/257289748/

37ste Poetry International Rotterdam

http://www.poetry.nl/

Was het niet ooit passend en recht
Jongeren telkenmale de mond te snoeren
Met 'spreken is zilver en zwijgen is goud'?
En nu beloofde de affiche van het 37ste
Poetry International 2006 een open mond
Goud op de tong en aan de tand,
En twijfel over de aard van de lippen.
Terecht want zonder taal kunnen wij niet spreken
Alleen maar voelen en lezen in de ogen van de ander.
En naar die ogen had je het raden, op de affiche
Die wellust wilde wekken bij de toeschouwer.

Wellustig verlangen naar het woord van de ander
Die soms van heel ver was gekomen, voor zichzelf en
Voor al die anderen aan de Dam langs de Rotte
Een stad van zoveel talen, van woorden en gebaren,
Waarom dan nog het zwijgen vergulden
En het spreken verzilveren? Beklijft
De behoedzame klank van gouden tongen niet
Mooier dan het rinkelend zwijgen van zilverlingen.

Karine Martel was frêle en krachtig in haar tweespraak met Arjen Duinker die haar met zwier tot een tweepersoonsgedicht wist te verleiden en te vertalen: 'En dat? Ondeindig' bij Querido uitgegeven.
Han Dong had als kind met zijn ouders moeten 'leren van het veld' zoals de Grote Proletarische Culturele Revolutie hen had opgedragen. Hij gaf zijn baan als filosofie docent op en schrijft sindsdien onderkoelde poëzie met onverwachte wendingen die de lezer uit evenwicht halen, zoals heel zijn land uit evenwicht wordt gehaald. Ingehouden pijn met soms harde humor gedragen.
De opvoering van twee delen van Tang Zhimins 'Ik ben schoon water uit de bergen, ik heb geen vorm' was een indringende ervaring. De Tilburgse muzikant Tom America componeerde met stemcollages, muziek en beeld het levensverhaal van de Chinese vluchtelinge Tang Zhimin die zelf hongerstaker was op Tian-An-Men. Centraal staan haar stem en herinneringen aan China, van haar barre reis naar Peking tot haar schrijnende ervaringen tijdens de opstand.  America vertolkt haar verhaal door op zoek te gaan naar klank en melodie in het gesproken woord. Op die muziek bespeelt Tang Zhimin met haar stem de klankvormen van Chinese woorden en hun verschillende betekenis.

En dan was er de film 'Le Maà?tre de la Parole' van Laurence Gavron en Hamidou Dix , die werd aangekondigd door Samba Ngoya Thiam, een aankomende griot van aan de Rotte.
De film geeft een onthullend beeld van de Hadj Ndjaga Mbaay die in Senegal de status had van een vedette. De zanger toonde zijn omgeving thuis en op verplaatsing in Dakar waar hij er een derde vrouw op nahield en vermits hij die naar eigen aanvoelen en inzicht allemaal gaf wat hen toekwam, had hij geen gezeur aan zijn kop en kon hij overal terecht voor zijn mannelijke behoeften. Zijn vrouwen zetten hun paasbeste glimlach op, blij dat ze bij tijd en wijle van de Hadj en zijn behoeften verlost waren. De meester en zijn hofhouding showden de hele film lang hun complete kleurrijke garderobe. De griot zelf leek eerder 'le farceur de la parole' of beter nog 'le poseur de la parole'. Hij deed volmondig uit de doeken dat er tegenwoordig zoveel jongeren griot willen worden, want dat verdient immers veel beter dan schrijnwerker of metselaar. Griots heb je in soorten: de zangers van de burgerlijke stand die de stamboom onderhouden en dus de naam van de eigen clan flink in de verf moeten zetten en anderzijds de hofzangers van de edelen, de horon. Een soort spindoctors die reclame maken voor de betalende edellieden en overal gaan verkondigen hoe goed, groot en sterk hun heer wel niet is.
Ndjaga Mbaay was dat stadium ontstegen, hij zong over het leven en de grote thema's van de samenleving. Bijaldien leek hij als twee druppels op de clerus van de Roomse Kerk die door de Congregatie voor de Clerus ook omschreven worden als 'le prêtre, maà?tre de la parole, ministre des sacrements et guide de la communauté en vue du troisième millénaire Chrétien'.
Ndjaga Mbaay bleek in de film een geroutineerde zedenpreker, een vredespreker voor een eenheid, een gedrag en een samenleving die er niet is. Hij preekt de taal van de heren, de praatjes van de machthebbers en een eenheidsideologie die in de schoot van de rivaliserende islamitische fracties in Senegal en zeker binnen de ‘Organisation de l’Unité Africaine’ ver zoek is. Hij wist zelfs te vertellen dat de Arabieren en de Zwarten in Afrika aan een nieuwe grote eenheid werken. In die zin is hij niet vergelijkbaar met de troubadours of met de Europese '? maar ook Afrikaanse – tradities van volkszangers die kritische liederen zingen over de machthebbers en hun gedrag. Zij zijn de narren van de koning, zij geven een stem aan ontevreden onderdanen.
Ndjage Mbaay is een fel tegenstander van hen die zingen over negatieve dingen en die altijd kritiek hebben op problemen in de samenleving. Hij is de waterdrager van de macht, his masters voice, het wandelende reclamebord van de wereldse en religieuze machten in zijn land: de moslim moet geduld oefenen en zijn lot te aanvaarden, de sociale vrede heeft voor hem de toekomst en met gretige gulheid krijgt eenieder de les gespeld.
Hij heeft ongetwijfeld een hele generatie jonge zangers geà?nspireerd die liever griot dan smid werden. Zij hangen hun karretje aan hem en hij geniet van het aanzien bij hen. Youssou N'dour zingt hem in een duetje op een groot concert publiek eindeloos veel lof toe en met Didier Awadi, een rapper van Positive Black Soul doet hij een ééntweetje.
Een mooie omschrijving kwam van een van zijn bandleden: '?Ndjage Mbaay is een jazzman die ter plekke improviseert'?. Dat kan muzikaal zo zijn, maar naar de woorden klopt dit voor geen meter, althans in de film.
Een 'echte meester van het woord' kent de kracht van het veinzen, weet het verhaal te vertellen in al zijn verzinsels en leugens, en kan daarmee de toeschouwers en luisteraars een spiegel voorhouden.
In de spiegel die Ndjaga Mbaay voorhield, liet hij zijn publiek geen ruimte voor het veinzen.
Hier stond de veinzer achter de spiegel en aan de microfoon: 'Le poseur de la parole'.
Bitter in de mond, houdt het hart gezond.
De pose van de griot heeft het goud niet in de mond, maar in zijn zakken.

Archief

Er kookt meer dan voetbal tussen Ruhr, Lippe en Rijn.

5 juni 2006

Die Erinnerung ist das einzige Paradis, aus dem wir nicht vertrieben werden Jean Paul

Al drijft de herinnering aan deze streek, ons eerder uit het hedendaagse paradijselijke denken, de Ruhr was de hele XXste eeuw de re?el geworden gruwel voor iedere rechtgeaarde toerist, mindere voetbalgod of Belgische militair, al dan niet beroeps.
Tijdens een ijselijk natte paasweek hebben we met de fiets de regio doorploegd en na een bezoek aan het Alvar Aalto theater in Essen waar een prachtige? Johannespassion werd uitgevoerd, zijn we overtuigd geraakt van de ongelooflijke boeiende kracht van deze fenix – regio.
De immense industri?le sites van de Ruhr lijken grotendeels gesaneerd.
http://www.route-industriekultur.de/routen/route.htm

Lees verder »
Categorie: Cultuur, Europa, Geschreven | Reacties uitgeschakeld voor Er kookt meer dan voetbal tussen Ruhr, Lippe en Rijn.

Archief

Kaddisj voor een Kleurrijk Vlaanderen.

18 mei 2006

 

Merkwaardig toch dat zovele politici, deskundigen, journalisten, advokaten en burgers het voortdurend hebben over ‘zinloos’ en ‘extreem’geweld, wezenlijk geschokt door de racistische moorden te Antwerpen. Zinloos, want het was een onschuldig kindje. Zinloos, want het moet in een vlaag van zinsverbijstering gebeurd zijn. Onbegrijpelijk, want het was een doorsnee knul uit Wilrijk,  met familie bij het Vlaams Belang. Onbegrijpelijk, en dus is de dader ‘ziek’, het slachtoffer van een acute psychose. Niet te bevatten, al verklaarde hij meteen uit racistische motieven te handelen. Niet te bevatten, dat dit kan in ‘onze’ stad, bij ‘onze’ mensen. Wij neutraliseren de dader liever als ‘geen van ons’. Wij duiden hem graag als slachtoffer van het boze dat door de computerspelletjes in hem is gevaren

En toch was de koele, berekende eliminatie van ‘vreemdelingen’ voor de dader en zijn geestesgenoten helemaal niet ‘zinloos’. Integendeel, het is zingevend voor het gedachtegoed van hun leefwereld: doden als een machinale handeling – onverhoeds en lafhartig in de rug geschoten – het lang verwachte Mene Tekel.

Het doorgronden van de zinvolle betekenis van deze racistische slachting kan helend zijn voor de rouwenden en erger voorkomen, gesteld dat dit voor de beleidsverantwoordelijken in dit land een fundamentele bekommernis zou zijn.

Wie de toppositie van Vlaanderen op de racismeschaal van alle Europese volkeren verklaart als het gevolg van eeuwenlange overheersing door vreemde machten – zoals Herman Van Rompuy (CD&V)  – spint garen bij een mythische identiteitsvorming, eigen aan ‘losers’. In de negentiende eeuw werden verschillende bestuurlijke en economische entiteiten  samengevoegd rond een sterk hertogdom Brabant en voorzien van een eigen mythologie om een identiteit te smeden van revanche. Rancuneuze lijm voor een natiestaat hoor je niet alleen in het Poolse volkslied – En nog is Polen niet verloren – maar ook in dat van Vlaanderen – Ze zullen hem niet temmen, de fiere Vlaamse Leeuw.
Het is de mythe van een volk dat heeft weten stand te houden tegen de vreemde overheerser, zolang een Vlaming leeft. En vandaag is die vreemde weer in ons land aanwezig, zichtbaar maar onverstaanbaar, opvallend maar onbegrijpelijk.
Zal ons volk van ‘losers‘ en ‘consumenten’ weerstand kunnen blijven bieden? Moeten de beste zonen uit ons midden hun maatschappelijke verantwoordelijkheid niet opnemen en het vuile handwerk verrichten opdat Vlaanderen vrij blijve van vreemde smet?
Treedt eenzelfde identiteitsvorming niet op bij allochtonen die zich als minderheid in een underdogpositie opstellen? We sluiten ons aaneen in clans, bendes, groepen, nationaliteiten, culturen, godsdiensten waar we de gelijken veilig willen herkennen aan het minderwaardig verklaren van de andere. Gesloten – vaak etnisch gedefinieerde – groepen leven in onze maatschappij vooral naast elkaar. Nieuwkomers in een multiculturele samenleving zoeken hun illusie van een warm welkom in de herkenbaarheid van de eigen cultuur. De ander wordt dan vaak als vijandig ervaren, als een te bewinnen kudde voor creatieve ondernemers. En omgekeerd.
Onzekerheid is een ramp voor mensen die verlangen naar een veilig perspectief om hun leven te leiden en kinderen op te voeden. Onzekerheid is vandaag de norm. Al wordt door politici luidruchtig beloofd de riante inkomsten van managers in overheidsdienst of privé-bedrijven af te toppen, de gewone arbeider en bediende moeten reëel inleveren of opzouten. Al wordt van iedereen het hoogst mogelijke diploma geëist, finaal blijken zeer velen geen echte job te vinden. Al wordt een goeie opvoeding voor onze kinderen de waarborg voor de toekomst genoemd, in de ratrace maken alleen tweeverdieners kans om echt aan de armoedeval te ontkomen. Al neemt de werkeloosheid toe, de pensioenleeftijd moet steeds weer verlaat en toch geraken knelpuntberoepen niet ingevuld.
Creatieve vrije ondernemers en populistische politici zijn erin geslaagd om op grote schaal de illusie van de onmiddellijke consumptie in onze hoofden te planten, als de dwingende nood aan de directe bevrediging van al dan niet aangeprate behoeften, zoals een gratis MP3 speler.
Is het verwonderlijk dat die consumenten zich langdurig misbruikt weten? Is het verwonderlijk dat sommigen onder ons overgaan tot vormen van zelfverminking, tot de reële beleving van hun fantasieën over zuiver en vrij van vreemde smet, over andersgelovigen die vooral mindergelovig en minderwaardig heten?
Worden wij niet vaardig als zwijnen naar de slachtbank geleid met een plank voor onze kop om de illusie te creëren dat er geen uitweg meer is? Wordt ons niet verteld dat de breuk tussen kapitaal en arbeid vervaagt in een wereld waar het kapitaal heen en weer flitst naar de stallen met nog grotere winstmarges? Wordt iedere vorm van internationalisme niet gesmoord in populistische slogans over eigenbelang? De sp.a voorzitter wil zelfs niet weten van een omschrijving als ‘racistisch’ geweld, het gaat volgens hem om ‘extreem’ geweld – zinloos en onbegrijpelijk en dus zonder verband met een racistische visie op een samenleving.
Vandaag is de vrije markt een slachthuis met dagelijks de bloederige beelden van het doden van overbodige en dus zinloze mensenlevens, in uitzichtloze oorlogen, door het razende autoverkeer of met al dan niet geregistreerde vuurwapens. Willen wij in een Kleurrijk Vlaanderen samen kunnen leven, dan moet die vrije markt een plaats van ontmoeting zijn in respect voor de ander. Wie de openbare ruimte betreedt, doet dit in veiligheid met open handen want de staat moet het monopolie op geweld exclusief beheren. Bijgevolg wordt verkoop, bezit en gebruik van alle vuurwapens verboden, tenzij in gesloten en bewaakte ruimten voor wie de onbedwingbare behoefte heeft te wedijveren in de kunst van het schieten. Verschillende bevolkingsgroepen en culturen ontmoeten elkaar in onderwijs waar geen exclusiviteit naar geloof of cultuur kan bestaan. Tegenover een passend vervangingsinkomen moet zinvol werk staan in een sociale economie van onderwijs, over mobiliteit,  welzijn en openbare diensten tot  gezondheidszorg. Zo’n maatschappij is creatief en innovatief op een sociale humus, waar het goed en veilig leven is, zodat smetvrees van ‘losers’ voor het vreemde en het andere verdwijnt voor een zelfbewuste nieuwsgierigheid en een veilige wens tot een vruchtbare ontmoeting met de andere, ook met wie van verre gekomen is. Culturen als buren in de Zinnekesparade van Brusselse straathonden kan ook in de sinjorenstad met een Ommegang van Nello en Patrasche, de Hond van Vlaanderen.


 

Archief

Kafka Index

1 mei 2006

“Eenvoud is niet het kenmerk van de beginner. Het is de duur bevochten stempel van de meester.”

Met dit citaat van Godfried Bomans opent de www.kafka.be webstek van de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging. Het leek ons de moeite om de waanzin te toetsen in de pretenties die rondwaren op zo’n webstek met een gedurfde naam die zoals wel vaker, alle ladingen dekt, behalve die waarover het zou moeten gaan.
Het heeft wat van de dief die roept: ‘Houd de dief!’ Maar dat is theater, soms zelfs in schoonheid, wat spijtig genoeg niet kan gezegd worden van de visie op Kafka door excellentie Q.

Lees verder »

Archief

Als bannelingen, vogelvrij in deze Heilige Halle’?

24 april 2006

Als bannelingen,
vogelvrij in deze Heilige Halle’?

Lezing aan de hand van ’Shi Mian Mai Fu’ – Huis van Vliegende Dolken ook bekend als ‘House of Flying Daggers’ van de Chinese regisseur Zhang Yimou op muziek van Shigeru Umebayashi. Deze film  speelt in China, Zhong Quo, het Rijk van het Midden waar de eens zo machtige Tang dynastie in verval is.

Lees verder »

Archief

Jorge Semprun, Twintig jaar en een dag

19 februari 2006

Jorge Semprun
Twintig jaar en een dag
Uit het Spaans (Veinte anos y un dia, 2003) vertaald door Mariolein Sabarte Belacoru
Meulenhoff, 287 blz., € 15,50

Sinds het memorabele interview met Piet Piryns in een oeroude Humo midden de jaren zeventig van de vorige eeuw is Jorge Semprun langzaam maar zeker mijn tweede vader geworden. Hijzelf weet het niet, hij kan het alleen maar vermoeden, hij is ook maar een jaar jonger dan mijn eigenlijke vader.
In het Humo interview vraagt Piryns hoe het toch mogelijk is dat Semprun, die alles had om in het leven te slagen in plaats daarvan steevast de foute keuzes aan elkaar reeg.

Lees verder »

Archief

Atomium 1958 – 2006

18 februari 2006

 

Dat de oude bollenwinkel gerenoveerd werd is een goeie zaak, niet alleen uit nostalgie-overwegingen, want het hele Atomium is meer waard dan de puinhoop die er enkele jaren geleden nog van restte.

Dat er fors geïnvesteerd werd, is een goeie zaak.

Dat dit monument historisch was, is en nog lange tijd zal blijven – al was het maar om de dromen die nooit zijn uitgekomen – staat als een bollenkraam boven het Heyselwater.

Maar dat de club die zich in deze vzw Atomium herkent, stijf staat van de archaïsche unitaire roest is evenzeer een waarheid als een koe.

Niet alleen blijkt dit uit de vertalingen uit het Frans naar een merkwaardig Nederlands anno 2006 die de toespraken, brieven en website www.atomium.be sieren, maar meer uit nog de flair waarmee ondermeer de wedstrijd "Bollen Noemen" werd afgerond.

Lezers van De Morgen en Le Soir mochten een naam voorstellen voor de vernieuwde bollen.

Daaruit zou de jury een keuze maken.

En kijk, wat kiest de jury als winnende combinatie:

"In januari 2005 werd door de vzw Atomium en de twee grote Belgische dagbladen "Le Soir" en "De Morgen" overeengekomen een oproep te lanceren aan de lezers om hun ideeën voor de benaming van de negen sferen te doen kennen. Talrijke personen hebben hierop gereageerd door hun verschillende en originele voorstellen naar de vzw Atomium op te sturen.

Op 7 maart 2005 kwam de jury samen, die voor deze opdracht werd samengesteld onder het voorzitterschap van Henri Simons, Eerste Schepen van de Stad Brussel en Voorzitter van de vzw Atomium. Na een lange deliberatieavond werd besloten om vanaf het jaar 2006, aan de negen sferen van het Atomium de namen toe te kennen van de beroemde Belgische personen die zich onderscheiden hebben gedurende de XXste eeuw.

De uitgekozen namen zijn de volgende: Lola Bobesco ( Muzikante), Renaat Braem (Architect), Marcel Broodthaers (Beeldende kunstenaar), André Franquin (Tekenaar), Marie Janson ( Eerste Belgische senator), Maurice Maeterlinck (Nobelprijs van literatuur), Ilya Prigogine (Nobelprijs van Chemie), Henri Stock (Filmmaker), André Waterkeyn ( Ingenieur en ontwerper van het Atomium)." 

Een merkwaardige verzameling waarmee de tweetaligheid van het Atomium, Brussel en België op passende wijze de gepaste eer wordt betoond. Je vraagt je af wat die zogenaamde jury onder leiding van een Ecolo schepen bezield heeft om zo’n keuze op te dringen, laat staan waar ze zo lang over hebben moeten delibereren?

Toch niet over ‘de beroemde Belgische personen die zich hebben onderscheiden gedurende de XX ste Eeuw’?

Net zoals op de website, waar de Expo’58 ster ook onvermijdelijk leidt naar een Franstalig klikkaartje.

Het blijft goed leven in de Brusselse salons van de XIXde of de XXI ste eeuw, terwijl buiten de karavaan verder trekt, de wereld, de stad en de straten onherkenbaar veranderen, verstoffen de beroemde Belgische juryleden verder tot het niets, waaruit ze zijn voortgekomen. Zelfs geen herinnering zal hun deel zijn.

In 2006 nauwelijks nog te geloven, toch?

Archief

Meung sur Loire 2002-2003

12 februari 2006

Twee zomers lezen en schrijven, eten en rijden, leven en lijden in een prachtig Loire stadje…

 

Lees verder »

Archief

Het Beeld in, van en door onszelf…kinderen van de mindere god.

12 februari 2006

In een democratische en moderne samenleving begrijpt en aanvaardt een respectabele godsdienstbeleving dat de publieke ruimte VRIJ moet zijn en blijven van private geloofsbelijdenissen om te vermijden dat aanhangers van verschillende goden elkaar naar het leven staan omwille van de ware, de enige, de grootste, de echte.
En daar wringt voor velen het schoentje.
Sommige vrijzinnigen zoals ons aller limburg-gouverneur Steve Stevaert pleitte zelfs als sp.a voorzitter voor ‘Ander Geloof’ om mensen van alle geloven en gezindten bij elkaar te krijgen en te houden in wederzijds respect.
Maar daar heb ik fundamentele twijfels bij.
De vrijheid van meningsuiting in een democratische pers staat boven respect voor ieders geloof.
VN secretaris generaal Koffi Annan raaskalt als hij oproept tot respect voor de dogma’s van ieder geloof.
Precies die dogma’s behoren tot de private godsdienst- en geloofsbeleving en dienen dus onder geen beding respect op te eisen in de publieke ruimte.
Wie toch al die dogma’s ondersteunt, krijgt vroeg of laat de godsdienstbelijdenissen over zich heen en wordt eens te meer het slachtoffer of de dader van allerlei gewelddadige manipulaties voor andere doeleinden, als daar zijn het camoufleren van het eigen falen, de binnenlandse politieke ellende of de president die eerder grote sier wil maken dan iets doen aan kapseizende ferryboten waar de kapitein de brug ontvluchtte zoals in Egypte, Libanon, Indonesie, Syrie en het hele Midden Oosten.
Bush die met Blair en Straw pleit voor een wettelijk verbod op Blasfemie heeft een heel andere politieke agenda openliggen: hoe krijgen we de hele olieproducerende regio aan de leiband in de omsingeling van China.
Moeten wij geen respect opbrengen voor mensen die oprecht proberen naar een geloof te leven dat hun een houvast geeft in barre en bange tijden op voorwaarde dat ze daarin een onderscheid maken tussen het dogma van de rechte leer en de dagelijkse praktijkvoering die vertroosting kan bieden doch er lang niet vanuit gaat dat de wereld maakbaar en herschepbaar en hervormbaar is naar het beeld en de eisen van de eigen god, laat staan dat ze dit soort praatjes willen opdringen aan anderen zoals missionarissen en zendelingen,
moeten wij niet alleen maar verachting betonen voor mensen die via een geloof anderen manipuleren en onder druk proberen te zetten,
en dat is hier alleszins op een enorme schaal aan de orde.
Aan de hand van citaten uit de Koran en de overlevering wijzen veel westerse exegeten op de mogelijkheden voor moslims om zich in te passen in een moderne westerse a-dogmatische samenleving lijkt me erg zinvol voor…islamieten, en er zijn er velen die dat proberen te doen en vol te houden.
Maar de resultaten halen veel te weinig de media, zeker ook in de zogenaamde moslimlanden.
Daar worden journalisten per kerende ontslagen en in het beste geval blijft het daarbij.
The protests in the Middle East have proven that the cartoonist was right,” said Tarek Fatah, a director of the Muslim Canadian Congress. “It’s falling straight into that trap of being depicted as a violent people and proving the point that, yes, we are.”
Zoals je kan lezen in de uitstekende post:
http://www.pickledpolitics.com/archives/275
Humor en satire kan ook binnen een islamitische benadering van de Cartoonoorlog.
http://muttawa.blogspot.com/2006/02/memo.html
Het denken mag zich nooit onderwerpen,
noch aan een dogma,
noch aan een partij,
noch aan een hartstocht,
noch aan het belang,
noch aan een vooroordeel,
noch aan om ‘t even wat,
maar uitsluitend aan de feiten zelf,
want zich onderwerpen betekent
het einde
van alle denken.
H. Poincaré
zie verder in ‘Godsdienstbeleving is iets anders dan ‘’Koken met Steve’‘

en

‘De Gesluierde Monologen’

 

Lees verder »

Archief

IFFRotterdam: Cultuurshift in China!

12 februari 2006


In TAKING FATHER HOME zien we de eerste tekenen van de culturele shift in China. Ook daar zullen de zonen hun vaders vermoorden om met hun moeders te slapen, om de macht te pakken te krijgen, wanneer de economische ontwikkelingen blijven doorrazen.

‘Shi Mian Mai Fu – Huis van Vliegende Dolken – House of Flying Daggers’ van Zhang Yimou is een revelatie van de Chinese film.

Op het Internationaal Film Festival te Rotterdam werden de winnaars van VPRO Tiger Awards Competitie bekendgemaakt: Han Jie met WALKING ON THE WILD SIDE, Manuel Nieto Zas met LA PERRERA en Kelly Reichardt met OLD JOY

De jury vond WALKING ON THE WILD SIDE, over drie vrienden in een Chinese mijnplaats in de greep van de markteconomie ‘prachtig geacteerd en geregisseerd’. De film werd vooral geprezen omdat die ‘met verfijnde accuratesse de wanhoop van een jonge generatie portretteert, in een onvermoed China, vervuld van een explosie aan tegenstellingen.’ Daarmee is regisseur Han Jie meer dan geslaagd in zijn opzet, die eruit bestond de Chinsese jeugd een spiegel voor te houden.
WALKING ON THE WILD SIDE is een autobiografisch getinte film over het uitzichtloze bestaan in een Chinese mijnplaats, waar de oprukkende markteconomie leidt tot deprimerende wetteloosheid, die een zware wissel trekt op de gezworen vriendschap van drie jongens.

Regisseur Han Jie groeit op in de noordwestelijke Chinese provincie Shanxi. In 1992, als hij twaalf jaar oud is, komt ook deze omgeving in de ban van de markteconomie. Kleine kolenmijnen rijzen als paddestoelen uit de grond. De meeste van de mijnen zijn privé-ondernemingen zonder officiële licenties, die zich weinig gelegen laten liggen aan de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. De straten van het plaatsje waarin Han pubert, worden langzaam maar zeker grijzer door het stof dat de lucht verstikkend maakt. De wetteloosheid rondom de mijnen heerst ook op de middelbare school die hij bezoekt. Een jeugdbende met een zekere Xiaosi aan de leiding doet zijn dagelijkse ronde en de jonge Han Jie is een gewild slachtoffer. Hij durft het mes dat hij in zijn zak bewaart niet te gebruiken. Het is zijn neef Xiping die Xiaosi met zijn Bende van de Vier Sterren uiteindelijk een lesje leert, maar dan moet vluchten. De harde werkelijkheid die volgt, trekt een sterke wissel op de gezworen vriendschap. In zijn eerste lange en authentieke speelfilm verbeeldt Han deze persoonlijke ervaringen. Walking on the Wild Side gaat over de angst om volwassen te worden en verantwoordelijkheid te dragen. De drie jongens die elkaar in zijn film eeuwig trouw zweren en dromen van een betere toekomst, moeten zich uiteindelijk neerleggen bij een leven dat de misère van het bestaan van hun ouders niet ontstijgt.
(SdH op www.filmfestivalrotterdam.com)

Een andere boeiende film op het festival in de Maasstad was TALKING FATHER HOME van Ying Liang.
De zoektocht van een Chinese plattelandsjongen die naar de grote stad (Zigong in de provincie Shezuan) gaat om zijn vader te vinden, toont ongewild hoe in China een fundamentele culturele shift plaatsheeft. Het budget van debutant Ying Liang was zo klein dat alleen vrienden en kennissen meespelen en zelfs de camera moest worden geleend. Het resultaat is een opmerkelijk charmante, prille maar poëtische film die getuigt van visie en stijlvastheid. Wars van hedendaagse filmische conventies en verwachtingen verbeeldt debutant Ying Liang op consequente maar onnavolgbaar minimale wijze de zoektocht van een eenvoudige plattelandsjongen, die in de jungle van de grote stad zijn onschuld verliest. Het is niet de eerste film waarin een plattelandsjongen naar de stad gezogen wordt, maar zelden werd een volwassenwording zo fijn getekend. De zeventienjarige hoofdrolspeler vertrekt Zi Gong om zijn vader te zoeken, die zes jaar geleden vertrokken is en van wie hij sindsdien niets meer vernomen heeft. Dat zijn moeder nog wel geld van hem ontvangt, kan zijn boosheid niet temperen. Hij is bepaald niet uit op een warme hereniging; het is onverholen wraakzucht die hem drijft. Geheel verloren en verlaten dwaalt hij door de grote stad. Het gevlochten mandje met twee eenden op zijn rug blijft hem volgen als de herinnering aan zijn vadersdorp. Ying Liang laat de conflicten zien waar de ouderen in de bus en in een eettent baldadige jonge patsers proberen tot de orde te roepen. Een oudere politieman vindt in de jongen een vervangzoon want hij is in een echtscheiding zijn eigen kind kwijtgeraakt in een betere buurt Als hij zijn vader na veel omzwervingen – en vele gelukkige en minder gelukkige ontmoetingen – uiteindelijk vindt, blijkt deze als bankroet projectontwikkelaar op de vlucht voor zijn gewelddadige schuldeisers. De zoon verdrijft hen en slacht zijn vader. Hij keert terug naar zijn dorp met een bebloede haarlok in een biljet van 50 Yuan dat hij begraaft onder een boom temidden van infrastructuurwerken die intussen ook het ouderlijke dorp bereikt hebben. Het verhaal speelt zich af tegen de nakende overstromingen waardoor de miljoenenstad Zi Gong voor de zoveelste keer weer moet geëvacueerd worden. Op de achtergrond van de zoektocht en de vadermoord horen we de praatjes op de radio over het heldhaftig optreden van de overheid en de Communistische Partij, over de machtsgreep binnen de partij en zien we de beelden van de overstromingen die het gevolg zijn van een foute landbouw- en bospolitiek.
De regisseur verklaarde na de voorstelling dat de film teruggaat op en gelijkaardige ervaring die hij als kind meemaakte wanneer zijn vader 3 jaar gedwongen werd uit te wijken en dat ook in China iedere jongen opkijkt naar zijn vader, net zoals elders in de wereld.
Merkwaardig was bij het vraaggesprek na de voorstelling de confrontatie van de regisseur met de beelden uit zijn film die het dagelijkse leven en de culturele veranderingen in zijn land toonden als een normale waarneming, waar de restanten van de oude Chinese cultuur, het respect voor de ouderen nog hier en daar nog als relieken overeind blijven tot ze letterlijk worden doodgeslagen door baldadige hooligans op motorfietsen.
Ooit omschreef de Chinese dichter DuoDuo de kern van het verschil tussen het oosten en het westen in NRC Handelsblad: "In het oosten eten de vaders hun zonen op om de macht te kunnen behouden, in het westen doden de zonen hun vaders om met hun moeder te slapen."
In TAKING FATHER HOME zien we de eerste tekenen van de culturele shift in China. Ook daar zullen de zonen hun vaders vermoorden om met hun moeders te slapen, om de macht te pakken te krijgen, wanneer de economische ontwikkelingen blijven doorrazen.
Houd elkander bij de hand in de ochtendschemer van 2006.


Lees verder »

Archief

WTO Cancun 5de Minist.Conferentie, Mexico 7 '?16/9/2003

12 februari 2006

Cancun, Mexico 7 –16/9/2003

Octavio Paz: “Todo es presencia, todos los siglos son este Presente” – “ Alles is illusie, voorstelling, alle eeuwen zijn hier vertegenwoordigd”

Cees Zoon ‘De Lokroep van Mexico’ Nijgh&VanDitmar 1991

Anthony Pagden, Van Mensen en Wereldrijken, De Bezige Bij

Jeffrey Robinson, De Medicijnenmafia, geld, ego en macht binnen de farmaceutische industrie, Nederlandse vertaling van Prescription Games 2001 bij uitgeverij Elmar 2003

Gerard van Westerloo, ’ Niet met de bestuurder spreken’

 

Lees verder »

Archief

Land zonder dromen

11 februari 2006

Land zonder dromen

Heb jij ze gekend
de kortgeschoren knapen, jongens nog,
die hoge heren als vaders kregen
en solidair werden geroepen
om pal te staan voor hun land,
de trotse leugen van het offer
tot wanhoop van hun moeders?

Heb jij nog gehoord
hoe mannen geile woorden prevelen
in het oor van zogende vrouwen
over hoeveel zij toch voor het land
van die vaders kunnen betekenen
en te laat verbitterd begrepen
dat strijdtoneel zinloos brandt?

Heb jij gesproken
met de miskende zonen, verdreven
uit zo’n land van zelfverklaarde vaders,
gevlucht in ijdele natte dromen
met verwarde herinnering en verlangen
dat alleen getroost kan worden door
het koesteren van hun heimwee?

Heb jij ze gezien
de ballingen die hun vaderland
teder als hoofdpijn bij zich dragen?
Vreemd voor hun kinderen
bloeit het telkens weer op
in de tuinen van het vergeten
als maagzweren die niet mogen helen.
 
Werd jij al getroost
toen je dwaalde langs vreemde wegen
waar ook wij ons leven eens zullen weven
tot verhalen die niemand meer kan lezen?
Moet niet ieder van ons het vaderland verlaten,
dat land van illusies,
dat land zonder dromen?

Nationale Gedichtendag, 27 januari 2005
Jan Van Duppen

Archief

'('?) Lasciate ogne speranza, voi ch'intrate.'

11 februari 2006

Dante Alighieri, La Divina Commedia, Inferno, Canto 3, 1-9

'('?) Lasciate ogne speranza, voi ch'intrate.'

Dante en Vergilius staan voor de poort van de Hel
En lezen het negen regelige opschrift:

'Per me si va ne la città? dolente,
Per me si va ne l'etterno dolore,
Per me si va tra la perduta gente. ('?)

'Door mij komt men in de stad van lijden
Door mij komt men in de eeuwige pijn
Door mij komt men bij de verloren mensheid!

Mijn makker schiep mij uit gerechtigheid
Door goddelijke almacht, hoogste rede
En eerste liefde werd zijn hand geleid.

Niets is er voortgebracht in het verleden
Of het had eeuwigheid, ook ik duur voort:
Er is geen hoop voor wie hier binnentreden.'

(De goddelijke komedie, vert. Ike Cialona en Peter Verstegen, uitg. Athenaeum-Polak & Van Gennep, Amsterdam 2000)

'('?) Lasciate ogne speranza, voi ch'intrate.'

‘(...) Laat varen alle hoop, gij die hier binnentreedt,’

Dit citaat uit Dante’s Divina Commedia heb ik op 13 juni 2004 herhaald voor de VRT verkiezingsuitzending in de koffiekamer van het Vlaamse parlement waar ik afscheid nam van de wapenen. De sp.a-ondervoorzitster was niet bereid met mij in duscussie te gaan voor het oog van de camera op het podium in het halfrond, waar later Yves Leterme na de uitslag van het VB nog tegen Steve Stevaert verklaarde:’Al een geluk dat cd&v nog een kartel heeft met NVA!’

Dit citaat had ik bij het begin van mijn parlementaire carrière al eens aangehaald om de evolutie in de verschillende meerderheidsfracties in het Vlaams parlement te vatten over een motie aangaande tweetalige griffiers in Spiere-Helkijn. Karel De Gucht vroeg toen een schorsing om eerst met Guy Verhofstadt te bellen bij het begin van de eerste paarse coalitie.

Voor een nieuwkomer in een parlement is het veiliger alle hoop te laten varen bij het binnentreden.

Archief

Euroliedeken nieuwjaar 2002

11 februari 2006

Euroliedeken

Pour ceux qui entrent dans la danse,
au nom de la grande espérance

kleurt ons geld in glinster
vrij van god en lof

Pour ceux qui sans espoir
poussent la porte étroite de l’histoire

voor wie ons na is een poort
voor wie ons ver is een brug
spiegelend in nevel en water

Pour ceux qui luttent pour leur vie
sans autres armes que leur vie

beheersen we ons verleden
begeesteren we onze toekomst

Pour que la liberté vive dans le monde entier
mon fils, il faut chanter!

Vrij naar Juliette Gréco ‘Mon fils chante’

« Volgende berichten