knee compression sleeve

Er is nog zo veel dat ongezegd is. (Rutger Kopland)

Dupslog
Dupslog

Archief

Hugo Claus, 1929 – 2008

20 maart 2008

Bewegen
I

Alsof door de wenteling van je lenden
een heldere nachtmerrie ontstaat
alsof de daimoon in je gewrichten
schokschoudert van het lachen

Dat bewegen van jou en mij
spelingen van het licht

De verwanten zijn ver weg
De liefdes, praat er niet over,
ik registreer alleen die dagelijkse
nonchalante dood van mij
een ridder
vol rare woorden

Uit ‘In geval van Nood’
opgenomen in ‘Hugo Claus – Nu nog, een keuze uit de gedichten’ – De Bezige Bij 2007, p. 345

De Morgen 20032008

‘Nu nog vergeet ik weer de goden en hun ministers,
zij is het die mij versplintert, veroordeelt en vergeet,
zij van alle seizoenen maar vooral van de winter
want zij wordt mooier, kouder naarmate ik verder sterf.’

‘Ik verkies een elegante, goedgemaakte leugen tegenover me te hebben die ik herken als leugen en waar ik mijn eigen hoffelijke en hoofse leugen tegenover kan zetten, in plaats van dat geëtter over de waarheid.’

‘Het enige serieuze is: de wellust.’

‘Poëzie is de kern van mijn werk. Een gedicht is een bliksem, proza is een stroom. Daartussen pendel ik.’

‘Schrijven is knutselen, niet de vloed van de ziel weergeven.’

+++++++++++++++++++++++++++++++++

Op kousenvoeten leek het wel,
Dat zijn dood zou komen
En wachten zou op zijn hoe en waar
Want hij durfde kiezen
Als een ridder van het woord
Die dat zelf gestand deed
Voor wie hem dierbaar was en
Bij wie hij blijven zal
In beelden en zinnen, kleuren
En klanken van een stem
Die de toppen van de ironie
Koesterde als een hoeder
Van de verhalen die niet
Meer zoeken naar een stem..

Archief

Lou Ye ‘Summer Palace’ en ‘Chinees Blauw’ van Micha X. Peled

9 maart 2008

'Summer Palace' – in het Frans 'Une jeunesse chinoise' – weegt op de kijker die soms tergend traagzaam de protagonisten kan volgen van het noordelijke Tumen naar de overvolle studentenkamertjes met de geur van lichaamsvocht en goedkope sigaretten, van de Beida – Universiteit in Beijing. De Lente van 1989 overwint de Hemelse Vrede in het hart, in een wolk van zaadpluisjes en gierende hormonen die hijgend verlangen naar de geur van wat als vrijheid wordt voorgespiegeld.
Geen jaar zal voor de generaties uit de tweede helft van de XXste eeuw meer betekenen dan 1989: meer dan 1953, meer dan 1956, meer dan 1968, meer dan 1984, meer dan 2000. Al zal het nog jaren duren eer we dat ook in ons hebben opgenomen: meer dan een nacht lang zitten janken voor de eindeloze reply op CNN van de student die met zijn plastik tasje een rij tanks probeert op te houden.
Een geloof dat ons jarenlang bitter had gedreven bleek een leugen van de macht. Een utopische zoektocht naar vrijheid, gelijkheid en broederschap bleek met het oog op de Hemelse Vrede niet haalbaar, erger nog: vooral niet wenselijk wegens als een beklemmende harmonie vanuit de Hemel telkens weer op de kudde neergelaten.
1989 was ook een verademing met veel onzekerheid over wat komen zou: in het voorjaar de Lente van Bejing , in de zomer het verbrokkelen van het Sovjet imperium, in het najaar de val van de muur in Berlijn en het einde van het Genie der Karpaten.

Voor de cineast Lou Ye is '1989' in zijn film 'Summer Palace' als de Lang-Leven-Heuvel waar de overbodigen en de overgeblevenen zich onsterfelijk weerspiegelen in het Kunming Meer aan de voet van de Heuvel, dat eeuwig de Tuinen van de Harmonie voeden zal.
Het leven van China's toekomst na 1989 is als de labyrintische chaos van het Zomerpaleis met honderden kamers, hoeken en kanten voor alle emoties van de menselijke metamorfose.

In een interview met Niels Ruëll in De Standaard (05122007) lichtte Lou Ye dit toe:

De gebeurtenissen op het Tiananmen-plein spelen slechts zijdelings een rol in ‘Summer palace’. Waarom zoomt u liever in op het seksleven van een jonge studente?

‘Door de heisa is het misverstand ontstaan dat Summer palace over 1989 gaat, maar de film strekt zich uit van 1987 tot 2001. Om 1989 te begrijpen, moet je ook kijken naar de jaren ervoor en erna.’
‘Ook als je een liefdesverhaal vertelt, is het goed te kijken naar voor en na. En als je eerlijk over de liefde wil praten, dan moet je openhartig zijn over seksualiteit. Seks is belangrijk en speelt ook een grote rol in mijn herinneringen aan 1989. Jongeren die voor het eerst de liefde ontdekken, vallen altijd ten prooi aan een lawine van emoties. In Summer palace komt daar ook nog eens de onzekerheid bij van veranderende tijden. Dat maakt het allemaal nog complexer en vermoeiender.’
‘Het hoofdpersonage leeft in voortdurende onzekerheid: is het nog aan? Ziet hij mij nog graag? Als het te goed gaat, wordt ze argwanend. Maar als het slecht gaat, voelt ze zich helemaal ellendig. Je mag van de liefde niets verlangen. De liefde brengt niet noodzakelijk geluk en leidt niet automatisch tot een lang huwelijk.’
‘Er is zoveel te vertellen. De razendsnelle groei van de economie veroorzaakt veel problemen. Het land staat onder extreme druk. Het voordeel daarvan is dat de overheid niet al te veel tijd heeft om zich zorgen te maken over kunstenaars. Schilders en muzikanten worden met rust gelaten. Filmmakers springen helaas iets meer in het oog.’

Door Beijing na de Lente te ontvluchten naar Berlijn werd Lou Ye niet meegesleept in de collectieve depressie die destijds vele studenten onder overviel:

'In de jaren negentig heeft mijn generatie economisch gezien het nodige bereikt. Maar geestelijk kwamen velen in een vacuüm terecht.
'Summer Palace' is in China verboden maar zal in beperkte kring wel illegaal worden verspreid. Veel mensen zullen tot tranen toe worden geroerd. Het zal hen pijnlijk herinneren aan hun passie en het gevoel dat hun hart heeft verloren. Nu hebben ze alleen mooie huizen en een snelle auto om hun leegte te compenseren.'

Lou Ye prijst zich gelukkig dat hij als filmer een uitlaatklep heeft voor zijn gevoelens en die van zijn generatiegenoten. Als die niet worden gesublimeerd, kunnen ze volgens de filmer ontaarden in woede en geweld: het grote gevaar voor China.

'Voor de jeugd van nu in China zal de film minder herkenbaar zijn. Ze is volslagen afgesneden van de geschiedenis. Zij hoeven niet te leven met de vernedering van de culturele revolutie en ze weten ook niets van de pijn van de studenten van 1989. Op een bepaalde manier is dat gevaarlijk maar het is tegelijkertijd ook een zege voor China. Die onwetendheid waarborgt veel openheid en levensmoed.'

'Summer Palace' is zeker niet filmisch maar wel historisch een Chinese versie van 'La Meglio Gioventà? ' van Franco Tullio Giordana.
De protagonisten worden uit elkaar gedreven. Zhou Wei vlucht vanuit Beijing naar Berlijn. Na de zelfmoord van Li Ti keert hij terug naar China. Yu Hong trekt naar Shenzen, Wuhan, Sjanghai om finaal terecht te komen in de monsterlijk groeiende stad Chongqing, met meer dan 40 miljoen inwoners het barstende waterhoofd van centraal China
De slotscène van 'Une jeunesse chinoise' speelt zich af op het eindeloze strand van Beidaihe waar de ‘overgebleven bloem’ uit het noorden, Yu Hong de eens zo intense beminde Zhou Wei ontmoet als de poëtische omschrijvingen van jaren geleden: 'Liefde is als een wonde. Eens genezen is het voorbij'
'Summer Palace ' werd in China verboden en Lou Ye kreeg (na 2 jaar cameraverbod voor ‘Suzhou river’ een filmverbod van 5 jaar) voor de originele beelden uit de studentenopstand op het Plein van de Hemelse Vrede en vooral omwille van de vele seksscènes die ‘Summer Palace’ ongetwijfeld een cultstatus zal verlenen als voorlichtingsfilm in het land van de publieke preutsheid.
Triester is de cultstatus die 'Summer Palace' zal krijgen als film noir over de onmogelijkheid van vriendschap en liefde in tijden van vrijheid en verlossing.

Op het graf van Li Ti in Berlijn staat geschreven:

'Of vrijheid en liefde bestaan of niet, in de dood is iedereen gelijk. Ik hoop dat de dood je einde niet is. Je hield van het licht, dus je zult de duisternis niet vrezen.'

De uitbarsting van emotionele, seksuele en sociale vrijheid in 1989 lijkt een peilloze leegte over te laten die moeizaam gevuld wordt met neurotisch consumeren van de nieuw verworven rijkdom. De jeugd van toen doorstond het loden tijdperk en kan zijn kinderen vandaag de schoonheid, kracht en wijsheid niet voorhouden van een vrijheid die zich onbevangen durft te binden aan de ander. Wie liefde ervaart als een wonde, is dermate misbruikt en mishandeld dat het een hele generatie drijft tot automutilatie. Wie zich niet durft te binden en geen engagement meer durft aangaan, is gedwongen zijn hele leven te lijden in angst en neurose. Menselijke relaties worden verengd tot kille zakelijke contacten waardoor het pluis van de lente vergeefs zal wolken in het land van de overgebleven één-kind-gezinnen, waar één schoonheid uit het noorden een land kon ruà?neren:

'n Zeldzame schoonheid uit 't noorden.

is de mooiste vrouw ter wereld. Aan één oogopslag van haar gaat een stad ten onder, Eén aanraking ruà?neert het hele land. Liever dan de rede van het weten
Proeven wij de vernietigende passie
van een schoonheid als deze'?
Uit 'House of Flying Daggers' van Zhang Yimou

“Chinees Blauw” van Micha X. Peled op Lichtpunt – Canvas
Zondag 9 maart 2008 23 uur '? als DVD bij http://www.lichtpunt.be/intern/programma/voorwaarden_01.html

Het kostte de filmmaker Micha Peled enorm veel moeite om een fabriek te vinden waar ze in volledige vrijheid mochten filmen. Uiteindelijk hapte een directeur toe die het een eer vond om in een Amerikaanse film te mogen spelen. Zijn fabriek is ontegenzeggelijk een van de betere van het land, maar dan nog werken de arbeiders er minimaal elf en maximaal vierentwintig uur per dag. Ze mogen tijdens hun dienst twee keer naar de wc en wonen vlak naast de fabriek met twaalf personen op één kamer waar ze moeten betalen voor warm water. En nee, het loon wordt niet netjes iedere maand op dezelfde dag uitbetaald. Het is steeds maar weer afwachten wanneer het komt en hoeveel het is.

Dat geldt ook voor het jonge meisje Jasmine dat op zestienjarige leeftijd werk vindt in de spijkerbroekenfabriek. Ze wordt te werk gesteld als draadjesknipper, wat inhoudt dat ze voor vijf eurocent per uur de losse draadjes van broeken afknipt. Na zeven uur ’s avonds is de officiële werkdag afgelopen, maar Jasmine werkt geregeld langer door. Dat kan oplopen tot wel vijfendertig uur extra per week. Onbetaald, want overwerk wordt nooit vergoed. Door de krankzinnige werktijden slaapt Jasmine zelden meer dan vier uur per nacht. Als haar eerste, slopende maand is afgelopen, hoort ze dat ze geen loon krijgt, maar overstappen naar de concurrent doet ze niet, want niemand wil het risico lopen om ook daar de eerste maand niet betaald te krijgen. Klagen heeft geen zin, want vakbonden zijn verboden en voor elke vacante plek zijn er in China niet tien, maar duizenden gegadigden.

Door niet alleen de arbeiders te volgen, maar ook de trotse directeur Lam en zijn staf reikt Chinees Blauw verder dan een oppervlakkige verkenning van ellende. Het eenzijdig verhogen van de arbeidslonen is namelijk niet de allesomvattende oplossing van dit probleem. Verhelderend is een gefilmd gesprek tussen de directeur en een Engelse importeur over een grote bestelling spijkerbroeken. De importeur biedt niet meer dan €2,75 per broek. Vraagt Lam meer, dan gaat de importeur simpelweg naar een concurrerende fabriek waar de arbeiders in nog slechtere omstandigheden werken. Lam zakt dus met zijn prijs in de overtuiging dat hij die bewuste order alleen winstgevend kan houden door de lonen nog verder te verlagen.

Regie: Micha X. Peled.
Productie: Teddy Bear Film en ITVS., met de steun van de Corporation for Public Broadcasting, het Sundance Documentary Fund en NAATA., VS 2005.

© Lichtpunt 2008

Archief

Knack duo interview: ‘Wij moesten de wereld proletariseren’

3 februari 2008

‘Wij moesten de wereld proletariseren’
DOOR JOëL DE CEULAER / FOTO’S FILIP NAUDTS
KNACK 17102007

Ze werden samen communist, maar groeiden gaandeweg uiteen. Ze zijn al jaren niet meer on speaking terms. Voor Knack wilden ze nog eens grondig en heftig van mening verschillen. De gebroeders Jan en Dirk Van Duppen over verleden, heden en toekomst van links.

DIRK VAN DUPPEN (51)
Nam als jongeman, onder invloed van Marx en van zijn broer Jan, de beslissing om als arbeider te gaan werken. Ging later, in navolging van Kris Merckx, alsnog geneeskunde studeren. Maakt nog altijd deel uit van de communistische Partij van de Arbeid. Werd vorig jaar verkozen in het Antwerpse district Deurne. Trad op de voorgrond doordat hij de strijd aanbond met de farmaceutische industrie. Publiceerde daarover De cholesteroloorlog. Werkt nog altijd in een groepspraktijk van Geneeskunde voor het volk.

JAN VAN DUPPEN (54)
Zette als jongeman, onder invloed van Marx, zijn studies stop om te gaan werken als arbeider. Ging later, onder invloed van Amada-boegbeeld Kris Merckx, geneeskunde studeren. Rekende af met het communisme en vond aansluiting bij de SP.A. Was lid van het Vlaams Parlement (1999-2004) en van de Senaat (2003-2004). Stapte, onder meer uit ongenoegen met het autoritaire beleid van toenmalig voorzitter Steve Stevaert, in 2004 uit de partij. Werkt vandaag als huisarts in een groepspraktijk in een multiculturele achterstandswijk, Rotterdam-Zuid.

Een verzoeningsgesprek? Nee, zo zouden ze het niet willen noemen. Daarvoor zijn de meningsverschillen te groot, is de afstand te onoverbrugbaar. Maar een gesprek over hun politieke verleden en de toekomst van links? Daartoe zijn Jan en Dirk Van Duppen wel bereid. De twee felle en gedreven Kempenzonen zijn allebei arts, een vak dat ze kozen in navolging van Kris Merckx, stichter van Geneeskunde voor het Volk en jarenlang boegbeeld van Amada, de communistische partij die inmiddels is uitgemond in de Partij van de Arbeid. Dirk is nog altijd lid van de PVDA. Jan heeft zich na een lange omweg via de SP.A uit de politiek teruggetrokken. Het verhaal begint, hoe kan het anders, eind jaren zestig.

Jan Van Duppen: ‘Het was een periode waarin je de tegenstellingen in de wereld duidelijk begon te zien. De rijken waren rijk, de armen waren arm – en men ging er toen in de Kempen nog van uit dat het best zo kon blijven. Wij zagen elke avond de Vietnamoorlog op de televisie, de ene gruwel na de andere. Wij waren bij de Chiro en hadden ook een jeugdclub opgericht, waarmee we in de bossen van Gierle het zwerfvuil gingen opruimen. Met Kerstmis 1968 hebben wij de stal in het dorp nog vol gehangen met affiches tegen de bombardementen op Hanoi. Wij waren, kortom, zeer actief, wij hadden contact met de derdewereldbeweging en organiseerden zelf ook actie- en discussiegroepen. In Leuven, waar ik twee jaar psychologie heb gestudeerd, maakte ik kennis met de marxistisch-leninistische beweging. Ik studeerde mij te pletter op Marx en Lenin, en bracht dat allemaal mee naar de discussiegroepen in Gierle.’

In de tweede kandidatuur stopte u plotseling met studeren. Waarom?

JAN VAN DUPPEN: Voor mij bood het alomvattende en sluitende, maar ook geslà?ten denksysteem van het marxisme een fantastisch antwoord op alle vragen. Ik denk dat je dat kunt vergelijken met het moslimfundamentalisme. Een hele ontdekking, op die leeftijd. Ik begreep dat ik door psychologie te studeren de wereld niet zou veranderen. Wij moesten de wereld proletariseren. Dus stopte ik met studeren en werd ik arbeider. Ik heb in de mijnen gewerkt, in een asbestfabriek, als trambestuurder… Later zijn mijn broer en ik allebei geneeskunde gaan studeren.

DIRK VAN DUPPEN: Jan was mijn grote broer en grote voorbeeld. Wij voerden een gemeenschappelijke strijd om los te komen van de waardepatronen van onze ouders. Vader was onderwijzer en had nooit aan de universiteit kunnen studeren. Daarom wilde hij dat zijn kinderen dat zeker wel zouden doen. Dat de oudste zijn studie stopzette, was een verschrikkelijke klap. En zijn derde zoon, ik dus, begon zelfs niet aan die studies. Ik besliste om na de middelbare school onmiddellijk in een leerlooierij te gaan werken. Ik had op mijn vijftiende Het Kapitaal van Marx al gelezen.

Wat ontdekte u in Marx?

Lees verder »

Archief

Stu Bru Music for Life: 'waterSTOF = duurzaam water' – protosh20

24 december 2007

Stu Bru Music for Life: 'waterSTOF = duurzaam water' – protosh20

Zonder water kunnen we
onze dorst niet lessen
naar gerechtigheid.
Zonder water kunnen we
onze handen niet wassen
in onschuld.
Zonder water kunnen we
onze werktuigen niet
verschonen.
Zonder water kunnen we
ons honger niet stillen
naar menselijke waardigheid.
Zonder water kunnen we
ons leven niet beginnen
noch in schoonheid eindigen.
Water maakt vrij.

Protos helpt daarbij, hier en ginder.


De PROTOS Missie

PROTOS wil rechtvaardige en wederzijds verrijkende relaties tussen Noord en Zuid bevorderen.
PROTOS wil helpen bij duurzame en bevrijdende processen die geà?ntegreerd zijn in de plaatselijke cultuur en sociale omstandigheden, en die moeten zorgen voor een beter welzijn van de kansarme bevolkingsgroepen in het Zuiden. Daarbij is water essentieel. Gezien haar expertise op het terrein van water, komt PROTOS speciaal op voor een rechtvaardig, duurzaam en participatief waterbeheer in Noord en Zuid.
Een rechtvaardig waterbeheer veronderstelt solidariteit onder alle gebruikers, waarbij elkeen recht heeft op voldoende water voor een gezonde menselijke ontplooiing.
Een duurzaam waterbeheer streeft ernaar het beschikbare water zo goed mogelijk te gebruiken, zonder een gevaar te zijn voor de andere gebruikers, voor het leefmilieu of voor de toekomst.
Een participatief waterbeheer vereist de betrokkenheid van elk individu en elke gemeenschap, ook van de kansarmen die hun eigen lot in handen moeten kunnen nemen. Dit met respect voor de gelijkwaardigheid tussen man en vrouw.
PROTOS wil dat bereiken door:
'?Participatieve ontwikkelingsprogramma’s in het Zuiden te steunen: door een verbeterde toegang, verdeling en/of valorisatie van water wil PROTOS de socio-economische situatie van de lokale bevolking verbeteren.
'?Een hefboom te zijn: door het verstevigen van de capaciteiten, inzichten en positie van organisaties die uit deze programma’s kennis kunnen kapitaliseren en die verder valoriseren.
'?De samenwerking te bevorderen tussen alle bij een planmatige lokale ontwikkeling betrokken partijen, met inbegrip van de organisaties uit de civiele maatschappij en de plaatselijke besturen.
'?Het debat over rechtvaardig, duurzaam en participatief waterbeheer te stimuleren, in het Noorden en in het Zuiden. De ervaringen van PROTOS en haar partnerorganisaties kunnen dit debat voeden.
Talloze samenlevingen worden momenteel bedreigd door een tekort aan water, wat een probleem vormt voor het in stand houden en verder ontwikkelen van hun welvaart en welzijn en van de internationale stabiliteit.
Er zijn vandaag naar schatting 25 miljoen “watervluchtelingen” op de wereld. Ze zijn op de vlucht voor droogte of overstromingen, die veelal door menselijk ingrijpen werden veroorzaakt of verergerd. Ook de groeiende ongelijkheid in de verdeling van water leidt tot interne spanningen en internationale conflicten.
Wereldwijd zijn er 263 stroomgebieden die door meerdere landen worden gedeeld. 60 % van de wereldbevolking leeft in stroomgebieden die door verschillende landen lopen. Dit draagt vandaag al bij tot spanningen tussen Israël en Palestina, tussen Irak en Syrië, tussen India en Pakistan '?.
Rivieren die door verschillende landen stromen, zoals de Mekong, de Ganges, de Jordaan, Tigris en Eufraat, de Nijl … maar ook de Rijn, Maas en Schelde dreigen een bron van economische, en in minder stabiele regio's eventueel gewapende conflicten te worden. Zo is het schaarse water van de gemeenschappelijke Jordaan nu eens een bron van conflict, dan weer chantagemiddel tussen Israël en zijn buurlanden. Geen wonder als men weet dat Jordanië zo goed als door zijn grondwatervoorraden heen is, en dat 90% van het in de Westelijke Jordaanoever opgepompte water gebruikt wordt door Israël.
Conflictbeheersing, ontwikkeling en milieubescherming gaan hand in hand. Een grondige mentaliteitswijziging, gesteund op ethische gronden, dringt zich op om een duurzaam en solidair beleid mogelijk te maken.
De waterproblemen in het Zuiden zijn dus ook onze problemen. Ze kunnen niet worden opgelost als ook de machts- en economische verhoudingen tussen Noord en Zuid niet worden hertekend. De waterproblemen in het Zuiden zijn daarenboven niet alleen een onrecht, maar ze vormen ook een bedreiging voor onze éne wereld.
Tenslotte ziet men steeds meer in dat de belangenstrijd tussen watergebruikers niet alleen in het Zuiden, maar ook in het Noorden voor snel stijgende spanningen zorgt: tussen leefmilieu en landbouw, tussen huidige en toekomstige generaties, en tussen stroomafwaartse en stroomopwaartse gebruikers. Waar men in het Zuiden, soms uit noodzaak, soms vanuit een eigen cultureel of sociaal waardepatroon, experimenteert met nieuwe vormen van waterbeheer kan ook het Noorden hieruit lessen trekken om met deze vitale materie anders om te gaan. Daarom willen PROTOS en haar partners deze bruggen slaan. PROTOS schreef hierover een brochure '?Water en conflicten'? (1,5 MB).

Archief

Ruiyuan C: zwartwit en kleur van de vergankelijkheid – Hakka Tulou woningen

6 december 2007

Ruiyuan C: zwartwit en kleur van de vergankelijkheid – Hakka Tulou woningen, of hoe de ‘joden’van Azië overleefden.

In Sjanghai heb ik vorig jaar zijn foto's voor het eerst gezien in het kunstencentrum Moganshan Lu 50. Mijn oog viel op zijn merkwaardige composities in zwartwit van Hakka Tulou woningen met één discreet kleuraccent.
Hakka zijn Han Chinezen die gedurende bijna 2000 jaar in vier grote golven al dan niet gedwongen door de centrale heerser naar het zuidoosten van het rijk emigreerden en van daaruit in verschillende eeuwen over heel de wereld. Vandaar hun epitheton Chinese ‘joden’.
Zij bouwden hun huizen als ronde of vierkante vestingen met een enkele toegangspoort, zonder ramen op de onderste verdiepingen waar vee en voorraden werden bewaard.
Op de hoogste verdiepingen leefden de ‘dorpelingen’.
De binnenplaats werd een tempel voor de voorouders die midden hun nakomelingen aanwezig bleven, tegen een vijandige buitenwereld die de Hakka hun economisch en politiek succes benijdden.
De invloed van dit belaagd opgroeien in een vijandige omgeving – doch beschut binnen de eigen muren – met de eigen netwerken over heel China en later over de hele wereld moet in die vele eeuwen zeer groot zijn geweest.

De foto's van Ruiyan C zijn schitterend door zijn spel met zwartwit en kleur om de vergankelijkheid van de onvergankelijke en eeuwige waarheid vast te leggen, voor wie na ons komen zal.

Ruiyuan C '? Vision Videa

Freelance photographer ,the Chinese Photographers members , the Shanghai Photographers members and the Fujian Photographers members. Youth Photographic Society of Fujian, executive director of Putian City Youth Photographic Society vice president.

In Fujian Youth Photographic Society Tenth Member Showcase ,the work “Homeland” was the Gold, “Water Melody” and”Shops” were Bronze,”Area between” and “Splendid Sunshine” were outstanding awards,In National Amateur Photographers Photography Contest,The work “Raincoats or Umbrellas” won awards for excellence.The work “Beautiful Impression” won the gold prize and also published in the Journal of the National Popular Photography.Prior to this, many of his works have been published in this magazine.

“Wuyishanshui” was second prize in the photography contest “Entering Wuyishan” by CCTV.

met dank aan Arlette voor de foto’s – aan Rik & Iris voor het behouden transport.

Archief

Portbou, Dani Karavan: Passagen Walter Benjamin (1940 – 1994 – 2007)

14 augustus 2007

'Iedereen gaat dood op een manier die op hem lijkt. Sommigen in stilte, op hun tenen, anderen lopen achteruit, terwijl ze om vergiffenis of toestemming vragen. Sommigen gaan heftig discussiërend of om uitleg vragend, en sommigen banen zich vechtend en vloekend een weg erheen. Anderen omarmen hem. Sommigen sluiten hun ogen, weer anderen huilen.'
Eduardo Galeano geciteerd in Bruno Arpaia, De engel van de geschiedenis, 306

Portbou is een grens met een enorm – glas in ijzer overkapt – station, waar de Spaanse treinen noodgedwongen halt houden en met een andere spoormaat de reizigers uit de rest van Europa opwachten, meer dan een eeuw lang.
Portbou is dé grens en cultiveert op wat amechtige wijze zijn beroemdste grensganger met een traject dat hij door de Pyreneeën liep van het laatste Franse station naar het eerste Spaanse.
Walter Benjamin koos in 1940 finaal voor het definitieve einde, waarover Bruno Arpaia ‘De Engel van de geschiedenis’ schreef.
Het is goed kijken naar de toeristen, de passanten tussen strand en zee, tussen land en water, tussen hemel en aarde.
Het is even slikken bij het zien van de gammele foto’s van Walter Benjamin en de copieën van de begrafenis- en schouwingskosten in het Centro Civico waar autochtone bejaarden een kaartje leggen en een pijp roken.
Het is vertwijfeld dwalen doorheen het stadje van het enorme station naar de begraafplaats waar hij wegens te weinig grafgeld na 5 jaar werd opgegraven en in de kuil van de anonieme armen werd gegooid.
Het huidige grafmonument – naar joodse traditie overdekt met keitjes – dekt dus alleen de illusie, en die is bijzonder aangrijpend en beklijvend voor wie doorheen het monument van Dani Karavan stapt in ‘Passagen’ (1994) en finaal geconfronteerd wordt met de tekst op de door vandalen beschadigde glasplaat:
'?Schwerer ist es das Gedà?chtnis der Namenlosen zu ehren als das der Berühmten. Dem Gedà?chtnis der Namenlosen ist die historische Konstruktion geweiht.'?
(Walter Benjamin, Gesammelte Schriften, I, S. 1241)

‘Al kort na de eerste wereldoorlog bekritiseerde Benjamin die tendens in bewoordingen die niets aan actualiteit hebben ingeboet toen hij de verhouding tussen wetgevende en uitvoerende macht voorstelde als die tussen rechtscheppend en rechthandhavend geweld:
“Verdwijnt het bewustzijn van de latente aanwezigheid van het geweld in een wettelijke institutie, dan raakt ze in verval. Een voorbeeld daarvan vormen in onze tijd de parlementen. Ze bieden het bekende jammerlijke schouwspel omdat ze zich van de revolutionaire krachten, waaraan ze hun bestaan te danken hebben, niet bewust zijn gebleven('?) Hun ontbreekt de zin voor rechtscheppend geweld dat in ze is vertegenwoordigd: geen wonder dat ze niet tot besluiten komen die dit geweld waardig zouden zijn maar daarentegen in het compromis een schijnbaar geweldloze aanpak van politieke aangelegenheden cultiveren'? (Walter Benjamin, Gesammelte Schriften, 1, 65-66) ibidem p.47.

‘De ideologie van het detail steunde op de veronderstelling dat de ruilwaarde, de zogenaamde onzichtbare genius malignus van de moderne wereld, in de ornamenten van de waar gestalte kreeg en zich in de arabesken van de passage-architectuur openbaarde. Vervuld van het bijgeloof in het detail, beet Walter Benjamins onderzoek zich in onderaardse bibliotheekarbeid vast, door onvrije genialiteit in een uitzichtloze richting gedreven. Hoe meer materiaal het opstapelde, des te dieper bedolf het de vruchtbare opzet van de onderneming, namelijk om de interieur – en contextscheppende kracht van de kapitalistische modus vivendi bloot te leggen.
Benjamins interpretatie van de passages werd geà?nspireerd door het realistische, maar triviale marxistische inzicht dat achter de glanzende buitenkanten van de warenwereld een eerder onaangenaam te noemen en soms zelfs troosteloze arbeidswereld schuilgaat; ze werd verwrongen door de suggestie dat de kapitalistische wereldsamenhang als zodanig een hel is, bewoond door verdoemden die uit hun verdoemenis helaas geen politieke lessen trekken. In duistere toespelingen werd gesuggereerd dat die mooie wereld onder glas een metamorfose van Dantes inferno was.
Een idee over hoe een democratische verbouwing van de passages zou kunnen uitzien en, sterker nog, opheldering over de vraag of een uitbraak van de 'massa’s' uit de matrix of het 'veld' van het kapitalisme denkbaar of zelfs maar wenselijk was, bleef het onderzoek tegen deze achtergrond schuldig. Over het geheel genomen getuigen Benjamins studies van het wraakzuchtige geluk van de melancholicus die een archief van bewijzen voor de verdorvenheid van de wereld aanlegt’.
Peter Sloterdijk, Het Kristalpaleis, 189.

Archief

Google is watching you – De totalitaire ambities van Google

24 juni 2007

Een bijzonder boeiend artikel van Aart Brouwer en de interessante discussie bij De Groene Amsterdammer noopt tot grondige reflectie:

Het ooit zo studentikoze Google is uitgegroeid tot een multinational die voorop loopt in de strijd om de 'totale informatie'. Ook in ander opzicht heeft de zoekmachine de leiding genomen: Google is van alle datahandelaren de grootste privacyschender.

Discusseer mee over de toenemende invloed van Google
Bekijk ook de discussie op www.frankwatching.nl over dit artikel

Overwegingen bij de lectuur en discussie over de invulling van George Orwells 1984 in het reëel bestaande ‘Big Brother’-socialisme van vandaag en morgen vind je onderaan de citaten uit het artikel van Aad Brouwer.

Lees verder »

Archief

Filosofie Magazine, Ger Groot: ‘In de opvoeding vertegenwoordigt de vader de wet en de moeder de liefde’.

15 juni 2007

Volgens Ger Groot – filosoof aan de Rotterdamse Erasmus Universiteit – verwaarlozen vaders hun klassieke vaderrol, met als gevolg ontsporende kinderen. ‘In de opvoeding vertegenwoordigt de vader de wet en de moeder de liefde. Die binding is sterker dan de eenentwintigste-eeuwse mens graag zou willen.’

(...)

‘In het kapitalisme heeft de prestatiemoraal de plaats ingenomen van de arbeidsmoraal. Er wordt sterk de nadruk gelegd op productie, waarbij competitie dan het middel is om “het beste uit mensen te halen”. Een neoliberaal thema. Daarbij wordt vergeten dat competitie ook een probaat middel is om het slechte in de mens naar boven te halen. Op het moment dat je mensen systematisch onder druk zet, doordat je ze alle zekerheden ontneemt – zoals een vaste baan – dan haal je daar misschien op bepaalde terreinen een zekere winst mee, maar tegelijkertijd verlies je de morele evenwichtigheid van mensen. Dat wreekt zich onder andere in het feit dat we eigenlijk constant overspannen zijn. Hierdoor bouw je een continue gevaar voor explosie in de psyche in.’

Filosofie Magazine 5/2007

Archief

Luc Bonneux: Waterschaarste heeft niets te maken met opwarming.

31 mei 2007

uit ‘Morele Paniek’ in Pinnekesdraad, Medisch Contact, 62 p. 857

‘Wij leven hier goed bij de genade van de Golfstroom, en die is het eindresultaat van chaos door temperatuurverschillen in woelend zeewater, met de akelige neiging om in geologische tijd zo wispelturig te zijn als een puber met hormoonopstoten. Onberekenbare en onvoorzienbare vicieuze cirkels kunnen grote hoeveelheden broeikasgassen op catastrofaal korte perioden vrijmaken, dooi kan zichzelf versterken. Dan mag de Randstadbewoner drijvers onder zijn caravan monteren. (...)

De morele paniek over overmorgen is een schamel excuus voor blikvernauwing die de schande van vandaag negeert. De orkaan Katrina die New Orleans platlegde, is een uitstekend voorbeeld. Of opwarming meer en heviger orkanen verwekt, is volslagen onbekend. Maar wat zeker is dat als New Orleans in Nederland lag, dit nooit was gebeurd. De dijken waren zo slecht, dat het gewoon wachten was op de eerste de beste normale orkaan die het verkeerde pad nam.

Malaria was een groot probleem in Nederland, tot zo kort geleden als de honger­winter. Het voortbestaan van malaria als gesel heeft niets te maken met opwarming, maar wel alles met corruptie en wanbeheer in zwakke staten. Vandaag is 75 procent van alle sterfte aan malaria te vermijden; gemakkelijk én betaalbaar. Meer dan één miljard mensen hebben nog geen toegang tot zuiver water. Dagelijks lopen achttien miljoen meisjes over en weer naar de verre bron. Waterschaarste heeft niets te maken met opwarming. Nu niet en straks niet. Het heeft alles te maken met macht. Ontwikkelingshulp mag in de Sahel een putje boren op een onbereikbare plaats. Zo kan de caà?d in het dorp woekerprijzen blijven vragen voor water uit de put in het dorpscentrum.

De levensverwachting in heel zwart Afrika is lager dan vijftig jaar. Technologisch en financieel bestaan alle mogelijkheden om de levensverwachting ieder jaar met meer dan een jaar te doen toenemen. De voorspellingen tot 2020 voorspellen blijvende stagnatie. De ongemakkelijke waarheid is dat dit wordt opgevoerd op subsidieaanvragen, maar dat het verder niemand interesseert.

Archief

Bruno Tobback en de zwijmelende zwendelaars in angstzweet: An Inconvenient Truth vs. The Great Global Warming Swindle…

22 mei 2007

Bruno Tobback, sp.a minister van leefmilieu en pensioenen,
volhardt met zijn fameuze one-liners in anti-democratische boosheid:

“Ik ken de oplossing voor het klimaatprobleem.
Alleen weet ik niet hoe ik daarna nog verkozen geraak!”

“Een dictatuur zou soms handig zijn, ja.
Maar alleen als ik de dictator mag zijn, natuurlijk.”

Je vraagt je af waar een ’ groene – socialist’ met stamboom
dit soort autoritaire gezwets vandaan blijft halen.

Voor wie aan hem en zijn muze, de ‘gewone huisvrouw’ uit Kapellen, Margaretha Guidone die zichzelf ziet zwijmelen in waterdruppels, zou durven twijfelen, loont het zeer de moeite om
The Great Global Warming Swindle’ eens rustig te bekijken zoals deze op 8 maart 2007
door Channel 4 werd uitgezonden.

Lees verder »

Archief

Open Doek Turnhout: Zhang Yimou, The Curse of the Golden Flower

27 april 2007

Open Doek Turnhout: Zhang Yimou, The Curse of the Golden Flower – Man cheng jin dai huang jin jia – met Gong Li en Chow Yun-Fat.

'De vloek van de gouden bloem' is de duurste Chinese film aller tijden, van de hand van Zhang Yimou die in twintig jaar een schitterende palmares als regisseur bijeendraaide: Van Red Sorghum (1987) over Raise the Red Lantern (1991) en Hero (2002) tot het fenomenale House of Flying Daggers (2004).

House of Flying Daggers is tot op heden zijn onvergetelijk meesterwerk.
Niet omwille van de fantastische beelden, niet omwille van de schitterende kleuren, het ballet van het leven, de strijd en de dood, niet omwille van de indringende muziek maar vooral om de ongelooflijke politieke betekenis van deze gestileerde film over passie en opstand.
Zhang Yimou in een interview met Steven De Foer in De Standaard van 24/11 2005:
,, Ik wilde nog zo'n wuxia (martiale) film, maar dan anders: voor mij is' House of the flying daggers' in de eerste plaats een tragisch liefdesverhaal. Een Chinees spreekwoord zegt dat liefde, haat, passie en wraak de meest vluchtige emoties zijn. Daarover gaat deze film, veel meer dan over een reeks gevechten.'?

Deze discussie behandelt de vraag hoe het oude door het nieuwe vervangen wordt.
In het westerse denken is daarbij de passie, de emotie essentieel. Volgens de westerse cultuurvisie is het verschil tussen mensen en goden dat deze laatste geen emoties, geen passies kunnen beleven en dat alleen passies, intense emoties veranderingen, metamorfoses kunnen brengen.
Ovidius heeft er een schitterende reeks verzen over geschreven die bij Octavianus in het verkeerde keelgat schoten want zijn oude vriend had zichzelf pas tot goddelijke Augustus benoemd. De publicatie van deze godslasterlijke Metamorfosen kostte Ovidius zijn maatschappelijke kop en hij werd in ballingschap gestuurd naar Tomi aan de Zwarte Zee.

Zhang Yimou is in zijn meesterwerk '?House of Flying Dagger'? veel dubbelzinniger dan het interview met De Standaard laat vermoeden. Dat de Chinese cultuur zo makkelijk het marxisme als staatsgodsdienst aan wist te nemen houdt zeker verband met de marxistische stelling dat het denken bepaald wordt door het maatschappelijk zijn, de plaats in het productieproces. Het staatsbelang, het collectieve belang heerst over de individuen die enkel kunnen bestaan binnen hun sociale- familiale situatie.
In de westerse cultuur zijn die emoties echter essentieel in het onderscheid tussen mensen en goden én als drive van het menselijk handelen.
Krasser nog is de politieke dubbelzinnigheid van Zhangs schitterende film:
'?In het verleden hebben uw films u in aanvaring gebracht met het Chinese regime, maar de jongste jaren ligt u in de bovenste lade. Hoe vrij voelt u zich nu als cineast? – Dat valt mee. Uiteraard heb ik geen totale artistieke vrijheid. Je moet je voortdurend realiseren dat je woont en werkt in een land met een traditie van censuur. Ik heb gemerkt dat bruuskeren niet veel zin heeft, dus doe ik ook wat aan zelfcensuur. Maar het gaat de goede weg op, het regime is losser dan vroeger.'?

Lees verder »

Archief

MO* – Mondiaal Magazine – Een beetje twijfel.

8 april 2007

MO* – Mondiaal Magazine – Een beetje twijfel.

www.mo.be

MO* Mondiaal Magazine is met een archief van ruim 10 jaar een vaste journalistieke waarde geworden, met veel te weinig weerklank in Vlaanderen, ondanks de vaak boeiende thema's.
MO* is absoluut de moeite, al was het maar om de soms controversiële standpunten van de oude generatie rechtgelovigen in het lijden van de medemens dat de ander tot goedheid moet drijven of tenminste tot solidariteit hoopt te bewegen.
Het eigen discussieforum lijdt echter aan de leegte van een ijdel vat vol tegenstrijdigheden.
Vaak klinken de oude waarden als laatste anker in een wereld die zich lijkt te verhullen.
'Wie goed doet, goed ontmoet' '? was het devies dat velen voor zich uitdroegen wanneer ze enkele jaren van hun leven besteedden aan missioneren, in de grote traditie van 'Vlaanderen zendt zijn zonen (en dochters) uit'. Maar dit bleek dikwijls een gazen sluier of een burka raster waaronder West-Europese ontwikkelingshelpers in de toenmalige derde wereld om zichzelf draaiden en keerden.
Ontwikkelingshulp werd in de loop der tijden steeds meer gesofisticeerd: van Gods woord over scholing en infrastructuur tot ontwikkelingshulp en steun aan de gewapende strijd. Tegenwoordig zijn er zelfs nieuwe categorieën te leasen zendelingen in marketing, management en kunstvoorwerpen. Is dit als antwoord bedoeld op de vaststelling dat er na al die jaren investeringen van veel geld, mensen en opleiding, doorgaans geen beterschap te bespeuren blijkt? In de meeste Afrikaanse landen is de situatie vele malen erger dan 25 jaar geleden.
Maar na al die jaren intensieve campagnes en doorgedreven solidariteit beklijft de onbeantwoorde vraag naar het resultaat, hier en ginder.
'Doe wel en zie niet om' leidde dikwijls tot ontgoocheling en pijn, hier en ginder.
Zelden werd en wordt er omgekeken naar de toekomst waar we zoals de engel van de geschiedenis naartoe schrijden, terugdeinzend bij de aanblik van wat we hebben aangericht.
De gazen sluier van onze goedbedoelende maakbaarheidsideologieën en missioneringsdrang verhinderden een blik naar de toekomst achter ons.
De gevolgen zijn na al die jaren navenant.
'Een beetje twijfel' is het editoriaal van hoofdredacteur Gie Goris in MO* van april 2007.
Hij citeert Willy Brandt '?die ooit zei dat een vredespolitiek begint met het verwerpen van één enkele waarheid en het aanvaarden dat er meerdere waarden en  waarheden zijn. Vrede begint bij twijfel: 'Twijfel is productief. Ze stelt bestaande zaken in vraag. Ze kan sterk genoeg zijn om versteend onrecht te verbrijzelen. Twijfel was waardevol tijdens het verzet. Ze is taai genoeg om nederlagen te overleven en om overwinnaars te ontgoochelen.' Zou een heel klein beetje twijfel soms niet beter kunnen zijn? '?
Diezelfde twijfel zou ook meer aan bod mogen komen in MO*, waar nog te weinig het spel van de ware bedoelingen '? hoe cynisch helder ook '? gefileerd wordt.
'? De wereldpolitiek wordt vandaag teveel gedreven door het geloof dat de grote idealen van de mensheid '? democratie, algemeen welzijn, vrijheid, mensenrechten, menselijke waardigheid '? eenduidige begrippen zijn die simpelweg vanuit de westerse ervaring gedefinieerd kunnen worden. Bovendien geloven politici als George Bush en Tony Blair blijkbaar dat die eenzijdige visie met inzet van militaire superioriteit opgelegd kan worden. De chaos die regeert van Pakistan tot Palestina zou hen intussen de ogen geopend moeten hebben, maar er is voorlopig weinig dat daarop wijst.'?
Misschien is dit uitgangspunt noodzakelijk: naà?ef gespeelde verontwaardiging en verbazing van de goedgelovige om de goede bedoelingen van de andere en zichzelf. Zelfs wanneer het om de machtigen gaat in het politieke landschap thuis en in de wereld die met de chaos en het leed dat ze berekend creeëren enkel de belangen van hun eigen clan of politiek-economisch conglomeraat behartigen onder grote woorden van strijd tegen terreur, voor beschaving en democratie.
Misschien is zo'n gesluierde kokerblik onmisbaar om het beeld van zo’n verleden en heden voor onszelf draagbaar te kunnen maken.
Misschien is dat geloof in een moreel hooggeschat handelen van anderen en zichzelf onontbeerlijk om verder te kunnen leven bij de aanblik van wat mensen hebben aangericht, vaak met de beste – geventileerde – bedoelingen.
Misschien kan je geen mondiaal magazine maken wanneer die twijfel sterker wordt dan 'het beetje' waarover Gie Goris het heeft.
Teveel twijfel kan wellicht teveel pijnigen en tot stilstand leiden.
Zeker wanneer ambities drijven op invloed bij politieke structuren en besluitvorming omtrent internationale spanningen en ontwikkelingssamenwerking, federaal dan wel regionaal.
Op de markt van welzijn en geluk '? ook op de internationale markt van welzijn en geluk -  gelden uiteraard de wetten van iedere markt, nlk.  die van behoud van energie, van passie en van macht.
Daaraan helpt geen beetje twijfel.

Misschien kan een grondige cynische houding soelaas brengen voor de overlevenden opdat zij hun herinnering aan de overledenen draaglijk kunnen houden.

Een gezonde vorm van cynische rede is een houvast om een maatschappelijk en persoonlijk engagement te blijven voldoen voor mensen die reflecteren op hun positie in de samenleving of wat er van rest.
Wie niet behoedzaam reflecteert over de talloos nieuwe praatjes van politieke kopstukken, reclamegoeroes en vaak ook journalisten en publicisten, dreigt te verstikken in een omarming van een wurgslang.
'?En op de bodem van de diepe waters
wordt de globale aarde omkneld
door de gigantische wurgslang
zwelgend in het rituele slijk
allesverslindend en religieus verbindend.'?
Pablo Neruda, Canto general

Wanneer vluchten niet meer kan,
houden we elkander beter bij de hand
in de ochtendschemer '?
 

 

 

Archief

Liever 300 Leonidas pralines dan een '300' film!

4 april 2007

Liever 300 Leonidas pralines dan een '300' film!

Het lijken barre tijden te worden.
We worden om de oren geslagen met broeikaseffecten, tsunami’s, stijgend water, terroristen en warmer weer.
De Amerikaanse economie kreunt op haar knieën, leeft gruwelijk boven haar stand en bengelt aan het touw van de Chinese geldreserve '? intussen 1000 miljard US$.
Er hoeft niet veel te gebeuren of deze economische kaartenhuisconstructie stort in elkaar, hoe voorzichtig de Siamese tweeling ook manoeuvreren zal.
Maar er zijn andere mogelijkheden: een ferme investering in de oorlogsindustrie kan de overhellende balans in evenwicht krijgen. Een oorlog met Iran zou bijvoorbeeld soelaas kunnen bieden: de olieprijzen schieten omhoog, de Chinese economie dreigt op te drogen en vertraagt en de VS krijgt een militair bevochten adempauze, op kosten van de Volksrepubliek en vlijtige Wang, op bergen lijken langsheen de As van het Kwade.

Nu is oorlog '? liefst een eind buiten de deur – best een populair tijdverdrijf voor presidenten en generaals, een soort geforceerde herschikking van de wereldeconomie en een krachtige zweepslag om het eigen vee tot de orde te manen.
Maar de jonge stieren in de eigen veestapel dienen een beetje gemaand te worden, en uitgedaagd. Baltsgedrag moeten ze leren herkennen als een krijgshaftige pose.
Het helpt trouwens om het epidemisch overgewicht te reduceren.

Daarbij helpen geen pralines, zelfs niet die van Leonidas met echte roomboter.
Daarbij helpt wel een film over de '300 ' Spartaanse bonbons van Leonidas.
Zeker wanneer dit een verfilming is van een jaren '60 strip uit volle Koude Oorlog periode die wat aangepast werd aan de nieuwe vijanden.
Niet langer tegen de Rus maar nu tegen de Pers zoals 2500 jaar geleden.
In 480 aCn probeerden de Griekse stadsstaten de Perzische troepen van Xerxes tegen te houden bij de pas van Thermopylae.
Dat daar een paar duizend Griekse soldaten bij betrokken waren, naast de '300' Spartanen met Leonidas, wordt licht vergeten.
Dat daar nog eens een kleine duizend Thespianen uit Beotië meevochten, en 2000 Heloten '? Spartaanse slaven '? wordt niet vermeld.
Dat zij een achterhoede waren om 7000 andere Griekse soldaten de kans te geven te ontsnappen, wordt eveneens vergeten. Zij zullen nadien met Themistocles aan de houten muren werken waarmee de Perzen definitief verslagen worden in de zeeslag bij Salamis. Ook daarover geen hint bij de ‘300’.

'300' – propaganda mikt vooral op herkenning en het verlangen tot erkenning bij de potentiële troepen die enthousiast ten oorlog moeten trekken tegen de slechte, vermetele, verwijfde en vooral vreemde verraders die het wagen de eigen superioriteit te betwijfelen. Op de recente bijeenkomst van de Blood&Honour troepen te Mechelen werd naar verluidt ‘300’ reeds in avant-première getoond. Populair verdrijf in puberale middens.

In realiteit is de parallel met de Spartaanse staat en haar leiders in deze Amerikaanse oorlogspropaganda nog veel sterker.

De leugens die '300' ons moet oplepelen gaan niet alleen over de noodzakelijke oorlog, de offers die de US administratie zal eisen, maar ook over de heroà?sche kracht van de laconische moraal tegenover het theaterspel op de markt en in de schaduw van de stoa, de basis van onze democratie.  '300' is een ode aan het theater van de dictatuur: 'Viva la Muerte!' Terwijl precies die democratie borg staat voor de vitaliteit, de veiligheid en de wijsheid van een samenleving van mensen.

Dit werd fascinerend geanalyseerd door Roberto Calasso in De bruiloft van Cadmus en Harmonia.  Uitg. Wereldbibliotheek  http://www.janvanduppen.be/?p=110

In Sparta voltrok zich o.l.v. Lycurgus in een paar jaar een omwenteling die de politieke ontwikkeling van het heilige koningschap tot in onze dagen omvat. De soevereiniteit ging van een tweetal koningen, een geheimzinnige archaà?sche vorm, over op vijf eforen, een gloednieuwe vorm van absolute macht, onder het mom van de magistratuur die op haar beurt een priesterlijke oorsprong verving. De lange weg van de priester/koning tot het Politbureau vertrok zich in één enkele handeling. En de hoogst moderne onbeschaamdheid van die onderneming was zo adembenemend omdat men de bestaande vorm zogenaamd intact liet. Het was niet nodig de koningen onthoofden. Ze zouden hun ambt behouden, maar ontdaan van alle macht. Als ze een tegenwerping maakten, kon het echter gebeuren dat de eforen besloten hen zonder proces te doden. Of anders konden de eforen besluiten hen te doden in een maanloze sterrenmacht terwijl ze zwijgend naar de hemel keken. Als die werd doorkliefd door een vallende ster wilde zeggen dat een van de twee koningen was tekortgeschoten tegenover de godheid. Van oorsprong wachters die hun ogen gericht hielden op het hemelgewelf, werden de eforen de allerhoogste opzichters en bewakers. Ze werden uit de hoogte wakende ogen. Zo slaagden ze erin ook hun eigen priesterlijke verleden uit te buiten. Het leek op een schitterende mantel waarmee het geheim van hun politiek werd afgeschermd. '? p. 219
De Eforen in Sparta waren het eerste voorbeeld van niets ontziende macht. En ook dat hielden ze verborgen, maar aan de vele erediensten die er al waren voegden ze een nieuwe toe, waaraan ze met hart en ziel waren toegewijd. Vlakbij hun eetzaal richtten ze een tempel op voor de Angst. Ze eerden hem niet als een vreeswekkende demon die te vriend gehouden moest worden maar ze meenden dat de Staat zich vooral dankzij de angst kon handhaven. '? p.220

 

Lees verder »

Archief

Luuk van Middelaar: Europa blijft op zoek naar publiek '? het is tijd dat de spelers de kleedkamer uitkomen

28 maart 2007

Luuk van Middelaar blijft mij aangenaam verbazen. Ik ben hem schatplichtig omwille van zijn boek uit 1999: ‘Politicide, de moord op de politiek in de Franse filosofie’. Op jonge leeftijd schreef hij een fenomenale thesis waarvan dit boek de publieke vorm werd. Ik heb ‘Politicide’ verslonden, naast Claude Lefort met ‘Het democratisch tekort’, Peter De Graeve met zijn lezingen over Niccolà? Machiavelli en zijn ‘Friedrich Nietzsche, chaos en (ver)wording’ en Wilfried Dewachter ‘De mythe van de parlementaire democratie, een Belgische analyse’ hebben deze werken mij bijgelicht in de politieke duisternis binnen de sp.a, Vlaams Parlement en de Belgische Senaat, om van de gemeenteraad van Turnhout nog maar te zwijgen.

Ik heb van Middelaars ‘Politicide’ herhaaldelijk als geschenk bedeeld aan vijanden, aartsvijanden en politieke vrienden, wanneer ik hen dit boek waardig achtte. Bijvoorbeeld wanneer ze minister werden en in staat konden worden geacht zo’n werk te lezen zonder in een depressie te versukkelen. Daarom kregen ze er ook steeds het vers Die Gedichte des 'Lebensmüden' -  Gesprek van een man met zijn Ba '? ziel uit 1800 aCn bij. zie http://www.janvanduppen.be/?p=265.

Vorige week heeft hij naar aanleiding van de viering van 50 jaar Europese Unie – ttz. 50 jaar verdragen van Rome in Berlijn – een knap opiniestuk gepleegd op de website van NRC Handelsblad. 

Ik vind het bijzonder boeiend hoe hij de wetten van het theaterspel, de Griekse en de Romeinse route analyseert.

Luuk van Middelaar, Politicide, Van Gennep, 1999 – een knappe bespreking van Dirk Verhofstadt verscheen destijds op Liberales :

http://www.liberales.be/cgi-bin/showframe.pl?boek&vanmiddelaarpoliticide

Europa blijft op zoek naar publiek '? het is tijd dat de spelers de kleedkamer uitkomen
Europese eenwording is geen knutselproject meer, maar echte politiek. Dat is een dwingend spel, waarbij je de spelers kunt veranderen, maar het spel niet. Al is de voorstelling natuurlijk niet verplicht, we kunnen ook gaan vissen.  (...)

Dit brengt ons, ten derde, op het Europese publiek. De vraag zou kunnen zijn: Wie opent het publiek de ogen? Wie zegt: Mensen, het beest zit er al? Toch is dat de verkeerde vraag. Het aardige van publiek '? of het nu toneel, voetbal of politiek betreft '? is dat het eigener beweging komt kijken. Omdat het geboeid is. Omdat er wat te beleven valt: emotie, spanning, gebeurtenissen. Valt er niets te beleven, dan blijven de theaterzalen, de stadions en de opiniepagina's leeg. Daar helpt geen goedkope statribune bij.(...)

Zo is het met Europa anno 2007. Haast niemand komt kijken. Te saai. Ligt dat aan het publiek? Aan de spelers? Aan het spel? Men voelt hoe de termen in elkaar grijpen. Een acteur staat niet graag voor een lege zaal. Voetballers spelen liever niet voor lege tribunes (zie de existentiële nood van de grote Italiaanse clubs deze maanden). En politici zonder kiezers, zonder openbare mening, zonder demonstranten '? dat worden ambtenaren. Het Berlijns verjaarscadeau van de Europese leiders aan ons is dus ook een cri de coeur.(...)

Hoe maak je de massa tot publiek? In de westerse politieke traditie zijn hiervoor twee routes. De Griekse route: burgerschap. Je laat mensen meebeslissen en geeft hun rechten. De Romeinse route: brood en spelen. Je geeft hun geld en spektakel. (...) 

De grondvraag voor de Nederlandse bevolking luidt op enig moment: wilt u deel uitmaken van het Europese publiek? 

Zo ja, dan is dit het spel dat we/ze spelen. We kunnen best een klein dingetje veranderen '? want we vinden het leuk als u meedoet '? maar grosso modo gaat het spel als volgt. We reageren gezamenlijk op gebeurtenissen, en daarvoor hebben we als Unie een regering, een parlement, ambtenaren en een hof. De Europese regering neemt tijdens toppen en raden, namens alle afzonderlijke nationale parlementen en bevolkingen, de besluiten; het Europese parlement spreekt en beslist mee namens de gezamenlijke burgers; de Brusselse ambtenaren doen de voorstellen; en het Europese Hof houdt alles in de gaten. Er is ook een Europees publiek. Dat kijkt toe, opinieert en demonstreert. Het spreekt tijdens nationale en Europese verkiezingen, als het beslist wie de velden op mag. Het kan de spelers veranderen, maar het spel niet. (...)

Als het u verveelt: de voorstelling is niet verplicht. U kunt ook gaan schaken of vissen, samen met Noorwegen bijvoorbeeld. (...)

Alleen met die grondvraag kan de bevolking van de feiten '? het beest in de woonkamer '? worden doordrongen. Dat vereist twee zaken. Een verantwoordelijke regering, die haar lot aan de uitslag verbindt. En het publieke verlangen: liever meedoen dan buitenspel staan.

 

Lees verder »

Archief

Egypte, land der levensmoeden'?& C.D. Blokhuis, Egypte, Brandaen reisgids

21 maart 2007

 

Egypte, land der levensmoeden'?

 
'?Dit is een vreemd land. Het lijkt wel of de goden hier echt aanwezig zijn. Onze goden hebben zich al lang in hun hemel teruggetrokken. Wij kopen hun welwillendheid met brandoffers af. Maar deze goden willen meer'?. '?Keizer Hadrianus in Psyche van Paul Claes, p. 104
 

Egypte is een geschenk van de Nijl,
maar voor wie is die Nijl een geschenk geweest en geworden?
Wie heeft iets aan een dergelijk lang en smal en rechtlijnig geschenk?
Behoudens uitgedunde horden toeristen die op hun wenken bediend en van hun centen verlost worden onder het eeuwige gemompel van 'bakshish' door een wriemelende meute van handophouders in alle leeftijdscategorieën. 

Al oogt de scheiding tussen woestijn en bevloeid land messcherp, de scheiding in de geesten der mensen is er zo mogelijk nog scherper.
De oudste landbouwculturen uit het 8ste tot het 4de  Millennium aCn hadden uiteraard het grootste succes langsheen de grote stromen der aarde, waar het voedselsurplus een snelle bevolkingsgroei en een even snelle staatkundige ontwikkeling opleverde. In de Nijlvallei was deze evolutie  vruchtbaar en standvastig. Landmeetkunde en rekenkunde, tijdsbepaling, sterrenkunde en godsdienst, schrift en bouwkunde werden een noodzakelijk product van menselijke intelligentie in het regelmatig overstromende Nijldal waar de zon boven de oostelijke woestijn opkwam en altijd weer in de westelijke woestijn ten onder gaat.
Een strakke dictatuur is in de menselijke geschiedenis steeds de tweelingbroer van de Grote Werken om irrigatievormen maximaal te benutten. De afstand tussen de heerser en zijn onderdanen moet groot genoeg zijn, om het lijden van deze laatsten draaglijk, acceptabel en door god gewild te houden. Een dergelijke staatstructuur vereist een passende religie met dito bedienaars om de verschillende maatschappelijke klassen te binden en gebonden te houden. Bijaldien eist een groot voedsel- en mensensurplus steevast Grote Werken, een goelag waarop de maatschappelijke orde is gebouwd in tempels en paleizen, graven en piramiden. Ook al hadden ambachtslui, vaklui, stielkenners, schrijvers, architecten en priesters een treffelijk statuut, de handarbeiders werden met grote regelmaat gesommeerd om her en der lange maanden op te draaien voor de Grote Werken waar hun aantal voor de nodige energetische investeringen zorgden. Maar precies die strakke socio-religieuze keurslijven en dat gebrek aan dynamiek wreekt zich.
Spanningen komen en gaan in een cyclische loop der geschiedenis van Egypte als de zeven magere en de zeven vette jaren. Onderhuids groeien de tegenstellingen en stijgt de woede, die kan uitbarsten in stakingen en opstanden van wanhopige boeren die hun kinderen verkopen of opeten om zelf niet om te komen als de vloed uitblijft. Een heerser die zich dan niet kan handhaven, dient geofferd en de nieuwe dynastie belooft steevast gratis belastingsverlaging of grootse triomfen bij oorlogen tegen de vreemde vijanden van over de woestijngrenzen.
De eigen cultuur is zoals de zon het centrum van de hele wereld, alle andere culturen en volkeren moeten eer en onderdanig respect betuigen '? niet alleen op de beeldverhalen in tempels en paleizen. Nederlagen of patstellingen worden als door god gegeven overwinningen omschreven en de schone schijn van het machtig zijn tot een verpletterende kunst verheven. Millennia lang bleek iedere nieuwe heerser zich op de zelfde goddelijke oorsprong te beroepen, om de continuà?teit van de heerser voor de onderdanen aanvaardbaar te houden. Een pantheon van lokale goden diende de lokale behoeften aan een eigen identiteit te verzoenen met de alles overheersende Amon Re, de Zon zelf, en zijn mens geworden zaad: de farao.

Bijna 3000 jaar geleden verwoordde een levensmoede man dit in een klaagzang tot zijn ziel, zijn innerlijke tweeling. Je hoort hem tot vandaag nog steeds in iedere klaagzang over de andere, in iedere preek voor de ware broederschap in de moskee van Khartoum tot Kairo

Die Gedichte des 'Lebensmüden'

Lees verder »

Archief

‘Das Leben der Anderen’, het leven zoals het is, vandaag en morgen, voor ieder van ons.

18 maart 2007
'Das Leben der Anderen', het leven zoals het is, vandaag en morgen, voor ieder van ons. 'Das Leben der Anderen' van Florian Henckel von Donnersmarck is een typische Europese film, dus niet eendimensionaal ondanks de grijsgroene kleuren, niet rechtlijnig ondanks het beperkte verhaal. Er is weinig beweging en geen spektakel van seks, geweld en bloed. Als toeschouwer onderga je geen visuele en auditieve roetsjbaan waarna je opgelucht huiswaarts keert. Europese films lijken daarin op romans, dé Europese kunstvorm bij uitstek sinds Cervantes' Don Quijote de la Mancha. Europese films spelen zich af in het denken van de toeschouwer, beklijvender dan op het witte doek. En daarin is Henckel von Donnersmarck schitterend en beklemmend geslaagd. Zijn motief '? 'In einem System der Macht ist nichts privat'- gaat niet alleen over het leven van de anderen in het socialistische vaderland, de DDR in 1984. De anderen zijn wijzelf, het leven van de anderen is ons leven, ook vandaag en morgen. Zo blijkt uit de indringende studie die door het Tilburgse Rathenau Instituut eind januari 2007 werd opgeleverd voor een publiek debat in de Eerste Kamer van de Staten Generaal: 'Van privacyparadijs tot controlestaat? Misdaad- en terreurbestrijding in Nederland aan het begin van de 21e eeuw' http://www.rathenau.nl/ Lees verder »

Archief

Ryszard Kapuscinski (1932-2997): De kracht van het woord

28 januari 2007

 

Ryszard Kapuscinski is dé schrijver – journalist bij uitstek die de technieken van de macht van de heerser beschreef in de tweede helft van de twintigste eeuw in zijn beroemde reportageboek “De Keizer” (1984). Hij analyseert de heerserswaan van de Ethiopische keizer, Haile Selassie, die zijn land bijna vijftig jaar lang regeerde, alsof hij in de middeleeuwen leefde. Hij beschreef messcherp de technieken van de absolute macht: hoe de Negus zich iedere ochtend door al zijn vazallen en raadslieden individueel in het oor liet fluisteren wat volgens ieder van hen de stand der dingen wel zou zijn in de wereld van die dag en verder. Zoals moderne populistische partijleiders hun mobieltje aan het oor houden van bij het ontwaken tot het slapen om van ieder van hun vazallen en waterdragers de nieuwste ontwikkelingen in de partij, het land, de wereld en het heelal in het oor gefluisterd te krijgen als het centrum van het weten, het denken en het handelen.

http://www.janvanduppen.be/?p=144

 

Jan Donkers, NRC Handelsblad 26/1/2007:
'?Van Ryszard Kapuscinski en van Graham Greene heb ik geleerd om illusieloos naar de wereld te kijken. Wie uit het rijke, beschermde westen komt heeft toch onbewust de veronderstelling dat de wereld rechtvaardig in elkaar zit. Je opereert vanuit het idee dat de wereld is verdeeld in goed en kwaad, en dat je met je reportages de goeden een duwtje in de rug geeft. Greene en Kapuscinski laten afdoende zien wat een onzinnig uitgangspunt dat is. Zij kijken illusieloos, maar wel mild. ('?)
Hij onderzoekt politiek-maatschappelijk onderwerpen: corruptie, tirannie, de kloof tussen armoede en rijkdom. Zijn thema is hetzelfde als bij de grote romanciers; grote historische gebeurtenissen, bezien vanaf de grond, vanuit het alledaagse leven”
.
Lieve Joris, NRC Handelsblad 26/1/2007:
'?Wie in Nederland of België geboren is en door Zuid-Amerika of Afrika reist, moet alles nog leren. Maar hij kende de meeste dingen al: politieke machteloosheid, corruptie, machtsmisbruik, gebrek aan democratie. Het belangrijkste was misschien nog wel dat hij armoede heeft gekend. In zijn jeugd in Pinsk, moest hij met zijn vader, een onderwijzer, langs de deuren om pannen uit te blutsen voor geld. Dat maakt veel uit als je over armoede schrijft.
('?) Van Kapuscinski heb ik geleerd dat je moet durven schrijven over kleine dingen. Hij ontdekte dat zelf toen hij over Selassie wilde schrijven. Het moest een verhaal van lange adem worden, maar het kwam maar niet. En toen zag hij het hondje voor zich, het hondje van Selassie dat over de schoenen van de dignitarissen plaste, en toen kwam de rest vanzelf. Hij heeft het mooiste geschreven over de dingen die zonder betekenis lijken, over het wachten bijvoorbeeld, en de lamlendigheid die de reiziger in Afrika kan overvallen als er niets gebeurt. Hij ging daar overigens best ver. Ik heb wel eens gedacht: hij ziet een beeld en schept daar dan de werkelijkheid omheen”.

Lees verder »

Archief

Sjanghai, de Stad der Wonderen 2006

24 december 2006

Sjanghai, de Stad der Wonderen

Na meer dan 26 jaar heb ik eindelijk de moed gehad om opnieuw te dwalen doorheen de Franse Concessie in Sjanghai. Het had iets melancholisch. Ik wist 26 jaar geleden reeds '? net zoals driekwart van onze delegatie van het populaire weekblad, zusterkrant van de Renmin Ribao '? dat er niet echt van socialisme sprake kon zijn in China. Het socialisme dat ons voor ogen stond en dat een soort kwadratuur van de maakbaarheid vormde, bestond uiteraard enkel in de theoretische bijbels die wij toen reeds jaren spelden op zoek naar de enige ware leidraad voor het mensenpark, waarbij ons geloof in die maakbaarheid rotsvast leek te zijn.
Sjanghai en wellicht heel die memorabele Chinareis in het voorjaar van 1980 had zeer veel scheuren en barsten veroorzaakt in die ideologische rots, waarin het sijpelen van de twijfel en de ijzige vorst het nodige erosieve werk zou doen. Die twijfel werd gelukkig fundamenteel.

Misschien hoopte ik hier in 2006 mijzelf tegen te komen, hoe ik 26 jaar geleden gelukkig in de knoei van mijn zekerheid en twijfels doorheen de straten met platanen wankelde en tegen de immense stroom Chinezen probeerde in te gaan. Ik kon me toen enkel redden door beschutting te zoeken achter een pui: in die jaren liep heel Sjanghai nog naar zijn of haar werk, wegens geen metro, een enkele bus en fietsen als luxe artikel.
Ik ben bij dit bezoek mijzelf niet tegengekomen, ik was toen al dissident en het zou er alleen maar beter op worden.

Deze reis naar Sjanghai heeft voor mij iets van het schrijven van de rekening, de boekhouding van de misleiding, van de leugenaars, de goedgelovigen en hun priesters van het grote gelijk dat steevast op massaslachtingen uitdraait wegens de cultus van de ideologische zuiverheid als enige behoeder tegen revisionisme en dwaalwegen in de juiste leer.
Toen waren we er reeds heel ver in meegegaan, maar hadden we gelukkig ook reeds de scheuren in het behang gezien en een blik kunnen werpen op de werkelijkheid achter de schijn van het politieke festijn, ook in het China van 1980!
Toen begrepen we nog niet de noodzaak van het veinzen, de reddende kunst van de leugen, laat staan de cultus van het theater van de macht.
Maar de confrontatie met Sjanghai en de megasteden van vandaag in een reusachtig land dat de pretentie van een derde wereldland te zijn stilaan heeft afgelegd, leidt tot het fundamentele besef van het einde van de maakbare samenleving.
Dit is een bewustwording die aan mij vreet als wroeging en mijn hart doet wenen om Sjanghai en iedere Chinees die nog lijkt te geloven in de glorierijke weg naar rijkdom voor de rijken waardoor betere levensvoorwaarden voor de armen, in de oproepen van de partij en de bestuurlijke overheden tot een harmonieuze weg naar het heil der mensen in het Rijk van het Midden

Enkele foto's op flickR:
http://www.flickr.com/photos/59276281@N00/

Lees verder »

Archief

Platform Michel Houellebecq – NTGent

22 december 2006

De WARANDE Turnhout, donderdag 1 februari 2007 - 20.15 uur  

Vooraf causerie met Johan Simons, e.a. voor de liefhebbers…

NT Gent, Platform in regie: Johan Simons '? naar: 'Platform' van Michel Houellebecq '? tekstbewerking: Tom Blokdijk '? met: Wine Dierickx, Els Dottermans, Maartje Remmers, Steven Van Watermeulen, Oscar Van Rompay en Ward Weemhoff '? dramaturgie: Koen Haagdorens
Met 'Platform' voorspelde Michel Houellebecq ruim een jaar vooraf de zelfmoordaanslagen van moslimfundamentalisten op exotische vakantiecentra in Zuid Oost Azië. De betekenis van Houellebecq als auteur heeft echter niet alleen te maken met dit soort profetieën en deprimerende toekomstbeelden. Hij analyseert in zijn werk zonder enige terughoudendheid  de essentie van onze beschaving, van menselijke samenlevingsvormen: “Het liberale kapitalisme heeft het denken in zijn greep genomen; tegelijkertijd hebben ook het mercantilisme, de reclame, de absurde, schaapachtige cultus van het economisch rendement en de allesoverheersende, tomeloze zucht naar materiële rijkdom zich doen gelden. Erger nog, het liberalisme heeft zich uitgebreid van het economische naar het seksuele vlak. Alle sentimentele fabeltjes zijn aan diggelen geslagen.” (uit 'Lovecraft')
In 'Elementaire deeltjes' gaf hij een paar voorzetten. Met 'De mogelijkheid van een eiland' biedt hij een boeiende variant op Aldous Huxley's 'Brave New World', visionair en pijnlijk in de schetsen over het leven van de nieuwe mens, tussen goden en wilden: de nieuwe wilden.
Michel Houellebecq is een geslepen schrijver met een groot gevoel voor de wetten van de mediagenieke beeldcultuur. Hij weet als de beste door te dringen tot de onderhuidse realiteit en onbeschaamd houdt hij zijn lezers de onloochenbare drijfveren voor: het liberalisme met de ultieme orgastische vrije markteconomie is het einde van de liefde en het samenleven van mensen. Houellebecq is een diepgefrustreerd romanticus op zoek naar de wortels van zijn pijn in de wereld waar hij moet leven en wij het met hem proberen vol te houden.
Vandaag hebben de sommige politieke spindoctors het Licht gezien na de studie van Houellebecqs 'De wereld als Markt en Strijd'. Zij zullen in de komende maanden appel doen op de diepgewortelde romantische verlangens naar een gevoelig middenveld en een zorgzame samenleving, een verhaal dat door andere reclamestrategen reeds geruime tijd verlaten was: verandering van spijs doet eten'?hoewel overgewicht een ernstig gezondheidsprobleem oplevert.
Houellebecq zal echter niet meestappen in deze strategische wending.
In 'Leven, lijden, schrijven '? methode' uit 1991 verklaart hij ,,een diep ressentiment jegens het leven als noodzakelijke voorwaarde voor elke waarachtige kunstuiting. ('?) Spit onderwerpen uit waarover niemand wil horen. De achterkant van de faà?ade. Hamer op ziekte, lelijkheid, verval. Spreek over de dood, over de vergetelheid. Over afgunst, onverschilligheid, frustratie, liefdeloosheid. Wees abject, dan bent u waarachtig.('?) Wees niet bang voor het geluk; het bestaat niet.’’
Michel Houellebecq kent een eenvoudige remedie voor de monotheà?stische cultus van de onmiddellijke behoeftebevrediging die het westen in zijn greep heeft: ,,Elk individu kan bij zichzelf een soort koude revolutie ontketenen door buiten de informatief-publicitaire stroom te gaan staan. Dat is heel gemakkelijk, het is zelfs nog nooit zo eenvoudig geweest als nu om je ten opzichte van de wereld in een esthetische positie te plaatsen: je hoeft alleen maar een stap opzij te doen. Je hoeft alleen maar een pauze in te lassen, de radio uit te doen, de televisie af te zetten; niets meer te kopen, niets meer te willen kopen.’’
In 'Platform' propageert hij een ruileconomie met goedkope geheel verzorgde seksreizen als nieuwe vorm van lucratieve ontwikkelingssamenwerking: ,,Aan de ene kant zie je honderdduizenden westerlingen die alles hebben wat ze willen, maar geen seksuele bevrediging meer kunnen vinden,  aan de andere kant zie je miljarden individuen die in erbarmelijke omstandigheden leven en niets anders meer hebben om te verkopen dan hun lichaam en hun onbedorven seksualiteit. Dit is een ideale ruilsituatie. De poen die daarmee te halen valt is haast onvoorstelbaar'?. 
Het cynisme van Michel Houellebecq is dan ook oprecht en maakt hem tot een waardige opvolger van Franse literaire grootheden als Franà?ois Villon en Louis Ferdinand Céline die ieder in hun tijd de lezer een blik gunden in de coulissen en achter het decor van de maatschappelijke machtsverhoudingen.
Met de toneelversie van Johan Simons en het NTG wordt het dramatische einde van 'Platform' een nieuw begin. De piste die Houellebecq terloops lijkt open te houden tijdens de race naar de catastrofe, wordt in het toneelstuk blootgelegd:  warme gevoelens voor en van een ander kunnen zelfs in ijswoestijnen de illusie wekken waaraan iemand zijn overleven dankt. Het is als een zomers bloemtapijt op de zompige taiga waar we altijd in het veen kunnen verdwijnen met ons verlangen naar menselijke warmte die bij de eerste sneeuw voor altijd ingevroren wordt. Maar wie niet waagt, zal het nooit halen. Wie wel blijft zoeken en openstaat voor een ontmoeting met een ander, loopt kans te overleven en een zinvol gevoel te krijgen bij zijn of haar leven met anderen. Zelfs in de meest erbarmelijke omstandigheden blijven mensen zich vragen stellen die door niets en niemand tot zwijgen kunnen gebracht worden. Dat is dan ook onze sterkte en veel meer dan een ongemakkelijke waarheid.

Jan Van Duppen – in de Podiumbrochure van C.C. De Warande – Turnhout

 

Archief

Joseph Stiglitz, Eerlijke globalisering. Uitg. Spectrum

13 december 2006

Joseph Stiglitz, Eerlijke globalisering. Uitg. Spectrum

Met zijn vorig werk ‘Perverse globalisering’ – http://www.janvanduppen.be/?p=103 - filleerde Stiglitz de perverse mechanismen die onder de schubben van de globalisering woekeren.

In zijn ‘Eerlijke Globalisering’ is de intussen tot Nobelprijswinnaar geëerde economist niet veel verder gekomen dan het vaststellen van nog meer perverse mechanismen en het schrijven van een loflied op de goeie wil en de eerlijke wensen van brave mensen om die perverse mechanismen tot enige vorm van moreel besef te verlokken of te sturen.

Het lijkt alsof Stiglitz een zwaar gestoorde seksuele delinquent tot respectabel, waardig en voornaam gedrag wil verleiden. Zoals de meeste psychiaters en therapeuten weten, is dit een ijdele doelstelling. Zo ook waar het de perverse mechanismen van de wereldeconomie betreft.

In essentie blijkt vrijhandel van goedkope arbeidskrachten ervoor te zorgen dat armen als mobiele slaven andere slaven concurrentie aandoen elders in de wereld. Dat is intussen haarscherp duidelijk geworden in West Europa en Noord Amerika, maar ook in sommige gewezen ontwikkelingslanden die hun laag geschoolde arbeid razendsnel verliezen aan nog armere landen met nog lagere lonen en nog minder sociale bescherming.

Mensen worden in dit kader behandeld als vee dat in kampen bewaard wordt om op het juiste moment de arbeidsmarkt of het slachtveld te worden opgestuurd.

De naà?eve wensen van goede wil vanwege Stiglitz zijn soms aandoenlijk, soms pathetisch, vaak van een verbazende naà?eviteit. De macht – ook de economische – komt ten langen leste uit de loop van het geweer en niet uit de goodwill van economische experts, tot inkeer gekomen bedrijfsleiders of aanverwante ministers.

In het verleden trad alleen een reusachtige economische crisis met vaak grootschalig oorlogsgeweld als vroedvrouw op voor de eerlijke wensen van economen als Stiglitz. 

42. Er mag dan groei zijn, maar de meeste mensen zijn misschien slechter af. De economie van het ‘doordruppelen ’ die stelt dat als de economie als geheel groeit iedereen mee profiteert, blijkt steeds weer een misvatting te zijn

296. Voor een groot deel van de wereld ziet globalisering zoals die is bestuurd eruit als een pakt met de duivel. Een paar mensen in het land worden rijker; de bbp statistieken, voor wat ze waard zijn, zien er beter uit; maar de manier van leven en elementaire waarden worden bedreigd. Voor sommige delen van de wereld zijn de baten nog twijfelachtiger, en de kosten tastbaarder. Nauwere integratie in de wereldeconomie heeft geleid tot grotere volatiliteit en onzekerheid, en meer ongelijkheid. Zelfs fundamentele waarden worden bedreigd.
Dat is niet hoe het zou moeten zijn. We kunnen zorgen dat globalisering werkt, niet alleen voor wie rijk en machtig is maar voor iedereen, ook mensen in de armste landen. Het is een langdurige en zware taak. We wachten al te lang. Nu is het moment om een begin te maken.

Lees verder »

Archief

Filip Rogiers en Jan de Zutter in de strijd tegen de cynische rede…

23 november 2006

In ‘Opiniemakers’ van De Morgen( 10.11.2006) onder de titel ‘Metselaars moeten Metselen’ ziet Filip Rogiers in de door Noël Slangen gestuurde VLD draai naar het georganiseerde  middenveld vooral een illustratie dat de soms krampachtige zoektocht van ‘de politiek’ naar antennes in de samenleving onverdroten voortgaat. Meer nog, hij vindt dit een zoveelste exponent van 'dat nog altijd fantastische streven van mensen die de samenleving willen blijven maken. Cynisme geeft geen pas in de Wetstraat.'
In diezelfde krant had Jan de Zutter, publicist en stafmedewerker van de sp.a, in januari van dit jaar al eens een vurig pleidooi gehouden tegen het cynisme als een slepende kwaal die het fundament van de samenleving aantast:
“De ideologie van de cynicus wortelt inderdaad in een absoluut wantrouwen in goede bedoelingen en oprechtheid. Want de cynicus weet – of denkt te weten – dat er toch steeds een addertje onder het gras schuilt. Cynisme legt daarom de basis voor antipolitiek, voor asociaal gedrag en voor het verwerpen van elke solidariteitsgedachte. De cynicus teert op de zelfvoldane wijsheid dat de wereld slecht en corrupt is, en toont dat aan door middel van wrede en gevoelloze spotternij.”
Wanneer jongeren reeds jaren de boodschap krijgen dat ze aan de slag moeten en ook willen maar niet of nauwelijks aan werk komen, heet het dat de mentaliteit moet veranderen onder de jeugd. Dat zal ongetwijfeld zo zijn.
Wanneer 45-plussers na jaren hun job kwijtraken, is het uitzicht op nieuw werk bijzonder twijfelachtig en toch krijgt het oudere deel van de beroepsbevolking van socialistische minister Frank Vandenbroucke de boodschap dat ze het zeker tot 68 jaar professioneel moeten zien vol te houden. Peter Van Velthoven loopt zich nog wat onwennig in, zeker nu het VW debacle geen Limburgse aangelegenheid is zoals Ford Genk dat met forse Vlaamse overheidssteun tijdelijk kon gekeerd worden in een ééntweetje van Stevaert en Dewael. 

Dit kan enig cynisme kweken bij deze doelgroep.
VLD economie topper Paul De Grauwe weet zelfs te verklaren dat gepensioneerden te lang leven en het hele jaar door met vakantie gaan, terwijl een andere groep moet wroeten als mieren. Is het verwonderlijk dat cynisme een levenshouding wordt bij mensen die zich voortdurend op zo'n manier geschoffeerd weten?
Wanneer honderden tot duizenden personeelsleden van Volkswagen Vorst, van De Post, van Opel Antwerpen en de vele toeleveringsbedrijven ondanks hun inzet en dagelijkse inspanningen om hun behoorlijk zware job fatsoenlijk in te vullen, als overbodige balast gedumpt worden wanneer de economische belangen – dat heet dan meteen in de mond van sommige politici ‘nationalistische belangen’ waar hun voorouders de piotten zingend een wereldoorlog mee tegemoet deden marcheren – dan vraag je je af of deze journalisten en politieke publicisten wel beseffen waarover ze het hebben en wat precies hun positie is tegenover of misschien wel binnen de cenakels van de ‘macht’.
 
Is cynisme niet eerder een gezonde en verstandige levenshouding wanneer je als modale burger geconfronteerd wordt met politici die een verhaal slijten van gratis belastingverlagingen en zich specialiseren in oppervlakkige populistische verhalen.
Een gezonde vorm van cynische rede is een houvast om een maatschappelijk en persoonlijk engagement te blijven voldoen voor mensen die reflecteren op hun positie in de samenleving of wat er van rest.
Wie niet behoedzaam reflecteert over de talloos nieuwe praatjes van politieke kopstukken, reclamegoeroes en vaak ook journalisten en publicisten, dreigt te verstikken in een omarming van een wurgslang.
“En op de bodem van de diepe waters
wordt de globale aarde omkneld
door de gigantische wurgslang
zwelgend in het rituele slijk
allesverslindend en religieus verbindend
.”Pablo Neruda, Canto general
Wanneer vluchten niet meer kan, houden we elkander beter bij de hand in de ochtendschemer '?
 
Politiek is een keihard gevecht om de macht, niets anders dan de macht en dat rond thema's die de organisatie van een maatschappij zouden moeten behelzen. Politici spelen een theater waarmee ze dingen naar de gunst van de kiezer met de belofte dat ze de troon van de macht zullen verlaten als de kiezer dat wil. Toch klampen de partijbonzen zich vast aan die macht en zijn ze grif bereid de potentiële kiezer in alles naar de mond te praten. Niet alleen bij de sp.a wordt het partij- en verkiezingsprogramma bepaald door marktonderzoek en opiniepeilingen. Na het succes van de Nederlandse SP die zich erop beroept de linkse klank van Neerlands Hoop te verpersoonlijken bouwen zelfs de Belgische PvdA – kopstukken hen na met de ontboezeming dat zij als doorwinterde Stalinisten enkel de stem van het eigen volk willen zijn: zij doen enkel wat de mensen willen
Is het dan niet verstandig dat een bezorgde burger een gezonde dosis argwaan koestert wanneer politieke partijen plots hun basisideologie in willen ruilen?
Is het cynisme dat Filip Rogiers opmerkt, niet eerder een blijk van gezond wantrouwen tegenover de goede bedoelingen van onze politieke toppers die zich graag als slangen vervellen om zich aan de troon van de macht vast te klampen? Van een metselaar moet je vakwerk verwachten, van een politicus een standvastig personnage. Het infantiliseren van de kiezer is puur sarcasme vanwege de partijleiders en dat is veel erger dan het cynisme dat zij steeds vaker bij de burgers ervaren.
Jan Van Duppen, gewezen gemeenschapssenator sp.a-spirit.

Archief

Orhan Pamuk Nobelprijs Literatuur 2006

15 oktober 2006

Met de Nobelprijs voor Literatuur wordt Orhan Pamuk geconsacreerd in het Pantheon van de wereldliteratuur. Met Orhan als eerste Turkse schrijver die deze erkenning te beurt valt, wordt ook Dé Stad '? Istanboel geëerd, de grootste Europese stad, op de grens van Oost en West, 17 miljoen inwoners, die in Orhans boeken een oord vol weemoed is: '?Om het intense gevoel van weemoed gewaar te worden dat het Istanbul van mijn kinderjaren bij me oproept, moeten we enerzijds naar de geschiedenis kijken, naar de gevolgen van de ondergang van het Osmaanse rijk, maar anderzijds ook naar de weerslag die de geschiedenis heeft gehad op de 'mooie' stadsgezichten en de inwoners van de stad. Weemoed is in Istanbul zowel een belangrijke emotie in de lokale muziek en een kernbegrip in de poëzie, als een levensvisie, een gemoedstoestand en iets wat kennelijk essentieel is in het karakter van de stad. En omdat het al deze betekenissen in zich verenigt, is weemoed ook een gemoedstoestand die de stad zich met trots toeëigent, of in ieder geval is dat wat ze wil doen voorkomen. Daarom wordt deze emotie even positief als negatief beoordeeld. '?

1952 geboren in Istanbul – studeert enige tijd architectuur – 1974 besluit te gaan schrijven -  1982 debuteert met de roman ‘De heer Cevdet en zijn zonen’ – 1983 ‘Het Huis van de Stilte’  – 1985 ‘De Witte Vesting’ – 1990 ‘Het zwarte boek’ – 1995 ‘Het nieuwe leven’  – 2000 ‘Ik heet Karmozijn‘ - 2002 ‘Sneeuw’  – 2005 ‘Istanbul’  -  De Vredesprijs van de Duitse boekhandel '? 2006 Nobelprijs Literatuur
“Ik beschouw mijzelf essentieel als schrijver, als kunstenaar. Ik begin met beelden, woorden, concepten, en ga daarmee spelen. Dan luister ik naar het rijm, naar de muziek die daaruit komt, en zeg: dat is aardig… en zo ga ik door. Je weet op dat punt niet wat je aan het doen bent. Je hebt er alleen maar plezier in; het eerder iets sensueels dan rationeels. Pas wanneer het af is, zie je de boodschap erin, de mogelijke interpretaties. Ik ben tegen `zuiverheid’: dat is een boodschap die ik wel accepteer. Maar dat is geen gedachte waardoor de roman wordt voortgebracht.’’

“Het dooreenvlechten van verschillende culturen en tegelijk de confrontatie tussen traditionele manieren van vertellen en experimentele, postmoderne vormen, gevat in mijn eigen persoonlijke stijl, is het opzet van mijn schrijven.('?)
Het zwarte boek vertelt over de zoektocht van de jonge advocaat Galip naar zijn in Istanbul verdwenen vrouw, van wie hij vermoedt dat ze met haar halfbroer, de bekende columnist Celal, ondergedoken is. In Celals columns meent Galip aanwijzingen te vinden over hun verblijfplaats. Tenslotte gaat hij, onder Celals naam, zelf stukjes schrijven voor de krant en neemt zo diens identiteit over. Ik had zelf twee ooms die in de jaren vijftig voor Turkse kranten schreven. Ik herinner me nog hoe ze thuis voortdurend het hoogste woord hadden. Hun lezers verwachtten dat ze overal hun commentaar op konden leveren, van het privéleven van de Amerikaanse president tot bepaalde fouten van Sigmund Freud of de nieuwe straatverlichting in een achterafstraatje. Ze konden die gebeurtenissen op een heel populaire manier dramatiseren. Dat maakte hen zo leesbaar en ik bewonderde ze vreselijk. Het waren mensen die de pen als een zwaard gebruikten en die je tegelijkertijd, net als Sjahrazaad, elke dag een nieuw verhaal vertelden.('?) In Het zwarte boek leest Galip de columns van Celal eerst nog op een heel rationele, cartesiaanse manier, maar aan het einde is hij er helemaal in opgegaan. Je kunt dat de vermenging van leven en literatuur noemen, en dat is voor een deel natuurlijk ook de waarde van de literatuur. Boeken, columns, verhalen hebben we altijd al gelezen, omdat we ze voor het leven zelf hielden. Dergelijke naà?eve lezers die het verhaal niet onderscheiden van de werkelijkheid en daar helemaal in opgaan bestaan nog altijd, in Turkije ook maar elders. Ik neem die lezers bij hun kladden, maar ook de meer verfijnde, westerse lezers, en draai ze in mijn boeken rond en rond, tot ze tenslotte allemaal verward achterblijven.’’ ('?)
“Laat ik beginnen met op te biechten dat ik uit een enigszins paranoà?de cultuur kom en zelf ook een beetje paranoà?de ben. Denken in samenzweringen is een heel gebruikelijke manier om in Turkije dingen te verklaren en te organiseren.('?) Maar eerlijk gezegd denk ik dat een intelligente persoon een beetje paranoà?de moet zijn. Alle systemen waarin dingen op een vernuftige manier met elkaar in verband worden gebracht zijn op een bepaalde manier slimme paranoà?a’s. Je moet alleen een onderscheid maken tussen intelligente en domme paranoà?a. Die laatste is de grond van veel alledaagse politiek. Dat Turkije zijn problemen met de Koerden en de mensenrechten niet weet op te lossen, dat het niet tot de Europese Unie wordt toegelaten, wordt allemaal verklaard doordat Europa vanwege onze religie tegen ons zou samenspannen. Ik construeer mijn boeken daarentegen rond een soort intelligente paranoia, doordat ik de dommere vormen ervan belachelijk maak, ermee speel, tegen de lezer knipoog, enzovoort.’’ ('?)
“Dat de woorden zijn losgeraakt van de dingen waarnaar ze verwijzen en hun eigen gang gaan, heeft daar misschien wel mee te maken. Ga maar eens naar Istanbul, de Gouden Hoorn over en loop door de straten, en je ziet jezelf blootgesteld aan zoveel beelden, kleuren, letters en teksten dat je vanzelf het gevoel krijgt: ik kan dat allemaal niet meer met elkaar verbinden. Het Zwarte Boek is een poging tot die verwarring op te roepen, dingen samen te voegen die uit heel verschillende bronnen komen. En als je die verwarring, die anarchie van symbolen en tekens, letters en beelden, op je laat inwerken, begin je te accepteren dat de dingen en hun betekenis zich niet meer in een organische eenheid bevinden. Dat is het uitgangspunt van mijn romans, ook weer in het Crimson-boek. In die zin zijn het Bildungsromans. Ik stuur mijn figuren het doolhof van de wereld in, dompel ze onder in de anarchie van mijn stad Istanbul, en laat ze er, hoop ik, als andere mensen weer uitkomen.’’

,,Tot ongeveer mijn vijfentwintigste beschouwde ik mezelf als volledig westers. Toen begon ik langzaam in te zien dat mijn land niet volledig bij het westen hoort. Ik begon in mijn eentje, zonder lid te worden van een of andere sekte, te lezen over de geschiedenis van religie. Die seculiere lezing van allegorische, islamitische vertellingen, heeft met sterk beà?nvloed. Ik moest veel vooroordelen overwinnen, want mij was altijd verteld dat gelovige mensen achterlijk zijn.'?

,,Het westen is onoverwinnelijk. De meeste mensen in het oosten weten dat. Het grootste deel van de mensen wil erbij horen. Maar een deel van hun ethiek, identiteit en waardigheid hoort nog bij het oosten. Het gaat er niet om dat de een `ja’ zegt en de ander `nee’. Zulke mensen vormen een minderheid. In de meeste gevallen zegt dezelfde persoon `nee’ en `ja’ tegelijk.’ Daarbij spelen ook gevoelens van minderwaardigheid en afgunst een rol. ,,Mensen in het oosten weten dat ze laatkomers zijn, dat ze niet de baas zijn. Ze weten ook dat ze tot de tweede garnituur zullen behoren, als ze naar het westen gaan. Maar als ze blijven waar ze zijn, zullen ze vergeten worden. Dat betekent het einde van alles wat ze zijn geweest. Ik schrijf over de spirituele dimensie van zulke historische veranderingen.'?
'?De meeste Turken willen bij Europa horen, om de economische voordelen en omdat Europa staat voor goed bestuur. Maar dezelfde mensen hebben ook heel primitieve ideeën over hun identiteit. Veel Turken denken dat ze speciaal en uniek zijn, zoals alle andere naties dat van zichzelf denken. Ik ben zelf voorstander van toetreding tot de EU. Ik geloof dat een Europa met een islamitisch land in de Unie een toleranter en beschaafder imperium zou zijn dan een uitsluitend christelijk imperium. Maar ik zeg dat als Turk die bij Europa wil horen, niet als een objectieve theorie.'?

,,Radicale secularisten haten me omdat ik schrijf over religie, over de Koerdische kwestie en omdat ik grappen maak over Atatürk. Fundamentalistische kranten vallen me aan omdat ik in Ik heet Karmozijn grappen maak over een imam die met de duivel neukt. Maar ze hebben daarnaast toch waardering voor me, omdat ik ook over hún geschiedenis schrijf. Ze weten daar zelf niets van, want fundamentalisten zijn ook door het moderne Turkse onderwijs gevormd. Ik vind het prettig om mezelf in dit soort dubieuze, ironische situaties te plaatsen. Een schrijver moet een publiek bereiken dat hem niet helemaal afwijst maar ook niet helemaal accepteert. Ik ben er trots op dat ik die plaats bekleed in Turkije.
'?Liever dan van een `botsing van beschavingen’ heb ik het over een eindeloos proces van wederzijdse kruisbestuiving. Natuurlijk zijn er ook dramatische momenten, die in de buurt van oorlog komen. Maar veel vaker komen culturen op een harmonieuze manier bij elkaar. In 'Mijn naam is Karmozijn' slagen de miniatuurschilders er niet in om die harmonieuze verandering te volbrengen, omdat ze de schildertechniek niet onder de knie krijgen. Ze raken in verval en gaan ten onder. Maar ik ben daar zelf wel in geslaagd in mijn boeken. Ik heb mijn Joyce, Proust, Mann, Calvino, Eco gelezen en vervolgens heb ik mijn romans geschreven. Dat is ook mogelijk.’

 

Archief

Frank Furedi, Waar zijn de intellectuelen?, Meulenhoff.

12 augustus 2006

‘Where Have All the Intellectuals Gone?’ van Frank Furedi  heeft iets van het bloemenlied uit de jaren ’ 60 van Pete Seeger. Het is een klaagzang die hier en daar rare refreintjes neuriet en vaak de helderheid mist van het snijdend essay waar Frank Furedi zo intens voor pleit in zijn kritiek op de rol en de positie van de intellectuelen, de onderwijshervormingen, de social-engineering-ideologie van gelijke kansen als ultieme trukendoos voor de verdere infantilisering van de kiezer. Zijn vorige stukken in ‘Culture of Fear’,  ‘Paranoid Parenting’ leken mij beter doorwrocht.
De vertaling van zijn nieuw boek is vlot leesbaar, maar wie het in een Nederlandse vertaling heeft over ‘Benda, J. (1959) The Betrayel of the Intellectuals, Boston, USA, MA: The Beacon Press ’ als hij Julien Benda, ‘La trahison des clercs’ uit 1927 bedoelt, doet mij ook even slikken.
Ik heb een reeks erg boeiende citaten aangehaald en hier en daar van een soms wat uitgebreidere commentaar voorzien omdat Furedi in zijn boek toch met vaardigheid enkele heilige huisjes sloopt en zich op sommige punten vergist van sloophamer of gebouw.

Omdat hij – terecht '? de verantwoordelijkheid voor de intellectuele ellende bij de voornamelijk linkse intelligentsia van de voorbije decennia legt, en ik hem daarin kan bijtreden, probeer ik hier ook een inkijk te geven in de manier waarop het ' gelijke kansen' verhaal in het onderwijs in Vlaanderen en meer bepaald bij de sp.a werd gebruikt om de nieuwe voorzitter uit de startblokken te krijgen en wat de interpretatie van de Europese BaMa richtlijn van Bologna voor het hoger en universitair onderwijs in Vlaanderen zal betekenen.

Tot slot formuleren we enkele proeven tot verklaring van het falen van de sociaal democratie en de socialistische ideologie – vroeger, nu en morgen – met een paar bedenkingen over anders en het hoe en waarom, en ook weer niet.

Niets is immers wat het lijkt, zeker niet in de heksenketel van de wereldpolitiek.

 

Lees verder »

Archief

37ste Poetry International Rotterdam – Le Poseur de la Parole

21 juni 2006

http://www.flickr.com/photos/59276281@N00/257289748/

37ste Poetry International Rotterdam

http://www.poetry.nl/

Was het niet ooit passend en recht
Jongeren telkenmale de mond te snoeren
Met 'spreken is zilver en zwijgen is goud'?
En nu beloofde de affiche van het 37ste
Poetry International 2006 een open mond
Goud op de tong en aan de tand,
En twijfel over de aard van de lippen.
Terecht want zonder taal kunnen wij niet spreken
Alleen maar voelen en lezen in de ogen van de ander.
En naar die ogen had je het raden, op de affiche
Die wellust wilde wekken bij de toeschouwer.

Wellustig verlangen naar het woord van de ander
Die soms van heel ver was gekomen, voor zichzelf en
Voor al die anderen aan de Dam langs de Rotte
Een stad van zoveel talen, van woorden en gebaren,
Waarom dan nog het zwijgen vergulden
En het spreken verzilveren? Beklijft
De behoedzame klank van gouden tongen niet
Mooier dan het rinkelend zwijgen van zilverlingen.

Karine Martel was frêle en krachtig in haar tweespraak met Arjen Duinker die haar met zwier tot een tweepersoonsgedicht wist te verleiden en te vertalen: 'En dat? Ondeindig' bij Querido uitgegeven.
Han Dong had als kind met zijn ouders moeten 'leren van het veld' zoals de Grote Proletarische Culturele Revolutie hen had opgedragen. Hij gaf zijn baan als filosofie docent op en schrijft sindsdien onderkoelde poëzie met onverwachte wendingen die de lezer uit evenwicht halen, zoals heel zijn land uit evenwicht wordt gehaald. Ingehouden pijn met soms harde humor gedragen.
De opvoering van twee delen van Tang Zhimins 'Ik ben schoon water uit de bergen, ik heb geen vorm' was een indringende ervaring. De Tilburgse muzikant Tom America componeerde met stemcollages, muziek en beeld het levensverhaal van de Chinese vluchtelinge Tang Zhimin die zelf hongerstaker was op Tian-An-Men. Centraal staan haar stem en herinneringen aan China, van haar barre reis naar Peking tot haar schrijnende ervaringen tijdens de opstand.  America vertolkt haar verhaal door op zoek te gaan naar klank en melodie in het gesproken woord. Op die muziek bespeelt Tang Zhimin met haar stem de klankvormen van Chinese woorden en hun verschillende betekenis.

En dan was er de film 'Le Maà?tre de la Parole' van Laurence Gavron en Hamidou Dix , die werd aangekondigd door Samba Ngoya Thiam, een aankomende griot van aan de Rotte.
De film geeft een onthullend beeld van de Hadj Ndjaga Mbaay die in Senegal de status had van een vedette. De zanger toonde zijn omgeving thuis en op verplaatsing in Dakar waar hij er een derde vrouw op nahield en vermits hij die naar eigen aanvoelen en inzicht allemaal gaf wat hen toekwam, had hij geen gezeur aan zijn kop en kon hij overal terecht voor zijn mannelijke behoeften. Zijn vrouwen zetten hun paasbeste glimlach op, blij dat ze bij tijd en wijle van de Hadj en zijn behoeften verlost waren. De meester en zijn hofhouding showden de hele film lang hun complete kleurrijke garderobe. De griot zelf leek eerder 'le farceur de la parole' of beter nog 'le poseur de la parole'. Hij deed volmondig uit de doeken dat er tegenwoordig zoveel jongeren griot willen worden, want dat verdient immers veel beter dan schrijnwerker of metselaar. Griots heb je in soorten: de zangers van de burgerlijke stand die de stamboom onderhouden en dus de naam van de eigen clan flink in de verf moeten zetten en anderzijds de hofzangers van de edelen, de horon. Een soort spindoctors die reclame maken voor de betalende edellieden en overal gaan verkondigen hoe goed, groot en sterk hun heer wel niet is.
Ndjaga Mbaay was dat stadium ontstegen, hij zong over het leven en de grote thema's van de samenleving. Bijaldien leek hij als twee druppels op de clerus van de Roomse Kerk die door de Congregatie voor de Clerus ook omschreven worden als 'le prêtre, maà?tre de la parole, ministre des sacrements et guide de la communauté en vue du troisième millénaire Chrétien'.
Ndjaga Mbaay bleek in de film een geroutineerde zedenpreker, een vredespreker voor een eenheid, een gedrag en een samenleving die er niet is. Hij preekt de taal van de heren, de praatjes van de machthebbers en een eenheidsideologie die in de schoot van de rivaliserende islamitische fracties in Senegal en zeker binnen de ‘Organisation de l’Unité Africaine’ ver zoek is. Hij wist zelfs te vertellen dat de Arabieren en de Zwarten in Afrika aan een nieuwe grote eenheid werken. In die zin is hij niet vergelijkbaar met de troubadours of met de Europese '? maar ook Afrikaanse – tradities van volkszangers die kritische liederen zingen over de machthebbers en hun gedrag. Zij zijn de narren van de koning, zij geven een stem aan ontevreden onderdanen.
Ndjage Mbaay is een fel tegenstander van hen die zingen over negatieve dingen en die altijd kritiek hebben op problemen in de samenleving. Hij is de waterdrager van de macht, his masters voice, het wandelende reclamebord van de wereldse en religieuze machten in zijn land: de moslim moet geduld oefenen en zijn lot te aanvaarden, de sociale vrede heeft voor hem de toekomst en met gretige gulheid krijgt eenieder de les gespeld.
Hij heeft ongetwijfeld een hele generatie jonge zangers geà?nspireerd die liever griot dan smid werden. Zij hangen hun karretje aan hem en hij geniet van het aanzien bij hen. Youssou N'dour zingt hem in een duetje op een groot concert publiek eindeloos veel lof toe en met Didier Awadi, een rapper van Positive Black Soul doet hij een ééntweetje.
Een mooie omschrijving kwam van een van zijn bandleden: '?Ndjage Mbaay is een jazzman die ter plekke improviseert'?. Dat kan muzikaal zo zijn, maar naar de woorden klopt dit voor geen meter, althans in de film.
Een 'echte meester van het woord' kent de kracht van het veinzen, weet het verhaal te vertellen in al zijn verzinsels en leugens, en kan daarmee de toeschouwers en luisteraars een spiegel voorhouden.
In de spiegel die Ndjaga Mbaay voorhield, liet hij zijn publiek geen ruimte voor het veinzen.
Hier stond de veinzer achter de spiegel en aan de microfoon: 'Le poseur de la parole'.
Bitter in de mond, houdt het hart gezond.
De pose van de griot heeft het goud niet in de mond, maar in zijn zakken.

Archief

Kaddisj voor een Kleurrijk Vlaanderen.

18 mei 2006

 

Merkwaardig toch dat zovele politici, deskundigen, journalisten, advokaten en burgers het voortdurend hebben over ‘zinloos’ en ‘extreem’geweld, wezenlijk geschokt door de racistische moorden te Antwerpen. Zinloos, want het was een onschuldig kindje. Zinloos, want het moet in een vlaag van zinsverbijstering gebeurd zijn. Onbegrijpelijk, want het was een doorsnee knul uit Wilrijk,  met familie bij het Vlaams Belang. Onbegrijpelijk, en dus is de dader ‘ziek’, het slachtoffer van een acute psychose. Niet te bevatten, al verklaarde hij meteen uit racistische motieven te handelen. Niet te bevatten, dat dit kan in ‘onze’ stad, bij ‘onze’ mensen. Wij neutraliseren de dader liever als ‘geen van ons’. Wij duiden hem graag als slachtoffer van het boze dat door de computerspelletjes in hem is gevaren

En toch was de koele, berekende eliminatie van ‘vreemdelingen’ voor de dader en zijn geestesgenoten helemaal niet ‘zinloos’. Integendeel, het is zingevend voor het gedachtegoed van hun leefwereld: doden als een machinale handeling – onverhoeds en lafhartig in de rug geschoten – het lang verwachte Mene Tekel.

Het doorgronden van de zinvolle betekenis van deze racistische slachting kan helend zijn voor de rouwenden en erger voorkomen, gesteld dat dit voor de beleidsverantwoordelijken in dit land een fundamentele bekommernis zou zijn.

Wie de toppositie van Vlaanderen op de racismeschaal van alle Europese volkeren verklaart als het gevolg van eeuwenlange overheersing door vreemde machten – zoals Herman Van Rompuy (CD&V)  – spint garen bij een mythische identiteitsvorming, eigen aan ‘losers’. In de negentiende eeuw werden verschillende bestuurlijke en economische entiteiten  samengevoegd rond een sterk hertogdom Brabant en voorzien van een eigen mythologie om een identiteit te smeden van revanche. Rancuneuze lijm voor een natiestaat hoor je niet alleen in het Poolse volkslied – En nog is Polen niet verloren – maar ook in dat van Vlaanderen – Ze zullen hem niet temmen, de fiere Vlaamse Leeuw.
Het is de mythe van een volk dat heeft weten stand te houden tegen de vreemde overheerser, zolang een Vlaming leeft. En vandaag is die vreemde weer in ons land aanwezig, zichtbaar maar onverstaanbaar, opvallend maar onbegrijpelijk.
Zal ons volk van ‘losers‘ en ‘consumenten’ weerstand kunnen blijven bieden? Moeten de beste zonen uit ons midden hun maatschappelijke verantwoordelijkheid niet opnemen en het vuile handwerk verrichten opdat Vlaanderen vrij blijve van vreemde smet?
Treedt eenzelfde identiteitsvorming niet op bij allochtonen die zich als minderheid in een underdogpositie opstellen? We sluiten ons aaneen in clans, bendes, groepen, nationaliteiten, culturen, godsdiensten waar we de gelijken veilig willen herkennen aan het minderwaardig verklaren van de andere. Gesloten – vaak etnisch gedefinieerde – groepen leven in onze maatschappij vooral naast elkaar. Nieuwkomers in een multiculturele samenleving zoeken hun illusie van een warm welkom in de herkenbaarheid van de eigen cultuur. De ander wordt dan vaak als vijandig ervaren, als een te bewinnen kudde voor creatieve ondernemers. En omgekeerd.
Onzekerheid is een ramp voor mensen die verlangen naar een veilig perspectief om hun leven te leiden en kinderen op te voeden. Onzekerheid is vandaag de norm. Al wordt door politici luidruchtig beloofd de riante inkomsten van managers in overheidsdienst of privé-bedrijven af te toppen, de gewone arbeider en bediende moeten reëel inleveren of opzouten. Al wordt van iedereen het hoogst mogelijke diploma geëist, finaal blijken zeer velen geen echte job te vinden. Al wordt een goeie opvoeding voor onze kinderen de waarborg voor de toekomst genoemd, in de ratrace maken alleen tweeverdieners kans om echt aan de armoedeval te ontkomen. Al neemt de werkeloosheid toe, de pensioenleeftijd moet steeds weer verlaat en toch geraken knelpuntberoepen niet ingevuld.
Creatieve vrije ondernemers en populistische politici zijn erin geslaagd om op grote schaal de illusie van de onmiddellijke consumptie in onze hoofden te planten, als de dwingende nood aan de directe bevrediging van al dan niet aangeprate behoeften, zoals een gratis MP3 speler.
Is het verwonderlijk dat die consumenten zich langdurig misbruikt weten? Is het verwonderlijk dat sommigen onder ons overgaan tot vormen van zelfverminking, tot de reële beleving van hun fantasieën over zuiver en vrij van vreemde smet, over andersgelovigen die vooral mindergelovig en minderwaardig heten?
Worden wij niet vaardig als zwijnen naar de slachtbank geleid met een plank voor onze kop om de illusie te creëren dat er geen uitweg meer is? Wordt ons niet verteld dat de breuk tussen kapitaal en arbeid vervaagt in een wereld waar het kapitaal heen en weer flitst naar de stallen met nog grotere winstmarges? Wordt iedere vorm van internationalisme niet gesmoord in populistische slogans over eigenbelang? De sp.a voorzitter wil zelfs niet weten van een omschrijving als ‘racistisch’ geweld, het gaat volgens hem om ‘extreem’ geweld – zinloos en onbegrijpelijk en dus zonder verband met een racistische visie op een samenleving.
Vandaag is de vrije markt een slachthuis met dagelijks de bloederige beelden van het doden van overbodige en dus zinloze mensenlevens, in uitzichtloze oorlogen, door het razende autoverkeer of met al dan niet geregistreerde vuurwapens. Willen wij in een Kleurrijk Vlaanderen samen kunnen leven, dan moet die vrije markt een plaats van ontmoeting zijn in respect voor de ander. Wie de openbare ruimte betreedt, doet dit in veiligheid met open handen want de staat moet het monopolie op geweld exclusief beheren. Bijgevolg wordt verkoop, bezit en gebruik van alle vuurwapens verboden, tenzij in gesloten en bewaakte ruimten voor wie de onbedwingbare behoefte heeft te wedijveren in de kunst van het schieten. Verschillende bevolkingsgroepen en culturen ontmoeten elkaar in onderwijs waar geen exclusiviteit naar geloof of cultuur kan bestaan. Tegenover een passend vervangingsinkomen moet zinvol werk staan in een sociale economie van onderwijs, over mobiliteit,  welzijn en openbare diensten tot  gezondheidszorg. Zo’n maatschappij is creatief en innovatief op een sociale humus, waar het goed en veilig leven is, zodat smetvrees van ‘losers’ voor het vreemde en het andere verdwijnt voor een zelfbewuste nieuwsgierigheid en een veilige wens tot een vruchtbare ontmoeting met de andere, ook met wie van verre gekomen is. Culturen als buren in de Zinnekesparade van Brusselse straathonden kan ook in de sinjorenstad met een Ommegang van Nello en Patrasche, de Hond van Vlaanderen.


 

Archief

Ayaan Hirsi Ali en de goden, onbewogen met geloken ogen

16 mei 2006

In het fenomenale Marmorbad bij de Landgraf Karls Orangerie in het Barokke Park aan de Karlsaue te Kassel, Duitsland, beeldhouwde  Pierre Etienne Monnot acht taferelen uit de ‘Metamorfosen’ van Ovidius in opaal marmer.
In zijn ‘Metamorfosen’ behandelt Ovidius de belangrijkste menselijke eigenschap, die van het kunnen veranderen door passie en intense emotie. Dit in tegenstelling tot de goden. Wat hem op een terminale ballingschap in Tomi te staan kwam, wegens zijn oude drinkebroer Octavianus niet bepaald gelukkig omdat Hij zichzelf net tot Goddelijke Augustus had uitgeroepen. Zo’n blasfemie kon niet ongestraft blijven.

In schitterende half verheven beeldhouwwerken lichten naargelang de stand van de zon op de ramen van het Marmorbad de aangezichten van de metamorfoserende hoofdfiguren op.
Tegenover en naast deze intieme en intense oden aan de menselijke geest plaatste Monnot een reeks beelden van goden, die met geloken ogen onbewogen neerkijken op het leed van de stervelingen in het ondermaanse.

Het is bijna symbolisch voor al Ayaans ellende:
The Founding Fathers vertrokken vanuit Nederland,
vanuit Delfshaven, naar de Nieuwe Wereld.
Filosfisch en juridisch Amerika breekt zich
al eeuwen en de laatste decennia steeds meer de kop
over de oorsprong van het vrije gedachtegoed
dat hun voorvaderen destijds in The Dutch Republic
hadden opgedaan waar zij als eersten
aan de basis van de Verlichting snoven
om nadien als volwaardige Verlichtingjunks
de grondwet en het rechtssysteem
van de Verenigde Staten van Amerika
neer te schrijven – scheiding tussen
de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht:
"We the people of the United States…"


Jonathan Israel, The Dutch Republic, its rise, greatness and fall 1477-1806 
Radical Enlightenment: Philosophy and the Making of Modernity 1650-1750
Oxford University Press
Steven Nadler, Spinoza, a life  – allen in het Nederlands vertaald.

Ayaan Hirsi Ali mag het wat naïef en betweterig
gespeeld hebben –  los van een mycelium
onder het Binnenhof – misschien wel
als een solistisch prinsesje,
dat de hele wereld wil toebehoren,
het blijft pijn doen aan de ogen
wat haar en heel Nederland wordt aangedaan
met geloken ogen zonder mededogen,
als banneling vogelvrij verklaard,
om nog maar te zwijgen van
de vele asielzoekers die soms
met kinderen langer dan tien  jaar
moeten wachten zonder enig uitzicht
op zekerheid, voorspoed en veiligheid.


 

Archief

PERPETUAL MOTION, Ning Ying

30 april 2006

Sex & the City in Beijing – Open Doek Filmfestival

Een mooi spel van spiegelend lijden in een uitzichtloze pose vol verveling tegen de achtergrond van Zhong Quo, het rijk van het Midden, eeuwig in beweging, nooit in verandering. In de 56 jaar sinds de uitroeping van de nieuwe dynastie van de Rode Keizers lijkt er nauwelijks iets wezenlijks veranderd, behoudens tsunami’s van menselijk leed. Enkele honderden families van rode rijke mandarijnen beheersen met geduld en volharding het maatschappelijke leven van Zhong Quo, zoals het was, is en nog een tijdje blijven zal, wachtend op een nieuwe tsunami van opgebouwde spanningen en dialectische tegenstellingen.

Lees verder »

Archief

The Road To Guantánamo van Michael Winterbottom

30 april 2006

“The Tipton Three, Kuifje in Kaboel of Nescio in Tipton.” – Open Doek Fimfestival Turnhout

De overspannen ondervraging- en bewakingstechnieken van de Amerikaanse militaire inlichtingendiensten geven vaart aan het slapstickkarakter van de film.
Van huis uit zijn de Amerikaanse Neocons – zonen of nazaten van intellectuelen (linkse trotskisten en gevluchte joden) uit Midden Europa – permanente aanhangers van de maakbaarheidsidealen, ook in de Amerikaanse gevangenissen en oorlogsvoering.


Lees verder »

Archief

Als bannelingen, vogelvrij in deze Heilige Halle’?

24 april 2006

Als bannelingen,
vogelvrij in deze Heilige Halle’?

Lezing aan de hand van ’Shi Mian Mai Fu’ – Huis van Vliegende Dolken ook bekend als ‘House of Flying Daggers’ van de Chinese regisseur Zhang Yimou op muziek van Shigeru Umebayashi. Deze film  speelt in China, Zhong Quo, het Rijk van het Midden waar de eens zo machtige Tang dynastie in verval is.

Lees verder »

Archief

Samen tegen een nieuw totalitarisme

10 maart 2006

Samen tegen een nieuw totalitarisme – Salman Rushdie en anderen


 
Na het fascisme, het nazisme en het stalinisme te hebben overwonnen, wordt de wereld nu geconfronteerd met een nieuwe totalitaire dreiging: het islamisme.


Wij, schrijvers, journalisten, intellectuelen, roepen op tot verzet tegen religieus totalitarisme en tot de verspreiding van vrijheid, gelijke kansen en seculiere waarden voor iedereen.


De gebeurtenissen na de publicatie van tekeningen van Mohammed in Europese kranten onderstrepen de noodzaak te strijden voor deze universele waarden. Deze strijd kan niet met wapens worden beslecht, maar moet op ideologisch niveau worden gevoerd.


We zijn getuige van noch een botsing der beschavingen noch van een tegenstelling tussen West en Oost, maar van een wereldwijde strijd tussen democraten en theocraten. Zoals alle totalitaire ideologieën, wordt het islamisme gevoed door angsten en frustraties. De haatpredikers spelen in op deze gevoelens bij het recruteren van hun bataljons met als doel een onvrije en ongelijke wereldorde te vestigen.


Wij stellen duidelijk en vastberaden: niets, zelfs geen wanhoop, kan de keuze voor obscurantisme, totalitarisme en haat rechtvaardigen. Islamisme is een reactionaire ideologie die een eind maakt aan gelijkheid, vrijheid en secularisme waar het zich ook maar voordoet.


Succes voor het islamisme leidt tot een wereld van dominantie: de dominantie van mannen over vrouwen, van islamisten over alle anderen. Om dit te verhinderen, dienen we onderdrukte en gediscrimineerde volkeren toegang tot de universele rechten te geven.


Wij verwerpen het cultuurrelativisme, wat betekent dat we zouden moeten accepteren dat moslimmannen en vrouwen blijven verstoken van hun recht op gelijkheid, vrijheid en seculiere waarden in naam van respect voor culturen en tradities.


Wij weigeren afstand te doen van onze kritiek uit angst te worden beschuldigd van islamofobie, een ongelukkige term die kritiek op de islam als geloof verwart met stigmatisering van zijn aanhangers.


Wij pleiten voor de universele erkenning van de vrijheid van meningsuiting, zodat in alle continenten ruimte ontstaat voor kritiek, op alle vormen van misbruik en alle dogma’s.


Wij doen een beroep op alle democraten en vrije geesten in alle landen ernaar te streven dat onze eeuw een eeuw van Verlichting wordt en niet een van obscurantisme.


Salman Rushdie en anderen

 

Categorie: Actualiteit, Europa, Gelezen, Wereld | Geen reacties »

« Volgende berichten